Kan de mens andere dimensies binnengaan?

HET ‘BEYOND’ IN FILOSOFIE, WETENSCHAP, RELIGIE EN KUNST – ‘In dromen en hallucinaties, in meditatie, onder hyp­nose, in mystieke en paranormale ervaringen kunnen wij zien, voelen, proeven, horen en ruiken. Frederic Myers vroeg zich af of deze ervaringen poorten zijn naar dimensies en sferen die ècht bestaan. Zou de mens latente vermogens bezitten om andere dimensies te kunnen betreden?

‘Voor eenieder die zichzelf afvraagt wat de mens in wezen is: één van de meest
belangwekkende vragen die iemand zich kan stellen’

Wetenschappelijke benadering
H
et boek Menselijke persoonlijkheid is het meesterwerk van Frederic Myers (1843 ­- 1901). Nu in de Nederlandse vertaling. De Engelse classicus raakte gefascineerd door de vraag of persoonlijk overleven na de fysieke dood mogelijk zou zijn. Hij was de eerste die een wetenschappelijke manier voor het benaderen van parapsychologische verschijnselen ontwikkelde.

Menselijke persoonlijkheid is niet alleen één van de eerste pogingen om de psychologie van de mens zo volledig mogelijk te beschrijven, het is tevens een lucide uiting van de Victoriaanse worsteling tussen spiritualiteit en de toen opkomende wetenschap.’
(Uitgeverij Van Warven)

!Symposium ter gelegenheid van het uitkomen van de Nederlandse vertaling van: Frederic Myers Menselijke persoonlijkheid, een gotische psychologie | Frederic Myers Symposium | 16 april 11.00 – 17.00 uur | Bilthoven: In de tuinzaal van Huize Het Oosten: Rubenslaan 1 | 3723 BM Bilthoven | 030 – 27 44 600


Frederic Myers

SYMPOSIUM: Zin en bestemming
Het symposium
staat in het teken van zin en bestemming die wij zoeken en vinden op onze levensweg, zegt theoloog, filosoof, voorganger, auteur en uitgever Rinus van Warven. Hij vertelt hij over manifestaties van religie en spiritualiteit.

In een nabij de doodervaring of mystieke ervaring blijkt het ‘heilige’ als zingevende eeuwigheid altijd al in en rondom ons aanwezig te zijn geweest. Even interessant als belangrijk is dat belemmeringen tussen ons dagelijks leven en de mystieke dimensie poreus lijken te zijn.’

 Moderne parapsychologie
Hans Gerding
, filosoof en parapsycholoog spreekt over Frederick Myers, Carl Jung en de moderne parapsychologie. Voor Myers en Jung staan de grote levensvragen centraal en het mensbeeld dat daarbij hoort. Bij het zoeken naar antwoorden speelt voor beide wetenschappers het onderzoek naar mentale uitzonderingstoestanden en hun betekenis een grote rol.

De invloed van Myers op Jung is groot, en samen staan ze aan de wieg van de wetenschappelijke parapsychologie. Ligt de moderne hedendaagse parapsychologie in het verlengde van hun denken of niet?’

Een gift uit Avalon
Annet Brouwer, healer in praktijk Farus te Zaltbommel, auteur van Een gift uit Avalon (over contact met overleden dierbaren), zegt dat er veel persoonlijke verhalen van mensen zijn die verrast worden door een onverwacht teken van een overleden dierbare.

Ondanks de enorme diversiteit in tekens en bezoek kan iets gezegd worden over de ‘taal’ waarin gene zijde tot ons spreekt, de betekenis die het contact voor de nabestaanden heeft en de boodschappen die erin besloten liggen. Uit onderzoek blijkt dat de troostende werking van deze ervaringen groot is.’

De vernieuwing van ons denkklimaat
Filosoof, muzikant, en o.a. verbonden aan de stichting Filosofie Oost-West, Hein van Dongen, vertelt over Frederic Myers en William James, pioniers van een nieuwe psychologie die het hedendaagse reductionistische mensbeeld overstijgt en in allerlei richtingen uitbreidt.

Myers ontdekte de noodzaak tot verbreding en verdieping van ons mensbeeld in de bloeitijd van het spiritisme. De veranderingen in het denkklimaat in de twintigste eeuw hebben ertoe geleid dat zijn ideeën later wonderlijk gedateerd aandeden. Maar het klimaat verandert snel: wat we nu nodig hebben is juist een wetenschap die ons terugbrengt bij wat we in onze reductionistische monomanie zijn vergeten.’

Wetenschappelijke parapsychologie
Gerard Burger, biochemicus, arts, klinisch patholoog en vertaler van Menselijke Persoonlijkheid: spreekt over: Wat een mens werkelijk is: ‘Menselijke Persoonlijkheid’ volgens Frederic Myers.  

In deze lezing staat Frederic Myers centraal. Zijn fascinatie voor de grote levensvragen, vooral rondom sterven en dood, zette hem aan tot een baanbrekende studie. In het mensbeeld waar hij op uitkwam is plaats voor paranormale ervaringen. Myers’ werk is de basis van de dieptepsychologie en de wetenschappelijke parapsychologie, en nog steeds bijzonder actueel.’

Menselijke persoonlijkheid, een gotische psychologie | Frederic Myers | Paperback | 550 blz. | €32,50 | Uitgeverij Van Warven |
‘In dit boek bouwt Myers met behulp van veel voorbeelden deze psychische structuur op een originele manier geleidelijk op, waardoor de meer exotische parapsychologische verschijnselen op een volstrekt geloofwaardige manier worden ingepast. Hierdoor ontstaat een logisch bouwwerk, dat veel intrigerende vragen oproept die nog altijd niet beantwoord zijn. Het boek is na zo’n honderdtwintig jaar nog steeds actueel en een must voor eenieder die zichzelf afvraagt wat de mens in wezen is, een van de meest belangwekkende vragen die iemand zich kan stellen.’

