Kan de mens andere dimensies binnengaan?

HET ‘BEYOND’ IN FILOSOFIE, WETENSCHAP, RELIGIE EN KUNST – ‘In dromen en hallucinaties, in meditatie, onder hyp­nose, in mystieke en paranormale ervaringen kunnen wij zien, voelen, proeven, horen en ruiken. Frederic Myers vroeg zich af of deze ervaringen poorten zijn naar dimensies en sferen die ècht bestaan. Zou de mens latente vermogens bezitten om andere dimensies te kunnen betreden?

‘Voor eenieder die zichzelf afvraagt wat de mens in wezen is: één van de meest
belangwekkende vragen die iemand zich kan stellen’

Wetenschappelijke benadering
H
et boek Menselijke persoonlijkheid is het meesterwerk van Frederic Myers (1843 ­- 1901). Nu in de Nederlandse vertaling. De Engelse classicus raakte gefascineerd door de vraag of persoonlijk overleven na de fysieke dood mogelijk zou zijn. Hij was de eerste die een wetenschappelijke manier voor het benaderen van parapsychologische verschijnselen ontwikkelde.

Menselijke persoonlijkheid is niet alleen één van de eerste pogingen om de psychologie van de mens zo volledig mogelijk te beschrijven, het is tevens een lucide uiting van de Victoriaanse worsteling tussen spiritualiteit en de toen opkomende wetenschap.’
(Uitgeverij Van Warven)

!Symposium ter gelegenheid van het uitkomen van de Nederlandse vertaling van: Frederic Myers Menselijke persoonlijkheid, een gotische psychologie | Frederic Myers Symposium | 16 april 11.00 – 17.00 uur | Bilthoven: In de tuinzaal van Huize Het Oosten: Rubenslaan 1 | 3723 BM Bilthoven | 030 – 27 44 600


Frederic Myers

SYMPOSIUM: Zin en bestemming
Het symposium
staat in het teken van zin en bestemming die wij zoeken en vinden op onze levensweg, zegt theoloog, filosoof, voorganger, auteur en uitgever Rinus van Warven. Hij vertelt hij over manifestaties van religie en spiritualiteit.

In een nabij de doodervaring of mystieke ervaring blijkt het ‘heilige’ als zingevende eeuwigheid altijd al in en rondom ons aanwezig te zijn geweest. Even interessant als belangrijk is dat belemmeringen tussen ons dagelijks leven en de mystieke dimensie poreus lijken te zijn.’

 Moderne parapsychologie
Hans Gerding
, filosoof en parapsycholoog spreekt over Frederick Myers, Carl Jung en de moderne parapsychologie. Voor Myers en Jung staan de grote levensvragen centraal en het mensbeeld dat daarbij hoort. Bij het zoeken naar antwoorden speelt voor beide wetenschappers het onderzoek naar mentale uitzonderingstoestanden en hun betekenis een grote rol.

De invloed van Myers op Jung is groot, en samen staan ze aan de wieg van de wetenschappelijke parapsychologie. Ligt de moderne hedendaagse parapsychologie in het verlengde van hun denken of niet?’

Een gift uit Avalon
Annet Brouwer, healer in praktijk Farus te Zaltbommel, auteur van Een gift uit Avalon (over contact met overleden dierbaren), zegt dat er veel persoonlijke verhalen van mensen zijn die verrast worden door een onverwacht teken van een overleden dierbare.

Ondanks de enorme diversiteit in tekens en bezoek kan iets gezegd worden over de ‘taal’ waarin gene zijde tot ons spreekt, de betekenis die het contact voor de nabestaanden heeft en de boodschappen die erin besloten liggen. Uit onderzoek blijkt dat de troostende werking van deze ervaringen groot is.’

De vernieuwing van ons denkklimaat
Filosoof, muzikant, en o.a. verbonden aan de stichting Filosofie Oost-West, Hein van Dongen, vertelt over Frederic Myers en William James, pioniers van een nieuwe psychologie die het hedendaagse reductionistische mensbeeld overstijgt en in allerlei richtingen uitbreidt.

Myers ontdekte de noodzaak tot verbreding en verdieping van ons mensbeeld in de bloeitijd van het spiritisme. De veranderingen in het denkklimaat in de twintigste eeuw hebben ertoe geleid dat zijn ideeën later wonderlijk gedateerd aandeden. Maar het klimaat verandert snel: wat we nu nodig hebben is juist een wetenschap die ons terugbrengt bij wat we in onze reductionistische monomanie zijn vergeten.’

Wetenschappelijke parapsychologie
Gerard Burger, biochemicus, arts, klinisch patholoog en vertaler van Menselijke Persoonlijkheid: spreekt over: Wat een mens werkelijk is: ‘Menselijke Persoonlijkheid’ volgens Frederic Myers.  

In deze lezing staat Frederic Myers centraal. Zijn fascinatie voor de grote levensvragen, vooral rondom sterven en dood, zette hem aan tot een baanbrekende studie. In het mensbeeld waar hij op uitkwam is plaats voor paranormale ervaringen. Myers’ werk is de basis van de dieptepsychologie en de wetenschappelijke parapsychologie, en nog steeds bijzonder actueel.’

Menselijke persoonlijkheid, een gotische psychologie | Frederic Myers | Paperback | 550 blz. | €32,50 | Uitgeverij Van Warven |
‘In dit boek bouwt Myers met behulp van veel voorbeelden deze psychische structuur op een originele manier geleidelijk op, waardoor de meer exotische parapsychologische verschijnselen op een volstrekt geloofwaardige manier worden ingepast. Hierdoor ontstaat een logisch bouwwerk, dat veel intrigerende vragen oproept die nog altijd niet beantwoord zijn. Het boek is na zo’n honderdtwintig jaar nog steeds actueel en een must voor eenieder die zichzelf afvraagt wat de mens in wezen is, een van de meest belangwekkende vragen die iemand zich kan stellen.’

Beeld: nieuwetijdskind.com
Beeld Frederic Myers: Uitgeverij Van Warven

Hoe ‘weten’ mensen dat God bestaat?

Rede en geloof worden vaak tegenover elkaar gezet: aan de ene kant de atheïstische wetenschapper die de oerknal probeert te bewijzen, aan de andere kant de gelovige die ‘voelt’ dat er een goddelijke kracht bestaat. Religie wordt gezien als antwoord op vragen waar de wetenschap niks mee kan, zoals wat de zin van het leven is. Geloof is een kwestie van het hart, wetenschap van het hoofd. – Hierover vertelt filosoof dr. Rik Peels woensdagavond 8 maart in het Academiegebouw aan het Domplein in Utrecht. (Voor iedereen toegankelijk, geen kosten.)

Baseren mensen hun godsgeloof op meer dan slechts een gevoel?

Klopt deze tegenstelling wel? Kan het bestaan van God op een logische manier beredeneerd worden? Baseren mensen hun godsgeloof op meer dan slechts een gevoel? Welke rol spelen openbaringen en religieuze ervaringen? En wat als de atheïst moet bewijzen waarom God niet bestaat, in plaats van andersom? Filosoof dr. Rik Peels (VU) legt uit hoe religieuze kennis werkt.’


