Hebben wij een ziel? Zo ja, waar dan?

Hebbenwijeenziel (1)

Natuurkunde is alleen maar compleet als het gaat over alles wat in de natuur bestaat, dus naast al het materiële ook het geestelijke. In het boek Hebben wij een ziel? Zo ja, waar dan? haalt auteur Gerrit Teule direct Pierre Teilhard de Chardin aan die al de nadruk legde op de ‘binnenkant’ van de materie, in tegenstelling tot de ‘buitenkant’, waar de klassieke natuurkunde zich mee bezighoudt. Maar ook denkbeelden van andere ‘originele denkers en eigengereide filosofen’ als Carl Jung, Roberto Assagioli en Jean Charon betrekt de auteur erbij om met de nieuwste bevindingen over informatica en fysica een samenvattende hypothese te schrijven over de relatie tussen geest en stof.

Mensen werpen Teule soms tegen dat ze hun ‘bewustzijn toch al hebben, net als hun ziel’ en vinden de natuurkunde en informatica niet nodig om het bestaan van hun ziel te bevestigen. Maar technicus Teule laat het daar niet bij daar hij zich altijd afvraagt ‘hoe iets werkt’. Dat doet hij uitgebreid in dit boek over een ‘eonische psychologie’, waarin zeer oude oosterse gedachten uit de Upanishaden en het taoïsme, en moderne kennis over elektromagnetisme hand in hand gaan.

Mijn voorstel is dus: laten we de vragen over bewustzijn, geest en ziel eens van een heel andere kant bekijken, de kant van de elektromagnetische interactie en de daarmee nauw samenhangende bewustzijnsevolutie.’

Pierre Teilhard de Chardin (1881 – 1955) tegenkomen in dit boek is dan niet zo vreemd. Deze Franse jezuïet en paleontoloog stelde zijn ideeën over bewustzijnsevolutie en bezielde stof centraal, zoals Teule memoreert. Dat geldt ook voor de andere filosofen, van wie hij korte levensbeschrijvingen weergeeft.

Het bijzondere van Hebben wij een ziel? Zo ja, waar dan? is, dat, als je je ervoor openstelt, gaat begrijpen hoe en waarom de auteur fysica en psychologie elkaar de hand laat geven en samen verder laat gaan ‘op het pad van psychofysica en bewustzijnsevolutie, waarin basaal elektromagnetisme een cruciale rol speelt’.

Zo ontstaat er een hypothese over ‘geestdeeltjes’ (menticles), die een deeltje- en een golfkarakter bezitten en die via non-lokale interacties tijdloos informatie aan elkaar kunnen overdragen, ongeacht de afstand.’

De auteur geeft aan dat duidelijk zal worden dat dit fraaie aanknopingspunten geeft, vooral als het gaat om gedachten over hersenwerking, het gemeenschappelijke onbewuste, de relatie tussen lichaam en geest, robots en bewustzijn, synchroniciteit, archetypen en misschien zelfs paranormaal aandoende verschijnselen als telepathie, psychokinese, bijna-doodervaringen en buitenlichamelijke waarnemingen c.q. helderziendheid.


Als de geest sinds de oerknal bezig is, zoals we in de eonische theorie laten zien, en als er in de oerknal alleen maar elementaire deeltjes bestaan (voornamelijk elektronen, lichtdeeltjes en quarks), moet daar dan ergens ook de verbinding liggen tussen geest en deze vroegste materie? Met deze vraag komen we terecht bij de ‘korreligheid’ van onze geest. Bestaat er dan zoiets als ‘elementaire geestdeeltjes’?

We kunnen hier dus op een natuurkundige manier spreken over de geestelijke ‘binnenkant’ van materie, zoals Teilhard het bedoelde. Teilhard had het over de ‘atomiciteit’ van de geest en dat leidt ook vanuit zijn filosofische standpunt tot de gedachte dat de geest bestaat uit deeltjes: geestdeeltjes, die in de loop van de evolutie steeds ‘wijzer’ worden, c.q. informatie verzamelen.’
(Teule in: Bewustzijnsevolutie en Artificial Intelligence)


Teule zegt zich niet bezig te houden met ‘lege onbenulligheden’, zoals de ‘gezichtsbepalende sociale psychologie’ dat doet met zijn (veel te) sterke nadruk op gedragspsychologie en het materialistisch gedachte brein. Psychologie verwordt tot ‘feitjesmachine van losse ditjes en datjes’, zoals prof. dr. J. J. Derksen in de NRC zegt: ‘Breinobsessie leidt tot lege onzinpsychologie’.

Ik houd mij in dit boek niet bezig met ‘lege onbenulligheden’, maar richt me op fundamentele psychologie: wat is geest en hoe beïnvloeden geest en materie elkaar? Hoe evolueerden geest en bewustzijn sinds de oerknal? Wat is onze ziel en is die ziel onvergankelijk? Is onze geest iets individueels of heeft het ook iets gemeenschappelijks? En is dat gemeenschappelijke misschien wel de essentie van het mens zijn?’

Bron: Hebben wij een ziel? Zo ja, waar dan? ‘Een fascinerend en ideaal boek om komende herfst- en zeker ook winteravonden met verwondering en bewondering naar middernacht te brengen, zo veel als de auteur tevoorschijn tovert in bijna 400 bladzijden om duidelijk te maken ‘hoe het werkt’. Er gaat een bijzondere wereld open.’ (PD)

‘Auteur Gerrit Teule (1942) was na een opleiding als werktuigbouwkundige 27 jaar werkzaam in de ICT-branche. Vanaf 1992 werkt hij als onafhankelijk schrijver, in het bijzonder op het gebied van bewustzijnsevolutie en natuurlijk elektromagnetisme in alles wat leeft en groeit.’ (Uitgeverij Aspekt)

Beeld: Anipa Baitakova – cover (detail)

Gerelateerd: ‘Ga heen en komt tot bewustzijn!’

