‘Wie kan de definitieve uitkomst voorzien?’ vroeg Freud zich ooit af, geciteerd door filosoof Ger Groot in De geest uit de fles. Freud had het toen over ‘de eindeloze reeks van zelfontwerpen zonder richtsnoer of doel die tot een gevoel van onbehagen leidt’. Religie speelt bij de uitkomst ervan misschien een grotere rol dan Groot zelf vermoedt, ook gezien het feit dat er op aarde vele malen meer gelovigen dan ongelovigen zijn, aldus Simone Bassie & Michel Dijkstra in een recensie over zijn boek in hun artikel De denker en de dode God.
‘De filosofie wil net als haar tweelingzusje de wetenschap, de mens en zijn wereld begrijpen en daar zijn altijd onvermijdelijk dromen, visioenen en beloften mee gepaard gegaan.’ (Ger Groot)
Kennis en inzicht gaan volgens de auteurs – in Volzin – nu eenmaal gepaard met zulke zaken. Het bijzondere van filosofie is volgens Groot echter dat zij ‘nooit bij zichzelf blijft stilstaan, altijd op zichzelf vooruitloopt en een toekomst ontwerpt – die zich zelden op die manier waarmaakt.’ Wijsgerig denken wordt dus gekenmerkt door openheid en het kritisch bevragen van eerdere ideeën en vooronderstellingen, aldus Bassie en Dijkstra.
‘Volgens Groot is de geschiedenis van de moderne wijsbegeerte ‘één aanhoudende poging in het reine te komen met dit verlies van een goddelijk ankerpunt. De betekenis daarvan gaat veel verder dan de religieuze vraag of iemand in God gelooft’.’
Hoewel de filosoof atheïst is, schuift hij volgens Bassie en Dijkstra het fenomeen religieus geloof niet zomaar terzijde.
‘Groot stelt dat de zogenaamde ‘architectuur van het denken’ radicaal veranderd is door de reflectie op de dood van God. De Schepper viel namelijk samen met de absolute waarheid en werkelijkheid, maar de mens kan zich die rol nooit aanmeten: ‘Wanneer de mens in de moderne tijd ‘God wordt’ of minstens ‘voor God speelt’, zoals soms gezegd wordt, moet hij zich tegelijk rekenschap afleggen van de eindigheid of beperkingen die voor hem nu eenmaal wezenlijk zijn.’ Op die manier heeft het verdwijnen van het goddelijke fundament van de werkelijkheid de moderne mens gemaakt tot wie hij is.’
Paradoxaal genoeg, zo zeggen de auteurs, heeft het christendom zelf de afsterving van het geloof voorbereid. Het protestantisme brengt door zijn nadruk op de intimiteit van de gelovige met God, aldus de auteurs, namelijk het instituut kerk ongewild in diskrediet, en zo komt de absolute, uit de middeleeuwen stammende macht van de religie over de mens in gevaar:
‘Juist in haar toespitsing op de individuele mens bereidde de Reformatie in veel opzichten het moderne perspectief voor, waarin God steeds minder en de mens steeds meer de spil en grondslag van de wereld werd.’
Of je deze ontwikkeling nu positief of negatief beoordeelt, zeggen zij, maakt volgens Groot niet zoveel uit. Tenminste, als je de filosofische problematiek goed tot je laat doordringen:
‘Zolang de moderne droom van de Godgeworden mens duurt, ontkomt de filosofie niet aan de contradictie tussen de humanistische pretentie in hem een nieuwe grondslag van alles te hebben gevonden en het menselijk onvermogen daaraan te beantwoorden.’
Op het eerste gezicht lijkt Groot zich met deze analyse in De geest uit de fles puur negatief uit te spreken over de rol van religie in de moderne tijd, aldus de recensenten, en zij stellen dat in een eerder werk, de met Theo de Boer gepubliceerde dialoog Religie zonder god (2013), Groot echter een ander perspectief schetst op religieus geloof.
‘Godsdienst laat ‘een opening in de werkelijkheid zien die het denken niet kan dichten’.’
Bassie en Dijkstra stellen dat volgens Groot een plechtige religieuze handeling de mens op het transcendente wijst en dat deze transcendentie echter uitdrukkelijk niet slaat op een de zichtbare werkelijkheid overstijgend wezen.
‘Integendeel: met Sartre vult Groot dit begrip juist zeer aards in. Door het bijwonen van een ritueel wordt de mens namelijk geconfronteerd met datgene wat zijn ego of bewustzijn overstijgt, namelijk de wereld of de medemens. Deze ontmoeting met de ander of het andere is precies wat de moderne mens nodig heeft.’