Beeld: nieuwetijdskind.com
Beeld Frederic Myers: Uitgeverij Van Warven

Bewustzijn en de paradox van de hersenen

Neurowetenschapper Cyriel Pennartz (Universiteit van Amsterdam) schreef het populairwetenschappelijke boek De code van het bewustzijn. ‘Geen boek voor bangeriken, – wel voor twijfelaars, knutselaars, piekeraars, spoorzoekers en andere mensen die nieuwsgierig zijn naar wat zich in hun bovenkooi afspeelt,’ aldus de UvA. ‘Een fascinerend boek over een even fascinerend onderwerp. Tjokvol informatie en hier en daar best pittig, maar dat krijg je vanzelf met zo’n ‘Moeilijk Probleem’.’

Bij de schematische afbeeldingen en termenlijstjes heb je soms het gevoel dat je voor een tentamen aan het leren bent, maar daar staan gelukkig een heleboel leuke voorbeelden en anekdotes tegenover. Een aanrader voor ieder die zich wat meer bewust wil zijn van zijn bewustzijn’.
(UvA)

Pennartz neemt de lezer mee op een inspirerende zoektocht naar een van de grootste wetenschappelijke uitdagingen van de eenentwintigste eeuw: het begrijpen van de samenhang tussen hersenen en geest. De neurowetenschappen, vertelt Pennartz, hebben laten zien dat elektrische activiteit aan de basis ligt van de werking van de hersenen, terwijl zij paradoxaal genoeg ook het orgaan zijn waarmee we zien, voelen, ruiken, ons lichaam laten bewegen, plezier maken en verdriet hebben.

De paradox van de hersenen is dat het tóch niet die elektriciteit is die we voelen: in werkelijkheid ervaren we wel degelijk geuren, kleuren, smaken, muziek, pijn of plezier. Al die elektrische pulsjes zien er ongeveer hetzelfde uit, maar ze geven aanleiding tot radicaal verschillende ervaringen. Kennelijk zijn de hersenen op een raadselachtige manier in staat van alle elektrische signalen chocola te maken en ervoor te zorgen dat we ervaringen hebben die wezenlijk verschillen van stroomschokken.’
(Uit: De code van het bewustzijn)

Kan het bewustzijn gevangen worden door het te zien als een toestand van doordacht handelen, vraagt Pennartz zich af, en geeft hierbij een voorbeeld:

Ik heb die schoenen heel bewust gekocht,’ zegt een meisje tegen haar moeder op verdenking van een impulsaankoop. Maar hier bedoelt ze vooral dat ze goed heeft nagedacht over haar beslissing – niet dat ze zich zintuiglijk bewust werd van de geur of kleur van de schoenen, of hoe ze om haar voeten pasten.’
(Pennartz)

Het bewustzijn, vertelt Pennartz – een van de leiders van het Europese Human Brain Project – is als een diertje dat zich met zijn gladde vacht telkens aan je handen ontworstelt als je denkt het te hebben gevangen.

Dit boek gaat vooral over zintuiglijk bewustzijn  –  en hoe het merkwaardige weefsel van de hersenen, waarin het knettert van elektrische activiteit, in staat is ons de wereld met haar rijkdom aan kwaliteiten als vanzelfsprekend te laten ervaren. Later zal ik ingaan op andere, verder ontwikkelde vormen van bewustzijn zoals zelfbewustzijn, terwijl het bewust omgaan met grote levensvragen (klimaatbewustzijn et cetera) buiten beschouwing zal blijven.’
(Uit: De code van het bewustzijn)

Medisch Contact noemt De code van het bewustzijn door Cyriel Pennartz het meest leesbare boek, naast De verborgen bron, door Mark Solms (‘minder toegankelijk maar zeer gedegen van opzet’) en Metazoa, door Peter Godfrey-Smith (‘misschien het fraaist verteld en uitgegeven’).

Drie recente, schitterende boeken behandelen het probleem van het ontstaan van het (menselijk) bewustzijn, en presenteren daarmee ook een overkoepelende theorie over de functie en de werking van het brein. En passant logenstraffen ze de veelgehoorde opvatting dat we nog weinig begrijpen van de wijze waarop het brein functioneert. En dragen ze de idee dat we niet meer zijn dan ons brein ten grave, maar niet in de zin van een nieuw dualisme tussen lichaam en geest.
(Medisch Contact)

Bij dit alles blijft begrip van het verband tussen neuronen en bewustzijn overigens een kwestie van ‘abstract denken’, stelt Pennartz, misschien om de verwachtingen niet te hoog te stellen.

We hebben een verbeeldingsprobleem. Mensen zullen altijd zeggen: hoe klopt de kleur van die oranje sinaasappel met al die neurale activiteit in het brein? Dat blijven toch andere dingen. In die zin zijn we principieel niet in staat de verbinding tussen bewustzijn en hersencellen zichtbaar te maken.’
(Medisch Contact)

Bronnen:
* De code van het bewustzijn: ‘Geen boek voor bangeriken’ (Universiteit van Amsterdam)
* Oorsprong en functie van bewustzijn (Medisch Contact)
* ‘Mensen leven in een simulatie’  (Medisch Contact)
* Audio: Hoe geven onze hersenen de werkelijkheid vorm? (De Nieuws BV – BNNVARA)

Beeld: smartvitaal.nl

De code van het bewustzijn | Cyriel Pennartz | Prometheus | 352 blz.| 22,50 euro | ‘Als je ’s ochtends ontwaakt uit een diepe slaap merk je het direct: je bevindt je in een wereld, met je lijf er middenin. Je bent terug van weggeweest. Dat is bewustzijn. Maar hoe verhoudt het bewustzijn zich tot onze hersenen? Vormen deze twee op de een of andere manier een eenheid? Wie zijn we eigenlijk?’ (Prometheus)

