Het staat in, nee, zo verstá ik de Bijbel

God schrok geweldig.Mon Dieu! Wat lees ik nou: De Bijbel als Gods enige en onfeilbare Woord staat niet alleen wereldvrede in de weg, maar frustreert ook een gezond vertrouwen in de mens en zijn mogelijkheden.” In toorn ontstoken las de Almachtige mee over mijn schouder. ‘Zo heb ik het nooit bedoeld!’ Het Opperwezen vl**kte nog nèt niet, al kan Gods toorn best heftig zijn, zeker dezer dagen.

‘Wie zijn standpunt verdedigt met ‘Het staat in de Bijbel’, zou moeten zeggen:
‘Zo verstá ik de Bijbel.’
(Dirk van de Glind)

‘Eh, beste Schepper,’ zei ik zo empathisch mogelijk, ‘je moet wel correct citeren, want het staat er nèt even anders. Er staat in die zin nog iets vóór, namelijk: ‘De overtuiging dat…’ ‘Hemeltje!,’ riep de Allerhoogste verbouwereerd uit, ‘trap ik zèlf in de val dat je Heilige Woorden verkeerd kan lezen.’ ‘Kan de beste overkomen,’ zei ik schertsend, ‘maar belangrijker is ze goed te verstáán, toch? En daar gaat juist dit artikel over.’ ‘Je hebt gelijk, laten we samen lezen, eh… verstáán.’

In dit zevende deel van de serie ‘Van geloven naar vertrouwen’ stelt Dirk van de Glind dat de overtuiging dat de Bijbel Gods enige en onfeilbare Woord is, niet alleen wereldvrede in de weg staat, maar ook een gezond vertrouwen in de mens en zijn mogelijkheden frustreert.’
(Volzin, januari 2023)

God had natuurlijk beter kunnen weten, want auteur Van de Glind was al in zijn boek Het lef om op te staan ervan overtuigd dat de Bijbel – die hij het ‘Oude Boek’ noemt – op iedere bladzijde tot waarachtige menselijkheid oproept. Het legt een onvoorwaardelijk geloof in onze menselijke mogelijkheden aan de dag en biedt een schat aan verhalen waarin het streven naar een zinvol bestaan het leidmotief is, maar…

‘… het laat ook met groot psychologisch inzicht zien hoe dat streven verwrongen kan raken. En hoe het tot mislukking en ellende kan leiden, zowel op het persoonlijke als op het maatschappelijke vlak. Van de Glind blaast in dit boek [Het lef om op te staan] het starre dogmatische stof van oude verhalen. Tegendraads, maar met compassie en humor laat hij Bijbelse figuren opstaan als mensen van vlees en bloed. Ze kijken de verraste lezer aan en dagen hem of haar uit het leven voluit te leven.’
(Uit: Het lef om op te staan)


In het artikel Van goddelijk dictaat naar menselijke oproep, in Volzin, zegt Van de Glind dan ook dat wie de Bijbel alleen verstaan kan binnen vooraf opgezette of opgelegde kaders, het risico loopt ‘dat zij slechts hoort wat zij horen wil en wat zij waarschijnlijk toch al wist. Maar op deze wijze is de Bijbel een afgod geworden, een buiksprekend gouden kalf: “Dit zegt God!”’

Wie zijn standpunt verdedigt met “Het staat in de Bijbel”, zou moeten zeggen: “Zo verstá ik de Bijbel.” Dat mag hoogmoedig lijken, maar het kan simpelweg niet anders omdat je nooit aan je eigen oordeel ontsnappen kunt. Wie zegt gehoorzaam te willen leven aan ‘het Woord van God’ kan dat immers alleen maar betekenisvol doen als het om een bewuste keuze gaat.’
(RvG)

Van de Glind haalt onder meer Socrates en Mozes aan. (‘Het is niet in de hemel(!), niet aan de overkant van de zee. Maar het is zeer dicht bij je, in je mond en in je hart’.) Ook een aantal keren vind je wijze citaten van Etty Hillesum (1914-1943), zoals:

Zo leven dus de mensen. Ze gebruiken de anderen om zichzelf van iets te laten overtuigen, waaraan ze in hun hart niet geloven. Je zoekt dan in de anderen een instrument om de eigen innerlijke stem te overschreeuwen. Als iedereen toch maar wat meer zou luisteren naar zijn eigen innerlijke stem, als iedereen zou proberen er een te laten opklinken in zichzelf, dan zou er een hoop chaos minder zijn.’
(Etty Hillesum)


Bijbels opvoeden

De Bijbel noemt Van de Glind ‘Het Oude Boek van Liefde’. Oud staat hier voor ‘wijs en eerbiedwaardig’ en Liefde is de liefde die hij ervaart als ‘de grond en het wezen van mijn humaniteit’. Religies ziet de auteur als menselijke pogingen te dealen met de grote vragen van het leven. Hij vindt dat we elkaar dus niet hoeven overtuigen van ons grote gelijk, en al helemaal niet te vuur en te zwaard. We kunnen open zijn naar elkaar in gelijkwaardigheid en van elkaar leren.

Op dezelfde manier zie ik de Bijbel als een boek van ménsen, waarin een grote rijkdom aan levenswijsheid, inzichten en vermoedens verzameld is. Ik ben de stem van liefde gaan verstaan die eruit opklinkt en ben de mensen dankbaar die eraan hebben gewerkt: de zieners en de dromers, de mensen die hunkerden naar gerechtigheid en wilden bouwen aan een betere wereld, degenen die het aandurfden te vertrouwen op de zachte krachten van liefde en mededogen.’
(RvG)

Bronnen:
* Van goddelijk dictaat naar menselijke oproep (Dirk van de Glind, Volzin)
* Het lef om op te staan: de bijbel zonder vrome praatjes (Dirk van de Glind)

Cartoon: 
Deel uit strip Anton Dingeman van Pieter Geenen, Trouw – 23 november 2021
Beeld gouden kalf: illustratie van een bijbelkaart gepubliceerd in 1901 door de Providence Lithograph Company (Wikipedia)
Foto Holy Bible: bijbelsopvoeden.nl

‘Christendom mede schuldig aan ontkenning van wie we ten diepste zijn’

Het christendom kan alleen dan relevant zijn wanneer het stopt met het dogmatisch cultiveren van gevoelens van minderwaardigheid. Wanneer het ons stimuleert niet weg te lopen van onszelf, maar voluit te aanvaarden dat wij kostbare en geliefde mensen zijn. – Theoloog Dirk van de Glind schrijft over bevrijdende humaniteit; verrijkende openheid; menselijke verantwoordelijkheid, en pleit voor universele humaniteit.