De auteurs vinden dat de moderniteit zich namelijk niet alleen kenmerkt door een reflectie op het verlies van God als de absolute waarheid, maar ook door de gerichtheid van het subject op zichzelf.
‘Met andere woorden: in de moderne tijd trekt de filosofie zich terug uit de werkelijkheid om zich puur op de inwendigheid van het bewustzijn te richten. Groot: ‘Als er immers íets is dat dit moderne subject kenmerkt, dan is het wel het feit dat het een zuivere innerlijkheid geworden is’.’
De vraag die zich bij deze these opdringt aan Bassie en Dijkstra is of Groot niet te veel aan de buitenkant van religie blijft staan.
‘Is religie voor een gemiddelde gelovige inderdaad hoofdzakelijk een praxis en denkt hij nooit na over wie God is en wat zijn verhouding ten opzichte van de Schepper inhoudt? Beschouwt hij God niet als iets dat of iemand die de zichtbare werkelijkheid overstijgt, dus de transcendente instantie die een ritueel als bidden zin geeft? Het is zeer de vraag of een gelovige zichzelf in het betoog van Groot kan herkennen.’
Ger Groot | De geest uit de fles | Lemniscaat | 360 blz. | € 34,50 | Theo de Boer & Ger Groot | Religie zonder God. Een dialoog | Sjibollet | 119 blz. | € 17,95
Beeld: despiertacordoba.wordpress.com
– … er is maar een absoluut ‘zijn’. ‘ en dat is van de eeuwige wetmatige en absolute logos, … een andere god ?
LikeLike
Jelle
In mijn lange onderwijsbestaan hield ik, als leerlingen alsmaar iets niet snapten (en zelfs als ze geen moeite deden iets te snappen), de behoefte om het nog eens anders uit te leggen. In een discussie met volwassenen heb ik die behoefte nooit (gehad) en zeg ook met het grootste gemak: helaas dan!
LikeLike
Joost, helaas, nee.
LikeLike
Jelle
Met mijn “stotteren bij houden van” bedoelde ik jouw “concept naastenliefdë”. Stotteren voorkomt namelijk dat je bij naastenliefde alleen maar grote woorden gebruikt en …dat je niet te “lieverig” gaat ztten doen. Nu wel duide;lijk?
LikeLike
-…”panta rhei”… of. : alles is een trap in de ontwikkeling van de absolute Logos , als enig wetmatig en absoluut zijn …; waaraan ook wij als mens deel van uitmaken…
LikeGeliked door 1 persoon
Joost,
laat ik dan even wat goeds zeggen over het christendom, zoals het concept naastenliefde.
Dat daar niet al te veel van terecht komt, dat is iets anders.
Ook denk ik dat de overgang van poly- naar monotheïsme een goede was.
Wetenschap werd daardoor bevorderd, lijkt me.
Dat de dogmatische kerk een 1600 jaar dan die wetenschap lam legde, jammer.
Stel je voor dat we bij onweer nog aan Thor of Wodan dachten.
Ook lijkt het me goed dat de joodse regeltjescultuur werd teruggedrongen, geconverteerde joden hadden geen last meer van 22.000 voorschriften, en geen besnijdenis meer.
Het christendom is net zo veelzijdig, denk ik, als de Islam, van een voorhuwelijks kind de hel voorspellen, tot mijn Mennite overgrootouders, die dus elke kerkelijke hiërarchie afwezen.
Wat ik langs allerlei wegen over hen te weten kwam duidt op heel aardige mensen, te aardig misschien, of daar hun 1890 faillissement mede door werd veroorzaakt, niet meer na te gaan.
LikeLike
Jelle
Het is maar al te duidelijk wat jij wilt zeggen: er mag van jou niks goeds zijn aan christendom. Je vergeet blijkbaar dat ook sociale en liberale stromingen hun onmenselijke dictaturen kenden/kennen terwijl de meeste (zelfs) gewone socialen en liberalen best (in meer of mindere mate) humaan zijn. Sommige (ja ook christelijke) mensen kunnen het nu eenmaal niet laten om anderen onder te sneeuwen met hun macht(ige mond) en hun gelijk…zelfs nu het besef van ieders mensenrecht langzaam maar zeker doorbreekt. Kan alleen maar hopen dat je dit wel begrijpt…
LikeLike
Joost,
ik begrijp niets van wat je schrijft.
Ik had het niet over ‘houden van’.
Dat het katholieke volksdeel kennis bewust werd onthouden, je weet het toch ?.