‘Pennartz is een van de zeldzame wetenschappers die overtuigend een brug weet te slaan tussen zijn fundamenteel neurowetenschappelijk werk en de grote filosofische vragen. Bij hem leer je de nuance van de geest en de complexiteit van het brein waarderen.’
(Damiaan Denys, filosoof, psychiater en auteur van Het tekort van het teveel)

Populairste astrologie-app Co-Star is zowaar jungiaans

Een relatief grote groep mensen uit Europa en Amerika gelooft dat er waarheid schuilt in astrologie, zegt Kocku von Stuckrad, hoogleraar Religiewetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen. De afname van geloof in geïnstitutionaliseerde vormen van religie zou deels een verklaring kunnen zijn voor de populariteit van astrologie, denkt Annemarie Foppen, godsdienstpsycholoog aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Moderne astrologie springt in het gat dat religie achterlaat in de samenleving. ‘Wat waar is, is niet meer belangrijk in een tijd waarin overal een vraagteken achter staat. De vraag is: wat past bij mij?’ Foppen stelt dat eerdere generaties natuurlijk ook te maken hadden met secularisatie, maar die waren vaak geworteld in de kerk.

Veel millennials zijn opgegroeid zonder in hun jeugd veel mee te krijgen van kerk of religie. Ik heb daarom het idee dat er minder een taboe rust op allerlei vormen van spiritualiteit, waaronder astrologie.’

Co-Star is de populairste astrologie-app van dit moment. Het begin van een verklaring voor die recente populariteit zou volgens Arjan van der Linden (De Nieuwe Koers) kunnen liggen in technische innovaties die astrologie toegankelijker hebben gemaakt.

Co-Star onderscheidt zich vooral omdat het meer is dan een horoscoop-app. Het is ook een sociaal netwerk, dat de mogelijkheid biedt de eigenschappen die je volgens je geboortehoroscoop hebt, te vergelijken met die van vrienden die de app ook hebben geïnstalleerd. En, ook niet onbelangrijk, met die van potentiële liefdespartners. Co-Star maakt op basis van de sterrenbeelden van beide personen inzichtelijk welke karaktereigenschappen matchen en waarschuwt voor de kanten van beide persoonlijkheden die volgens de sterren juist weleens zouden kunnen botsen.’

Co-Star is een vorm van astrologie die op de jungiaanse astrologie lijkt, zegt Carolina Ivanescu, godsdienstsocioloog aan de Universiteit van Amsterdam: een manier van denken die vandaag de dag heel populair is binnen de mainstream astrologie.

De vorm van astrologie die apps als Co-star aanbieden, met veel focus op karaktereigenschappen en persoonlijkheidskenmerken, heeft veel weg van een astrologische beweging uit de twintigste eeuw: de jungiaanse astrologie.’

Van der Linden zegt dat de jungiaanse astrologie in de twintigste eeuw ontstond en geïnspireerd is door het werk van Carl Jung, de grondlegger van de analytische psychologie.

Jung geloofde in het bestaan van twaalf archetypische persoonlijkheden die in ons collectieve onderbewustzijn ‘wonen’. Het bestuderen van deze typen zou helpen om mensen en hun drijfveren beter te begrijpen. Astrologen begonnen rond het begin van de twintigste eeuw met het toepassen van inzichten uit Jungs analytische psychologie op de astrologie. Ze verzetten zich tegen het idee dat alles van tevoren vastligt, een idee dat tot dan toe gangbaar was binnen de astrologie. Astrologie kan juist mensen helpen zichzelf te leren kennen en zo betere keuzes te maken, was de gedachte.’

Volgens Banu Guler, mede-oprichter van de op NASA-data gebaseerde Co-Star app, is het een manier om in contact te komen met vrienden en over verschillen te praten die cultuur, gender of klasse overstijgen. 

Ik denk dat mensen in de basis een behoefte hebben om onderdeel te zijn van iets groters dan henzelf. Met het afnemen van religie is er een geloofsvacuüm ontstaan: we gaan van ons werk, naar een bar, naar een restaurant, naar huis en naar Netflix, zonder enige betekenis te voelen. Onze hele wereld is hyper-uitgedacht en rationeel. Astrologie is een weg om daar uit te komen, een manier om jezelf in de context te plaatsen van duizenden jaren geschiedenis en het universum.’
(Banu in i-D, Lianne Kersten)

Het staat geschreven in de sterren (De Nieuwe Koers – of via Blendle)

Co-Star

Beeld: Oleg Gamulinskiy (Pixabay)

De gunstige effecten van spirituele psychotherapie

Sinds Sigmund Freud religie een kleine honderd jaar geleden als ‘collectieve waan’ bestempelde, bleven artsen en wetenschappers ver weg van het spirituele. ‘Of God onze mentale gezondheidscrisis kan oplossen – dat valt nog te bezien. Maar de kansen die spiritualiteit biedt voor klinisch gunstige effecten, en de vraag van patiënten naar spirituele behandeling, zijn alvast goede redenen om erin te geloven.’ – Dit zegt David Rosmarin, klinisch psycholoog en universitair hoofddocent aan Harvard Medical School, in zijn artikel Waarom de psychiatrie Gods hulp nodig heeft, in Psyche & Brein.

In de psychiatrie is spiritualiteit lange tijd aan de kant geschoven. Toch kan aandacht voor spiritualiteit een wezenlijk verschil maken voor psychiatrische patiënten. Dat blijkt uit een experiment (‘SPIRIT’) aan het Mclean Hospital, een psychiatrisch ziekenhuis in Massachusetts.
Volgens Rosmarin verging in de VS één groep het afgelopen jaar mentaal beter dan tevoren: zij die ten minste een keer per week (virtueel of fysiek) een religieuze dienst bijwoonden.

Van hen beschreef 46 procent zijn mentale gezondheid als ‘uitstekend’, tegenover 42 procent een jaar eerder. Voormalig Congreslid Patrick Kennedy en journalist Stephen Fried schreven het al in hun boek A Common Struggle: de twee meest ondergewaardeerde behandelingen voor mentale aandoeningen zijn liefde en geloof.’