‘Vele gelovigen zijn opgegroeid met gevoelens van
onvermogen, schuld en schaamte.’
(Dirk van de Glind)

De erfenis die Jezus van Nazareth heeft nagelaten is volgens hem met vertrouwen onze humaniteit exploreren en ons dagelijks oefenen in liefde en menselijkheid die sterker zijn dan het grofste geweld, sterker dan de dood. In de collectie Universele humaniteit in Volzin verkent Van de Glind de verschillende aspecten van de stelling:

Christelijk geloven bevindt zich op een breuklijn tussen wat onherroepelijk voorbij is en wat meer dan ooit nodig is. Wil het relevant zijn voor het menselijk bestaan en wil het bijdragen aan herstel en voortbestaan van onze planeet, dan zal de focus verlegd moeten worden van aanbidding en gehoorzaamheid naar de ontwikkeling van universele humaniteit.’ 

Van de Glind moest in zijn jonge jaren uit zijn hoofd leren dat hij ‘onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad is’. Hij ziet dat nu als een vorm van kindermishandeling.

Het trieste is dat deze in wezen uiterst negatieve en ontwrichtende visie op de mens direct voortvloeit uit het centrale leerstuk van de christelijke dogmatiek: de verlossing van zonde door het offer van Jezus Christus.’


Erich Fromm

De theoloog stelt dat gelovigen opgegroeid zijn met gevoelens van onvermogen, schuld en schaamte; de verlammende angst niet goed genoeg te zijn en het leven eigenlijk niet te verdienen. Zo constateert filosoof en psychoanalyticus Erich Fromm (1900-1980) dat Calvinisten zich in een ongezonde spagaat bevinden:

Ze zijn gerustgesteld zolang ze ervanuit gaan dat ze niet deugen en straf verdienen, maar ze gaan zich zorgen maken over hun zielenheil zodra ze positief over zichzelf beginnen te denken.’

Door al zijn ervaringen – als recalcitrante puber kwam Van de Glind bijvoorbeeld in conflict met de dominee die hem de Heidelberger Catechismus trachtte bij te brengen – kreeg hij een verwrongen gods- en mensbeeld mee. Daarbij werd het hem steeds duidelijker dat hij afscheid zou moeten nemen van het negatieve mensbeeld dat ‘in zijn grondwater was gaan zitten’. Hij schetst in zijn artikel een glashelder, maar wrang beeld over een ‘geflipte benadering van rechtvaardigheid’.

Van de Glind ontwikkelde uiteindelijk een fundamenteel andere kijk op de mens, moest ook zijn geloof fundamenteel veranderen, maar wist aanvankelijk niet hoe hij dat moest doen. En al helemaal niet hoe hij dat zou kunnen zonder het christendom vaarwel te zeggen.

Maar m’n geloof in de innerlijke goedheid van de mens groeide en daarmee ook het vermoeden dat het christendom in haar ontwikkeling een verkeerde weg was ingeslagen.’

De theoloog beweert echter niet dat de mens alléén maar goed is, maar dat onze kérn, ons diepste wezen – oneindig en niet te bevatten – uit pure goedheid en liefde bestaat, aan God zelf raakt. Maar daar kunnen we wel van vervreemden.


Dirk van de Glind

Het is dan ook geen zooitje in de wereld omdat zoveel mensen maar doen wat ze willen. Het is vaak een zooitje omdat maar weinig mensen de moed hebben voluit te doen wat ze werkelijk willen: te leven naar wat ze werkelijk zijn.’

Zie:
*
Van verlammend mensbeeld naar bevrijdende humaniteit (Volzin – UPDATE: 07112022 – inmiddels ook achter betaalmuur)
* Collectie Universele humaniteit
(Volzin – Premium: 3 artikelen achter betaalmuur)


Beeld: Volzin
Beeld Heidelberger Catechismus: deoudewijnboeken.nl
Beeld Erich Fromm: humanistischecanon.nl
Beeld Dirk van de Glind: dirkvandeglind.nl

‘Het nieuwe christendom is een vrijplaats van innovatie’

Theoloog en antropoloog Johan Roeland vindt God niet zomaar een idee, maar één van de meest onderhuidse intieme vormen van realiteit. Maar tijdens een geloofscrisis gebeurt er van alles. ‘Als er iets gaat schuiven, gaat alles schuiven. Dat heb ik ook ervaren. Je wereldbeeld dondert in elkaar, je verliest één van je meest intieme relaties. Ik denk dat buitenstaanders zich dat lastig kunnen voorstellen. Het draait om verlies van zekerheid, en dat vervolgens gaan waarderen.’

De van oorsprong reformatorische christen Johan Roeland behoort tot het nieuwe christendom waarin aandacht is voor het onuitsprekelijke, onvatbare, mysterieuze en paradoxale van het godsbeeld.

‘De ziel vindt steeds zijn weg, juist door tegenslag.’
(Pauline Weseman)

Het nieuwe christendom is een soort beweging die te herkennen is in de opkomst van activiteiten, festivals en vrijplaatsen van religieuze innovatie. Hierover praat journalist en religiewetenschapper Pauline Weseman met Roeland. Zij sprak met nog zestien andere christenen die al zoekende vorm geven aan dat nieuwe christendom. Samen met andere interviews en essays over dit thema verschijnt 1 november ’22 de bundel Ziel zoekt zin. Hoe verder als je geloof er niet meer toedoet.