(Wordt z
éker vervolgd in de komende herfst- en wintermaanden…)

About Paul Delfgaauw

🌟Online redactie Goden En Mensen 👁️ @Relifilosofie 🍀Freelance schrijver 🌱 Vereniging Leven met dood 🦋 De Woudkapel 🌲

22 Responses

  1. We kunnen niet spreken van lichaam en geest. De geest of hersenactiviteit is onmogelijk zonder het lichaam. Het zijn de complexe materiële samenstelling van de hersenen en de, al even compexe, scheikundige processen die daarin plaatsgrijpen, dewelke aangestuurd worden door de zintuigen, die de het ganse geestelijk proces van het levend wezen bepalen.
    Soms denk ik ook, waarom wordt dat probleem niet zus of zo opgelost en dan hoor ik dat politieke leiders enkele weken later dat ook zo doen.
    Het is niet mijn hersenwerking die uitgestraald is op die politieker, maar waarschijnlijk zijn wij door onze hersenwerking tot dezelfde oplossing gekomen, al dan niet beïnvloed door sociale media.

    Like

  2. Ik vind de vraagstelling wel leuk: WAAR dan? De ziel moet dus volgens een plaatsbepaling gevonden worden. Dat is zoiets als het brein open maken met de bedoeling om bewustzijn te vinden. Dat gaat niet lukken omdat het juist bewustzijn is wat de plaats ziet.

    Of ga eens een mens zorgvuldig ontleden en bestuderen om het geweten te vinden. Dat gaat ook niet lukken omdat niemand weer waar dat ‘ding’ zit. Toch zijn er maar weinigen die van zichzelf beweren gewetenloos te zijn.

    Er is een wereld van dingen en die zitten op een plaats. Daarnaast is er een wereld van niet-dingen en die zitten op een niet-plaats. Oftewel er is een wereld van lokaal die we prima begrijpen, de wetenschap voor op. En er is een wereld van non-lokaal, die sommigen zelfs ontkennen.

    Like

  3. Wat ik hier eerder over schreef is hier te vinden.
    https://godenenmensen.com/2019/09/24/ga-heen-en-komt-tot-bewustzijn/#comment-23609
    Over kwantummechanische verstrengeling: in de wiskundige beschrijving van de twee verstrengelde deeltjes bevindt zich geen term voor de afstand. Toen deze rond 1935 werd geformuleerd kon niet aangetoond worden dat de afstand er werkelijk niet toe deed maar sinds enkele jaren is dit overtuigend genoeg aangetoond en nu wordt dit niet meer betwijfeld. Blijkbaar hoeft er geen informatie te worden overgedragen. Dat zou trouwens ook strijdig met de realtiviteitstheorie zijn omdat daarin de lichtsnelheid de grootst mogelijke is.
    Dat er hierbij informatie zou worden overgedragen is dus niet aangetoond.

    Like

  4. @Armand: De geest of hersenactiviteit is onmogelijk zonder het lichaam.
    Bij mij gaat dat anders prima. Ik doe het elke nacht en ik heb het ‘dromen’ genoemd.
    Mijn geest bevindt zich dan buiten het lichaam en projecteert beelden. Met die zelfde geest (het bewustzijnsgedeelte) neem ik die beelden vervolgens waar. Het merkwaardige is dat er zelfs licht is terwijl het buiten donker is en ik mijn ogen dicht heb. Ik ben dus zelfs zo handig dat ik licht kan scheppen. Waarmee ik behoorlijk dicht bij God in de buurt kom als ik de bijbel mag geloven:
    Genesis 3: En God zei: “Ik wil dat er licht is!” Toen was er licht. 4 En God zag dat het licht goed was. God scheidde licht en donker van elkaar.
    Ok. Ik stel me niet op gelijke hoogte met God. Maar wat God in het groot doet, dan kan ik in het klein!
    Jij ook trouwens.

    Like

  5. Zwerver,
    De geest is het resultaat van de hersenwerking, die aangestuurd wordt door de zintuigen.
    De hersenen zijn een deel van het menselijk lichaam. Gespecialiseerde mensen kunnen reeds min of meer bepalen waar de prikkels van de zintuigen verwerkt worden. Afhankelijk van het resultaat van die verwerking, gaan wij handelen. Reeds eeuwen wordt de mythe van een zelfstandige geest in leven gehouden. Veelal door godsdienstige gemeenschappen.
    Het is wel zo dat zowel anorganische zaken als organisch leven gestuurd wordt door natuurkrachten zoals magnetische, middelpuntvliedende, middelpuntzoekende (zwaartekracht) e.a.

    Like

  6. We nemen ons stukje van de werkelijkheid waar zoals het brein het ons voorschotelt, meer smaken hebben we nu eenmaal niet, het is wel wonderbaarlijk dat we in tegenstelling tot de dieren over een brein beschikken dat in staat is zichzelf te beschouwen.
    We zijn bijvoorbeeld in staat om te reflecteren over het morele kompas welke we hanteren.