De psycholoog stelt dat omdat gezondheidszorgprofessionals alledaags spiritueel gedrag en ervaringen ten onrechte loskoppelen van wetenschap en klinische praktijk we blind blijven voor mogelijke spirituele oplossingen. Terwijl onderzoekers een verband hebben aangetoond tussen geloof en de dikte van de hersenschors, die mogelijk beschermt tegen depressie.

Uit mijn eigen onderzoek blijkt dat geloven in God samenhangt met betere resultaten bij de behandeling van acuut psychiatrische patiënten. Uiteraard kun je patiënten een geloof in God niet voorschrijven. Maar patiënten die lijden, zouden in elk geval de mogelijkheid moeten krijgen om spiritualiteit in hun behandeling op te nemen.’

Door zijn onderzoek weet de psycholoog dat veel seculiere personen toch ergens in geloven. Daarom peilt hij bij al zijn patiënten hun spiritualiteit. Een patiënt vertrouwde hem toe dat ze wel in God geloofde, en dat ze bovendien geloofde dat ze op de wereld was gezet met een specifiek doel. Hij wijdde drie sessies aan die denkbeelden, en in die korte tijd vond de patiënt opnieuw meer hoop dat ze de moeilijkheden in haar leven kon overwinnen. Haar symptomen van depressie namen af.

Spirituele zorg heeft trouwens niet alleen een gunstig effect op gelovigen. Het merendeel van de patiënten die uit vrije wil de behandeling ‘SPIRIT’ volgden, had geen religieuze overtuiging. Blijkbaar gaan veel niet-gelovigen toch op zoek naar spiritualiteit, vooral in tijden van nood. Opmerkelijk is dat uit het SPIRIT-experiment bleek dat patiënten beter reageren op de behandeling wanneer die wordt gegeven door clinici zonder religieuze gezindheid…

Seculiere behandelaars zouden dus betere resultaten kunnen behalen met een spirituele interventie. Dat was een verrassende bevinding, maar het is goed nieuws, want psychiaters zijn als groep het minst religieus van alle artsen.’

Zie: Waarom de psychiatrie Gods hulp nodig heeft (Psyche & Brein, 28 oktober 2021 – Blendle)

Beeld: Gert Altmann – Pixabay

Een ander verhaal dan hemel, hel en reïncarnatie

We leven in een mysterie groter dan God ooit heeft kunnen scheppen, als de wereld zo in elkaar zit als kwantumfysici beweren. Psycholoog en schrijver Jamal Ouariachi leest computerwetenschapper en filosoof Bernardo Kastrup. Die laatste maakte de laatste jaren naam met een theorie waarin hij de kwantumfysica verbindt met bewustzijnsfilosofie. Daarin is hij niet de eerste of enige, maar eerdere kwantumachtige theorieën van bewustzijn bleven uitgaan van een materialistisch wereldbeeld.

Als een universeel bewustzijn de basis van de werkelijkheid is, zegt Ouariachi, en onze individuele menselijke geesten aspecten van dat bewustzijn vormen, dan heeft dat allerlei implicaties voor hoe we tegen bijvoorbeeld de dood aankijken.  

Jij als individuele entiteit komt door de dood misschien wel tot een einde, maar je bewustzijn niet. Dat is een heel ander verhaal dan het kinderachtige hemel, hel en reïncarnatie waar religie het mee probeert.’

Als het brein inderdaad het bewustzijn ‘veroorzaakt’ – zoals onder andere Daniel Dennett stelt – dan vraagt Ouariachi: hoe dan? Hoe kom je van het fysieke, het materiële tot het ontastbare van de geest? Een nieuwe generatie filosofen, neurowetenschappers en AI-deskundigen durft wilder te denken dan de generatie van Dennett.

Neem computerwetenschapper en filosoof Bernardo Kastrup. Die maakte de laatste jaren naam met een theorie waarin hij de kwantumfysica verbindt met bewustzijnsfilosofie. Daarin is hij niet de eerste of enige, maar eerdere kwantumachtige theorieën van bewustzijn bleven uitgaan van een materialistisch wereldbeeld.

Kastrup is geen materialist, integendeel. Hij wordt wel gezien als voorloper in een ‘moderne renaissance’ van het metafysisch idealisme — de gedachte dat de realiteit in essentie mentaal van aard is. Dat klinkt meteen al heel zweverig, terwijl idealisme niet meer of minder een metafysische theorie is dan materialisme.’

Materialisme stelt, aldus Ouariachi, dat de werkelijkheid kan geobserveerd en gemeten worden. Los van wat we in de werkelijkheid aantreffen, is er niets.

Dat is volgens Kastrup moeilijk vol te houden, zeker nu de afgelopen vijftien à twintig jaar enkele belangrijke stellingen uit de kwantumfysica experimenteel zijn aangetoond. Neem het experiment dat wetenschappers van de TU Delft in 2015 uitvoerden rondom het verbijsterende fenomeen van ‘verstrengeling’: deeltjes die op grote afstand van elkaar tóch invloed op elkaars eigenschappen kunnen hebben.’

Kastrup stelt dat er aan de materie een diepere werkelijkheid ten grondslag ligt: een universeel bewustzijn. Dat idee is door materialisten altijd afgewezen, want onnodig om de werkelijkheid te verklaren.

De kwantum­fysica schoffelt die opvatting onderuit. Het materialisme voldoet niet meer. Volgens Kastrup is een andere kracht verantwoordelijk voor het in onze ogen volkomen bizarre gedrag van de wereld op kwantumniveau.’

De theorie van Kastrup spreekt Ouariachi meer aan dan de theorie van Dennett en dat komt, denkt de schrijver, vooral omdat Kastrups denken niet zo onuitstaanbaar blind is voor de waarde van menselijke ervaring.