Ze [dat nieuwe christendom] is deels niet nieuw, omdat de aanhangers teruggrijpen op oudere bronnen en daar herkenning in vinden. Oude en nieuwe mystici en denkers als Dag Hammerskjöld, Tomàš Halik, John Caputo en Peter Rollins. Zij hebben aandacht voor het onuitsprekelijke, onvatbare, mysterieuze en paradoxale van het godsbeeld.’

In het nieuwe christendom zijn gelovigen te vinden met een orthodox-christelijke achtergrond, die een geloofscrisis doormaakten en vervolgens toch weer uitkomen bij het christendom. En het dan op eigen wijze invullen. Maar zo eenvoudig is dat niet. Nergens krijg je volgens Roeland zo’n enorm geloofsconflict als in de orthodoxie waar religie de kern van alles is, sociaal, politiek, in werk en gezin.

Twijfelen kon en mocht niet. Het is niet zo verwonderlijk dat al deze mensen naar de mystiek neigen als tegenhanger, met ruimte voor het onbekende, paradoxale. Als kinderen meer leren dat twijfel een waardevolle manier is van in het leven staan en dat er meerdere perspectieven zijn op God, kun je dat omarmen als het je overkomt en voorkom je misschien een geloofscrisis.’


Johan Roeland

Voor Roeland is God toch die voortdurende aanwezigheid en afwezigheid, paradoxaal genoeg. 

Het is een besef van een mysterie, iets dat groter is dan mijzelf waardoor ik nooit oneindig val en me geroepen voel het goede te doen. Dat lukt me vaak niet, wat mij tot een schuldig mens maakt, maar niet zoals ik meekreeg in mijn reformatorische opvoeding. Ik heb de notie van schuld herontdekt en omarmd.’

Op de kritiek van theologen en religiewetenschappers die de nieuwe vormen vaak individueel gericht vinden – voor het voortbestaan heb je ook het collectief nodig – zegt Roeland dat hij eerder gelooft in tijdelijke, lichte gemeenschappen, waar je je niet voor altijd aan hoeft te verbinden en ze niet alles van je vragen.

Veel vormen creëren een tijdelijke connectie tussen gelijkgestemden, zoals community’s als LUX, een Groep van Eenvoud, PopUpKerk, Graceland, festivals überhaupt.’

Roeland zegt zo ook niet meer gebonden te zijn aan je lokale context voor het vormgeven van je eigen verhaal. Het blijft een zoektocht naar balans. Wat raak ik kwijt van mezelf in het collectief en wat mis ik aan het ergens bij horen als ik op mezelf ben aangewezen? Hij verwijst naar praktisch theoloog Henning Luther die zegt dat je voor religie zowel onderhouden en onderbreken nodig hebt.

Een kerk is vaak gericht op onderhouden, conserveren, continuïteit. Deze nieuwe christenen zijn vooral gericht op onderbreking, afbreken en opbouwen. Ze houden van de esthetiek, historie, het sacrale en symbolische repertoire van kerken maar zijn ook anti-institutioneel. Zodra het een keurslijf wordt, haken ze af.’

Zie: Als je het geloof der vaderen kwijt bent, maar God blijft rondspoken in je leven (Trouw)

Ziel zoekt zin. Hoe verder als je geloof het niet meer doet| Pauline Weseman | Uitgeverij Zilt | 208 blz. | November 2022 |  € 24,99 | E-book € 12,50 | Gebundelde reportages uit Trouw en interviews en essays uit Volzin van Pauline Weseman. Ook komt er in samenwerking met Trouw en Vrije Universiteit een ‘proeverij van nieuw christendom’ (31 oktober 2022) om de beschreven vormen uit te proberen en analyseren.

Beeld: Detail uit Contouren van een nieuw Christendom – Pauline Weseman (Volzin)
Foto Johan Roeland: Pauline Weseman
UPDATE: 11 oktober 2022

Zuurstof voor de ziel en ademruimte voor iedereen

Enis Odaci zegt pijn in zijn buik te krijgen van sommige gelovige mensen die niet in staat zijn om het meest eenvoudige te doen wat ze kunnen en moeten doen: het beste van hun geloof laten zien. Het is zijn universele kritiek op alle extreme gelovigen uit alle tradities. De islamdeskundige zegt dat als je van je geloof houdt en dat met hand en tand wil verdedigen, dat je dan de beste versie voor moet leven en God op je blote knieën moet danken dat je gezegend bent met het beste geloof allertijden. 

Odaci zegt dit in zijn artikel Over Salman Rushdie en het ‘kwetsbare geloof’. Het boek De Duivelsverzen wil hij nu wel heel graag lezen, om te begrijpen hoe het mogelijk is dat mensen zo boos kunnen worden op een schrijver die alleen maar een roman heeft geschreven.

Bij de aanslag op Salman Rushdie past daarom geen enkele mits of maar, geen enkele antiwesterse retoriek (of anti-islam retoriek). De man schrijft boeken. That is all. Als je daar niet tegen kunt ben je onderdeel van een lege opvoeding, een leeg volk, een leeg land en uiteindelijk een leeg geloof. Alsof de profeet dit zou goedkeuren.’

De auteur schrijft in Volzin, een online-platform voor nieuws en verdieping op het gebied van religie, zingeving en samenleving, wat de Koran zegt over mensen die kritisch zijn op de profeet Mohammed of op de islam:

God beval je in het boek dat wanneer je mensen de verzen van God hoort ontkennen of bespotten, je hun gezelschap moet verlaten, totdat ze van onderwerp veranderen.’ (Koran 4:140).

Moslims geloven, aldus Enis Odaci, dat Koranverzen letterlijke uitspraken van God zijn, en vraagt hij zich af hoe het mogelijk is dat aanslagplegers het beter schijnen te weten dan God zelf.



