Hoe ‘weten’ mensen dat God bestaat?

Rede en geloof worden vaak tegenover elkaar gezet: aan de ene kant de atheïstische wetenschapper die de oerknal probeert te bewijzen, aan de andere kant de gelovige die ‘voelt’ dat er een goddelijke kracht bestaat. Religie wordt gezien als antwoord op vragen waar de wetenschap niks mee kan, zoals wat de zin van het leven is. Geloof is een kwestie van het hart, wetenschap van het hoofd. – Hierover vertelt filosoof dr. Rik Peels woensdagavond 8 maart in het Academiegebouw aan het Domplein in Utrecht. (Voor iedereen toegankelijk, geen kosten.)

Baseren mensen hun godsgeloof op meer dan slechts een gevoel?

Klopt deze tegenstelling wel? Kan het bestaan van God op een logische manier beredeneerd worden? Baseren mensen hun godsgeloof op meer dan slechts een gevoel? Welke rol spelen openbaringen en religieuze ervaringen? En wat als de atheïst moet bewijzen waarom God niet bestaat, in plaats van andersom? Filosoof dr. Rik Peels (VU) legt uit hoe religieuze kennis werkt.’


Rik Peels

Deze bijeenkomst vindt plaats binnen de serie Geloof je het zelf? over het nut van ontastbare kennis. Als maatschappij vertrouwen we graag op wetenschappelijk bewijs. Maar is dat altijd het juiste kompas om op te varen? Wetenschappers over wat we kunnen leren van niet-wetenschappelijke kennis.

Academiegebouw (Aula) | UTRECHT| Woensdag 8 maart 2023 (20:00-21:30) | In samenwerking met Faculteit Sociale wetenschappen, Bètawetenschappen en Geesteswetenschappen | Voertaal Nederlands | Entree gratis | Aanmelden niet nodig. Let op: vol = vol |  Stream: YouTube-video

Foto’s / bron: Universiteit Utrecht

update 7 3 2023

Toch die blijvende zoektocht naar God

Oppergod Zeus krijgt zojuist de cijfers van statistiekenbureau CBS onder ogen. Ook zijn tempel Olympieion trekt minder gelovigen. Tegen Hera klaagt hij: ‘De zaak der goden staat er uiterst kritiek voor en het wordt op het scherp van de snede uitgevochten of wij in de toekomst nog eer behoren te ontvangen en de eregaven behouden die wij op aarde genieten, of dat wij volledig buiten spel behoren te staan, ja zelfs helemaal niet meer in het spel voorkomen.’

‘Toch lijkt het raadzaam zich in te voegen in een groter geheel, in een kerk,
wil men niet navelstarend door het leven gaan.’
(Daniël De Waele)

Daniël De Waele gaat (zonder mijn CBS-fantasie) ver terug in de (ideeën)geschiedenis en kijkt ook naar de toekomst in Godenschemering – De geschiedenis van ons geloof in God. In dit boek dat in februari 2023 uitkomt, bezint hij zich op ‘de spannende vraag hoe de gelovige tot God kan naderen, hoe hij de gans Andere kan ontmoeten’.

Godenschemering van Daniël De Waele is een theologische cultuurgeschiedenis die de evolutie van het geloof in God uitdiept in de loop der tijd. Israël ontdekte in een polytheïstische wereld de Ene God, die door de tijd heen steeds humaner werd en dichterbij kwam. Hoe is het geloof na die grote stap geëvolueerd? Hoe past het verdampen van het geloof, dat uiteindelijk eindigde in de dood van God, in deze evolutie? En welke rol heeft het bestormen van de godenbeelden gespeeld? De Waele ontwaart naast deze geloofsevolutie een andere geschiedenis: een blijvende zoektocht naar de ene God.’
(Kokboekencentrum)

Steeds minder Nederlanders rekenen zich tot een religie of levensbeschouwing blijkt uit cijfers van CBS. Ik zie dat sommige media hieruit de verkeerde conclusie trekken dat het percentage gelovigen in Nederland verder is gedaald. Wel zijn er gelovigen die het instituut kerk minder bezoeken. God is echter overal en de manier om Hem te ervaren is niet echt meer in de kerk. Die gebouwen verdwijnen dan ook in rap tempo, de gelovigen niet.

W
aarom zouden mensen plots, of langzaamaan, het geloof in de goden opgeven, vraagt De Waele zich desondanks af. Alsof ook hij het aantal gelovigen alleen maar afleest uit kerkbezoek. Hoe kan het, dat wat mensen eeuwen en eeuwenlang als vanzelfsprekend hebben aangenomen, dat uiteindelijk toch gaan betwijfelen, is desalniettemin zijn onderzoeksvraag. 

Volgens William James, Amerikaans filosoof en psycholoog, moet het ontstaan van geloof in goden altijd van psychologische aard zijn geweest. Mensen ervoeren dat de goden leiding gaven, dat zij beschermden tegen boze machten, dat zij voor vruchtbare akkers zorgden, dat zij, kortom, in het algemeen zeer nuttig waren. Als dat in later tijd veranderde, als de goden gebeden niet verhoorden of zij niet langer beantwoordden aan ondertussen gewijzigde menselijke verwachtingen, zeden of idealen, geraakten die goden in onbruik.’

De auteur zegt dat zijn boek over de belangrijke ontwikkelingen verhaalt die zich in het godsgeloof hebben voorgedaan op de lange weg doorheen de geschiedenis waarin de mens met zijn God wandelde.

Het zijn vaak ingrijpende zaken, soms zijn het dramatische omwentelingen, die zonder dat we het beseffen, ons denken en geloven (als dat er nog is) hebben vormgegeven.’

Ook over de teloorgang van het heiligdom verhaalt dit boek, van wat millennia lang de ontmoetingsplaats is geweest tussen hemel en aarde. De auteur onderzoekt eveneens welke gebeurtenissen in de geschiedenis van Israël aanleiding hebben gegeven zich te beperken tot aanbidding van Jahwe alleen, en hoe Israël op de gedachte gekomen is dat er welbeschouwd toch maar één God bestaat. Een ander hoofdstuk vertelt over geweld en doodslag die door God worden bevolen:

Het feit echter dat de gelovige dit als probleem ervaart is opmerkelijk; het houdt een expliciete kritiek in op de Schrift, die toch juist voor de gelovige gezaghebbend is.’

Alles wat ons overkomt, wordt ons uit de liefderijke hand van God geschonken: zegen en straf, leven en dood, zegt de auteur. Het alternatief is een volstrekte willekeur in de gebeurtenissen van deze wereld:

Maar dat dingen zomaar, willekeurig gebeuren, dat wat je overkomt geen enkele betekenis heeft, wie kan dat verdragen?’