Zie: Is alles bewustzijn en bewustzijn alles? (Jamal Ouariachi)

Beeld: Technische Universiteit Delft | Delftse wetenschappers realiseren als eersten ‘on demand’ quantum-verstrengeling | ‘In het experiment onder leiding van hoogleraar Ronald Hanson (TU Delft) ging het om de interactie tussen twee elektronen in verschillende labs op 1280 meter afstand.’ (Kennislink)

UPDATE 11 februari 2022Luistertip: De Ongelooflijke Podcast (19 januari 2022)
Bernardo Kastrup is een filosoof en computerwetenschapper die internationaal furore maakt door te stellen dat het materialisme – het idee dat de werkelijkheid alleen bestaat uit materie en er geen God, ziel, of vrije wil is – niet klopt. En hij baseert dat onder andere op recent onderzoek uit de kwantumfysica. Kastrup heeft de gave om moeilijke materie uit te leggen met heldere voorbeelden.
– Journalist David Boogerd gaat in gesprek met Bernardo Kastrup en vaste gast theoloog Stefan Paas.


‘Ons bewustzijn bevindt zich in de wereld om ons heen’

Neurowetenschappers kunnen helemaal geen bewustzijn in het hoofd aanwijzen, zegt schrijver en hoogleraar literatuur Tim Parks in Out of My Head: On the Trail of Consciousness. VN noemt dat een persoonlijk, boeiend en helder boek. De titel van dit blog komt van hoogleraar robotologie, filosoof en psycholoog Riccardo Manzotti, naar wie Parks verwijst.

Manzotti zet zich in The Spread Mind af tegen het zogeheten internalisme van de meeste filosofen en neurowetenschappers. Zij vatten bewustzijn op als iets dat in het brein zetelt. Volgens Manzotti zit het bewustzijn niet in het brein, maar in de wereld om ons heen. De hersenen faciliteren ervaring, maar slaan niets op.

In The Spread Mind betoogt Riccardo Manzotti overtuigend dat ons lichaam geen subjectieve ervaring bevat. Toch is bewustzijn echt en, net als elk ander echt fenomeen, fysiek. Waar is het dan? De radicale hypothese van Manzotti is dat bewustzijn één en hetzelfde is als de fysieke wereld om ons heen.

Op basis van Einsteins relativiteitstheorieën, bewijsmateriaal over dromen en hallucinaties, en de geometrie van licht in waarneming, en aan de hand van levendige, praktijkvoorbeelden om zijn ideeën te illustreren, betoogt Manzotti dat bewustzijn geen ‘film in het hoofd’ is. Ervaring zit niet in ons hoofd: het is de werkelijke wereld waarin we ons bewegen.’
(Uit: The Spread Mind)

Volgens de G10 van de economie & filosofie zochten mensen als Richard Dawkins en ook Dick Swaab lange tijd in de hersens naar de plaatsen waarmee we gedachten of beelden konden vasthouden. ‘Nonsens volgens de nieuwe aanpak: die zijn er niet.’
The spread mind is een theorie die voortkomt uit observatie waartoe ons bewustzijn in staat is. Onze mind is onze trouwste metgezel maar zowel de filosofie als de wetenschap hebben grote moeite met dit ongrijpbare fenomeen. Niemand zag ooit een ‘mind’, of een ziel, zoals die vroeger heette.

The Spread mind, het sensationele boek Van Manzotti en Out of my head – On the trail of consiousness van Tim Parks  laten zien dat ‘connectie’ met de wereld’ geen leeg politiek of soft begrip is maar fundamenteel in ons bestaan om überhaupt iets waar te kunnen nemen. 

Net als Schopenhauer en Nietzsche de filosofie wisten te keren door naar de oorsprong van waardes te vragen, doen Manzotti en Tim Parks dit met de neuroscience met allerlei sociale en politieke implicaties die daar het gevolg van zijn. Hun onderzoek wat ons brein werkelijk is en hoe het functioneert  gebruikt eerder de metafoor van een brug dan een opslagplaats van beelden en emoties.’
(Persbericht G10)

Parks vertelt in VN dat Manzotti je diepgaand laat nadenken over onze ideeën over de aard van ons leven en wie we zijn als mens. Het kostte hem weinig moeite zich te realiseren dat de gangbare verklaringen van de werkelijkheid helemaal niet kloppen.

Juist als schrijver besef ik goed dat veel verhalen die we hanteren gebaseerd zijn op allerlei onjuiste aannames. We zijn vaak meer vertrouwd met verhalen dan met het leven zelf. Dat is een risico als we de wereld willen zien zoals die is.’
(VN)

Zie: Ons brein is helemaal niet zo interessant als we denken, zegt schrijver Tim Parks (VN)

Zie ook: De geest buiten mijn hoofd – door Tim Parks (Koorddanser)

*** Talk: On the trail of conciousness | Zuiderkerk | Amsterdam | Zaterdag 25 september 2021 | 17:45-18:45 uur | Tim Parks (in-person appearance) ***

Out of My Head: On the Trail of Consciousness | Tim Parks | 311 pages | New York Review Books | Paper, $18.95

Beeld: Kalhh (Pixabay)

Jezus als het authentieke gezicht van de liefde

Theoloog en psychotherapeut Eugen Drewermann schreef een Marcus-commentaar: Wegen naar menselijkheid. Deze zielzorger brengt psychologie en theologie met elkaar in verbinding via een symbolische uitleg van de Bijbelverhalen. Godsdienstfilosoof en theoloog Taede Smedes interviewde hem. Onder meer over zijn Marcus-commentaar (nu vertaald in het Nederlands), waar ik in dit blog op focus. Drewermann presenteert Jezus hierin als het authentieke gezicht van de liefde: hij toont compassie met menselijk lijden en bevrijdt van angst.