Rik Peels

Deze bijeenkomst vindt plaats binnen de serie Geloof je het zelf? over het nut van ontastbare kennis. Als maatschappij vertrouwen we graag op wetenschappelijk bewijs. Maar is dat altijd het juiste kompas om op te varen? Wetenschappers over wat we kunnen leren van niet-wetenschappelijke kennis.

Academiegebouw (Aula) | UTRECHT| Woensdag 8 maart 2023 (20:00-21:30) | In samenwerking met Faculteit Sociale wetenschappen, Bètawetenschappen en Geesteswetenschappen | Voertaal Nederlands | Entree gratis | Aanmelden niet nodig. Let op: vol = vol |  Stream: YouTube-video

Foto’s / bron: Universiteit Utrecht

update 7 3 2023

‘Ik wil geen dekentjes over mijn geest’


Maarten van Buuren

Psychiaters zien psychische afwijkingen als lichamelijke ziektes die je met medicijnen kunt verhelpen. Voor een deel klopt dat, dus voor een deel is het een zegen, zegt schrijver Maarten van Buuren. Het nadeel vindt hij, dat er nu al te makkelijk wordt gedacht: ‘Ha, dat is depressie, daar hebben we een pil voor’. Het probleem wordt weggemedicaliseerd, vervolgt hij. Ben je onrustig of angstig? Daar hebben we een middeltje voor. Angstremmers. En inderdaad, mensen zitten weer rustig in hun stoel. Het is heerlijk om van je angsten verlost te zijn. Maar je maakt ook het probleem onzichtbaar waarvan die angst het signaal was.

In het artikel Een psychische afwijking is het gevolg van eigen keuzes in Filosofie Magazine interviewt filosofiedocent Lianne Tijhaar (o.a. Hogeschool voor Toegepaste Filosofie Utrecht & Hogeschool Utrecht) Van Buuren over zijn depressies. Dit naar aanleiding van zijn nieuwe boek De gek als medemens. Hoe we onszelf in de waanzin leren kennen.

Het gaat nadrukkelijk niet over eigen schuld. Net als ieder ander, zegt Van Buuren, heeft ‘de depressieveling’ een patroon opgebouwd om zich te kunnen weren in het leven en niet overspoeld te worden door alle gevaren die hen omringen.

Dat hebben ze weliswaar op een manier gedaan waardoor ze nu in grote moeilijkheden terecht zijn gekomen, maar niet op een wezenlijk andere manier dan jij of ik.’


Ludwig Binswanger

Van Buuren schreef al eerder over zijn depressie in Kikker gaat fietsen (2008). In De gek als medemens brengt hij filosofische verdieping aan, na het lezen van het werk van de Zwitserse psychiater Ludwig Binswanger. Binswanger ontwikkelde in de jaren vijftig een nieuwe benadering van de psychiatrie, gebaseerd op de existentialistische filosofie.

Je valt in een depressieput. Een ervaring van vernietiging. Je kunt niet meer bestaan. Je belandt in een zijn-storing. Dat is moeilijk uit te leggen, want de mensen zien je gewoon lopen. Dat was het grote misverstand. Ik ben een sportman. Lichamelijk was ik zo gezond als een vis. Mensen keken naar mij en zeiden: niks mis met jou, je moet gewoon in de poten komen. Terwijl ik op dat moment niet meer bestond. Ik was gewoon niet meer.

Pas later begreep Van Buuren wat filosofen als HusserlHeidegger en Sartre met ‘intentionaliteit’ bedoelen. [Het idee van intentionaliteit houdt – volgens Husserl – in dat het bewustzijn nooit leeg is: het is altijd gericht op iets en daardoor een bewustzijn van iets. (PD)] 

Het ‘zijn’ is altijd ergens op gericht. ‘Zijn’ is een dynamiek. ‘Zijn’ is je uitwerpen in de richting van iets wat je beoogt. Op het moment dat ik in die put van een depressie gleed en mijn bestaan ophield, kon ik mij niet meer uitstrekken in de tijd. Ik leefde niet meer in de toekomst en niet meer in het verleden. Mijn bestaan werd gereduceerd tot een oneindig doordruppelen van momenten van heden.’


Of Over het leed dat leven heet

Van Buuren verdraagt het idee dat hij onder de medicijnen zit niet, ondanks dat medicijnen hem bij zijn eerste depressiecrisis op de been hebben geholpen.’

In mijn ervaring is die medicatie een soort dekentje dat over mijn geest wordt gelegd – en ik wil geen dekentjes over mijn geest. Ik wil dat het werkt zoals het werkt, omdat ik denk dat al die prettige vonkjes in mijn hoofd die ik voel na mijn eerste kop koffie ’s morgens ook worden uitgevlakt als ik antidepressiva slik.’

Daarna kwam voor Van Buuren de vraag: waar komen die patronen vandaan die me op de knieën hebben gedwongen?

De medicatie heeft mij op het spoor gebracht waarop ik mijn leven kon hernemen. Maar de medicijnen hebben mijn probleem niet opgelost. Toen ik doorkreeg dat mijn problemen teruggaan tot mijn jeugd in Maassluis en dat aan mijn therapeut vertelde, zei hij: ‘Daar beginnen we niet aan. Mijn bedoeling is om u nu weer op de been te helpen, zodat u uw dagelijks leven weer kunt oppakken’.’


Hoe we onszelf in de waanzin leren kennen

In De gek als medemens wil Van Buuren die patronen – ‘die zitten diep, ze komen voortdurend terug’ – doorgronden door terug te gaan naar de oorspronkelijke keuzemomenten in zijn vroege jeugd. Hij zegt er geen beter mens van te zijn geworden, maar wel heeft hij zichzelf beter leren begrijpen.

Zie:
*
Een psychische afwijking is het gevolg van eigen keuzes (Filosofie Magazine, 2022)

* De gek als medemens. Hoe we onszelf in de waanzin leren kennen | Maarten van Buuren | paperback | Lemniscaat | prijs: € 19,99 | ISBN: 9789047714484 | NUR: 730 |
‘Wat maakt ons mens? Dit is een van de grote vragen van de filosofie. Volgens Maarten van Buuren is het antwoord te vinden in de waanzin. Als een lachspiegel toont de waanzin wat er gebeurt als de fundamenten onder het menszijn wegvallen.
In
De gek als medemens laat Van Buuren ons uitgebreid in deze spiegel kijken. Hij doet dat aan de hand van casestudies uit het werk van de Zwitserse psychiater Ludwig Binswanger, waarin patiënten en hun behandelingen worden beschreven. Wat de mens tot mens maakt blijkt uit de momenten dat zijn wereld vorm en samenhang verliest, hij uit het vangnet van zijn sociale contacten valt en zichzelf kwijtraakt. De gek als medemens is een onderzoek naar het verband tussen waanzin en existentie en de manier waarop deze begrippen elkaar wederzijds definiëren.’ (Lemniscaat)

Beeld Maarten van Buuren: Chris van Houts (Trouw, 2020)
Beeld Ludwig Binswanger: Stretto – Magazine voor kunst, geschiedenis, filosofie, literatuur en muziek (België)

Familieroman over voltooid leven

Vroeg of laat kom je in aanraking met het thema van dit boek. Over de ethische en filosofische dimensies van het zelfgekozen levenseinde is veel gezegd en geschreven. De debuutroman van Judith de Graaf, Ontijd, die ondanks het thema licht van toon is geschreven, duikt in de relationele en psychologische kant ervan. Wat brengt iemand tot een dergelijk besluit en hoe ervaren verschillende naasten deze keuze, ook als ze voorstander zijn van zelfbeschikking en euthanasie?