Drie hoofdstukken gaan specifiek over transformaties in het geloof van christenen. Ook beschrijft de auteur de Drie-eenheidsleer:

Dat is tegenwoordig geen erg populair gespreksonderwerp, maar dat is ooit anders geweest. In de 3e en 4e eeuw stortte menigeen zich in vurige controverses over hoe God precies in elkaar zat.’


Daniël De Waele

Vervolgens gaat Godenschemering in op hoe zich met name in Europa een evolutie heeft voltrokken van geloof naar ongeloof; hoe de evolutietheorieën van de Grieken en die van Darwin eruit zagen; en als God er niet meer was, wat is dan de betekenis geweest van religie in al die eeuwen die voorbij zijn gegaan; over de onvrede met het verdwijnen van God en de hunkering naar het geestelijke, naar mystiek; over mystiek buiten de kerk; over ‘onze eigen tijden’ en de hedendaagse gelovige:

Kort samengevat komt het erop neer dat die zelf wel zal uitmaken wat hij gelooft en hoe hij gelooft. Toch lijkt het raadzaam zich in te voegen in een groter geheel, in een kerk, wil men niet navelstarend door het leven gaan.
Tenslotte bezinnen we ons over de spannende vraag hoe de gelovige tot God kan naderen, hoe hij de gans Andere kan ontmoeten. Terwijl de vorige hoofdstukken vooral beschrijvend en informatief zijn, geef ik in dit laatste hoofdstuk ook mijn eigen, persoonlijke visie weer. Als gelovige.’

Bron: Godenschemering – De geschiedenis van ons geloof in God (danieldewaele.com)

Godenschemering – De geschiedenis van ons geloof in God | Daniël De Waele | KokBoekencentrum | Verschijnt 9-2-2023 | 352 pagina’s | € 27,99 | E-book: € 14,99 | Dr. Daniël De Waele is leraar Protestantse Godsdienst en docent Nieuwe Testament aan het Hoger Instituut voor Protestantse Godsdienstwetenschappen (HIPGO) te Brussel. Daarnaast is hij lid van de Leerplancommissie voor Protestants Godsdienstonderwijs in Vlaanderen.

Beeld: Het beeld van Zeus (5e eeuw v.Chr.) stelde de Griekse oppergod voor, tronend op de berg Olympus. Het beeld stond in de Dorische tempel van Olympia, waar de oorspronkelijke Olympische Spelen werden gehouden ter ere van deze god. (wereldwonderen.com)

Beeld Daniël De Waele: Berne Media

God de Vader kent vele gedaanten, van Moeder Aarde is er maar één


Ergens in de vierde eeuw na Christus bedacht Rome Het Kerstfeest. (Kerst=Christus). Een oeroud jaarfeest ter ere van een natuurverschijnsel, de zonnewende (Sol Invictus), kreeg een nieuwe betekenis opgeplakt: die van de geboorte van Jezus. – In de nieuwsbrief van NRC Future Affairs een overpeinzing van redacteur ‘Leven’ Gijsbert van Es. Het lijkt hem verfrissend onze rituelen eens tegen het licht te houden. ‘Veel van wat vernieuwend lijkt, beweegt zich in feite rondom dezelfde kern’.

‘I hope visitors to Gaia get to see the Earth as if from space;
an incredibly beautiful and precious place.
An ecosystem we urgently need to look after – our only home’

(Luke Jerram)

Als godsdienstig ritueel brandt dit feest inmiddels minder fel. De oeroude symboliek eromheen daarentegen – van samenzijn rondom ‘brandende’ bomen, in het stamverband van familie en/of vrienden – blijft intussen stevig geworteld.’

Rituelen
Dit lijkt Gijsbert van Es bemoedigend. Rituelen zijn uitingen van menselijke cultuur. Kerken, moskeeën en andere tempels staan er bol van, maar patent hierop hebben ze niet.

Het kan verfrissend zijn onze rituelen eens tegen het licht te houden. En dan niet om andere te bedenken, maar om te kijken of we oude kunnen vernieuwen. Ook dat mag vooruitgang heten.’

Steeds een nieuwe boom planten
V
an Es stelt voor kerstbomen niet langer om te hakken, binnen te zetten en daarna te verbranden.

Nee, omgekeerd: we zouden ieder jaar, midden in de winternacht, steeds een nieuwe boom kunnen planten, en stilstaan bij het levend groen dat we dan jaar na jaar zelf aan de aarde hebben toegevoegd.’

Of Kerstmis, Oud en Nieuw en Driekoningen beschouwen als één feest, als een festival dat twaalf dagen duurt. Hij noemt die twaalf ‘winter holidays, letterlijk vertaald: heilige dagen’. 

Iets vinden wat niet splijt

Een oud feest heeft volgens hem een nieuw verhaal nodig, wil het aanslaan – en zeker om er betekenisvolle holidays van te maken.

Eén God kan hierbij moeilijk behulpzaam zijn. De wereld telt al genoeg monotheïstische godsdiensten, die hun monopolie opeisen als het ware geloof. Natuurlijk, vrijheid van godsdienst behoort tot de fundamentele rechten van de mens. Maar valt er, naast dit goddelijke pantheon, ook iets te vinden wat niet splijt?’

Gaia
Op zoek naar het goud. We zitten erbovenop! De aarde. Van Es stelt voor dat we onze planeet weer als heilig beschouwen, en vooral: behandelen. De twaalf winternachten rond de jaarwisseling zijn een mooie periode om stil te zijn en stil te staan bij onszelf, in relatie tot onze natuurlijke leefomgeving.

God de Vader kent vele gedaanten, van Moeder Aarde is er werkelijk maar één. Daarom mag Gaia boven God uit tronen, wat mij betreft.’

Bron: Nieuwsbrief Future Affairs (NRC)

Foto Gaia: arcadia.frl – ‘Een verlichte bol van zeven meter doorsnee laat je de aarde zien zoals ze vanaf de maan zichtbaar is. Gaia is een rondreizend kunstwerk van de Britse kunstenaar Luke Jerram. In de Griekse mythologie is Gaia de personificatie van Moeder Aarde. (…) Het kunstwerk geeft het publiek de mogelijkheid om onze eigen planeet te bekijken zoals de bemanning van de Apollo 17 haar zag, in 1972’.
Foto ‘kerstboom’ – Lage Vuursche: PD
Foto ‘Moeder Aarde’ – Andalusië 2018: PD

God zelf veroorzaker kwantumgebeurtenissen?