D
e Duitse theoloog maakt bij zijn uitleg volop gebruik van inzichten uit de dieptepsychologie, de filosofie, andere religies en zijn eigen therapeutische praktijk als psychoanalyticus. Drewermann stelt in zijn boek Wegen naar menselijkheid dat we ons gedragen naar de mate waarin we onszelf gevonden hebben. Hij zegt dat Plato gelijk had: iedere mens draagt een bepaald idee in zich mee, een innerlijke waarheid die hij gedurende zijn leven moet uitvogelen.

Dat kan een mens alleen als hij iemand ontmoet die vanuit liefde meer in hem gelooft dan hij in zijn eentje gedurende zijn leven had kunnen leren. Wanneer men een mens liefheeft, lossen verwarring op, verhulling en vervreemding in het wezen van de ander. Iedere dag neem je een stuk meer van zijn of haar ware innerlijke schoonheid waar, van het eigenlijke zelf. Dat is de weg der menselijkheid die we zouden moeten gaan.’

Volgens Drewermann kunnen we door liefde de angst voor anderen overwinnen, het gevoel niet goed genoeg te zijn, de innerlijke aanpassingsdwang aan uiterlijke normen.

En als we meer we in de waarheid van anderen geloven, die versterken en levend maken, dan gaan we op de weg van Jezus op de weg waarvoor God ons volgens de Bijbel geschapen heeft: terug naar het paradijs. De man van Nazareth neemt ons aan de hand mee terug naar de boom die in het midden van de Tuin uit Genesis staat en die zijn takken uitspreidt over een wereld vol vertrouwen en geborgenheid. Dat is een leerweg en het is een moeilijke weg. Vandaar al die verhalen over hoe Jezus zieken heelt, in discussie gaat met tegenstanders en aanklagers.’

Heel het Marcusevangelie is betrokken op de vraag naar zijn of niet te zijn, stelt de theoloog, want als we alleen maar bang zijn dat ons iets kan overkomen, dan houden we meteen op de waarheid te leven die in ons ligt. 

Dan passen we ons aan, vluchten we, vluchten we ook voor onszelf, dan leven we niet meer op de juiste manier, maar passen we ons aan uit louter overlevingsdrang. Daar gaat het hele Marcusevangelie zoals ik dat begrijp lijnrecht tegenin.’

Drewermann kwam iedere keer weer mensen tegen die vertelden hoe ze vanuit de religie van hun kindertijd door angst gebonden zijn. Vandaag gaat het erom, zegt hij, dat we aan de hand van Jezus leren zo in God te geloven dat men van al deze manieren waarop mensen elkaar vastleggen, elkaar tot slaaf maken, bevrijd wordt.

De auteur van het Marcus-commentaar stelt dat wij moeten leven wat Jezus ons gezegd heeft, en dan is alles wat de kerk zegt secundair: in de geschiedenis is het christelijk geloof misvormd, met name de katholieke kerk met haar leer dat ze de voortlevende Christus is en dat we dus naar haar moeten luisteren om te begrijpen wat Jezus gezegd heeft. 

Daarom hecht ik ook zo aan de interpretatie van de evangeliën, zoals het Marcusevangelie. Jezus wordt bijvoorbeeld gevraagd wat je onder ‘groot’ moet verstaan als het over mensen gaat. Natuurlijk zijn we dan geneigd om te denken aan mensen die macht uitoefenen, aan een mens die de ander ontzag inboezemt, die geld verzamelt, rijk genoeg is, wie in het middelpunt staat. Dat is een groot mens. Toch? In de ogen van Jezus is dat volledig fout. Wie bij hem groot wil zijn, moet een dienaar van allen worden.’

Wegen naar menselijkheid – Dieptepsychologische lezing van het Marcus-evangelie | Eugen Drewermann | Skandalon Uitgeverij B.V. | Hardcover | 9789492183989 | Druk: 1 | oktober 2020 | 1400 pagina’s | € 99,50  

Lees hier het volledige, uitgebreide interview: Interview met Eugen Drewermann (Taede A. Smedes)

Beeld: ontdekgod.nl

‘Het zo-zijn van dit moment’, en dan?

Boeddha spreekt over ‘het zo-zijn van dit moment’, en wanneer je daar wrevel of onvrede bij voelt, ben je (een beetje of erg) ongelukkig. De eerste stap is daarom altijd ‘ja’ zeggen tegen hoe-het-nu-eenmaal-op-dit-moment-al-is. Ook al heb je kiespijn of speelt de buurman weer saxofoon. – Psycholoog Vincent Duindam is op zoek naar de bron. Spiritueel leven vanuit je innerlijke bron, hoe doe je dat? Hij gaat op die centrale vraag in en geeft tot slot tien tips als medereiziger op de spirituele weg. ‘Begin altijd met ‘ja’ zeggen tegen ‘zoals-het-op-dit-moment’ nu eenmaal al is.’

Het is een heel mooi idee dat er diep in ons een bron is, licht, misschien wel God. Maar hoe kom je daar? Hoe maak je er contact mee? Wat moet je doen? Hoe kom je dan bij die bron?’

‘Onvoorwaardelijk ja’ zeggen
Onze eerste reactie is volgens Duindam vaak: Oké, contact met die bron, dat wil ik graag, maar nu heb ik duidelijk geen contact. Wat moet ik dan doen om straks, morgen, later misschien wél dat contact te hebben? Paradoxaal genoeg is het juist die manier van denken, die mindset van ‘op zoek gaan’, die voorkomt dat je vindt.

Dus mijn eerste antwoord zou zijn: ga niet ‘op zoek naar die bron’, want dan ben je op zoek en vind je niet. Het voelt tegen-intuïtief, maar de eerste stap is een ‘onvoorwaardelijk ja’ zeggen tegen de vorm die dit moment aanneemt. Ook als die vorm niet optimaal is, wat natuurlijk vaak het geval is. Misschien wacht je op een diagnose, misschien heb je ruzie met je partner, lekt je huis. Of wat er ook is – er is altijd wel wat.’