    De ziel associeerde ik altijd met onsterfelijkheid maar dat zullen de rudimenten van mijn Christelijke opvoeding wel zijn, maar ik zou nu echt niet weten wat ik onder dit begrip zou moeten verstaan. (een vorm van geestelijk residu wat na de dood overblijft?)

    Like

  7. Als we de vraag stellen of de ziel bestaat, moeten we eerst omschrijven wat we onder “de ziel” verstaan.
    Is de ziel een immaterieel wezen dat bij ieder levend organisme hoort?
    Is de ziel, de levensgeest van ieder organisch wezen?
    Is de ziel het resultaat van de complexe interactie tussen zintuigen en hersenen?
    Eens we die vraag beantwoord hebben kunnen we zinvol discuteren.
    Dat geldt ook voor het begrip “god”. Zolang we dat begrip niet omschrijven, kan er geen zinvolle discussie gevoord worden of god bestaat.

    Like

  8. Beste Paul, dank voor je mooie reactie op mijn boek. Even een correctie op een typefoutje: het is “menticles” en niet “meticles”.In het woord menticles is “mente” opgenomen, geest. Teilhard was een paleontoloog, en net zoals een geoloog ging hij te werk met “mente et mallio” oftewel “geest en houweel” of “hamer””. In een ander boek schreef ik ook over “mente”, namelijk in mijn boek “De formule van de mentescoop”. Die mentescoop is een denkbeeldig waarnemings-instrument, waarmee we rechtstreeks in de ziel en geest van iemand anders kunnen kijken. Die formule is de mooiste formule van de wiskunde “Euler’s Identity” ofwel: (e tot de macht pi maal i) plus 1 is nul. Dit is intellectueel gezien het leukste boek wat ik heb geschreven, maar bijna niemand snapt de lol ervan, helaas….

    Reactie Paul: Dank voor je reactie en het zorgvuldig lezen: de typefout heb ik gecorrigeerd. En dank voor je extra uitleg / verduidelijking. – Ik geniet verder van je boek, de mooie verbanden die je legt, en het is inderdaad ook gewoon leuk om te lezen!

    Like

  9. Jan

    Hallo allemaal en zwerver in t bijzonder waar ik het zo vaak mee eens en tegelijk oneens ben. Hier ben ik weer!

    Ik heb dat boek van Gerrit Teule al een aantal jaren in mijn boekenkast staan. Hier en daar wat gelezen (ik houd niet zo van lezen) Enkele jaren t boek niet meer aangeraakt.

    Nu ben ik heel slecht in rekenen dus een imaginaire relativiteitstheorie kan ik niet narekenen. Das jammer! maar helaas. Om met een acht dimensionale ruimte (de vier van Einstein en dan de vier i-dimensie’s ervan) om de ziel en de geest te verklaren is wel leuk om veel zaken te verklaren, maar ik mis “het leven”. Het leven is geen geest, het is geen ziel en het is zeker geen informatie. (volgens mij)

    Dat het bewustzijn teruggebracht wordt op “stoffelijke” elektriciteit vind ik nogal erg “grofstoffelijk”. Dat informatie opgeslagen wordt in elektronen door rondjes draaiende fotonen met verschillende spin kan ik me voorstellen: een soort super super kleine memorystick. Dat is dus geheugen maar geen leven.

    Bovendien zie ik de verwijzing naar de Upanishaden en worden de begrippen “zelf” en “ik” nogal slordig gebruikt. Of het ligt aan mij natuurlijk. Ik ga uit van het boeddhistische anatta (of anatman) en niet van het hindoeïstische atman/brahman in relatie tot het zelf. Het atman/brahman vind ik volkomen onpersoonlijk en zelfloos. Ik noem het maar: “waarnemendheid”. Dus zielverhuizing en eeuwige eonen gaat er bij mij niet zo makkelijk in.

    Hoewel niemand weet hoe de werkelijkheid in elkaar zit, vind ik de eonische hypothese onbevredigend. Alsof er bottom-up met fotonen en elektronen bewustzijn wordt opgebouwd. Natuurlijk kan er wel geheugen worden opgebouwd door de empirische cyclus, dat wel. Maar dat lijkt dan op een speeltuin waar eerst veel legoblokjes waren en na enige tijd leuke gebouwtjes. Maar de waarnemendheid van het spelende jongetje (het zuivere subject) blijft buiten beschouwing. Maar wat is er dan ontstaan? Een verzameling legosteentjes (noem het eonen, of monaden ofzo). Maar het blijft levenloos.

    Mijn definitie van ziel is de lege binnenkant. Zoals de ziel van een fles en de ziel van de lop van een geweer. Daar zit dus niks in! Er ontstaat wel in de tijd bezieling uit, maar het is en blijft niks. Na de dood verenigen zich de contradictore delen die de identiteit hebben gevormd. En sunyata blijft over: “leegte” dus. De leegte van de dingen maakt ze bruikbaar (tao)

    Toen ik 15 jaar was had ik het verschijnsel mens gelezen. Ik werd door een leraar uitgelachen omdat ik het toch niet zou begrijpen. Dat zal wel kloppen want ik ben het nu op mijn 73ste vergeten, maar wat ik wel vreemd vond was dat er zoiets als een bewustzijn van een groep mensen was. Ik achtte het bewustzijn van een mens veel en veel hoger van een groep. Als ik groepsidentiteit voelde werd ik erg bang. Daarom had ik ook geen vriendjes, en ben ik graag een einzelgänger zonder eenzaamheidsgevoelens. Dus ik vond het wel leuk dat ik Pierre Teilhard de Chardin ook in het boek tegenkwam, een jeugherinnering. Die hiërarchische herhaling van bottom naar top. Ik ga liever van de top uit eerst naar Adam-Kadmon enzo Of zoals bij de gnostische speculatie van Valentinus van diepte en stilte. (Nog dieper en dieper en eerder en eerder buitentijds, dan de val van Sophia en het ontstaan van de demirug: dus ver voor de eonische schepping: dat is dan van top naar bottom. Zo als kosmogenetische mythen: eerst god en dan de rest.