De NBV21, ‘de nieuwe Bijbel voor de 21e eeuw’, is alweer oud. Nu is er de Wetenschapsbijbel: de NBV21 inclusief 300 bijdragen van 60 wetenschappers over geloof, cultuur en wetenschap. Hierin staan onder meer artikelen over hoe kwantumtoeval past in het Bijbelse wereldbeeld. En of God ook maar moet afwachten hoe de kwantumwereld zich ontwikkelt. Maar ook of Prediker met het refrein ‘lucht en leegte’ aangeeft dat het leven zinloos, leeg en absurd is. Toch roept hij regelmatig op om van het leven te genieten. Ook gaat het over de vraag of er een heel diepe verbintenis is tussen lichaam en geest. En is de ziel niet-materieel?

‘Het Bijbelse wereldbeeld is dat God voortdurend
de wereld in stand houdt en daarin werkt’

(Wetenschapsbijbel)

Wat heb je aan de Bijbel bij ingewikkelde vragen uit deze tijd? Bij onderwerpen als gender, duurzaamheid of religieus geweld? Op internet worden Bijbelteksten voor allerlei meningen gebruikt. Waar vind je dan houvast? In deze Bijbeluitgave is de tekst van de Bijbel, in de vertaling van de NBV21, samengebracht met betrouwbare inzichten, geschreven door 60 wetenschappers met liefde voor de Bijbel. Zo kun je als lezer zelf je mening vormen en vol vertrouwen in gesprek gaan over thema’s die ons allemaal raken.’

Templeton Foundation
De Wetenschapsbijbel, waaraan vijf jaar gewerkt is, zegt in ieder geval zelf geen standpunten in te nemen, maar laat verschillende perspectieven zien, ‘betrouwbare inzichten’, maar ‘zonder kant-en-klare antwoorden’. Op de vraag van het RD hoe is voorkomen dat de theologie door de wetenschap zou ondersneeuwen, antwoordde prof. Gijsbert van den Brink dat ‘de meeste bijdragen door theologen zijn geschreven’. Je kunt, aldus deze Bijbel, ‘zelf een visie vormen en met zelfvertrouwen gesprekken voeren over ingewikkelde vragen’. Met dank aan – en geld van – de Amerikaanse Templeton Foundation.

Kwantumgebeurtenissen
O
ver toeval bijvoorbeeld. ‘Toeval’ is geen concept – aldus een van de artikelen – dat vaak voorkomt in de Bijbel (wel in onder andere Pred. 9:11; Ruth 2:3; 1 Kon. 22:34; Luc. 10:31), maar wel een term die we geregeld gebruiken in het dagelijks leven en ook in de wetenschap. Het Bijbelse beeld van de wereld is, ruwweg, dat God die geschapen heeft en van dag tot dag draagt (onderhoudt, in het bestaan houdt).


‘Toeval’ is geen concept?

In de kwantummechanica wordt gesteld dat bepaalde gebeurtenissen, de zogenoemde ‘kwantumsprongen’, toevallig zijn. Dat betekent (volgens een interpretatie) dat ze ‘niet gedetermineerd’ zijn, dat ze niet veroorzaakt zijn. Vooraf kunnen we nooit weten of en wanneer ze zich zullen voordoen – zelfs niet als de beperkingen van ons kennen konden worden opgeheven’.’

Natuurkundigen denken over het algemeen dat kwantumgebeurtenissen op macroniveau geen verschil maken. Als dat zo is, dan zou het kunnen dat God in zijn beleid over de wereld gebruik kan maken van deze ‘diepe’ toevalsprocessen. Maar je kunt ook denken dat God zelf de veroorzaker is van de kwantumgebeurtenissen op microniveau. Immers, het Bijbelse wereldbeeld is dat God voortdurend de wereld in stand houdt en daarin werkt. En daar valt ook de subatomaire wereld onder.’
(Uit: Wetenschapsbijbel)

Lichaam en geest – en ziel?
I
n de Bijbel, zo luidt een andere overweging, komt de lichaam-geest-thematiek regelmatig aan de orde. Denk bijvoorbeeld hieraan: ‘Iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens [letterlijk: ‘in het vlees’, dat wil zeggen in lichamelijke gestalte] gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, komt niet van God’ (1 Joh. 4:2-3).

De Bijbel kent dus niet een losse ziel die het wezen van de mens is; het lichaam is geen wegwerpverpakking. Je lichaam hoort er echt bij, het is de ‘afbeelding’ van de ziel. Het lichaam als spiegel van de ziel – denk aan ogen als spiegel van de ziel. Als er dus vol vreugde klinkt dat God zag dat het zeer goed was (Gen. 1:31), geldt dat ook voor het lichaam. Deze liefdevolle joods-christelijke houding naar het aardse is trouwens een van de (weinig erkende) belangrijke voorwaarden voor het ontstaan van empirische wetenschap in het Westen.’

‘(…)We zijn drie filosofische hoofdrolspelers tegengekomen: 1) materialisten (in allerlei soorten): de geest als iets irreëels; 2) dualisten: de ziel als zuiver geestelijke piloot in de cockpit van het lichaam; en 3) compositie-denkers: lichaam en ziel als twee-eenheid. Al die denkers zoeken naar een metafoor voor hun denkbeeld. Want hoe leg je het uit? Welk leidend beeld heb je voor ogen?

Toch is er veel voor te zeggen dat de ziel niet-materieel is. Een probleem van materialisme is bijvoorbeeld dat het onze vrijheid maar moeilijk een plekje kan geven. Het maakt ons tot automaten. We zijn dan niet meer ‘heer over onze eigen daad’, zoals ze dat in de middeleeuwen noemden.’
(Uit: Wetenschapsbijbel)

Predikers ‘you only live once’
W
elk mens verzucht niet van tijd tot tijd: waar doe ik het allemaal voor, is de vraag in weer een andere overweging. Wat voor zin heeft het als er zoveel misgaat? Wat leveren mijn inspanningen uiteindelijk op? Sommige Bijbeluitleggers benadrukken dat Prediker met het refrein ‘lucht en leegte’ (hevel) aangeeft dat het leven zinloos is, leeg en absurd.