Salman Rushdie

De Schepper van het onmetelijk grote universum heeft jou, vermoedt de islamdeskundige, niet nodig om Zijn eer te beschermen. Of beter, zegt hij, organiseer een literair debat in plaats van een fatwa uit te spreken.

In plaats van theologische herinterpretatie onmogelijk te maken met dreiging van dood en gevangenis, organiseer je een ontmoeting tussen theologen, zoals moslims dat vroeger deden, nota bene onder leiding van Mohammed zelf.’

Beter is, aldus de auteur, dat je in plaats van mee te hossen in een bizarre demonstratie of boekverbranding, je je kinderen de kracht leert van kritisch denken.

Tegenover elke belediging op papier spreek je een wijs woord op hetzelfde papier. Er is geen schrijver die niet in gesprek wil gaan met zijn lezers.’

Odaci houdt er niet zo van als onder druk van media, politici en extreemrechtse penvoeders de moslimgemeenschap zich moet uitspreken.

Ik houd er wel van als het gebeurt vanuit een oprechte betrokkenheid voor de mens Salman Rushdie, vanuit de liefde voor de literatuur, het debat, het geloof, en de kunst in bredere zin. Bij elkaar leveren ze zuurstof voor de ziel en scheppen zij ademruimte voor iedereen.’

Zie: Over Salman Rushdie en het ‘kwetsbare geloof’ (Volzin)

Beeld: Yunus Esmeli (Pixabay)
Foto Salman Rushdie: Westobserver.com

Update 10 9 22: Zie: Adriaan van Dis interviewt Salman Rushdie: Compilatie van twee gesprekken die journalist, televisiepresentator en schrijver Adriaan van Dis in 1989 en 1992 met Salman Rushdie had. Met een nieuw opgenomen inleiding door Adriaan van Dis n.a.v. de aanslag die op Rushdie gepleegd werd in augustus 2022.

‘Ons wereldbeeld is toe aan een drastische herziening’

Baanbrekende wetenschappers en filosofen die aandringen op een herziening van het materialistisch-wetenschappelijke beeld van de werkelijkheid. Sinds maart 2022 zoekt en vindt filosoof en theoloog Taede Smedes die denkers. – Zinvol! – Denkers die tegen de wetenschappelijke consensus van een materialistisch wereldbeeld in durven te denken. De wetenschap krijgt steeds meer in de gaten dat de mens complexer is dan onze wetenschappelijke modellen.

Mind is what the brain does, dat is het idee. Dat is in het grootste deel van de neurowetenschappen nog altijd de gevestigde orde. Ikzelf heb ook jarenlang in dat spoor gewerkt, tot ik er uiteindelijk achter kwam dat het te kort door de bocht is en we op die manier niet tot antwoorden gaan komen. Ik ben toen tot de conclusie gekomen dat ik dat maar eens hardop moest zeggen.’
(Sarah Durston)

Wending
Sarah Durston, hoogleraar Ontwikkelingsstoornissen van de Hersenen, is zo’n denker. De neuropsycholoog formuleert het antwoord op de vraag van Smedes in Volzin wel aarzelend. Alsof ze het van de Heilige Wetenschap eigenlijk alleen maar mag denken. Ze zou verketterd kunnen worden. Of geëxcommuniceerd. Toch durft Smedes de vraag te stellen of het bestaan een doel, zin of bedoeling heeft.

Ik vind dat een hele moeilijke vraag. In ons boek neigen we naar een ja. Het makkelijke en eerlijke antwoord is dat ik ook wat die vraag betreft agnostisch blijf. Ik weet het niet zo goed. Binnen de traditionele wetenschap mocht je dit soort zaken absoluut niet zeggen. Maar je ziet daar wel een wending. Toch is dit volgens mij the next frontier. En voor sommigen is het een stap te ver. Maar toch, als ik mediteer – ik mediteer veel – dan denk ik wel eens: het zou nog kunnen ook. Maar hoe dat er dan uitziet en of eventueel een God ermee te maken heeft, dan weet ik het niet.’

Hoger bewustzijn?
Samen met psychotherapeut Ton Baggerman schreef Sarah Durston het boek It’s ultimately about us – een natuurlijk vervolg op The Universe, Life and Everything – waarin zij zeggen dat de mens een grote verantwoordelijkheid heeft voor de werkelijkheid waarin we leven. Dat klinkt voor Smedes als een opdracht en zijn vraag is dan: ‘Is er zo’n opdracht? Van wie krijgen we die opdracht?’

Los van de vraag of we een opdracht hebben die afkomstig is van een ‘hoger bewustzijn’ of hoe je het ook formuleert, hebben we wel degelijk een verantwoordelijkheid voor hoe we onze wereld inrichten.’


Sarah Durston

Zo komt het gesprek op zingeving. Wetenschappelijk kan Durston het niet hard maken, maar ze zegt dat de mens geneigd is om te denken dat het bewustzijn zich vooral manifesteert op het niveau van het individu.

Bewustzijn beleven we als iets wat ik heb en wat jij hebt en dat voor eenieder in een individueel veld zit dat niet met elkaar interacteert. Als je kijkt naar bewustzijnsbeleving, dan zijn we zo gericht op het niveau van het individu, dat we kwijtraken dat er soms andere manieren en niveaus zijn waarop we ons bewustzijn beleven.’

Werkelijkheid
B
ewustzijn zit, aldus Durston, in het grote systeem van de werkelijkheid en we gaan er klakkeloos vanuit dat bewustzijn zich alleen manifesteert op het niveau van het individu. Het is echter helemaal de vraag of dat klopt.

Misschien dat er bewustzijn bestaat op andere schaalgroottes, bijvoorbeeld op het niveau van de planeet als geheel – dan kom je natuurlijk al gauw aan Gaia-theorieën en andere speculatieve ideeën. Maar wie ben ik om dat bij voorbaat uit te sluiten?’