    Mijn conclusie van het boek is dus: zeer hoogst interessant en erg leuk. (ik heb HBO elektro dus ik snap het een klein beetje)

    De hartelijke groeten van Jan.

    p.s. ik vind de theorie van Erik Verlinde nog veel leuker: eenheidsbewustzijn op het oppervlak van het heelal. De hoeveelheid bits daar is volgens Erik, 10 tot de macht 200 ! En daar zit het hele heelal (als ik het goed begrepen heb) gecodeerd op slechts twee ruimtedimensie’s die onze 4 ruimtetijddimensie’s en de zwaartekracht projecteren. Als ik het goed begrepen heb.
    Het is niet alleen leuk, het is ook waanzinnig leuk: we hebben dus geen vrije wil!!! Ik vraag me af of Gerrit Teule gelooft in een vrije wil.
    Ik weet het niet.

    Like

  10. Jan, je schrijft: Hoewel niemand weet hoe de werkelijkheid in elkaar zit.

    En hoewel ik het daar mee eens ben, zijn er natuurlijk zaken die wél ontdekt kunnen worden. Ik ben het met je eens dat bewustzijn uiteraard niet tot het stoffelijke gerekend kan worden. Het vermogen om waar te nemen zit letterlijk nergens. Maar dat is alleen persoonlijk vast te stellen! Je kunt het dus niemand kwalijk nemen als men denkt dat bewustzijn door het brein wordt voortgebracht.

    Dat is volgens de logica ook nog wel te benaderen. Bewustzijn = waarnemen en we nemen ons lichaam ook waar. Hoe kan bewustzijn het (fysieke) brein waarnemen als dat bewustzijn door datzelfde brein wordt opgewekt? Maar in het diepste waarnemen wat mogelijk is, is het ook duidelijk dat het waarnemen vanuit de leegte opkomt. Dat is de persoonlijke vaststelling.

    Maar er is ook nog het het subtiele lichaam welke mentaal gecreëerd is. Deze kan alleen waargenomen worden als men wakker wordt uit de slaap en het onweert. De persoon in kwestie neemt dan niet het subtiele lichaam waar, maar de electrische lading welke resoneert in het subtiele lichaam. Waar dus in de waaktoestand het fysieke lichaam wordt waargenomen, wordt in die situatie de electrische ontlading waargenomen. (Terzijde: dit is mijn recente verklaring voor het bedoelde fenomeen)

    Waarmee ook ‘leven’ wordt verklaart. Mijn subtiele lichaam is een mentale creatie van iemand *): de grote Geest, God, Allah, bedenk het maar. Ik wórdt gedacht. Daarmee bestaat een ik wel degelijk, maar het is een zelfloos ik. De schijn van iemand te zijn wordt opgewekt door individualiteit en door spiegeling van de individuen op elkaar. Zo is er zowel gedeeldheid als ongedeeldheid mogelijk.
    Want dat we uit dezelfde scheppingsbron zijn ontstaan valt niet te betwijfelen.

    Hartelijke groet van een immer zoekende Zwerver.

    *) Niet echt iemand natuurlijk, de Ene draagt geen naam.

    Like

  11. Jan

    Zwerver. Dit keer ben ik het met je eens.
    Het belangrijkste punt is:
    Bewustzijn ofwel waarnemendheid is nergens en overal en tijdloos volgens mij: buiten de tijdruimte en ook in de tijdruimte (het nirwana). Het is natuurlijk de helft van de dualiteit bewust-onbewust. In de tijd is dat herkenbaar is “samsara” (het ronddraaien in cirkels) de cyclus van leven en dood gesymboliseerd als Shiva Nataraja . Dat is voor ieder gemanifesteerd leven.

    Als je op Gerrit Teule zijn naam clickt, dan kom je op zijn site. Daar kan je “Bijna Dood Ervaringen en de Eonische gedachten” downloaden.
    Daar staat citaat:
    “In de eonische theoirie zeggen we dat bewustzijn ontstaat als een emergent verschijnsel.” En Gerrit zet zich af tegen de opvatting dat er al bewustzijn is bij de oerknal.

    Nu is een emergent verschijnsel een denkbeeld uit de materialistische wereldbeeld: down-up. Je begint met veel kleine deeltjes (atomen)(monaden)(eonen) en al samenstellend komt je tot iets groots dat waardevol is zoals bijvoorbeeld Qualia. Emergentie is een onverklaarbaar fenomeen: iets nieuws ontstaat vanzelf uit een veelheid 1+1 = 3 ? Veel aannemelijker is, dat vanuit de eenheid eerst de qualia vanuit de demiurg (wereldbouwer)(ontstaan door creativiteit) en die met neerwaardse causaliteit de samenstellende delen dirigeren. Nu is dat ook de gedachte bij de eonische hypothese. Gerrit spreekt n.l. over een zelf-eon. Het is verwarrend, het zal wel goed bedoeld zijn, maar het lijkt niet consistent te zijn.