Toch roept hij regelmatig op om van het leven te genieten (wij zouden het misschien YOLO noemen: ‘you only live once’). Hevel zinspeelt op de naam Abel (Gen. 4), de eerste mens die stierf, en omschrijft daarmee het vluchtige karakter van het leven: een ademtocht (vgl. Ps. 39:6; 62:10) of een schaduw die voorbijgaat (vgl. Pred. 6:12; Ps. 39:7; 144:4). De kosmos duurt oneindig voort (1:4-11), maar wij stervelingen zijn slechts een vluchtige ademtocht en het leven vliegt voorbij (vergelijk de hedendaagse kreet FOMO: ‘fear of missing out’).’

In de joodse traditie wordt zijn [Prediker] geschrift dan ook gelezen tijdens het Loofhuttenfeest, het seizoen van de vreugde. Deze dringende oproep heeft zijn wortels in de Tora, waar de levensvreugde ook wordt geroemd (Deut. 26:11) en een vreugdeloos leven wordt vervloekt (Deut. 28:47). Vandaar dat Prediker een dringende oproep doet om vreugde en genoegen te beleven op het moment dat je daarvoor de kans krijgt (11:9).’
(Uit: Wetenschapsbijbel)

Overbodig, die NBV21 in de Wetenschapsbijbel
De vorig jaar uitgebrachte NBV21 zit ook volledig in de Wetenschapsbijbel. Het was slimmer – en minder kostbaar – geweest als de bijdragen als supplement naast de reeds bestaande NBV21 werd gepresenteerd, als apart boek. Iedere lezer – geïnteresseerden hebben de NBV21 natuurlijk al – kan dan de ongetwijfeld boeiende artikelen over geloof, cultuur en wetenschap naast zijn NBV21 leggen. Overbodig, die NBV21 in de Wetenschapsbijbel.

Wetenschapsbijbel | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap samen met de VU Amsterdam | 1680 pagina’s + 84 themapagina’s | Gebonden | €58,00

Beeld: Lucepedia (Tilburg School of Catholic TheologyTilburg University)
Beeld kwantumgebeurtenissen: bijzonderewereld.nl
Cartoon: Stefan Verwey

‘Het nieuwe christendom is een vrijplaats van innovatie’

Theoloog en antropoloog Johan Roeland vindt God niet zomaar een idee, maar één van de meest onderhuidse intieme vormen van realiteit. Maar tijdens een geloofscrisis gebeurt er van alles. ‘Als er iets gaat schuiven, gaat alles schuiven. Dat heb ik ook ervaren. Je wereldbeeld dondert in elkaar, je verliest één van je meest intieme relaties. Ik denk dat buitenstaanders zich dat lastig kunnen voorstellen. Het draait om verlies van zekerheid, en dat vervolgens gaan waarderen.’

De van oorsprong reformatorische christen Johan Roeland behoort tot het nieuwe christendom waarin aandacht is voor het onuitsprekelijke, onvatbare, mysterieuze en paradoxale van het godsbeeld.

‘De ziel vindt steeds zijn weg, juist door tegenslag.’
(Pauline Weseman)

Het nieuwe christendom is een soort beweging die te herkennen is in de opkomst van activiteiten, festivals en vrijplaatsen van religieuze innovatie. Hierover praat journalist en religiewetenschapper Pauline Weseman met Roeland. Zij sprak met nog zestien andere christenen die al zoekende vorm geven aan dat nieuwe christendom. Samen met andere interviews en essays over dit thema verschijnt 1 november ’22 de bundel Ziel zoekt zin. Hoe verder als je geloof er niet meer toedoet.

Ze [dat nieuwe christendom] is deels niet nieuw, omdat de aanhangers teruggrijpen op oudere bronnen en daar herkenning in vinden. Oude en nieuwe mystici en denkers als Dag Hammerskjöld, Tomàš Halik, John Caputo en Peter Rollins. Zij hebben aandacht voor het onuitsprekelijke, onvatbare, mysterieuze en paradoxale van het godsbeeld.’

In het nieuwe christendom zijn gelovigen te vinden met een orthodox-christelijke achtergrond, die een geloofscrisis doormaakten en vervolgens toch weer uitkomen bij het christendom. En het dan op eigen wijze invullen. Maar zo eenvoudig is dat niet. Nergens krijg je volgens Roeland zo’n enorm geloofsconflict als in de orthodoxie waar religie de kern van alles is, sociaal, politiek, in werk en gezin.

Twijfelen kon en mocht niet. Het is niet zo verwonderlijk dat al deze mensen naar de mystiek neigen als tegenhanger, met ruimte voor het onbekende, paradoxale. Als kinderen meer leren dat twijfel een waardevolle manier is van in het leven staan en dat er meerdere perspectieven zijn op God, kun je dat omarmen als het je overkomt en voorkom je misschien een geloofscrisis.’


Johan Roeland

Voor Roeland is God toch die voortdurende aanwezigheid en afwezigheid, paradoxaal genoeg. 

Het is een besef van een mysterie, iets dat groter is dan mijzelf waardoor ik nooit oneindig val en me geroepen voel het goede te doen. Dat lukt me vaak niet, wat mij tot een schuldig mens maakt, maar niet zoals ik meekreeg in mijn reformatorische opvoeding. Ik heb de notie van schuld herontdekt en omarmd.’

Op de kritiek van theologen en religiewetenschappers die de nieuwe vormen vaak individueel gericht vinden – voor het voortbestaan heb je ook het collectief nodig – zegt Roeland dat hij eerder gelooft in tijdelijke, lichte gemeenschappen, waar je je niet voor altijd aan hoeft te verbinden en ze niet alles van je vragen.

Veel vormen creëren een tijdelijke connectie tussen gelijkgestemden, zoals community’s als LUX, een Groep van Eenvoud, PopUpKerk, Graceland, festivals überhaupt.’

Roeland zegt zo ook niet meer gebonden te zijn aan je lokale context voor het vormgeven van je eigen verhaal. Het blijft een zoektocht naar balans. Wat raak ik kwijt van mezelf in het collectief en wat mis ik aan het ergens bij horen als ik op mezelf ben aangewezen? Hij verwijst naar praktisch theoloog Henning Luther die zegt dat je voor religie zowel onderhouden en onderbreken nodig hebt.

Een kerk is vaak gericht op onderhouden, conserveren, continuïteit. Deze nieuwe christenen zijn vooral gericht op onderbreking, afbreken en opbouwen. Ze houden van de esthetiek, historie, het sacrale en symbolische repertoire van kerken maar zijn ook anti-institutioneel. Zodra het een keurslijf wordt, haken ze af.’