Soort-overstijgende empathie
A
ls Durston kijkt naar haar eigen beleving, dan kan zij wel degelijk een verbinding voelen met een bewustzijnsveld met meer dan alleen ik. Zij verwijst naar de Duitse bioloog Andreas Weber. Die spreekt over enlivenment:


Enlivenment

Er is een bewustzijn van hoe het voelt om te leven. Weber suggereert dat het hebben van een gevoel van levend-zijn iets is dat alle organismen gemeen hebben, zodat je kunt komen tot een soort-overstijgende empathie.’

Over bewustzijn zegt Durston dat, als je ervan uitgaat dat dit opborrelt uit het brein van een individu, synchroniciteiten dan vreemde gebeurtenissen en onwetenschappelijk zijn.

Maar als je serieus overweegt om het materialistische wereldbeeld in te wisselen voor een wereldbeeld waarin bewustzijn hoe dan ook een fundamenteel onderdeel is van de werkelijkheid, dan is het mogelijk dat er in dat bewustzijn dingen gebeuren die niet gekoppeld zijn aan alleen een individu.’

Niet-materialistische metafysica
V
anuit het materialistische denken hebben we heel veel dingen geparkeerd als onmogelijk en onwetenschappelijk, stelt Durston. Die zijn daardoor taboe geworden.

Dat heeft allemaal te maken met de metafysica die we hanteren. Als je ervan uitgaat dat we allemaal in een groter bewustzijnsveld met elkaar verbonden zijn, dan zijn zaken als synchroniciteit maar ook telepathie niet raar en ook niet paranormaal, ze passen dan heel goed binnen de normale werkelijkheid.’

Durston kent eigenlijk niemand die nog nooit rare gebeurtenissen en toevalligheden heeft meegemaakt.

Ze zijn onderdeel van onze dagelijkse werkelijkheid. Binnen een andere, niet-materialistische metafysica zijn die dingen gewoon mogelijk. Ik denk dus dat wat we als wetenschappelijk beschouwen, moeten oprekken.’

Zie:
*
‘Wat we als wetenschappelijk beschouwen moeten we oprekken’ (Volzin)
* Over bewustzijn en werkelijkheid (Volzin –Links naar deze serie)

Beeld: worldviewyourneys.com
Foto Sarah Durston: Twitter
Foto Enlivenment: Andreas Weber (shareable.net)

N.B. In het interview gaat het over twee boeken:
The Universe, Life and Everything (2017) – (Hier gratis te downloaden.) En over: It’s ultimately about u.

►Tip! SG: Science Café over Vrije Wil9 mei 20.30 – 22.00 uur.
Prof. Sarah Durston (UMC Utrecht) is ook in het Science Café in Tivoli Vredenburg Utrecht. Het gesprek met haar gaat dan over Vrije Wil, samen met filosoof dr. Niels van Miltenburg (UU) en psychiater en filosoof prof. Gerben Meynen (UU). Toegang gratis – vol is vol. (foto ‘flying birds’: UU)

Pleidooi voor mystiek in de psychologie

Het is hoog tijd dat de psychologie zich óók door de mystiek laat inspireren. Psycholoog Vincent Duindam vraagt zich af of er een psychologie denkbaar is waarin we leren om contact te maken met je wezenlijke identiteit, een diepere dimensie: je diepte, je stilte, de bron, de verticale dimensie. Kunnen we de ‘ziel’ weer terugbrengen in de psychologie? Psychologie dus die zich niet alleen laat inspireren door natuurwetenschappen of geesteswetenschappen, maar ook door spiritualiteit. Kan de psychologie weer bezield worden?

Het maakt Duindam nieuwsgierig naar de mogelijkheden. Hij zegt zelf ook niet zeker van de antwoorden te zijn, maar het gaat hem om de poging. Daarover gaat zijn boeiende artikel Psychologie moet zich óók door de mystiek laten inspireren in Volzin. Psychologie kan op de natuurwetenschappen willen lijken (‘wij zijn ons brein’), of zich richten op betekenis, zingeving, je verhaal. De ziel die Duindam terug wil brengen in de psychologie ligt echter dichtbij de humanistische en de positieve psychologie.

Ik denk dat het nu revolutionair en hoog tijd is dat de psychologie zich óók door de mystiek laat inspireren. Dus: door stilte, meditatie, ‘uit je verhaal stappen’. De psychologie kan en mag zich later inspireren door natuurwetenschappen, geesteswetenschappen, en ja ook door spiritualiteit. Het laatste perspectief maakt nieuwsgierig naar de mogelijkheden. Ik ben zelf ook niet zeker van de antwoorden, maar het gaat om de poging.’
(Duindam)

Duindam noemt mystiek in één adem met spiritualiteit. Toch zijn er verschillen. Filosoof dr. Angela Roothaan beschrijft in Spiritualiteit begrijpen als gemene deler van de spiritualiteit: ‘leven, in de zin van echt, authentiek leven, gebalanceerd leven, in liefde met het hogere leven’. Bij mystiek denk ik meer aan ‘bewustzijn van Gods aanwezigheid in ons’, zoals Rob Faesen SJ dat omschrijft. Het is natuurlijk allebei waardevol, maar op de sofa bij de psycholoog zijn mensen vaak niet op zoek naar God, ze willen vooral in contact komen met hun ziel, hun eigen diepte of zichzelf (her)vinden. Maar misschien kom je dan toch bij God uit, bij het hogere leven…

Psychologie gaat, aldus Duindam, vaak over ‘de beste versie van jezelf ontwikkelen’, spiritualiteit gaat over het vinden van je diepste identiteit: ‘Op die diepste plek is ruimte en ben je niet alleen, maar verbonden met ‘het geheel’.’ Hij verwijst naar prof. dr. Sarah Durston (hoogleraar ontwikkelingsstoornissen van de hersenen aan het UMC Utrecht en voorzitter van de Stichting Bewustzijn en Wetenschap.) Zij roept op spiritualiteit serieus te nemen, omdat dit wel degelijk een onderdeel is van de menselijke ervaring.