How much of my mother have my mother left in me?
How much of my love will be insane to some degree?
And what about this feeling that I’m never good enough?
Will it wash out in the water, or is it always in the blood?

John Mayer
(In the blood)

(Opdrachtpagina in Ontijd)

Over het boek: 
Als kunstenaar Leo door een beroerte niet meer kan schilderen, valt de bodem onder zijn bestaan weg. De aankondiging dat hij zijn levenseinde in eigen hand wil nemen, slaat bij zijn drie kinderen in als een bom. Ze reageren ieder op hun eigen wijze; de oudste, arts, blijft proberen haar vader op andere gedachten te brengen en weigert er concreet bij betrokken te worden. Haar broer accepteert de keuze en gaat een noodzakelijke confrontatie aan met zijn vader, vanuit de realisatie: nu of nooit. De jongste dochter voelt zich in de steek gelaten en neemt voor het eerst haar lot in eigen hand. Ook dwingt ze haar vader om een traumatisch verlies uit zijn verleden onder ogen te zien.’

(Boekhandel Broese)

!Donderdag 9 februari is de boekpresentatie van Ontijd bij boekhandel Broese, Oudegracht 112b, 3511 AW Utrecht, 030 – 233 5200, op de plek van het voormalig postkantoor.
Judith de Graaf* wordt geïnterviewd door filosofieredacteur bij Trouw, Peter Henk Steenhuis. De avond begint om 18 uur en eindigt om 20 uur. De toegang is gratis, de inloop is vanaf 17.30 uur.
Aanmelden voor deze boekpresentatie – indien er nog plaats is – kan via klantenservice@broese.nl. 

Bronnen: o.a. Broese.nl

Ontijd – familieroman over voltooid leven | Judith de Graaf  | 2023 | Literaire roman, novelle | Uitgeverij de Brouwerij – Brainbooks | ISBN 9789080564206 | 252 p. | € 21,99

*Judith de Graaf (1964) is een in Utrecht gevestigde psychotherapeut en systeemtherapeut en biedt individuele psychotherapie, partnerrelatietherapie en gezinstherapie aan (jong)volwassen cliënten, alsook leertherapie en supervisie voor de NVRG Nederlandse Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie), NVP (Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie) en ICEEFT (International Centre for Excellence in Emotionally Focused Therapy). De Graaf is daarnaast een gecertificeerd EFT (Emotionally Focused Therapy) therapeut.

Update: 9-2-2023

‘De denker is altijd religieus’

De denker is altijd religieus, omdat die niet kan denken op een filosofische manier zonder contact te hebben met het wonder van betekenis. Maar de denker kan heel goed denken, zonder gelovig te zijn in termen van een christelijke dogmatiek. – Met de zichzelf ‘in zekere zin’ als een gelovige beschouwende Denker des Vaderlands Paul van Tongeren, heeft Soφie een interview over ‘betekenis’ als kernwoord van de filosofie en de verhouding tussen filosofie en religie. ‘Het wonder van betekenis’ is het punt waarop religie en filosofie elkaar raken.

‘Een filosofische vraag is per definitie een vraag naar betekenis’
(Paul van Tongeren)

Het wonderlijke dat de werkelijkheid voor ons altijd al betekenisvol is, wordt in de religie uitgelegd in rituelen, praktijken, gebeden en theologische theorieën. Datzelfde wonderlijke gegeven wordt in de filosofie geuit en uitgelegd in de vragende houding. Wat is dat eigenlijk, ‘natuur’, of wat is nu eigenlijk ‘mens-zijn’ of ‘menswaardig zijn’. Die vragende en onderzoekende houding, dat is de filosofische houding ten opzichte van betekenis. Terwijl de aanbiddende, vererende cultiverende praktijk de religieuze uitwerking ervan is.’

Op de vraag wanneer de relatie tussen religie en filosofie problematisch wordt, zegt Van Tongeren dat het lastig wordt op het moment dat religie een heel bepaalde vorm krijgt, bijvoorbeeld de christelijke religie of de reformatorische interpretatie van het christendom.

Paul van Tongeren schreef Het wonder van betekenis, Hierin zegt hij dat een van de problemen van spreken over het wonder is dat het door die term onmiddellijk religieus gaat klinken.

Een wonder is nu eenmaal iets dat de wetenschap niet, of niet helemaal, kan verklaren. Ik vind dat niet zo erg trouwens, die religieuze bijklank. Het is zelfs een beetje mijn bedoeling die associatie te wekken. (…) Ik ga in tegen seculariserende stemmen die wat er nog van godsdienst rest in onze samenleving willen wegpoetsen, inclusief zelfs maar de herinnering eraan, alsof het de laatste restjes middeleeuwse achterlijkheid betreft. Zo van: dat hebben we nou gehad, nu kunnen eindelijk redelijk gaan denken.’
(Uit: Het wonder van betekenis)

De auteur gaat op zoek naar geluk en wijsheid. En zegt dat ons denken uitgedaagd wordt door het grootste wonder dat er is: dat er betekenis bestaat. Dat wij niet anders kunnen dan betekenis zien, horen, voelen, ruiken, kennen. Die betekenis is er niet zonder ons. Wat zou er überhaupt kunnen zijn zonder ons?

De filosoof hoeft niet zijn eigen geloofspraktijk tussen haakjes te zetten. Laat ik zeggen hoe het voor mij is: ik beschouw mijzelf in zekere zin als een gelovige. Ik kan niet anders dan zeggen ‘in zekere zin’, vanwege wat volgt. Dat zet ik niet tussen haakjes als ik denk. Maar dat neemt niet weg dat ik denkend kan zeggen: God is een naam die we geven aan een soort knooppunt van betekenis en betekenisgeving. Terwijl ik in de kerk een gebed kan uitspreken, waarin ik God zeg, maar dan op een andere manier’

Er is een zekere gespletenheid in mij, zegt Van Tongeren, als hij zichzelf een filosoof en ook een gelovige noemt. Niet omdat hij niet beide tegelijkertijd kan zijn, maar omdat hij een andere taal in de kerk spreekt dan achter zijn bureau.

Dat leidt tot het volgende soort paradoxale uitspraken: ik kan bidden tot God en tegelijkertijd zeggen dat ik helemaal niet weet wat dat betekent. Hoe ik die twee bij elkaar krijg? Daar heb ik eerlijk gezegd niet zoveel moeite mee.’

Als bepaalde betekenissen in onze cultuur zo sterk door een bepaalde religieuze praktijk gevormd zijn, dat we ze eigenlijk daarvan niet meer los kunnen maken – dankbaarheid bijvoorbeeld – dan dreigt er iets verloren te gaan, aldus de denker.