Zie: Als je het geloof der vaderen kwijt bent, maar God blijft rondspoken in je leven (Trouw)

Ziel zoekt zin. Hoe verder als je geloof het niet meer doet| Pauline Weseman | Uitgeverij Zilt | 208 blz. | November 2022 |  € 24,99 | E-book € 12,50 | Gebundelde reportages uit Trouw en interviews en essays uit Volzin van Pauline Weseman. Ook komt er in samenwerking met Trouw en Vrije Universiteit een ‘proeverij van nieuw christendom’ (31 oktober 2022) om de beschreven vormen uit te proberen en analyseren.

Beeld: Detail uit Contouren van een nieuw Christendom – Pauline Weseman (Volzin)
Foto Johan Roeland: Pauline Weseman
UPDATE: 11 oktober 2022

Zuurstof voor de ziel en ademruimte voor iedereen

Enis Odaci zegt pijn in zijn buik te krijgen van sommige gelovige mensen die niet in staat zijn om het meest eenvoudige te doen wat ze kunnen en moeten doen: het beste van hun geloof laten zien. Het is zijn universele kritiek op alle extreme gelovigen uit alle tradities. De islamdeskundige zegt dat als je van je geloof houdt en dat met hand en tand wil verdedigen, dat je dan de beste versie voor moet leven en God op je blote knieën moet danken dat je gezegend bent met het beste geloof allertijden. 

Odaci zegt dit in zijn artikel Over Salman Rushdie en het ‘kwetsbare geloof’. Het boek De Duivelsverzen wil hij nu wel heel graag lezen, om te begrijpen hoe het mogelijk is dat mensen zo boos kunnen worden op een schrijver die alleen maar een roman heeft geschreven.

Bij de aanslag op Salman Rushdie past daarom geen enkele mits of maar, geen enkele antiwesterse retoriek (of anti-islam retoriek). De man schrijft boeken. That is all. Als je daar niet tegen kunt ben je onderdeel van een lege opvoeding, een leeg volk, een leeg land en uiteindelijk een leeg geloof. Alsof de profeet dit zou goedkeuren.’

De auteur schrijft in Volzin, een online-platform voor nieuws en verdieping op het gebied van religie, zingeving en samenleving, wat de Koran zegt over mensen die kritisch zijn op de profeet Mohammed of op de islam:

God beval je in het boek dat wanneer je mensen de verzen van God hoort ontkennen of bespotten, je hun gezelschap moet verlaten, totdat ze van onderwerp veranderen.’ (Koran 4:140).

Moslims geloven, aldus Enis Odaci, dat Koranverzen letterlijke uitspraken van God zijn, en vraagt hij zich af hoe het mogelijk is dat aanslagplegers het beter schijnen te weten dan God zelf.



Salman Rushdie

De Schepper van het onmetelijk grote universum heeft jou, vermoedt de islamdeskundige, niet nodig om Zijn eer te beschermen. Of beter, zegt hij, organiseer een literair debat in plaats van een fatwa uit te spreken.

In plaats van theologische herinterpretatie onmogelijk te maken met dreiging van dood en gevangenis, organiseer je een ontmoeting tussen theologen, zoals moslims dat vroeger deden, nota bene onder leiding van Mohammed zelf.’

Beter is, aldus de auteur, dat je in plaats van mee te hossen in een bizarre demonstratie of boekverbranding, je je kinderen de kracht leert van kritisch denken.

Tegenover elke belediging op papier spreek je een wijs woord op hetzelfde papier. Er is geen schrijver die niet in gesprek wil gaan met zijn lezers.’

Odaci houdt er niet zo van als onder druk van media, politici en extreemrechtse penvoeders de moslimgemeenschap zich moet uitspreken.

Ik houd er wel van als het gebeurt vanuit een oprechte betrokkenheid voor de mens Salman Rushdie, vanuit de liefde voor de literatuur, het debat, het geloof, en de kunst in bredere zin. Bij elkaar leveren ze zuurstof voor de ziel en scheppen zij ademruimte voor iedereen.’

Zie: Over Salman Rushdie en het ‘kwetsbare geloof’ (Volzin)

Beeld: Yunus Esmeli (Pixabay)
Foto Salman Rushdie: Westobserver.com

Update 10 9 22: Zie: Adriaan van Dis interviewt Salman Rushdie: Compilatie van twee gesprekken die journalist, televisiepresentator en schrijver Adriaan van Dis in 1989 en 1992 met Salman Rushdie had. Met een nieuw opgenomen inleiding door Adriaan van Dis n.a.v. de aanslag die op Rushdie gepleegd werd in augustus 2022.

‘Religie en zingeving in de toekomst’, met Birgit Meyer

Antropoloog en religiewetenschapper prof. Birgit Meyer geeft graag antwoord op de vele vragen van ‘De Futuristen’ (wetenschappers en theatermakers) en het publiek over ‘Religie en zingeving in de toekomst’. De bijeenkomst van Studium Generale was afgelopen woensdagavond in Tivoli Vredenburg, in samenwerking met het Nieuw Utrechts Toneel & Decartes Centre van de Universiteit Utrecht. Onverwacht blijkt een van de andere sprekers God zelf.

De toekomst kent vele richtingen
N
atuurlijk komt het rapport van het SCP ter sprake dat minder toekomst ziet voor religiositeit en spiritualiteit. Meyer vertelt dat religie meer is dan alleen geloof, het is vooral wat mensen doen, zoals rituele bijeenkomsten, gebeden, de kerk. En er is niet één toekomst, de toekomst is pluriform. En kunst kan daaraan ook goed vorm geven: menselijke impressie leidt tot expressie.

De toekomst kent vele richtingen en dat komt onder meer door christenen uit bijvoorbeeld Afrika en moslims die hier zijn komen wonen. Zij willen ook weer een plek vinden om het religieuze vorm te geven. Je krijgt zo een diversiteit aan opvattingen. De toekomst gaat vele richtingen uit, ook de seculiere. Dat geeft de mogelijkheid tot experimenteren, tot nieuwe rituelen.


Birgit Meyer

Max Weber en Émile Durkheim
H
et gaat ook over de onttoverde wereld, waarover socioloog Max Weber in het begin van de vorige eeuw sprak. God zou plaatsmaken voor geloof in ratio en technologie. Maar ook over socioloog Émile Durkheim, die er juist vanuit ging dat religie niet kan verdwijnen: ze kan alleen veranderen. Een belangrijke verworvenheid van religie vond hij dat het de sociale cohesie bevordert. Mensen zoeken naar verbondenheid.