Ook noemt de auteur prof. dr. Mia Leijssen (emeritus-hoogleraar psychologie en psychotherapie) die een existentiële welzijnscounseling ontwikkelde: Existential Well-being Counseling. Het gaat dan onder meer om focussen.

Focussen is een hele mooie, zachte manier om in dialoog met je eigen lichaam, een waarheid te ontdekken die zich onder je alledaagse bestaan afspeelt. Het is een creatieve methode waarin je jezelf tot je verbazing dingen hoort zeggen, die je niet met je hoofd had kunnen bedenken. Er komen veelzeggende beelden tevoorschijn.’
(Duindam)

Het belangrijkste van deze aanpak vindt Duindam echter dat de luidruchtige mind omzeild wordt:

Dat betekent niet alleen dat je jezelf verrast doordat je langs je geijkte denkpatronen en je eigen vaste clichés gaat, het betekent ook dat je in contact komt met een diepere dimensie. Je kunt dit je diepte, je stilte, de bron, de verticale dimensie noemen.’
(Duindam)

Bronnen:
* Psychologie moet zich óók door de mystiek laten inspireren (!Bericht niet meer te vinden in Volzin – update 18 02 2023)
* Spiritualiteit begrijpen, een filosofische inleiding – Angela Roothaan

Foto: © Françoise Idzerda

‘We hebben God van zichzelf bevrijd’

Charlotte 202003 Pixabay

‘Gaat het wel goed met God? Hij lijkt oud en vermoeid geworden, afgeleefd en uitgerangeerd.’ Dit vraagt Peter Nissen zich af in Volzin, een magazine voor religie en samenleving. Dit beeld kwam bij de theoloog op als God verschijnt in een strip van Dirkjan, een creatie van de Nijmeegse striptekenaar Mark Retera. Die God beantwoordt aan het klassieke kinderlijke beeld van God: een oude, wijze man, uiteraard met een lange baard, zittend op een witte wolk. Nissen zegt dat om God geboren te kunnen laten worden, zo zoals Hij is, wij afstand moeten doen van de beelden die wij van Hem hebben. ‘Precies in de persoonlijke omgang met het ongrijpbare en onbeschrijfbare mysterie van onze bestaansgrond ligt de toekomst van God’.

Dié God heeft afgedaan
I
n zijn artikel ‘Ons hele heil is in het niet-weten’ stelt Nissen dat God die Rechter, Straffer en Beloner is, de alwetende toezichthouder: dié God heeft voor de meeste mensen afgedaan. De strip van Dirkjan riep volgens de kerkhistoricus verdeelde reacties op. ‘Godlasterlijk’ vonden sommigen en van anderen moest God uit de strip verdwijnen omdat Hij in het verleden al zoveel ellende heeft veroorzaakt.

De God van Dirkjan beantwoordt aan het klassieke kinderlijke beeld van God: een oude, wijze man, uiteraard met een lange baard, zittend op een witte wolk. Dat is de ‘oude wijze’ uit het Bijbelboek Daniël, zittend op een troon van vuurvlammen, zonder baard nog, maar wel met een kleed ‘wit als sneeuw’, en dat is de God van Michelangelo uit de Sixtijnse Kapel. Die God kan heftige reacties oproepen: sommigen zien hem als de ware, anderen vinden hem verwerpelijk. Maar voor de meeste Nederlanders, gelovig of niet, zo moeten we nuchter vaststellen, heeft Hij afgedaan. Hij bestaat niet meer. Hij is van zijn wolk gevallen en van zijn troon afgedaald.’

‘God opgeven omwille van God’
V
oor hoogleraar Spiritualiteitsstudies Peter Nissen zit God niet langer op een troon vanwaar Hij ons allemaal in de gaten houdt. Als Hij er nog is, dan is Hij in elk geval ‘altijd anders’. God is ontslagen als hoeder van de publieke moraal. De god van het opgeheven vingertje heeft afgedaan.

Misschien is hij daarmee wel bevrijd van zichzelf. Om God geboren te kunnen laten worden, zo zoals Hij is, moeten wij afstand doen van de beelden die wij van Hem hebben. Dat is een kerngedachte van de middeleeuwse Dominicaanse theoloog Meister Eckhart. Wij moeten, zo schreef hij, ‘God opgeven omwille van God’. Dat betekent: wij moeten alle beelden van God achter ons laten, in het besef dat geen enkel beeld volstaat. Wij weten niet wie of wat God is.

Ophouden met zoeken
D
at betekende, aldus Nissen, voor Meister Eckhart ook: ophouden met het krampachtig zoeken naar God.

In veel populaire spirituele literatuur wordt het zoeken naar God als het hoogste ideaal beschreven. Maar als wij dat zoeken doen met ons verstand, met onze begrippen, met onze hang naar rationeel begrijpen, dan lopen wij God mis.’

Met het ‘ietsisme’ is meer aan de hand
N
issen stelt dat het beeld van God als een persoon, die ingrijpt in de wereld en die zich met ieder van ons persoonlijk bemoeit, op grote schaal heeft plaatsgemaakt voor het beeld van God als een hogere macht, een kracht of een energie, die ons doet bestaan en die als dragende grond in de werkelijkheid werkzaam is.

Ronald Plasterk had het in 1997 over het ‘ietsisme’. Nissen verwijst hiernaar, maar vindt dat er toch meer aan de hand is met dit besef dat er ‘iets’ is en dat het ‘ietsisme’ bij nader inzien minder leeg, minder vrijblijvend en ook minder oppervlakkig blijkt te zijn dan door Plasterk en ook door woordvoerders van de kerken wel gesuggereerd werd.