    De opvatting over het DNA (als ontvanger van eonische info) vind ik ongeloofwaardig. Het is niets meer dan een eiwitmalletje. Met een tandwieltje en een tandheugeltje op nanoschaal wordt de helix open gemaakt op de juiste plaats en de juist benodigde eiwitten worden “gestempeld”. De grote vraag die nog onbeantwoord is en waar bijna niemand over spreekt is: “hoe weet het mechaniekje welk deel van de DNA helix dient te worden gebruikt in dat deel van het lichaam? Er dient een soort coördinatenstelsel te zijn, en dat is niet bekend. Dat is andere informatie en die komt niet uit elektronen of eonen: dat is te subtiel in andere tijdruimtes.

    Daarom vind ik het zo leuk dat je jouw subtiele lichaam welke mentaal gecreëerd is bij onweer kan waarnemen. Er is een soort “vormlichaam” of “dubbel lichaam” in dezelfde ruimtetijdsdimensie als ons gewone lichaam. Met enig hermeneutische onderzoek kom je het overal tegen.
    Bijvoorbeeld de Ka en de Ba in het oude Egypte. Zie ook bij de theosofen (afgekeken van de boeddhisten) in de “occulte woordentolk” van de Purucker: Lingasarira en Sthulasarira Het klopt dat deze lichamen in ruimte en tijd mentaal zijn ontstaan. Maar volgens de boeddhistische lereingen zitten daar nog een aantal stappen tussen (van onder naar boven): de levensenergie, de begeertekracht en dan pas het mentale. De eonische hypothese slaat al deze tussen toestanden over.

    De beschrijving bij uittredingen vind ik daarom ongeloofwaardig citaat:
    “Alsof het met ‘echte ogen’ is gezien. De vraag blijft dus: kan een Zelf-eon de hersenpulsen uitlezen van omstanders (de chirurg, anesthesist, verpleegster, EHBO-er) rond de operatietafel of rond de plek van het ongeluk.”
    Terwijl de verslagen van uitgetredenen zijn: “Ik zweefde onde het plafond en keek naar beneden”. Hoe kunnen de omstanders dat dan zo begrijpen vanuit hun standpunt? Wie of wat maakt de coördinatentransformatie? Het is het dubbellichaam.

    Maar het is wel leuk om je er mee bezig te houden vind ik. En Gerrit Teule lijkt me een hele aardige man.

    groet van Jan

    p.s. Ik herinner me nog een uitspraak van Rupert Sheldrake: het is niet OF de zon denkt, maar WAT de zon denkt. En daar zijn erg veel elektronen……. en eonen….. 🙂

    Like

  12. Jan, ik kan de denkwijze van Gerrit Teule niet goed volgen. Hij spreekt bijvoorbeeld over het “luide” breinbewustzijn. Dat is geen bewustzijn, dat noemt men gewoon denken. Ik hou er wel van als men zaken juist benoemt en ook de logica volgt. Bewustzijn kan ook geen emergent verschijnsel zijn, het is zelfs geen verschijnsel. In (algemene) zelfkennis weten we dat het het bewustzijn is wat de verschijnselen en objecten waar neemt. De subject-object relatie. (Welke ook in het denken aanwezig is. En in het voelen, in het willen, enz enz)

    En ik wil iets aanstippen wat ik belangrijk acht voor hen die zichzelf willen leren kennen. En dat is dat iedere waarneming en iedere gedachte een AFSTAND schept. (Terzijde: daarom wilde Meister Eckhart ook van God verlost worden.) Hou dat woordje AFSTAND goed in gedachten want dat kom je in de natuurkunde ook tegen. Met afstand creëer je namelijk RUIMTE.

    Bewustzijn (subject) en object zijn een onafscheidelijk duo en hebben dus vanaf de oerknal reeds bestaan. Daar zijn we het over eens: bewustzijn is nergens en overal en zowel binnen de objectenwereld als er buiten. Daarom verzet ik me ook tegen de advaita-sekte die als mantra hebben dat “alles bewustzijn is”. Wat heb je nou aan bewustzijn als er niks om waar te nemen is? En wie schept dan die objecten? (Antwoord Geest natuurlijk)

    Aan DNA waag ik me niet, Jan. Dat behoort tot de wereld van de materie en daar zijn veel slimmere mensen dan ik voor uitgevonden. Interessanter vind ik dan dat ik zelf primair een subtiel lichaam ben wat de vorm heeft van het fysieke lichaam. Ik ben dus ook een object! En als jij mij waarneemt, dan zie je ook het object Zwerver. Jij kan als waarnemer zijnde alles wat materie is dan ook alleen maar waarnemen.

    Mij lijkt Gerrit Teule ook een aardige man. Hij reageert op Paul’s blog en dat vind ik aardig. En hij heeft het over het “stille” eonische bewustzijn. Dat lijkt mij het niet-weten als ik het zo lees. Dat heeft hij wat ik denken noem benoemt en hij heeft niet-weten benoemt. Maar hij heeft bewustzijn dan nog niet benoemd! Dat vind ik wel humor. Want bewustzijn is ten diepste het waarnemen van een object. Het object wat we in waaktoestand het meeste waarnemen is dan weer ons eigen lichaam.

    Een hartelijke groet en ik blijf het ook leuk vinden.