Overigens, of het benoorden de rivieren zoveel beter was, ik vraag het me af.
Mijn vader werd godsdienstig opgevoed, enige theologische kennis heb ik nooit bij hem opgemerkt, ondanks catechisatie.
Denk ook maar niet dat hij, ik deed dat wel, de bijbel ooit gelezen heeft.
LikeLike
Jelle
Volgens mij zou je kunnen snappen dat gewone mensen stilvallen of stotteren als het over ‘houden van’ gaat. Volgens mij zijn er ook niet zoveel mensen met alleen een “witte jurk”-syndroom of -levesbeschouwing….zeker al niet in 1960. Hoe komt het toch dat jij diepgang bij gewone mensen. die niet zo vaardig praten als wij, niet wilt zien of onderschat!?
LikeLike
Velen denken door hun ego aan te roepen en komen zo nooit verder in het leven. Een religie is mooi als je het doet vanuit het hart. Het hart is liefde en daar moet naar gestreefd worden in het dagelijks leven. Gelijk in welk men ook maar geloofd of door het leven gaat.
Aum Shanthi
LikeGeliked door 3 people
De gemiddelde gelovige, in 1960 vroeg ik mijn Eindhovense katholieke hospita wat dat was, communie doen, een kleinkind was zo ver.
De vraag riep wat ontreddering en en verbazing op, er kwam niet veel meer dan ‘mooie witte jurk’.
LikeLike
Binnen het boeddhisme bestaat een prachtig oud geboorteverhaal van Boeddha, zoals de historische Siddharta Gautama wordt genoemd. Zijn moeder werd bevrucht door de Olifantsgod, die in een droom zijn slurf gebruikte om haar zwanger te maken. Negen maanden later daalde de kleine Boeddha.al met uitgespreide armpjes zijn leer verkondigend uit haar schoot neer in de zo bekende Boeddhazit..
Binnen het christendom bestaan prachtige geboorteverhalen van de Messias/Christus, zoals de historische Jezus wordt genoemd. Zijn moeder werd bevrucht door de H.Geest. Negen maanden later werd hij in Bethlehem, de geboortestad van de grote joodse ster, koning David, geboren, maar wel in een stal met ster tussen geminachte herders, toen al zijn gedrag samenvattend, waarin hij opkwam voor hen die in zijn jodendom niet serieus genomen werden.
Met het oude literaire genre geboorteverhaal werd duidelijk gemaakt dat het denken en gedrag van deze historische mensen door hen die hen kenden, gezien werd als dé eigenlijk manier van menselijk gedrag en als de eigenlijke (goddelijke) bedoeling van leven en wereld.
Hun denken en gedrag kreeg dan ook navolging in het persoonlijke leven van velen en in de wereldwijde mensengeschiedenis, Boeddha’s leer na het succesvolle leven van Siddharta, Jezus’manier van leven zelfs nadat hij in conflict met zijn joodse overheid uit de weg was geruimd.
De filosofie mag zijn tastende moderne dromen hebben van een Godgeworden mens, in ons menselijk verleden zijn die dromen zelfs al gelovig tastbaar geworden in een historische manier van menselijk (na)denken en gedrag.
LikeLike
Mooi @ Fragmentje. ( 14:15 uur )
‘De Geest ( is ) uit de fles,’ …… en waait waarheen hij/zij wilt.
En groeit en zwelt aan…..kleurt het leven én……past er nooit meer in. 😉
LikeGeliked door 1 persoon
De stelling kan overigens ook worden omgekeerd: wij zijn de droom van een mensgeworden God 😉
LikeGeliked door 3 people
God is niet dood, echter kan niet “(als) persoonlijk” worden geclaimd. Panta rhei, alles stroomt en beweegt. De mens ‘denkt’ het middelpunt van het heel-al te zijn, dat is een illusie op zich. Het heel-al gaat verder en dieper dan de mens en dan het menselijk begrijpen kan ‘vatten’. De enige constante is de veranderlijkheid.
Rituelen zijn imo zeker zinvol als zij met het hart en niet met hoofd worden beleden. Maar dan meer als hulpmiddel voor de overgave aan “wat-is” dan als een onderhandelingskwestie. De definitieve uitkomst valt niet te voorzien, de uitkomst is de som der delen….. zolang alles stroomt.
LikeLike
– … niet ‘die’ of die god , die oneindig dit of dat moet zijn , kan of zal misschien bestaan of niet bestaan; maar het eeuwige wetmatige ‘zijn’ is het enige absolute zijn, een andere god of “logos” …?
LikeLike