Van theologische zijde zijn verschillende pogingen ondernomen om juist vanuit het perspectief van de mystieke traditie tot een herwaardering van het ‘ietsisme’ te komen, zelfs onder het speelse motto ‘iets is beter dan niets’. De remonstrantse theologe Christiane Berkvens-Stevelinck maakte duidelijk dat een ‘ietsistische’ opvatting niet een persoonlijke verhouding tot dat ‘Iets’ in de weg hoeft te staan, dat dus ‘ietsisme’ gerust een fundament van (christelijke) spiritualiteit kan zijn. Dat gebeurt volgens haar op het moment dat ik me verbeeld’ dat iets voor mij iemand is, die onmogelijk in woord en beeld gevangen kan worden, maar die mij aanspoort tot het goede, die naar mij omziet en mijn leven richting geeft. En het is deze vertaling van het onkenbare Iets in een verbeeld Iemand die mijn leven betekenis verleent’.’

Zie: ‘Ons hele heil is in het niet-weten’ (Volzin, 17 juni 2020)

Beeld: charlotte 202003 via Pixabay

De moderne droom van de Godgeworden mens

12

‘Wie kan de definitieve uitkomst voorzien?’ vroeg Freud zich ooit af, geciteerd door filosoof Ger Groot in De geest uit de fles. Freud had het toen over ‘de eindeloze reeks van zelfontwerpen zonder richtsnoer of doel die tot een gevoel van onbehagen leidt’. Religie speelt bij de uitkomst ervan misschien een grotere rol dan Groot zelf vermoedt, ook gezien het feit dat er op aarde vele malen meer gelovigen dan ongelovigen zijn, aldus Simone Bassie & Michel Dijkstra in een recensie over zijn boek in hun artikel De denker en de dode God.  

De filosofie wil net als haar tweelingzusje de wetenschap, de mens en zijn wereld begrijpen en daar zijn altijd onvermijdelijk dromen, visioenen en beloften mee gepaard gegaan.’ (Ger Groot)

Kennis en inzicht gaan volgens de auteurs – in Volzin – nu eenmaal gepaard met zulke zaken. Het bijzondere van filosofie is volgens Groot echter dat zij ‘nooit bij zichzelf blijft stilstaan, altijd op zichzelf vooruitloopt en een toekomst ontwerpt – die zich zelden op die manier waarmaakt.’ Wijsgerig denken wordt dus gekenmerkt door openheid en het kritisch bevragen van eerdere ideeën en vooronderstellingen, aldus Bassie en Dijkstra.

Volgens Groot is de geschiedenis van de moderne wijsbegeerte ‘één aanhoudende poging in het reine te komen met dit verlies van een goddelijk ankerpunt. De betekenis daarvan gaat veel verder dan de religieuze vraag of iemand in God gelooft’.’

degeestuitdeflesHoewel de filosoof atheïst is, schuift hij volgens Bassie en Dijkstra het fenomeen religieus geloof niet zomaar terzijde.

Groot stelt dat de zogenaamde ‘architectuur van het denken’ radicaal veranderd is door de reflectie op de dood van God. De Schepper viel namelijk samen met de absolute waarheid en werkelijkheid, maar de mens kan zich die rol nooit aanmeten: ‘Wanneer de mens in de moderne tijd ‘God wordt’ of minstens ‘voor God speelt’, zoals soms gezegd wordt, moet hij zich tegelijk rekenschap afleggen van de eindigheid of beperkingen die voor hem nu eenmaal wezenlijk zijn.’ Op die manier heeft het verdwijnen van het goddelijke fundament van de werkelijkheid de moderne mens gemaakt tot wie hij is.’ 

Paradoxaal genoeg, zo zeggen de auteurs, heeft het christendom zelf de afsterving van het geloof voorbereid. Het protestantisme brengt door zijn nadruk op de intimiteit van de gelovige met God, aldus de auteurs, namelijk het instituut kerk ongewild in diskrediet, en zo komt de absolute, uit de middeleeuwen stammende macht van de religie over de mens in gevaar:

Juist in haar toespitsing op de individuele mens bereidde de Reformatie in veel opzichten het moderne perspectief voor, waarin God steeds minder en de mens steeds meer de spil en grondslag van de wereld werd.’

Of je deze ontwikkeling nu positief of negatief beoordeelt, zeggen zij, maakt volgens Groot niet zoveel uit. Tenminste, als je de filosofische problematiek goed tot je laat doordringen:

Zolang de moderne droom van de Godgeworden mens duurt, ontkomt de filosofie niet aan de contradictie tussen de humanistische pretentie in hem een nieuwe grondslag van alles te hebben gevonden en het menselijk onvermogen daaraan te beantwoorden.’ 

04_oratio_de boer-groot_omslag_voorzijdeOp het eerste gezicht lijkt Groot zich met deze analyse in De geest uit de fles puur negatief uit te spreken over de rol van religie in de moderne tijd, aldus de recensenten, en zij stellen dat in een eerder werk, de met Theo de Boer gepubliceerde dialoog Religie zonder god (2013), Groot echter een ander perspectief schetst op religieus geloof.

Godsdienst laat ‘een opening in de werkelijkheid zien die het denken niet kan dichten’.’

Bassie en Dijkstra stellen dat volgens Groot een plechtige religieuze handeling de mens op het transcendente wijst en dat deze transcendentie echter uitdrukkelijk niet slaat op een de zichtbare werkelijkheid overstijgend wezen.

Integendeel: met Sartre vult Groot dit begrip juist zeer aards in. Door het bijwonen van een ritueel wordt de mens namelijk geconfronteerd met datgene wat zijn ego of bewustzijn overstijgt, namelijk de wereld of de medemens. Deze ontmoeting met de ander of het andere is precies wat de moderne mens nodig heeft.’

De auteurs vinden dat de moderniteit zich namelijk niet alleen kenmerkt door een reflectie op het verlies van God als de absolute waarheid, maar ook door de gerichtheid van het subject op zichzelf.

Met andere woorden: in de moderne tijd trekt de filosofie zich terug uit de werkelijkheid om zich puur op de inwendigheid van het bewustzijn te richten. Groot: ‘Als er immers íets is dat dit moderne subject kenmerkt, dan is het wel het feit dat het een zuivere innerlijkheid geworden is’.’