    Oh..nog een laatste opmerking schiet me te binnen. Ik schrijf wel dat bewustzijn geen verschijnsel is en dat is ook zo. Maar in de subject-object relatie LIJKT het wel een verschijnsel. Dat komt omdat we een object waar nemen wat zich in de lokaliteit bevindt. Omdat waarnemen/bewustzijn AFSTAND schept LIJKT bewustzijn wel lokaal. Dus al die opmerkingen over uittreden en BDE laat ik nog even voor wat ze zijn. (Per slot van rekening kunnen we ook waarnemen in het Akashaveld terwijl je gewoon in je lichaam zit. )

    Like

  13. Jan

    De ziel, ach wat is de ziel nu eigenlijk? Niks!!

    Zoals ik zei “de ziel is leegte”, zoals de ziel van een fles, zoals de ziel van de loop van een geweer.

    Tao Te Tjing, tekst 11 citaat:
    “[
    Dertig spaken komen bijeen in de naaf van het wiel.
    Het is het gat in het midden waardoor het wiel werkt.

    We bakken een pot van een klont klei.
    Door de lege binnenruimte wordt de pot bruikbaar.

    We hakken deuren en ramen in een kamer.
    Deze gaten maken de kamer bewoonbaar.
    Ze bieden toegang tot andere werelden.

    Bruikbaarheid ontstaat, waar niets is.
    ]”

    Hebben wij een ziel? Hoe kunnen we ons vergissen? Hoe kan je de leegte “hebben”?, bezitten?
    Eer wij waren was de eeuwige leegte reeds.
    Wij zijn slechts een onbetekenend flitsje der eeuwigheden.
    Wij kennen onszelf niet eens.

    Wat zegt de mysticus Meister Eckhart steeds weer opnieuw? (citaat:)
    “God is nader tot de ziel dan de ziel tot zichzelf.”

    Ach ja, de ziel, ik zoek er mij hele leven naar, maar die leegte draagt mij al mijn hele leven zonder dat ik het weet: en dat weet ik nu.

    Ach ja elektronen gedoe, ook een leuk spelletje dit keer

    Like

  14. Jan

    Een echt waar gebeurt verhaal over de ziel.

    Ik had een boek uitgeleend aan mijn vriend Jos.
    Hij had beloofd een keertje met me te gaan wandelen en dan het boek tezamen te bespreken.
    Diverse keren zou hij mijn boek teruggeven, maar het kwam er maar niet van.

    Op een zekere avond kwam Jos de trap op en ik kreeg het gevoel dat hij
    “heilig” was ofzo iets. Ik zei dat ook en werd natuurlijk voor gek verklaart door de aanwezigen en vooral door Jos zelf.
    Later op de avond nam Jos afscheid en terwijl hij de trap af liep kreeg ik het gevoel dat ik het boek nooit meer van hem zou terugkrijgen. Ik vroeg: “Jos krijg ik nu dat boek nog van je terug?”, “Het ligt op de stapel op de hoek van de kamer”, zei hij. Ik kreeg de neiging om met hem naar huis te gaan, en het boek op te halen, zo zeker wist ik dat hij het niet zou teruggeven.

    Daarna zag ik hem niet meer en enkele maanden later kreeg ik het gevoel dat hij er niet was. Ik dacht: hij zal wel op vakantie zijn. Ik hoopte er op dat hij weer zou terugkomen. Toen kreeg ik een goed idee: als ik Jos eens zou bellen (hij had ook op vakantie zijn gsm bij zich), dan kon ik hem vragen of hij weer terug zou komen. (Lijkt toch een redelijke gedachte, toch?) Dus ik belde hem maar er werd niet opgenomen. Even later belde me een mij onbekende verwarde vrouw. Dat bleek later zijn vrouw te zijn. Toen ik na enige minuten de nummermelder zag, was het het nummer van Jos.

    Het bleek dat ik hem belde vlak nadat hij verdronken was op vakantie in Spanje.

    Later heb ik van zijn vrouw het boekje terug gekregen. Zijn kamer was netjes opgeruimd.
    Het boek heette: Waar blijft de ziel? van Bert Keizer.

    Like

  15. Jan

    De ziel is zielig. (grapje)
    De geest is geestig (geen grapje)
    Het lichaam is lichame-lijk. (helaas)

    Het boek “Waar blijft de ziel?” van Bert Keizer is een soort contra geschrift tegen “Wij zijn ons brein.”van Swaab,

    “Hebben wij een ziel? Zo ja, waar dan?”, waar we het nu over hebben in deze blog. Dat is veel ruimer en rijker gezien de context met heilige boeken, psychologie en de hypothese van Teilhard de Jardin. Dat vind ik waardevol. Dank aan Gerrit.

    Echter het is toch wel ergens een breinachtig boek, vanwege de nadruk op de neuronen en de elektronen en de fotonen en de eonen. Prachtige hypothese vind ik dat als elektronicus. Maar als esotericus vind ik dat mager: het is wetenschappelijk beperkend. En heel erg speculatief en het blijft nogal binnen het huidig fysisch paradigma, tja.

    Ik zou Gerrit Teule het boek van Arie Bos willen aanbevelen: “Mijn brein denkt niet: ik wel.”

    Die neemt erg afstand van het neurodeterminisme. Hij heeft het over bewustzijn in de evolutie wanneer er geeneens sprake is van neuronen, bijvoorbeeld bij bacteriën. Hij maakt onderscheid tussen het “soepmodel” en het “netwerkmodel”.

