Gelooft de Nederlander – wonend in ons door de paus uitgeroepen zendingsgebied, want officieel een heidens land – nog ergens in? De Groene Amsterdammer spreekt van mensen die niet tot een religieuze groepering behoren. Meer dan de helft blijkt dat te zijn. Dat zegt echter niets over geloof. ‘Het begint allemaal met de vraag: wat is religie? Wetenschappers wereldwijd zijn er nooit in geslaagd om het eens te worden over een definitie,’ zegt journalist Yvonne Zonderop in Scientias. In De Groene Amsterdammer zegt Yolande Jansen dat ‘ongelovig’ een term is die vooral vanuit een religieus perspectief betekenis heeft, maar die niets zegt over wat voor niet-gelovige mensen betekenis aan het leven geeft.
Ongeloof definieert wat je niet bent
Jansen is bijzonder hoogleraar voor de humanistische Socrates Stichting aan de VU en hoofddocent filosofie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Zij vindt ongeloof een kale term die definieert wat je niet bent.
‘Het is haar overtuiging dat ongelovigen net zo goed als gelovigen steeds meer bezig zijn met levensvragen en dat dat meer zichtbaar wordt dankzij sociale media en instituties zoals humanistische geestelijke verzorging. Religie speelt op andere manieren juist wel een nieuwe rol in de samenleving, die je niet met een onderzoek naar ‘secularisatie’ of ongelovigheid zichtbaar kunt maken.’
Open mind
De tegenstelling uit de Verlichting, tussen geloof en wetenschap, is aan het verschuiven, stelt Jansen, daar aan beide zijden van het spectrum van ‘weten’ en ‘geloven’ mensen te vinden zijn die vooral gegrepen zijn door hun eigen waarheid en de onwaarheid van de anderen. De hoogleraar komt meer en meer mensen tegen die met een open mind naar problemen kijken en die uit verschillende bronnen putten.
‘Onder de gelovigen zijn dat de mensen die nu het coronavirus als een straf van god zien of ‘een streek van de duivel’. Maar ook aan de kant van de wetenschap zitten mensen die alles graag tot één ware basisoorzaak terugbrengen: atomen, genen, of bijvoorbeeld algoritmen.
Daartegenover staan wetenschappers en religieuzen die zich niet in dat soort algemene en brede waarheidsclaims herkennen en die met elkaar willen samenwerken en elkaar beter willen begrijpen, die zien dat zowel de wetenschappen als religies altijd onvolledige manieren zullen zijn om verschijnselen in de wereld om ons heen zo goed mogelijk te begrijpen en te waarderen.’
Andere verschillen dan religieuze
Jansen verwacht dat geloof en ongeloof in de toekomst wel eens dichter bij elkaar kunnen komen te liggen.
‘Mensen komen erachter dat ze wel degelijk wat van elkaar kunnen leren en dat andere verschillen dan religieuze, zoals op het gebied van racisme, gender, absurde verschillen tussen arm en rijk, maar ook de opwarming van de aarde en mensenrechten, een stuk belangrijker zijn.’
Zie: Samenleving: De Nederlander in 2050 (De Groene Amsterdammer, 23042020)
Foto: Dmitri Leiciu (PxHere)
“die niets zegt over wat voor niet-gelovige mensen betekenis aan het leven geeft. ”
Klopt. Ik ben dan ook heel wat meer dan alleen ongelovige.
“Het is haar overtuiging ….”
Daar is ze een beetje laat mee – ongeveer 200 jaar. Toen werd het min of meer veilig in Europa om ongeloof te beleiden en jawel, ongelovigen gingen zich met met zulke vragen bezighouden. Feuerbach is een tamelijk vroeg voorbeeld.
“mensen te vinden zijn die vooral gegrepen zijn door hun eigen waarheid”
Dat is aan het postmodernisme te danken. Lekker makkelijk, als waarheid (want “eigen”) volstrekt subjectief wordt kunnen we niets meer verwerpen. Dat is geen kwestie van “open mind” maar een kwestie van greep op onze werkelijkheid. Waarom zou Jansen bleekmiddel drinken tegen COVID-19 nog verwerpen?
“dichter bij elkaar kunnen komen te liggen”
Huh? Het onderscheid is nooit scherp geweest.
“moet hij beroep doen op de getuigenissen van anderen.”
Dit is een oudbakken en goedkoop semantisch trucje, typerend voor gelovigen die veel te veel waarde hechten aan de kracht van woorden.
Een ongelovige is iemand die, in de context van bv. deze blog, niet in enige bovennatuurlijke, immateriële, transcendente dingen gelooft. Zoals ik dus. De rest is flauwekul. Zoals filosofen eind 19e eeuw al vaststelden: formuleer deugdelijke definities en het blijkt dat zeer veel quasidiepzinnigheden volstrekt betekenisloos zijn.
Zie bv. het Engels. Het herkent verschil in betekenis tussen de woorden trust en faith. The unbeliever can (dis)trust the testimonies of other people; he/she doesn’t have the faith to accept supernatural statements while other people have. Unbelief (ongeloof dus) means lack of faith, not lack of trust.
LikeLike
Ongelovig zijn is zo’n beetje het moeilijkste wat er bestaat. Vooral het geloof dat je ‘iets’ bent is moeilijk om vanaf te komen.
LikeLike
Ongelovigen bestaan sowieso niet. Vermits niemand alles kan weten, moet hij beroep doen op de getuigenissen van anderen. Men kan wel christelijk of islamitisch …. enz. ongelovig zijn en hun geschriften geheel of gedeeltelijk in twijfel trekken.
LikeLike