Duindam geeft in zijn artikel Op zoek naar de bron concrete voorbeelden, deels uit zijn eigen leven. Maar ook christendom, boeddhisme, hindoeïsme en islam komen langs. En een rabbi. Ten slotte geeft hij een top 10 met tips, ook al neemt dat het risico met zich mee dat ze zonder context al gauw op ‘tegeltjeswijsheden’ lijken.

De psycholoog zegt ook dat je beter niet gaat zitten wachten op een beter moment in de toekomst.

Stel je leven niet uit tot alles misschien ooit oké is. Als je vizier niet goed staat (niet op het NU gericht), mis je je/het hele leven. Dan ben je altijd met het verleden of de toekomst bezig en heb je niet echt geleefd als je straks honderd bent …’

Maar hoe dan?
Over het ‘maar hoe dan’ gaat het lange maar inspirerende artikel bij de Bezieling. Duindam verwijst, behalve naar de Amerikaanse spirituele leraar Adyashanti, de Bhagava Gītā, Meister Eckhart en Roemi, onder meer ook naar een van de meest geliefde en inspirerende spiritueel leraren van dit moment, Eckhart Tolle. ‘Allow this moment to be’, zegt deze leraar:

Als je geen ‘goede relatie’ hebt met ‘nu’, heb je ruzie met het leven zelf, dat zich altijd en uitsluitend op dit moment afspeelt. Dan ben je zelf dus actief de kwaliteit van je leven aan het verminderen.
Als je écht ‘ja’ zegt, kom je aan in ‘het nu’, ontspant je lichaam zich, zie je je omgeving veel beter. Je ziet meer, hoort meer, ruikt meer. Je bent meer aanwezig, minder in gedachten verzonken of verdwaald. Er komt ruimte, creativiteit.’

Zie: Op zoek naar de bron (de Bezieling)
Foto: PD (Heempark Heimanshof, Zuiderpark, Den Haag)

Een bezielde zomer gewenst, en – Deo volente – tot blogs op 1 september!

Unieke toegang tot de geest van CG Jung

Onlangs verschenen The Black Books van psycholoog en psychiater Carl Gustav Jung. Een reeks notitieboekjes met zwarte kaften, waarin Jung van 1913 tot 1932 schreef, zijn het resultaat van een zelfexperiment dat hij z’n ‘confrontatie met het onbewuste’ noemde: een engagement met zijn fantasieën, die hij in kaart bracht. Jung betitelde ze als zijn ‘zwarte boeken’. Jung-expert Sonu Shamdasani spreekt over The Black Books op 30 mei tijdens een online symposium, georganiseerd door het Jungiaans Instituut, in samenwerking met de stuurgroep Jungiania, de C.G. Jung Vereniging Nederland – IVAP, en de Vrije Universiteit Amsterdam.

Het Rode Boek putte uit materiaal dat in The Black Books was opgenomen tot 1916, maar Jung bleef er decennia lang in schrijven. The Black Books werpen licht op de uitwerking van Jungs persoonlijke kosmologie en zijn pogingen om inzichten uit zijn zelfonderzoek naar zijn leven en relaties te belichamen. 
Prachtig gepresenteerd, met een onthullend essay van Sonu Shamdasani, en zowel vertaalde als facsimile-versies van elk notitieboekje, bieden deze onmiskenbaar heilige boeken (Times Literary Supplement) een uniek portaal naar Jungs geest en de oorsprong van de analytische psychologie.’
(VU)

The Black Books (‘Notebooks of Transformation’), tot nu toe het belangrijkste ongepubliceerde werk van Jung, worden gepresenteerd in een prachtige, zevendelige dooscollectie met een essay van Shamdasani ― verlicht door een selectie van Jungs levendige visuele werken ― en zowel vertaalde als facsimile-versies van elk notitieboekje, bieden The Black Books een uniek portaal naar Jungs geest en de oorsprong van analytische psychologie.

In 1913 startte C.G. Jung een uniek zelfexperiment dat hij zijn ‘confrontatie met het onbewuste’ noemde: een verbintenis met zijn fantasieën in een wakende staat, die hij in kaart bracht in een reeks notitieboekjes die The Black Books worden genoemd . Deze intieme geschriften werpen licht op de verdere uitwerking van Jungs persoonlijke kosmologie en zijn pogingen om inzichten uit zijn zelfonderzoek naar zijn leven en persoonlijke relaties te belichamen. The Red Book putte uit materiaal opgenomen van 1913 tot 1916, maar Jung bewaarde de notitieboekjes nog vele decennia actief.’
(The Black Books)

Professor Sonu Shamdasani houdt op 30 mei een korte inleiding tot de fascinerende Black Books van Jung, ter gelegenheid van de recente publicatie van de boeken. Deze ‘intieme persoonlijke aantekeningen van Jung geven een verbluffend inzicht in zijn psyche en ontwikkeling, en zijn veel te lang verborgen gebleven voor het publieke oog’.

Sonu Shamdasani (geboren in 1962) is een in Londen gevestigde auteur, redacteur en professor aan het University College London. Zijn geschriften richten zich op Carl Gustav Jung (1875-1961) en beslaan de geschiedenis van de psychiatrie en psychologie vanaf het midden van de negentiende eeuw tot de huidige tijd. Shamdasani redigeerde voor de eerste publicatie ook een ander belangrijk werk van Jung: The Red Book, dat is gebaseerd op The Black Books.’ 
(VU)

In Het Rode Boek van Jung dat in 2019 verscheen, schreef Shamdasani een uitgebreide en heldere inleiding. Jung wordt hierin beslissend genoemd in het ontstaan van de moderne psychologie, psychotherapie en psychiatrie en een groot aantal internationale beroepsuitoefenaren in de analytische psychologie werken onder zijn naam.