    Dat lijkt op veldbewustzijn en niet op “bedraad” bewustzijn. En wanneer we het hebben over veld bewustzijn, dan moet ik meteen denken aan Ulrich Libbrecht met zijn comparitieve filosofie. Het gaat over “gevoel” dat gecapteerd wordt vanuit een veld, zoals een magneetnaald gericht (gecapteerd) wordt door het magnetische veld: als het maar niet VAST zit. De neuronale denkactiviteit maakt dat de mens “vastzit” en ongevoelig wordt voor het mysterie.

    Hoewel Gerrit ook goed oog heeft voor “velden” en Sheldrake ook vermeld. Maar velden hoeven geen elektronen te bevatten….

    Groet van Jan

    Like

  16. Reactie van Gerrit Teule.
    In de discussie “Goden en mensen” over mijn boek “Hebben wij een ziel? Zo ja, waar dan?” zag ik een aantal punten voorbijkomen, waar ik ook iets over wil zeggen, te beginnen bij de oudste bijdragen. Een beetje telegramstijl, want veel zaken besprak in al in mijn boek. Uiteraard staat het eenieder vrij om daar een eigen mening over te hebben.

    Jan vraag zich af of ik wel geloof in de vrije wil. Ja, zie boven.
    Vanaf blz 162 van mijn boek gaat het over “stilstaande tijd.” Als de tijd stilstaat, zoals in het binnenste van een eon en dus ook mijn ziel, versmelten oorzaak en gevolg, waardoor er geen argument voor determinisme meer kan bestaan. Misschien is dat daarom wel de mooiste omschrijving van de mogelijkheid tot “vrije wil”. Die “wil om tot bewustzijn te komen” is volgens Charon inherent aan het wezen van een eon: een eon kan niet anders dan informatie verzamelen, afhankelijk van de situaties waar een eon/elektron in verzeild raakt (negatieve entropie). Daar zit dus een element van toeval in, maar wel toeval met geheugen en de mogelijkheid om de verzamelde informatie te gebruiken om keuzen te maken, bijvoorbeeld om mislukte experimenten niet te herhalen. Dat op zichzelf betekent al een enorme versnelling van de creatieve processen in de evolutie en die is nodig, wat met alleen toeval een entropie ontstaat er niets blijvends.

    In de volgende bijdrage schrijft Zwerver dat “bewustzijn uiteraard niet tot het stoffelijke gerekend kan worden.”

    Ik maak in mijn boek onderscheid tussen geest en bewustzijn. De (mijn) geest bestaan uit een enorme verzameling “geestdeeltjes (eonen)”, die zich overal in mijn lichaam en ook om mij heen bevindt. Een van die eonen, de primus inter paris, de dirigent, het Zelf-eon, kan overal zijn, maar het is waarschijnlijk dat dit zelf-eon (mijn “ik”) zich vaak in het brein of daaromtrent bevindt. Overigens is de communicatie tussen de lichaams-eonen (non-lokaal) zodanig snel en veelomvattend, dat de plaats niet uitmaakt.

    Is de geest daarmee stoffelijk? Jawel, maar dan wel stoffelijk in een andere tijdruimte. Dat kunnen we zien als “transcendent”, want deze tijdruimten zijn ontoegankelijk voor wetenschappelijke waarneming. In de tijdruimten van de eonen bestaat de geest uit lichtdeeltjes, fotonen. En dat beantwoord aan zeer oude intuïties: geest is licht. Uit de intensieve samenwerking tussen het zelf-eon, de ziel (een gerelateerde eonen) en de neurale structuren (brein) ontstaat bewustzijn, als een emergent verschijnsel. Bewustzijn werkt volgens een twee snelheden concept: enerzijds is er de neurale snelheid (max 200 cycli/seconde) en anderzijds is er de eonische snelheid binnen in het eon: de lichtsnelheid binnen een uiterst beperkte tijdruimte (voor ons vrijwel oneindig snel). Alleen op deze manier van de “computer paradox” te verklaren: Ons brein haalt het qua snelheid niet vergeleken met een eenvoudige laptop computer, maar de snelste supercomputer haalt het niet in vergelijking met sommige typisch geestelijke snelheden (inzicht in ruimte en tijd, taal, qualia). Het moet deze combinatie van snelheden zijn, die ons bewustzijn mogelijk maakt.
    Het emergente verschijnsel bewustzijn (waarnemen) blijft daarmee onverklaard en een mysterie. Inderdaad. Het lijkt mij logisch onmogelijk om vanuit het bewustzijn een sluitende definitie van bewustzijn te geven. Een systeem kan zichzelf nooit volledig overzien.

    Ergens in de discussie werd ook gezegd, dat dit geen “leven” zou zijn. Dat hangt uiteraard af van de definitie van “leven”. We hebben de biologische definitie van “metabolisme en reproductie”, maar ook de definitie van “informatieverwerking en intelligent deelnemen aan de evolutie via creativiteit”. De eonische theorie gaat over informatieverwerking en het nemen van besluiten (contemplatie, zoals Charon dat noemt), typisch geestelijke creatieve eigenschappen.

    In het algemeen: “Verklaren” is doorgaans alleen maar iets zeggen in andere bewoordingen, vaak met behulp van een versimpelende metafoor. Dat geeft dan een illusie van “iets begrijpen”. Ik ben mij er ten volle van bewust dat ook de hele eonische theorie een metafoor is, mar wel een tamelijk ingewikkelde en ook een metafoor die gedragen wordt door natuurkundige theorie (bijvoorbeeld QED). Dat metaforische is de enige manier waarop wij kunnen denken. Zie blz 123: “actieve metaforen”. Het gaat vooral om de kwaliteit van de metafoor.