Niet de religieuze praktijk waarbinnen die betekenis gestaan heeft, maar die betekenisnotie zelf. Als wij de ervaring van dankbaarheid verliezen, omdat we die niet meer kunnen verstaan in termen van een bepaalde religie, dan ga ik niet die religie verdedigen, maar dan ga ik proberen de dankbaarheid te redden. Als filosoof probeer ik namelijk iedereen aan te spreken, niet alleen een religieus smaldeel.’


Friedrich Wilhelm Nietzsche

Over zijn relatie met het werk van Friedrich Nietzsche zegt Van Tongeren dat Nietzsche uitdrukkelijk het gevecht aangaat met religie, maar tegelijkertijd een merkwaardig soort van affiniteit met religie ziet. Hij houdt zich veel bezig met Also sprach Zarathustra. Dat werk ziet hij door en door verweven met religieuze en vooral Bijbelse literatuur.

In een ander werk, De antichrist, staat een lofzang op de Jezusfiguur. Tegelijkertijd is er een enorme haat. Natuurlijk geeft dat een spanning, maar dat is wat Nietzsche voor mij aantrekkelijk maakt. Het is iemand die je voortdurend weer wakker schudt, irriteert en prikkelt. Ik kan die spanning tussen Nietzsche en mijn religieus-zijn absoluut niet wegnemen. Maar daar heb ik ook helemaal geen behoefte aan. Dat hoort erbij.’

Bron: Betekenis als het hart van de filosofie (Soφie)
Beeld: Tim Dirven, Museum Leuven, De Morgen (B)
Beeld Nietzsche: Filosofie Magazine

Het wonder van betekenis | Marc van Dijk – Paul van Tongeren | Boom Filosofie | € 17,50 | E-book € 14,90

►Tip!
De Ongelooflijke Podcast 8 januari 2023, #122: ‘God is dood’, zei Nietzsche. Heeft hij een punt? – met Denker des Vaderlands Paul van Tongeren en theoloog Stefan Paas.

‘Horen wij nog niets van het gedruis der doodgravers die God begraven hebben? Ruiken wij nog niets van de goddelijke ontbinding? – ook goden raken in ontbinding! God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood!’
(Uit: GodenEnMensen: Friedrich Nietzsche, De dolle mens – vertaald door Pé Hawinkels)

Toch die blijvende zoektocht naar God

Oppergod Zeus krijgt zojuist de cijfers van statistiekenbureau CBS onder ogen. Ook zijn tempel Olympieion trekt minder gelovigen. Tegen Hera klaagt hij: ‘De zaak der goden staat er uiterst kritiek voor en het wordt op het scherp van de snede uitgevochten of wij in de toekomst nog eer behoren te ontvangen en de eregaven behouden die wij op aarde genieten, of dat wij volledig buiten spel behoren te staan, ja zelfs helemaal niet meer in het spel voorkomen.’

‘Toch lijkt het raadzaam zich in te voegen in een groter geheel, in een kerk,
wil men niet navelstarend door het leven gaan.’
(Daniël De Waele)

Daniël De Waele gaat (zonder mijn CBS-fantasie) ver terug in de (ideeën)geschiedenis en kijkt ook naar de toekomst in Godenschemering – De geschiedenis van ons geloof in God. In dit boek dat in februari 2023 uitkomt, bezint hij zich op ‘de spannende vraag hoe de gelovige tot God kan naderen, hoe hij de gans Andere kan ontmoeten’.

Godenschemering van Daniël De Waele is een theologische cultuurgeschiedenis die de evolutie van het geloof in God uitdiept in de loop der tijd. Israël ontdekte in een polytheïstische wereld de Ene God, die door de tijd heen steeds humaner werd en dichterbij kwam. Hoe is het geloof na die grote stap geëvolueerd? Hoe past het verdampen van het geloof, dat uiteindelijk eindigde in de dood van God, in deze evolutie? En welke rol heeft het bestormen van de godenbeelden gespeeld? De Waele ontwaart naast deze geloofsevolutie een andere geschiedenis: een blijvende zoektocht naar de ene God.’
(Kokboekencentrum)

Steeds minder Nederlanders rekenen zich tot een religie of levensbeschouwing blijkt uit cijfers van CBS. Ik zie dat sommige media hieruit de verkeerde conclusie trekken dat het percentage gelovigen in Nederland verder is gedaald. Wel zijn er gelovigen die het instituut kerk minder bezoeken. God is echter overal en de manier om Hem te ervaren is niet echt meer in de kerk. Die gebouwen verdwijnen dan ook in rap tempo, de gelovigen niet.

W
aarom zouden mensen plots, of langzaamaan, het geloof in de goden opgeven, vraagt De Waele zich desondanks af. Alsof ook hij het aantal gelovigen alleen maar afleest uit kerkbezoek. Hoe kan het, dat wat mensen eeuwen en eeuwenlang als vanzelfsprekend hebben aangenomen, dat uiteindelijk toch gaan betwijfelen, is desalniettemin zijn onderzoeksvraag. 

Volgens William James, Amerikaans filosoof en psycholoog, moet het ontstaan van geloof in goden altijd van psychologische aard zijn geweest. Mensen ervoeren dat de goden leiding gaven, dat zij beschermden tegen boze machten, dat zij voor vruchtbare akkers zorgden, dat zij, kortom, in het algemeen zeer nuttig waren. Als dat in later tijd veranderde, als de goden gebeden niet verhoorden of zij niet langer beantwoordden aan ondertussen gewijzigde menselijke verwachtingen, zeden of idealen, geraakten die goden in onbruik.’

De auteur zegt dat zijn boek over de belangrijke ontwikkelingen verhaalt die zich in het godsgeloof hebben voorgedaan op de lange weg doorheen de geschiedenis waarin de mens met zijn God wandelde.

Het zijn vaak ingrijpende zaken, soms zijn het dramatische omwentelingen, die zonder dat we het beseffen, ons denken en geloven (als dat er nog is) hebben vormgegeven.’

Ook over de teloorgang van het heiligdom verhaalt dit boek, van wat millennia lang de ontmoetingsplaats is geweest tussen hemel en aarde. De auteur onderzoekt eveneens welke gebeurtenissen in de geschiedenis van Israël aanleiding hebben gegeven zich te beperken tot aanbidding van Jahwe alleen, en hoe Israël op de gedachte gekomen is dat er welbeschouwd toch maar één God bestaat. Een ander hoofdstuk vertelt over geweld en doodslag die door God worden bevolen:

Het feit echter dat de gelovige dit als probleem ervaart is opmerkelijk; het houdt een expliciete kritiek in op de Schrift, die toch juist voor de gelovige gezaghebbend is.’

Alles wat ons overkomt, wordt ons uit de liefderijke hand van God geschonken: zegen en straf, leven en dood, zegt de auteur. Het alternatief is een volstrekte willekeur in de gebeurtenissen van deze wereld:

Maar dat dingen zomaar, willekeurig gebeuren, dat wat je overkomt geen enkele betekenis heeft, wie kan dat verdragen?’