De vraag die zich bij deze these opdringt aan Bassie en Dijkstra is of Groot niet te veel aan de buitenkant van religie blijft staan.

Is religie voor een gemiddelde gelovige inderdaad hoofdzakelijk een praxis en denkt hij nooit na over wie God is en wat zijn verhouding ten opzichte van de Schepper inhoudt? Beschouwt hij God niet als iets dat of iemand die de zichtbare werkelijkheid overstijgt, dus de transcendente instantie die een ritueel als bidden zin geeft? Het is zeer de vraag of een gelovige zichzelf in het betoog van Groot kan herkennen.’

Ger Groot | De geest uit de fles | Lemniscaat | 360 blz. | € 34,50 | Theo de Boer & Ger Groot | Religie zonder God. Een dialoog | Sjibollet | 119 blz. | € 17,95

Zie: De denker en de dode God

Beeld: despiertacordoba.wordpress.com

Nieuwe spiritualiteit: volksreligiositeit van vandaag?


Zweeft de nieuwe spiritueel minder dan de christen? Is het christelijk dedain voor nieuwe spirituelen vergelijkbaar met het vooroorlogs antipapisme en de hedendaagse weerzin van populisten tegen de religie van de vreemdeling? Dat vraagt theoloog Theo van der Kerkhof zich af in zijn bijdrage Nieuwe spiritualiteit is de volksreligiositeit van vandaag. Hoogleraar theologie Marcel Poorthuis zet hier tegenover dat de het de nieuwe spirituelen ontbeert aan overgave en engagement.

Een aardige discussie die hout snijdt. Zet je alle dogma’s overboord en beleef je je geloof frank en vrij? Kan dat dan? Mag dat? Geen houvast nodig uit heilige geschriften, overleveringen en openbaringen, maar gewoon geloven vanuit je hart? Zonder regels, belijdenissen of wat voor religieuze wetten dan ook? Het blad Volzin geeft deze discussie de ruimte. De kerken lopen leeg, maar de harten van mensen raken vervuld met spiritualiteit.

Volgens Poorthuis verdampt het geloof zonder verbondenheid met een geloofstraditie. Nieuwe spiritualiteit is steriel en zwevend als je kinderen religieus opvoedt zonder geloofsgemeenschap. Spirituelen ontberen in zijn ogen de wijsheid van religie, de verbinding met de geloofsgemeenschap.

‘Ik maak me zorgen over de moderne tolerantie die zo intolerant wordt dat essentiële rituelen zoals ritueel slachten worden aangevallen. Geen spiritueel heb ik daar over gehoord.’ 

Volgens Van der Kerhof lijkt Jezus van Nazereth niet op de zoete Jezus van de zondagsschool maar meer op Bhagwan Shree Rajneehs.

‘Nieuwe spirituelen zijn niet gelovig uit gewoonte, maar uit existentieel verlangen. Spiritualiteit is voor hen iets voor het alledaagse leven, voor de dinsdagochtend om kwart over elf. De nieuwe spiritualiteit verdient evenveel respect als de Mariadevotie in de Sint Jan in Den Bosch.’

Zie: Volzin

Foto: inenomootmarsum.nl

‘Nee, Dick Swaab, wij zijn onze ziel’


Het is aan de filosofie, de kunst en de religie om de ziel te herwinnen op de wetenschappers die haar als een hersenspinsel afdoen. Dat zegt filosoof Gerard Visser in het tijdschrift Volzin. Visser vindt dat de oude metafysische denkers die de ziel erkennen en de moderne rationalisten die haar ontkennen dezelfde denkfout maken: namelijk dat de ziel een soort ‘ding’ zou zijn dat je überhaupt kunt kennen – erkennen dan wel ontkennen.

Hoezeer wetenschappers haar ook proberen te ontkennen, de ziel is hardnekkig. In ons dagelijkse taalgebruik hanteren we voortdurend woorden als bezield, bezieling, zielloos, zielsveel, op de ziel trappen…

Visser ziet zich, volgens Volzin, als een vertegenwoordiger van een derde, meer subtiele positie van ‘spirituele terughoudendheid’, die er vanuit gaat dat de menselijke ziel uiteindelijk een ondoorgrondelijk fenomeen is.

Visser citeert met instemming de Griekse filosoof Heraclitus, die al zo’n 2500 jaar geleden schreef: ‘Van de ziel zul je de grenzen op je speurtocht niet vinden, al bewandel je elke weg: zo’n diepe samenhang heeft zij.’

Gerard Visser is hoofddocent cultuurfilosofie aan Universiteit Leiden en voorzitter van het Gezelschap voor Fenomenologische Wijsbegeerte. Recente boeken van zijn hand zijn Niets cadeau. Een filosofisch essay over de ziel (Valkhofpers, 2009), Water dat zich laat oversteken (Sjibolet, 2011) en In gesprek met Nietzsche (Van Tilt, 2012).

Al gaat het concept van de ziel ons boven de pet, of geloven we er simpelweg niet in, we begrijpen allemaal wat met dergelijke woorden bedoeld wordt. (…) Ziel staat voor het onaantastbare mysterie van het zelf.

Verder in nr. 23 (30 maart 2012) van Volzin: : Arts-filosoof Bert Keizer:  wij zijn onze ziel II: ‘De neuro-filosofie denkt niet’ – Stiltegoeroe Miek Pot: ‘Het klooster maakte me bijna kapot’Niet doen!: Pasen vieren in de Heilig Grafkerk – Emile Roemer bezingt Herman Gorter: ‘Een nieuwe lente…’

VolZin is een tweewekelijks opinieblad dat inspiratie biedt voor bewust en zinvol leven. VolZin schrijft over eigentijdse vormen van levensbeschouwing en spirituele manieren van leven in de moderne wereld – genuanceerd, diepzinnig, kritisch, optimistisch en geëngageerd.