    Jan zegt tegen Zwerver, dat Gerrit spreekt over het Zelf-eon en dat zou volgens hem verwarrend zijn. Dat de hele theorie verwarrend kan zijn, lijkt mij evident, maar dit gedeelte niet. Of iets ongeloofwaardig is hangt ook weer helemaal af van je eigen geloofspatronen, cq. van de actieve metaforen die je zelf bij elkaar gezocht of bedacht hebt. Mijn betoog gaat alleen maar om de aannemelijkheid van een eonische visie, gebaseerd op natuurkunde over het elektromagnetisme en informatica: geest en ziel zijn de binnenkant van elektromagnetisme en elektromagnetisme is de buitenkant van geest en ziel. De eonische theorie is daarom niet materialistisch maar “psychomaterialistisch”, midden tussen materialisme en idealisme in. Dat is een uitgangspunt wat nog helemaal niet ten volle begrepen en “uitgediept” is en waarover ook helemaal geen eindoordeel over kan bestaan.

    Samenvattend: de eonische theorie neemt radicaal afstand van de kunstmatige cartesiaanse splitsing tussen geest en materie. De basale denkslag zit’m in het idee: geest is materie (fotonen, licht) in een andere tijdruimte.

    IK ga verder niet mijn boek herhalen, want daar heb ik al mijn stinkende best op gedaan. Mocht dat niet voldoende zijn om een basaal idee naar voren te brengen, dan houden daar mijn mogelijkheden op.

    Nog even een dingetje: zwermen en velden. Het onderscheid tussen beide hangt af van je manier van kijken. Kijk je door je oogharen naar een zwerm (deeltjes, vogels, sprinkhanen, krill), dan zie je een bewegend veld. Kijk je door een (super)microscoop naar een bewegend veld, dan zie je een zwerm van bewegende deeltjes (elektronen, fotonen, spreeuwen). Het idee van de morfogenetishe velden van Sheldrake zou enorm opknappen als daaraan als fundament de eonische theorie toegevoegd zou worden: een mondiaal veld van informatiedragende geestdeeltjes in voortdurende communicatie met levende wezens.

    Toch leuk dan Jan over mij praat als een “aardige man”…

    Gerrit Teule

    Like

  17. Jan

    Beste Gerrit

    Hartstikke bedankt voor je reactie, dat stel ik zeer op prijs.

    En ik heb er weer wat van geleerd, dus dank.

    Interessante opmerking over vrije wil buiten de tijd. Echter als er een keuze wordt gemaakt, dan is het meteen: ?einde? tijdloosheid. (ook raar om te beschrijven) Ik meen dat men daarna als mens een enorme spijt krijgt van die wil, want “?daarna?” is er een enorm groot gevoel van heimwee en het gemis van gelukzaligheid. Moeilijk te beschrijven buiten de tijd is zo mijn ervaring. Ik zal je boek weer eens ter hand nemen. (het is ook een dikke pil en ik ben ook eigenwijs en dan leer je niet zo snel andere ideeén)

    Wat betreft de verwarring:
    Dat heeft betrekking op het zelf eon en het begrip emergentie.

    Het zelf eon dirigeert de slaaf-eonen: dat is dus top down. Het zelf eon als top en de “uitvoerende” eonen als down. Ik stel me dat voor als een hiërarchie: mens, organen, biologische cellen, moleculen enz

    Maar emergentie als begrip wordt gebruikt voor een eigenschap die “zomaar” ontstaat uit de details. Zoals de qualia uit moleculen. Dat is dus down-up.

    Deze verwarring los ik op door er een cyclus van te maken bij de creatie: de empirische cyclus. Daar hoort ook waarnemendheid bij en het maken van keuze’s. Na deze creatie is het vaak gebruik maken van ervaring (door geheugen). Dus de leiding ligt bij het zelf-eon, maar een goede directeur luistert goed naar zijn ondergeschikten (de slaaf-eonen).

    Ik spreek meestal over “monaden”. Ik ga ervan uit dat alle eonen buiten de tijd identiek zijn. IN de tijd zijn ze verschillend vanwege het geheugen wat ze bij zich dragen gedurende een bepaalde tijd.
    Daarom vind ik dat elk eon een zelf-eon is en tevens een slaaf eon in een oneindige hiërarchie. Boven het zelf-eon van een mens is er de leiding van de zelfeon van een “groep-mensen”- eon (of vroeger: locale god). Dat verklaart voor mij de sociale afhankelijkheid: “belongingness”. Vreemd dat men wil sterven op het veld van eer voor het vaderland of IS of zoiets. Daar moet een dwingende kracht van uitgaan. Dat zie ik als het zelf-eon van de groep: ook met waarnemendheid.
    Als je maar lang genoeg wacht kan dus een molecule-zelf-eon een mens-eon of meer worden: voldoende bagage als ervaring verzamelen.

    De tijd maakt het zelf-eon zijn ervaringswereld.

    Ik volg hier graag de tijdsindeling van het hindoeïsme, van kalpa, yuga, manvantara enz. Elke periode heeft een dag en een nacht onderverdeling die even groot zijn: ik ga dan uit van cycli van groter wordende entropie en dan van lager wordende entropie. De periode van lager wordende entropie herken ik in bijvoorbeeld in de “laya” periode bijvoorbeeld het (maha)pralaya in de cycli van manvantara. Het is een eindeloze spiraal.

    Met hartelijke groet van Jan

    Like

Reacties welkom.

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.