Drie hoofdstukken gaan specifiek over transformaties in het geloof van christenen. Ook beschrijft de auteur de Drie-eenheidsleer:

Dat is tegenwoordig geen erg populair gespreksonderwerp, maar dat is ooit anders geweest. In de 3e en 4e eeuw stortte menigeen zich in vurige controverses over hoe God precies in elkaar zat.’


Daniël De Waele

Vervolgens gaat Godenschemering in op hoe zich met name in Europa een evolutie heeft voltrokken van geloof naar ongeloof; hoe de evolutietheorieën van de Grieken en die van Darwin eruit zagen; en als God er niet meer was, wat is dan de betekenis geweest van religie in al die eeuwen die voorbij zijn gegaan; over de onvrede met het verdwijnen van God en de hunkering naar het geestelijke, naar mystiek; over mystiek buiten de kerk; over ‘onze eigen tijden’ en de hedendaagse gelovige:

Kort samengevat komt het erop neer dat die zelf wel zal uitmaken wat hij gelooft en hoe hij gelooft. Toch lijkt het raadzaam zich in te voegen in een groter geheel, in een kerk, wil men niet navelstarend door het leven gaan.
Tenslotte bezinnen we ons over de spannende vraag hoe de gelovige tot God kan naderen, hoe hij de gans Andere kan ontmoeten. Terwijl de vorige hoofdstukken vooral beschrijvend en informatief zijn, geef ik in dit laatste hoofdstuk ook mijn eigen, persoonlijke visie weer. Als gelovige.’

Bron: Godenschemering – De geschiedenis van ons geloof in God (danieldewaele.com)

Godenschemering – De geschiedenis van ons geloof in God | Daniël De Waele | KokBoekencentrum | Verschijnt 9-2-2023 | 352 pagina’s | € 27,99 | E-book: € 14,99 | Dr. Daniël De Waele is leraar Protestantse Godsdienst en docent Nieuwe Testament aan het Hoger Instituut voor Protestantse Godsdienstwetenschappen (HIPGO) te Brussel. Daarnaast is hij lid van de Leerplancommissie voor Protestants Godsdienstonderwijs in Vlaanderen.

Beeld: Het beeld van Zeus (5e eeuw v.Chr.) stelde de Griekse oppergod voor, tronend op de berg Olympus. Het beeld stond in de Dorische tempel van Olympia, waar de oorspronkelijke Olympische Spelen werden gehouden ter ere van deze god. (wereldwonderen.com)

Beeld Daniël De Waele: Berne Media

‘De mens slaapt en als hij sterft ontwaakt hij’


Ibn Arabi

De twaalfde-eeuwse soefi Ibn Arabi is weg van deze uitspraak van profeet Mohammed: ‘De mens slaapt en als hij sterft ontwaakt hij.’ En Ibn Arabi doet er nog een schepje bovenop: mensen die in dat ene moment zijn blijven hangen zijn verveeld geraakt, versuft en in slaap gesukkeld. ‘Ze dromen in een droom.’ – Onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, Cornelis van Lit, expert op het gebied van de islamitische filosofie, heeft de afgelopen vier jaar gewerkt aan ‘de notie van verbeelding bij Ibn Arabi’.

 ‘Saaie tijd, fascinerend moment:
Ibn Arabi over fascinatie terugbrengen in je leven
(Utrecht Religie Forum, Universiteit Utrecht)

De mens slaapt en als hij sterft ontwaakt hij’. Dit doet mij ook denken aan het hindoeïsme. In de Vedische geschriften uit het oude India wordt heel intrigerend gesproken van ‘wakker worden’ in plaats van ‘doodgaan’. De Indiase schrijver, mysticus en wijsgeer Rabindranath Tagore (Nobelprijswinnaar voor de Literatuur 1913) zei: ‘De dood is niet het doven van het licht, maar het uitblazen van de lamp omdat de dag is aangebroken.’

‘Ze dromen in een droom.’
Ons ontworstelen aan aardse gedachtegangen en de rijkheid van Gods herschepping inzien is opwindend en werkelijk een ontwaking. We ontwaken dan uit de droom in een droom. Zo verwoordt Ibn Arabi dat het mystieke inzicht dat God elke keer weer alles herschept ook niet alles is! We dromen namelijk nog steeds, tot het moment dat we werkelijk ontwaken en de natuurlijke wereld voorgoed achter ons laten.’

Mystieke inzichten
Ibn Arabi (1165 – 1240) – ‘de grootste van alle moslimfilosofen – volgde mystieke inzichten op en smeedde ze daarna om in filosofische systemen. De soefi begon, zo vertelt Van Lit, met de observatie dat eigenlijk alles dat we in deze wereld kennen komt en vergaat. In die zin zijn de dingen om ons heen het ene moment bestaand en op een later moment niet-bestaand.

Daar bovenuit stijgend staat God, die altijd bestaat. Sterker nog, zo beredeneert Ibn Arabi afgaande op mystieke inzichten: God herschept de hele kosmos elke micro-seconde, elk miniem momentje, opnieuw. Dat we voort blijven bestaan is te danken aan de continue herscheppende goedheid van God.’


Taj Mahal

‘Vriend van God’
Ibn Arabi – op zijn ideeën is het ontwerp van de Taj Mahal, uit de 17e eeuw, gebaseerd – zinspeelt vaak op het verschil tussen mystiek en filosofie, ervaring en beredenering, gevoel en verstand, ook bij tijd. Dat God elk moment alles herschept is iets dat je aan moet voelen, vervolgt Van Lit de gedachtegangen van de soefi. Je kunt dat ervaren door God in gebed of meditatie te naderen, door een ‘vriend van God’ (wali Allah) te worden. Discrete tijd is dan ook waarneembaar voor mystici. Ben je echter alleen met je hoofd bezig en probeer je slechts te beredeneren, dan neem je aan dat tijd continu is.

Het idee van continue tijd wil Ibn Arabi niet per se afschieten als onzinnig. Toch wil hij de lezer uitdagen en noemt een interpretatie van tijd als continu saai, ontstaan uit verveling. De verveling zit hem erin, volgens Ibn Arabi, dat we als het ware blijven hangen in één zo’n moment dat God heeft geschapen.

Terwijl de schepping van God alweer vele malen voorbij is gekomen, denkt iemand die iets teveel op zijn verstand afgaat dat we nog steeds in dat ene, eerdere moment leven. Hij of zij verheft dat ene moment tot het enige moment. Daarmee gaat het inzicht verloren dat er nog zoveel meer momenten zijn, dat de schepping van God nog zoveel rijker is.’


Cornelis van Lit

Islamoloog Cornelis van Lit werkt aan de Universiteit Utrecht. Hij doet onderzoek naar de wisselwerking van filosofie, theologie en mystiek in de late middeleeuwen, onder andere bij Al-Ghazali, Suhrawardi en Ibn Arabi. Tevens heeft hij een voortrekkersrol in de integratie van digitale methoden en data analyses in de geesteswetenschappen.

Van Lit werkte van 2018 – 2022 aan de geschriften van de middeleeuwse soefi-denker Ibn Arabi en zijn commentatoren, met name aan hun notie van  alam al-mithal (beeldwereld) en, meer in het algemeen, hun denken over de functie van de verbeelding. Hij is gepatroneerd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Waarschijnlijk horen we binnenkort meer van hem over Ibn Arabi.