Verbondenheid
E
n dat blijkt ook vanavond, gehoord de vragen uit het publiek en van ‘De Futuristen’. Mensen zijn vooral op zoek naar verbondenheid en als dat niet meer via religie kan, dan geeft het secularisme daar misschien wel vorm aan. Mensen lopen niet meer mee met kerkelijke processies, maar voelen wel verbinding met elkaar door The Passion. Mensen willen meevoelen, geraakt worden door iets ‘diepers’. Eigen verdriet kan zo ook een plaats krijgen. Een seculiere sacrale processie. Samenzijn. Het geeft houvast. Het is op een nieuwe manier betekenis geven.

Het heilige
M
ensen zijn op zoek naar nieuwe vormen, op zoek naar iets dat ze in de kerk niet meer vinden. Ze zoeken morele richtlijnen. Maar ook hoop, samen met de vraag: ‘Waar gaan we naartoe?’ Meyer vertelt over Aboriginals die gezamenlijk de totem aanbidden. Dat is niet bepaald een vorm van geïnstitutionaliseerde religie, maar het heeft wel iets sacraals.

In de toekomst, en nu al, zal religie andere vormen aannemen. Het idee van God blijft bestaan, maar dat zal dan meer ‘het hogere’ genoemd worden, of dat ‘er iets is’. Mensen blijven behoefte hebben aan rituelen, blijven op zoek naar betekenis en verbinding, en vinden daar andere, sacrale vormen voor. Het heilige wordt bijvoorbeeld gevonden in je inzetten voor de mensenrechten.


God zelf kwam ook spreken

‘Godverspannen’
G
od zelf komt ook nog even langs, maar heeft een onprettig bericht: ‘Ik heb ontslag genomen’. Zij zegt ‘godverspannen’ te zijn. Niet goed wordt ze van onze offers van lammetjes, van de geur van kaarsen en wierook. Waarom word ik, God, steeds bedankt? Voor pandemieën, natuurrampen en oorlogen? ‘Jullie denken dat ik onschuldig ben. Ik geef mijn taak als Allerhoogste op. Wat moeten jullie ook met een God van geboden en verboden, gerepresenteerd door oude mannetjes. Of ik er ben is van geen belang.’

Bezoek uit de toekomst
Plotseling treedt er duisternis in, maar gelukkig ontwaart de zaal een schim met een lichtje op zijn voorhoofd. De figuur zegt uit de toekomst te komen, dat treft. Misschien is het een antropoloog, als een soort Indiana Jonesfiguur. Hij onderzoekt ‘onze resten’ en komt tot de conclusie dat er hier een soort sacrale bijeenkomst is geweest, lang geleden. Misschien wel een mis, in ieder geval iets heiligs. Hij ontwaart een stekkerdoos, dat moet iets geweest zijn dat verbinding kon maken met de hemel! Ook ziet hij een soort drinkgelegenheid, met fusten. Drank zou mensen vast in trance hebben gebracht waardoor ze zich wellicht dichter bij de hemel gevoeld hebben.

Sacraal samenzijn
D
e druk bezochte bijeenkomst wordt afgewisseld met muziek, liedjes en poëzie. Op de achtergrond verschijnt langzaam een toepasselijke aquarel, live geschilderd en geprojecteerd. Dat leidt aan het einde van de bijeenkomst tot een fraaie prent. Het Nieuw Utrechts Toneel en het Descartes Centre zijn bezield en inspirerend bezig.

Het goede gevoel van het samenzijn hangt na afloop nog lang in de lucht: alsof er een sacrale bijeenkomst geweest is, waar mensen, verbonden met elkaar, samen op zoek waren naar verdieping en verbinding. Het seculiere en religieuze kan verbinden, kan en mag er samen zijn. Deze avond ontsluierde een prettige en inspirerende blik in de toekomst.

Verslag & foto’s: Paul Delfgaauw
Bekijk hier de bijeenkomst: Over religie en zingeving in de toekomst (YouTube)

‘God is veel groter dan je kunt denken’

Wie de natuurwetenschappen volgt, concludeert dat de mens toevallig uit chaos is ontstaan, zegt Heino Falcke, hoogleraar astrodeeltjesfysica en radioastronomie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Oké, is dan zijn vraag, maar hoe zit dat dan met abstracte begrippen als geloof, hoop, liefde, toewijding en betekenis? Sommige wetenschappers antwoorden dan: dat is gewoon allemaal illusie. Dat vindt Falcke te kort door de bocht.

Jasper Van Den Bovenkamp interviewde eind november zwartegatfotograaf Heino Falcke over de vraag of de ontdekking van buitenaards leven zijn geloof zal opschudden. ‘Als God ergens anders leven geschapen zou hebben, dan mogen wij hem dat niet verbieden. Dat gaat mijn geloof totaal niet veranderen.’

Falcke zegt er moeite mee te hebben als mensen hem gaan voorschrijven hoe hij zijn vak moet uitoefenen, bijvoorbeeld door stellig te beweren dat de natuurwetenschap het bij het verkeerde eind heeft, omdat het ‘in de Bijbel anders staat opgeschreven’. Volgens Falcke maakt iedereen, of hij het nu wil of niet, gebruik van de natuurwetenschap. Mensen die dit blog lezen, genieten er volgens hem van omdat het artikel met digitale middelen gemaakt en te lezen is, waarbij gebruik is gemaakt van de kwantumfysica, en wanneer dat via wifi was, is er geprofiteerd van ontwikkelingen in de radiosterrenkunde. 

Dit blog is in letters en leestekens geordende kwantumfysica-chaos’.
(Heino Falcke)

De foto van het zwarte gat voelde voor Falcke alsof hij keek naar ‘de poorten van de hel’, naar ‘het einde van ruimte en tijd’.

In grote zwarte gaten kun je in principe door de waarnemingshorizon reizen zonder uiteengereten te worden. En juist daar ligt de associatie met de hel: je ‘leeft’ nog en je ziet de wereld, maar je kunt niet communiceren.’

Falcke, die onderzoek doet naar de grenzen van het heelal en superzware zwarte gaten, reageerde hiermee op een uitspraak van de Amerikaanse hoogleraar natuurkunde George Smoot, die fluctuaties in de kosmische achtergrondstraling ontdekte: de warmtestraling die uitgezonden is kort na de oerknal. Hierover zei Smoot: ‘We’re looking at the face of God.’ Falcke is in het heelal niet op zoek naar God, want die heeft hij al gevonden.

In gebed, in openbaring, in persoonlijke ervaringen. Ik heb het heelal daar niet voor nodig. Tegelijk zeg ik daarbij: als ik met gelovige ogen naar de ruimte kijk, ontdek ik prachtige dingen over God, over de schoonheid van zijn schepping.’