De jaren, waarin ik de innerlijke voorstellingen volgde,
vormen de belangrijkste tijd van mijn leven,
waarin zich alles, wat wezenlijk was, voordeed.
Toen begon het en de latere details zijn slechts
aanvullingen en verduidelijkingen.
Mijn volledige latere werkzaamheden bestonden uit het bezig zijn
om dát verder uit te werken, wat in die jaren uit het onbewuste
was losgebroken en mij bijna had overspoeld.
Het was de oerstof voor een levenswerk.’

(C.G. Jung, 1957, in: Het Rode Boek)

The Black Books | C.G. Jung, Sonu Shamdasani | Taal: Engels | Hardcover | Slipcased Edition | oktober 2020 | 1648 pagina’s | Uitgever W W Norton & Co | € 232,99 | Vertaling Martin Liebscher, John Peck

Voor aanmelding Symposium zie:
Jungiaans InstituutZondag 30 mei 11 – 13 uur online (€ 10,-)

YOUTUBE: The Black Books by C.G. Jung

Beeld: Tree of Life door CG Jung (uit: The art of C.G. Jung)

De ziel, instrument waarmee we betekenis vinden

De ziel is een ‘gevoelig instrument waarmee we betekenis zoeken, vinden en aflezen. Vanwege deze gevoeligheid is de ziel gemakkelijk beïnvloedbaar en soms de weg kwijt. En er zijn vele kapers op de kust om de ziel te manipuleren; we moeten oppassen voor ‘zielzuigers’.’ – Duidelijke taal van filosoof en theoloog Govert Buijs in zijn online-college Eerherstel voor de ziel. Hij zegt ook ‘dat de ziel ons is gegeven als zeer persoonlijk oriëntatieorgaan in een verwarrende wereld, en waar we goed voor moeten zorgen.’ De ziel ontsluierd, althans, herontdekt.

Prof. dr. Govert Buijs, verbonden aan de Faculteit der Wijsbegeerte van de Vrije Universiteit Amsterdam, nu afdeling Filosofie bij Geesteswetenschappen, gaf een online-college met als thema Eerherstel voor de ziel. Hij schrijft een boek over dit onderwerp dat november 2021 onder dezelfde titel verschijnt.

De versluiering van de ziel begon met het centraal stellen van de ratio, door de filosoof Descartes. De moderne psychologie versmalde de ziel tot psyche. De breinwetenschap ging nog een stap verder en verlaagde spiritualiteit en emoties tot het resultaat van chemische hersenprocessen. In veel kerken werd het oude spreken over de ziel afgedankt als Grieks dualisme, met een onterechte scheiding tussen lichaam en ziel.’

Bovenstaand citaat is van redacteur Erdee Media groep, Huib de Vries, in het RD. Hij schrijft over De herontdekking van de ziel, en verwijst onder meer naar Buijs. Volgens Buijs kan je alles rationeel en materieel willen verklaren, maar laat de wijze waarop we het leven ervaren zich niet verdringen:

De afwijzing van religie ging samen met de opkomst van ideologieën als nieuwe zielsfenomenen. In de jaren 80 van de vorige eeuw kwam de New-Agebeweging op. Nu neemt ook binnen de kerk de aandacht voor spiritualiteit weer toe. De mens hééft een innerlijk met existentiële vragen en zoekt naar zin en betekenis. Dat is voor mij het essentiële van de ziel.’

Buijs kan zich, aldus De Vries, niet vinden in de opvatting dat het ontstaan van de mens door evolutie de ziel buitenspel zet. Waar in dat evolutionaire proces de ziel ontstond, vindt hij niet relevant:

Het gaat erom dat de mens ergens in dat traject een existentiële dimensie ontwikkelde die hem bewust maakt van een Partner die hem innerlijk aanspreekt. Kennelijk is Iemand of Iets op metafysische wijze bezig geweest om voor zichzelf een partner in het leven te roepen.’

De ziel is ons gegeven als zeer persoonlijk oriëntatieorgaan in een verwarrende wereld, zegt Buijs, en we moeten er goed voor zorgen. We worden volgens de filosoof en theoloog niet alleen heen en weer getrokken door zaken van buitenaf, maar ook door innerlijke stemmen. Echter, door de gevoeligheid van de ziel zijn er veel kapers op de kust om haar te manipuleren:

Let op de wereld van de M: Macht, waar de politiek of de natie onze ziel wil hebben; de Markt, die onze hebzucht aanwakkert; Media, die ons zelfbeeld aan anderen leren spiegelen; en de Medische wereld, die gezondheid belooft.’ Op zichzelf allemaal niet verkeerd; maar de wereld van de M heeft de neiging constant te ontsporen en de ziel in bezit te nemen.’

De Bijbel kunnen we zien als oefenboek waarmee we de ziel kunnen opporren. Buijs doelt daarmee op het herkennen van verschillende troostgestalten, zoals de liefde van anderen, de natuur, schoonheid en kunst, wendingen in ons leven of nieuwe gemeenschapsvormen. Achter deze troostgestalten zit de verborgen bron van zegen, zegt hij. Die bron is God, de altijd meereizende, troostende en corrigerende God.

In deze wereld verschijnt er een nieuwe taal: ‘vriendschap’, ‘partner’, ‘verbond’. Dit zijn allemaal zegenwoorden. Het strookt ook met een universele ervaring: de ziel groeit niet door onderdrukking, maar door de ervaring gezien, gewaardeerd en erkend te worden.’

Zie:
* Online-college Eerherstel voor de ziel (YouTube, 15 februari 2021)
*
De herontdekking van de ziel (Huib de Vries, RD, 23 maart 2021)
*
Prof. Govert Buijs: Bijbel oefenboek voor de ziel (RD, 29 januari 2021)

Eerherstel voor de ziel | Govert Buijs | November 2021 | ISBN 9789024432639 | 192 blz. | € 20,00

Beeld: Gerhard G. (Pixabay)