Bronnen:
* Saaie tijd, fascinerend moment: Ibn Arabi over fascinatie terugbrengen in je leven (Utrecht Religie Forum – Universiteit Utrecht)
* The Digital Orientalist

Gerelateerd:
* Al-Ghazali, inspiratiebron voor miljoenen moslims
* Doodgaan is wakker worden

Beeld: Ibn Arabi (teemtiquotes.com)
Beeld Taj Mahal: 6 maart 2004 (Dhirad, commons wikimedia)
Beeld Cornelis van Lit: digitalorientalist.com

‘Het wereldwijde gevecht om het eigen leven’

Jezelf vrij en betrokken weten, betekenisvol bezig zijn en contact maken met wat je écht waardevol vindt. Als je aan die voorwaarden hebt voldaan, kan je oprecht zeggen dat het goed met je gaat. – Aan het woord is levenskunstfilosoof Joep Dohmen over zijn nieuwe boek Iemand zijn.Dit gaat over onze huidige levensstijl. Vrij zijn om je eigen leven te leiden is aantoonbaar de hartenwens van de laatmoderne mens. Bovendien willen veel mensen zich graag verantwoordelijk opstellen’.

‘De vervul­ling van ons verlangen naar vrijheid en verantwoordelijkheid
blijkt verre van eenvoudig’
(Levenskunstfilosoof Joep Dohmen)

De vrijheid hebben om je eigen leven te leiden is de hartenwens van de laatmoderne mens. De vervulling daarvan blijkt echter verre van eenvoudig: in onze hectische samenleving met haar continue veranderingen, verleidingen en versnellingen staat de kwaliteit van ons bestaan voortdurend op het spel. Niet toevallig sprak de socioloog Ulrich Beck van het wereldwijde ‘gevecht om het eigen leven’. Vandaag de dag is iedereen genoodzaakt om zich telkens opnieuw zijn of haar leven toe te eigenen.
(Dohmen)


Lector Bildung Joep Dohmen tijdens zijn boekpresentatie in de Lutherse kerk in Utrecht:
Iemand zijn: Filosofie van de persoonlijke vorming (25 november 2022)

Marktmechanismen en influencers
J
onge mensen worden volgens Joep Dohmen, lector Bildung (‘geleide zelfvorming’) aan de Utrechtse Hogeschool voor Toegepaste Filosofie (HTF) – aldus dagblad Trouw – zonder gedegen voorbereiding in het neoliberale kapitalisme geparachuteerd, een systeem dat wordt gedomineerd door markt en technologie.

Vóórdat ze de kans hebben om zich daar kritisch toe te verhouden is het voor veel jonge mensen al te laat. Ze hebben jarenlang in de breedte geleefd, van alles gedaan wat marktmechanismen en influencers hen dicteerden, zonder er zelf echt achter te staan. Op hun vijfendertigste staan ze ineens met lege handen, ze voelen zich machteloos en vertwijfeld – is dit álles?’
(Dohmen)

Wij voeden op tot niets’
S
inds de jaren zestig ontduiken opvoeders en onderwijzers hun opvoedingsverantwoordelijkheid, stelt de filosoof, vanuit een romantische en anti-paternalistische opvatting van vrijheid-blijheid. ‘Om met de Amerikaanse pedagoog Neil Postman te spreken: wij voeden op tot niets.’

Als docent filosofie – zowel op een gymnasium, hogeschool als universiteit – heb ik gedurende tientallen jaren van nabij jongeren zien kampen met angsten, onzekerheden en overspannenheid (burn-outs). Hun gebrek aan zelfvertrouwen is schrijnend.
Het is pijnlijk en verontrustend om te zien hoe onzeker en verward veel jonge mensen zijn, hoe ze lijden aan handelingsverlegenheid en richtingloosheid.
De tragiek is dat ze verschrikkelijk graag zelf iemand willen worden, maar nauwelijks beschikken over ankerpunten en innerlijke bagage. Door een falend opvoedings- en onderwijssysteem eindigen ze als ‘fabriekswaar’ (Nietzsche) en worden ze helaas maar al te vaak niemand.’
(Uit: Iemand zijn)


Kamer in New York – Edward Hopper (1932)

Ouders hebben niet langer het gezag om weerstand te bieden aan de grillen en verlangens van hun kinderen. En dat is wel noodzakelijk, want kinderen en jonge mensen zijn nog geen personen, ze hebben allerlei sturing en discipline nodig. In Frankrijk heeft de regering smartphones op scholen verboden, een teken dat de overheid moet bijspringen om ouders en kinderen weerbaar te maken tegen de inmenging van markt en technologie.’
(Dohmen)

Gezag bij het individu
D
ohmen legt het gezag bij het individu, door te laten zien hoe mensen tegelijkertijd hun vrijheid én hun verantwoordelijkheid kunnen ontwikkelen. In 1958 maakte de liberale filosoof Isaiah Berlin het beroemde onderscheid tussen negatieve vrijheid: de vrijheid van beperkingen, en positieve vrijheid: de vrijheid om als mens zélf middelen en doelen te kiezen.

Uiteindelijk is het accent van het liberalisme te veel op die negatieve vrijheid komen te liggen. Daarmee krijg je een moraal van vrijheid als pure zelfbeschikking, van vrijheid die begrepen wordt als: doen waar je zin in hebt.’
(Dohmen)


Elke vorm van gezag is uitgehold en dus zitten we nu met allerlei free riders opgescheept, mensen die gefixeerd zijn op hun botte, willekeurige verlangens en die autonomie verwarren met onafhankelijkheid. Zonder dat ze het doorhebben helpen ze hun eigen vrijheid om zeep, want ze worden slaaf van hun grillen en erkennen geen enkele verantwoordelijkheid.

Het huis van de aarde weer bewoonbaar maken
In zijn boek Iemand zijn schetst Dohmen een vormingsprogramma om de autonomie van het individu te vergroten. Daarvoor laat hij zich onder meer inspireren door de ethiek van Immanuel Kant, Friedrich Nietzsche, Michel Foucault en Susan Neiman.