In die zin is de wetenschap die Falcke bedrijft voor hem persoonlijk een verrijking van zijn geloof. Het heelal is van een omvang die het menselijk denkvermogen overstijgt.

Als je achter die onmetelijke ruimte dan in een schepper gelooft, zegt dat ook iets over wie God is. In de natuurwetenschap leer je dat je heel veel dingen kunt ontdekken, maar dat je nooit alles kunt zien; we kunnen slechts kijken zover het licht gaat.’

Betekenis bestaat, denkt Falcke, alleen al vanwege het feit dat we ernaar zoeken. Meer wetenschappelijk denkend vraag hij zich af:

Als natuurwetten altijd onveranderd zijn gebleven, en alles is onderhevig aan die natuurwetten, dan móéten er toch ook altijd betekenis, geloof, hoop en liefde zijn geweest? Ze kunnen niet pas door de mens bedacht zijn.’

Volgens de hoogleraar sluit de oerknaltheorie goed aan op de Bijbel omdat er immers één oorsprong is, één schepping. De vraag naar meerdere heelallen vindt hij eigenlijk niet alleen een wetenschappelijke, maar ook een door filosofische overtuigingen gemotiveerde kwestie waarbij men de schepper definitief in de doodskist wil stoppen.

De achterliggende gedachte luidt namelijk: als er meer heelallen zijn, moet de oerknal van tafel en daarmee ook God. Maar zelfs dan ben je God niet kwijt, want: waar komen dan de heelallen vandaan? (…) Je moet je altijd realiseren dat God veel groter is dan je kunt denken.’

Zie voor het uitgebreide interview: Wetenschapper en zwartegatfotograaf Heino Falcke is christen. Zal de ontdekking van buitenaards leven zijn geloof opschudden? ‘Wat een flauwekul, daar lach ik om’ (Reporters Online, door Jasper Van Den Bovenkamp)

Beeld: In april 2019 presenteerde het EHT-team de eerste foto van de schaduw van een zwart gat ooit. Heino Falcke, een van de grondleggers van de Event Horizon Telescope (EHT), is blij met de toekenning van de Group Achievement Award voor buitengewone prestaties door grote consortia in alle deelgebieden van de astronomie: ‘Op een moment dat de wereld uit elkaar lijkt te vallen, is het een belangrijk signaal dat de Britse Royal Astronomical Society (RAS) een wetenschappelijk resultaat erkent waarbij de wereld letterlijk samen moest komen om te bereiken wat onbereikbaar leek, en te zien wat onzichtbaar leek.’ (Universiteit Leiden)

Van Tomáš Halík moet een christen soms atheïst zijn

In Theater voor engelen spreekt Tomáš Halík niet alleen overtuigde christenen aan, maar ook atheïsten en mensen die op zoek zijn naar zingeving. Een theologisch-filosofisch boek van Halík, dat dinsdag verscheen, over de zoektocht naar en de ontmoeting met God. Hierin nodigt hij ons uit het geloof als een levensexperiment op te vatten en de openheid van onze geest in te zetten. ‘Ik heb er vaak naar verlangd uit de cirkel van mijn eigen lotsbestemming te breken en de wereld ook met de ogen van anderen te zien, op een of andere manier deel te krijgen aan hun ervaringen.’

‘Als jongetje werd ik me ervan bewust dat het perspectief van waaruit ik de wereld om me heen waarneem uniek en niet-uitwisselbaar is. Wat ik op dit ogenblik waarneem, vanaf de plaats waarop ik sta, en wat ik daarbij ervaar en wat ik denk, wordt door niemand anders gezien, gevoeld of gedacht. Ieder van ons heeft dus een eigen wereld, hoe dicht we fysiek, emotioneel of ideologisch ook bij elkaar staan.’
(Tomáš Halík in: Theater voor engelen)

Volgens theoloog, filosoof en socioloog Tomáš Halík zoekt God de mens vaak op in de stilte en in het verborgene, zonder dat iemand het zelf merkt. De auteur wijdt onder meer een hoofdstuk aan de vraag of je zonder geloof kunt leven, en bespreekt in een volgend hoofdstuk zijn gedachte dat een christen soms een atheïst moet zijn. Hij laat zien dat ‘gelovigen’ en ‘ongelovigen’ tegenwoordig om tal van redenen meer gemeen hebben dan ooit tevoren. Deze situatie is voor beide partijen en ook voor onze gemeenschappelijke wereld een kans waarvan het een zonde zou zijn als we die niet zouden zien en gebruiken.

Dat doe ik niet uit een of ander goedkoop ‘irenisme’, want dat zou een verlangen naar ‘verzoening’ tegen elke prijs betekenen, zelfs tegen de prijs van het verkwanselen van je eigen identiteit, van ontrouw aan tradities. Dat zou betekenen dat we naïef en tegelijkertijd arrogant de verschillen negeren.’
(Uit: Theater voor engelen)

Halík huivert bij de arrogantie van het geloof dat de stem van de kritische rede negeert, net als bij de arrogantie van de seculiere rede die de geestelijke en morele roeping van het geloof veracht.

Deze beide waanideeën en eenzijdigheden hebben zich van elkaar losgemaakt en vallen elkaar nu aan en provoceren elkaar, waarbij ze niet zien hoe angstaanjagend veel ze op elkaar lijken. Juist daarin zie ik het werkelijk acute gevaar voor onze wereld. Paus Johannes Paulus II waarschuwde herhaaldelijk voor het gevaar van geloof zonder denken en denken zonder geloof.’
(Uit: Theater voor engelen)

Gelovigen en ongelovigen hebben volgens Halík dus veel meer gemeen dan de meesten van ons denken. Hij bedoelt dat niet als eindpunt om elkaar dan vervolgens de hand te reiken en ongestoord naast elkaar verder te leven. Integendeel.

We moeten juist wederzijds elkaars rust verstoren! Als ik van de vooronderstelling uitga dat zowel geloof als ongeloof een deel van de waarheid bezitten, dan wil ik me niet tevredenstellen met de goedkope postmoderne slogan ‘Iedereen zijn eigen waarheid’. Als mij de ‘waarheid van het ongeloof ’ interesseert, is het mij er niet om te doen dat neerbuigend te ‘erkennen’, maar om door het doordenken en door-lijden van het ongeloof mijn geloof te kunnen verrijken.’
(Uit: Theater voor engelen)

Schrijver Arnon Grunberg lijkt Halík wel te kennen en experimenteerde eind september met het opzetten van een eigen (tijdelijke) geloofscommune. Hij hield dat levensexperiment op een eilandje in de Vinkeveense plassen. Op de vraag of religie zonder god bestaat is zijn antwoord dat hij steeds meer geneigd is om te denken van wel: het humanisme heeft zich ontwikkeld tot een christendom zonder Jezus. 