We kunnen onze emoties en verlangens onderzoeken en gaandeweg ontdekken wat we echt willen. De voorbije decennia zijn we onze zelfdiscipline kwijtgeraakt en dus moeten we opnieuw gaan oefenen. Hoe moeilijk de omstandigheden intussen ook zijn, we kunnen leren omgaan met de vele versnellingen en met meer aandacht leven in het hier en nu.
We moeten weer leren om elkaar te waarderen en de onderlinge verschillen te verdragen. De voornaamste opdracht van onze tijd is dat we het huis van de aarde weer bewoonbaar maken.’
(Uit: Iemand zijn)

Bronnen:
* Filosoof Joep Dohmen: Op hun vijfendertigste staan veel jonge mensen ineens met lege handen (Trouw)
* Iemand zijn – Filosofie van de persoonlijke vorming | Joep Dohmen | 21 – 11 – 2022 | Uitgeverij Ambo Anthos | 816 pagina’s| € 45,- | E-book: € 14,99
* Iemand zijn (2022) – Joep Dohmen

* Beeld: ‘Nighthawks‘ – door Edward Hopper (1942) – ‘Links in het café zit een man met de rug naar de kijker toe, een beetje ineengedoken achter een drankje. Een man en vrouw zitten naast elkaar, het is onduidelijk wat hun relatie tot elkaar is. Ze staren naar de vloer, beiden met een vlakke blik. Hoppers mensen zijn passief doch duidelijk aanwezig. Ze hebben elkaar niets te zeggen, lijken al meer dan genoeg te hebben aan zichzelf.’
(kronkeling.comWat je kunt leren van Nighthawks van Edward Hopper)
* Beeld Joep Dohmen: HTF
* Beeld ‘Kamer in New York’: Edward Hopper (1932) (Coverillustratie van Tegen de onverschilligheid – Joep Dohmen)

De Bijbel in feministisch perspectief

De Bijbel is vermoedelijk uitsluitend door mannen geschreven: alleen mannen redigeerden de teksten, maten zich het gezag aan om de teksten te interpreteren, de canon samen te stellen en de kerk te institutionaliseren. Zo constateren feministisch theologen. – Mariecke van den Berg schrijft een drieluik over feministische theologie. ‘In een notendop houdt christelijke feministische theologie een engagement met het christendom in, waarbij patriarchale structuren en beelden van de traditie worden bekritiseerd en de perspectieven van vrouwen, in al hun diversiteit, centraal worden gesteld’.

Als het goddelijke mannelijk is, dan is het mannelijke goddelijk.’
(Theologe Mary Daly)

De gevolgen van die eenzijdigheid zijn groot: het spreken over God gebeurt in overwegend mannelijke termen, de helden uit de Bijbel zijn bijna allemaal mannen en de kerk werd voor het allergrootste gedeelte van de geschiedenis door uitsluitend mannen geleid. Dit ging ten koste van de perspectieven van vrouwen, vrouwelijke helden en vrouwelijk leiderschap. Feministisch theologen hebben verschillend gereageerd op deze scheve verhoudingen.’

Van den Berg schrijft over enkele feministisch theologische perspectieven, en verwijst naar de Amerikaanse filosofe en theologe Mary Daly die stelde dat het christendom niet meer te redden was.

In haar bekende boek Beyond God the Father (1973) stelt ze: ’Als het goddelijke mannelijk is, dan is het mannelijke goddelijk.’ Daly voorzag daarin geen noemenswaardige verandering. Ze verliet de rooms-katholieke kerk, maar bleef zich van buiten de traditie wel altijd kritisch verhouden tot het christendom.’

Anderen probeerden volgens Van den Berg – bijzonder hoogleraar feminisme en christendom aan de Radboud Universiteit in Nijmegen (Catharina Halkes Leerstoel) en universitair docent interreligieuze studies aan de Vrije Universiteit Amsterdam – van binnenuit de traditie te veranderen.

Dat vrouwen in de Bijbel en aanverwante literatuur minder vaak aan de orde komen, wil volgens hen niet zeggen dat je kunt stellen dat ze helemaal niet meedoen of geen stem hebben. Dan doe je hen eigenlijk een tweede keer onrecht aan. De kunst is juist om teksten te bestuderen die doorgaans de leesroosters niet halen, daarbij heel voorzichtig te lezen en een antenne te ontwikkelen voor wat er niet gezegd wordt.’

Ook verwijst Van den Berg naar theologe Elisabeth Schüssler Fiorenza. Zij stelde zich een ‘ecclesia of wo/men voor, waarin men een ‘discipelschap van gelijken’ nastreeft, een bottom-up structuur van kleine gemeenschappen waarin gelovigen zeggenschap hebben over hun eigen spirituele ontwikkeling’.

Ze nam daarbij de Jezusbeweging als voorbeeld. Volgens Fiorenza kenmerkte de groep mensen die zich verzamelde rond Jezus zich door een dergelijke gelijkwaardige manier van samenleven, die teloorging toen het christendom groeide, maar die nog wel als inspiratie kan dienen voor mensen nu.’

Tijdens de derde feministische golf, die inzette in de jaren negentig, begonnen feministisch theologen zich dezelfde kritische vragen te stellen die breder in de feministische beweging aan de orde kwamen. De nadruk op het ontwikkelen van een vrouwelijk perspectief maakte plaats voor een analyse van gender als zodanig, vaak in samenhang met seksualiteit, klasse, ras/etniciteit, lichamelijke beperkingen en mogelijkheden, opleiding, burgerschap, etc.


Volgens de orthodoxe theologie is de androgyne engel Sofia een voorstelling van Christus

Er kwam erkenning voor het feit dat mensen kunnen worden achtergesteld of weggedrukt omdat zij vrouw zijn, maar evengoed omdat zij tot een seksuele minderheid behoren, vluchteling zijn, van kleur zijn, met een accent spreken, hulpmiddelen nodig hebben, of uit een arbeidersmilieu komen.’

Door verbreding in kritisch perspectief ontwikkelt feministische theologie volgens Van den Berg steeds meer connecties met (bijvoorbeeld) bevrijdingstheologie en theologie die is beïnvloed door antiracisme theorieën, postkoloniale theorie, crip-theorie, queer studies, transgender studies en mannelijkheidsstudies.

Zie: Wat is feministische theologie? (theologie.nl)

Beeld: meetyouinthefield.nl
Cartoon: Marc-Jan Janssen
Icoon: PThU: Sofia: hen of hun?‘De orthodoxe iconen van Sofia bestaan in meerdere types. In het eerste type, de ‘Novgorod’ variant, is Sofia voorgesteld als een androgyne engel, met vleugels. Deze zit ook op een stoel. Volgens de orthodoxe theologie is die engel, Sofia, een voorstelling van Christus. Wie de afbeelding ziet, denkt wellicht niet meteen aan Christus. Of toch wel?’

God zelf veroorzaker kwantumgebeurtenissen?

De NBV21, ‘de nieuwe Bijbel voor de 21e eeuw’, is alweer oud. Nu is er de Wetenschapsbijbel: de NBV21 inclusief 300 bijdragen van 60 wetenschappers over geloof, cultuur en wetenschap. Hierin staan onder meer artikelen over hoe kwantumtoeval past in het Bijbelse wereldbeeld. En of God ook maar moet afwachten hoe de kwantumwereld zich ontwikkelt. Maar ook of Prediker met het refrein ‘lucht en leegte’ aangeeft dat het leven zinloos, leeg en absurd is. Toch roept hij regelmatig op om van het leven te genieten. Ook gaat het over de vraag of er een heel diepe verbintenis is tussen lichaam en geest. En is de ziel niet-materieel?

‘Het Bijbelse wereldbeeld is dat God voortdurend
de wereld in stand houdt en daarin werkt’

(Wetenschapsbijbel)

Wat heb je aan de Bijbel bij ingewikkelde vragen uit deze tijd? Bij onderwerpen als gender, duurzaamheid of religieus geweld? Op internet worden Bijbelteksten voor allerlei meningen gebruikt. Waar vind je dan houvast? In deze Bijbeluitgave is de tekst van de Bijbel, in de vertaling van de NBV21, samengebracht met betrouwbare inzichten, geschreven door 60 wetenschappers met liefde voor de Bijbel. Zo kun je als lezer zelf je mening vormen en vol vertrouwen in gesprek gaan over thema’s die ons allemaal raken.’

Templeton Foundation
De Wetenschapsbijbel, waaraan vijf jaar gewerkt is, zegt in ieder geval zelf geen standpunten in te nemen, maar laat verschillende perspectieven zien, ‘betrouwbare inzichten’, maar ‘zonder kant-en-klare antwoorden’. Op de vraag van het RD hoe is voorkomen dat de theologie door de wetenschap zou ondersneeuwen, antwoordde prof. Gijsbert van den Brink dat ‘de meeste bijdragen door theologen zijn geschreven’. Je kunt, aldus deze Bijbel, ‘zelf een visie vormen en met zelfvertrouwen gesprekken voeren over ingewikkelde vragen’. Met dank aan – en geld van – de Amerikaanse Templeton Foundation.

Kwantumgebeurtenissen
O
ver toeval bijvoorbeeld. ‘Toeval’ is geen concept – aldus een van de artikelen – dat vaak voorkomt in de Bijbel (wel in onder andere Pred. 9:11; Ruth 2:3; 1 Kon. 22:34; Luc. 10:31), maar wel een term die we geregeld gebruiken in het dagelijks leven en ook in de wetenschap. Het Bijbelse beeld van de wereld is, ruwweg, dat God die geschapen heeft en van dag tot dag draagt (onderhoudt, in het bestaan houdt).


‘Toeval’ is geen concept?

In de kwantummechanica wordt gesteld dat bepaalde gebeurtenissen, de zogenoemde ‘kwantumsprongen’, toevallig zijn. Dat betekent (volgens een interpretatie) dat ze ‘niet gedetermineerd’ zijn, dat ze niet veroorzaakt zijn. Vooraf kunnen we nooit weten of en wanneer ze zich zullen voordoen – zelfs niet als de beperkingen van ons kennen konden worden opgeheven’.’

Natuurkundigen denken over het algemeen dat kwantumgebeurtenissen op macroniveau geen verschil maken. Als dat zo is, dan zou het kunnen dat God in zijn beleid over de wereld gebruik kan maken van deze ‘diepe’ toevalsprocessen. Maar je kunt ook denken dat God zelf de veroorzaker is van de kwantumgebeurtenissen op microniveau. Immers, het Bijbelse wereldbeeld is dat God voortdurend de wereld in stand houdt en daarin werkt. En daar valt ook de subatomaire wereld onder.’
(Uit: Wetenschapsbijbel)

Lichaam en geest – en ziel?
I
n de Bijbel, zo luidt een andere overweging, komt de lichaam-geest-thematiek regelmatig aan de orde. Denk bijvoorbeeld hieraan: ‘Iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens [letterlijk: ‘in het vlees’, dat wil zeggen in lichamelijke gestalte] gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, komt niet van God’ (1 Joh. 4:2-3).

De Bijbel kent dus niet een losse ziel die het wezen van de mens is; het lichaam is geen wegwerpverpakking. Je lichaam hoort er echt bij, het is de ‘afbeelding’ van de ziel. Het lichaam als spiegel van de ziel – denk aan ogen als spiegel van de ziel. Als er dus vol vreugde klinkt dat God zag dat het zeer goed was (Gen. 1:31), geldt dat ook voor het lichaam. Deze liefdevolle joods-christelijke houding naar het aardse is trouwens een van de (weinig erkende) belangrijke voorwaarden voor het ontstaan van empirische wetenschap in het Westen.’

‘(…)We zijn drie filosofische hoofdrolspelers tegengekomen: 1) materialisten (in allerlei soorten): de geest als iets irreëels; 2) dualisten: de ziel als zuiver geestelijke piloot in de cockpit van het lichaam; en 3) compositie-denkers: lichaam en ziel als twee-eenheid. Al die denkers zoeken naar een metafoor voor hun denkbeeld. Want hoe leg je het uit? Welk leidend beeld heb je voor ogen?

Toch is er veel voor te zeggen dat de ziel niet-materieel is. Een probleem van materialisme is bijvoorbeeld dat het onze vrijheid maar moeilijk een plekje kan geven. Het maakt ons tot automaten. We zijn dan niet meer ‘heer over onze eigen daad’, zoals ze dat in de middeleeuwen noemden.’
(Uit: Wetenschapsbijbel)

Predikers ‘you only live once’
W
elk mens verzucht niet van tijd tot tijd: waar doe ik het allemaal voor, is de vraag in weer een andere overweging. Wat voor zin heeft het als er zoveel misgaat? Wat leveren mijn inspanningen uiteindelijk op? Sommige Bijbeluitleggers benadrukken dat Prediker met het refrein ‘lucht en leegte’ (hevel) aangeeft dat het leven zinloos is, leeg en absurd.

Toch roept hij regelmatig op om van het leven te genieten (wij zouden het misschien YOLO noemen: ‘you only live once’). Hevel zinspeelt op de naam Abel (Gen. 4), de eerste mens die stierf, en omschrijft daarmee het vluchtige karakter van het leven: een ademtocht (vgl. Ps. 39:6; 62:10) of een schaduw die voorbijgaat (vgl. Pred. 6:12; Ps. 39:7; 144:4). De kosmos duurt oneindig voort (1:4-11), maar wij stervelingen zijn slechts een vluchtige ademtocht en het leven vliegt voorbij (vergelijk de hedendaagse kreet FOMO: ‘fear of missing out’).’

In de joodse traditie wordt zijn [Prediker] geschrift dan ook gelezen tijdens het Loofhuttenfeest, het seizoen van de vreugde. Deze dringende oproep heeft zijn wortels in de Tora, waar de levensvreugde ook wordt geroemd (Deut. 26:11) en een vreugdeloos leven wordt vervloekt (Deut. 28:47). Vandaar dat Prediker een dringende oproep doet om vreugde en genoegen te beleven op het moment dat je daarvoor de kans krijgt (11:9).’
(Uit: Wetenschapsbijbel)

Overbodig, die NBV21 in de Wetenschapsbijbel
De vorig jaar uitgebrachte NBV21 zit ook volledig in de Wetenschapsbijbel. Het was slimmer – en minder kostbaar – geweest als de bijdragen als supplement naast de reeds bestaande NBV21 werd gepresenteerd, als apart boek. Iedere lezer – geïnteresseerden hebben de NBV21 natuurlijk al – kan dan de ongetwijfeld boeiende artikelen over geloof, cultuur en wetenschap naast zijn NBV21 leggen. Overbodig, die NBV21 in de Wetenschapsbijbel.

Wetenschapsbijbel | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap samen met de VU Amsterdam | 1680 pagina’s + 84 themapagina’s | Gebonden | €58,00

Beeld: Lucepedia (Tilburg School of Catholic TheologyTilburg University)
Beeld kwantumgebeurtenissen: bijzonderewereld.nl
Cartoon: Stefan Verwey