Religie heeft lange tijd voorzien in zingevende behoeften van mensen. In onze geseculariseerde maatschappij zijn die behoeftes niet verdwenen, integendeel. Zingeving die niet-gelovige mensen in hun leven zoeken wordt onterecht als niet-religieus herkend, terwijl het dat wel ten dele is.’

Bestaande verlangens naar religie worden over het hoofd gezien. Mensen hebben behoefte aan rituelen om op terug te vallen in tijden van feest en nood. Daar gaat dit experiment over. Ik denk dat het bijdraagt aan een debat over waar we heen moeten met de vragen die vroeger binnen een geloofsgemeenschap werden beantwoord. Op die manier kan de samenleving hier wat aan hebben.’
(Grunberg)

Theater voor engelen – Het leven als religieus experiment | Tomáš Halík | Kokboekencentrum | ISBN: 9789043536431 | Pagina’s: 224 | Publicatiedatum: 9-11-2021 | € 22,50

Arnon Grunberg is op zoek naar een religie zonder God (via Trouw, of Blendle of Topics)

Het toneelstuk van het leven leidt naar het mysterie van God (De Nieuwe Koers, Tjerk de Reus ook via
Blendle)

In De theologie podcast gaan Elsbeth Gruteke en Mark de Jager in gesprek met Erik Borgman over de inhoud en de betekenis van het nieuwe boek van Halík.
 
Beeld: Cover Theater voor engelen (detail)

Ontdekkingsreis langs wetenschap, geloof en twijfel

Boekrecensie Het raadsel van God. In zijn tienertijd is Alister McGrath wars van irrationaliteit. Hij kan niet tegen onzekerheid en ‘verschuilt zich in een stalen kooi van zekerheden’. Wetenschap is voor hem al op jonge leeftijd heilig. Hij roemt de logica en objectiviteit ervan, en het onthult alles. Zo komt hij erachter waar het universum en hijzelf uit bestaan. Echter, iets blijft knagen aan hem: de diepere vragen over doel en zin. Wat zeggen wetenschappelijke theorieën over de betekenis van de kosmos?

1 + 1 + 1 = 1
G
odsdienst is voor McGrath onbegrijpelijk en onnodig. God is als een extra maan die om Saturnus draait: vaag-interessant, maar zonder enige betekenis voor de aarde. Hij wil niet dat er een God is, maar zelf de regie over zijn leven houden. Als hij in aanraking komt met het Marxisme vindt hij dat een instrument om de wereld te zien en te begrijpen. Als ‘weldenkend mens’ komt hij zo tot het atheïsme, voor hem het enig juiste wereldbeeld. Een helder beeld van zijn denken geeft hij in het hoofdstuk over het dogma van de drie-eenheid. Hierin wijst hij als rusteloze intellectuele tiener de drie-eenheid als irrationeel af en stelt dit op één lijn met de wiskundige quatsch 1 + 1 + 1 = 1.   

Wetenschapsgeschiedenis en -filosofie
D
oor in aanraking te komen met wetenschapsgeschiedenis en -filosofie komt hij er achter dat veel wetenschappelijke theorieën steeds weerlegd worden. Hoe betrouwbaar is de menselijke rede? Ook het Marxisme blijkt niet veel meer dan een hypothese. Om het te kunnen blijven omarmen, moet je andere visies op de wereld onderdrukken. Hij vraagt zich af of zijn atheïsme ook een geloof is.

Betekenis en zingeving
M
cGrath blijft zoeken naar een alternatief ‘totaalbeeld’ van de wereld dat hem zal helpen de ‘basale samenhang van dingen te begrijpen en weer te geven’. Hij zoekt voorbij de natuurwetenschappen en menselijke logica. Maar ook zijn aangeboren aversie tegen onzekerheid wil hij uitdiepen. Intussen groeit het besef dat wetenschap aanvulling nodig heeft ‘om toegevoegde waarde te hebben voor de diepste menselijke levensvragen over betekenis en zingeving’. McGrath gaat op jacht naar een ‘achterliggend groots perspectief van de werkelijkheid’.

C.S. Lewis
Alister McGrath verslindt, vanuit zijn voortdurend getwijfel, het ene boek na het andere over wetenschap en geloof, voortdurend op zoek naar het grotere geheel. Vooral wordt hij geboeid door de Britse christelijke apologeet C.S. Lewis die hem structuur biedt in zijn liefde voor wetenschap en geloof. Het leidt er toe dat hij theologie gaat studeren. Uiteindelijk geeft hij zijn liefde voor wetenschap en geloof vorm als docent op zowel het gebied van natuurwetenschappen als van religie.

Het raadsel van God
Het raadsel van God is een indrukwekkend en meeslepend verhaal over de intellectuele en spirituele ontwikkeling van een jonge man die de beperkingen ontdekt van de wetenschap, maar ook die van het Marxisme. McGrath onderzoekt alles, laat zich niets wijsmaken, zoekt steeds achter de dingen en blijft zoeken naar doel en zin. Hij stelt zichzelf voortdurend vragen, ook over zijn resolute verwerping van het christelijke geloof, waar hij een karikatuur van had gemaakt.

Het raadsel van wetenschap en religie
W
ie verwacht dat Het raadsel van God het raadsel van God oplost, komt bedrogen uit. Dit boek gaat niet over wie of wat God is, maar vooral over het zoeken naar houvast, een manier om de werkelijkheid te begrijpen. Kan dat door wetenschap of religie? Of beide? McGrath vindt het in het christendom. ‘Geloof brengt in kaart wat de wereld betekent’. Samen met de wetenschap die in kaart brengt hoe de wereld werkt, verschaft geloof voor McGrath een vollediger begrip van de wereld die ze uitbeelden.

Het raadsel van God – Mijn ontdekkingsreis langs wetenschap, geloof en twijfel  | Alister McGrath | ISBN: 9789043536035 | 240 pagina’s | Uitgever: Kokboekencentrum Non-fictie | Publicatiedatum: 12-05-2021 | € 24,99

Beeld: Houtsnijwerk van Camille Flammarion – L’Atmosphère: Météorologie Populaire (Parijs, 1888) (Wikimedia Commons)
(Eerder gepubliceerd bij de Academie voor Geesteswetenschappen, Utrecht)