
De kritische wetenschapper wordt vaak tegenover de naïeve gelovige geplaatst. ‘In dat beeld leggen zowel de wetenschapper als de gelovige een claim op het weten.’ Filosoof Désanne van Brederode becommentarieert de denkwijze over religie als iets wat zekerheid en vastigheid biedt, zelfs tegen beter weten in. ‘Maar terwijl de wetenschapper zijn wereldbeeld blijft aanpassen,’ vervolgt Van Brederode, ‘houdt de gelovige krampachtig vast aan een almachtige godheid die je precies vertelt hoe de wereld werkt en hoe je moet leven. Het idee is dat wie gelooft zelf niet hoeft na te denken: hij wéét alles al.’
‘Geloven is geen vorm van weten maar een existentiële keuze
voor een leven vol onzekerheid’
(Søren Kierkegaard)
Wetenschap en religie
Wittgenstein had veel invloed op de filosofie van religie, stelt Filosofie Magazine (december 2023). Hij keert zich tegen atheïsten die stellen dat het geloof achterhaald is omdat de wetenschap betere verklaringen biedt.
‘Maar hij was ook kritisch op religieuze mensen die het bestaan van God proberen te bewijzen. Beide manieren van denken reduceren religie in zijn ogen tot een achterhaalde vorm van kennisvergaring.’
(FM)
Bij Wittgenstein gaat geloof niet om kennis, maar om iets anders. Hij wordt sterk geïnspireerd door de Deense filosoof Søren Kierkegaard, die stelt dat geloven geen vorm van weten is, maar een existentiële keuze voor een leven vol onzekerheid.
Godsbewijzen
Twee zienswijzen komen aan bod bij Willem B. Drees. De emeritus hoogleraar filosofie aan de Tilburg University vermeldt een rationalistische kijk op het geloof en een kijk die het geloof buiten de rede plaatst, een zienswijze die tijdens de Verlichting ontstond.
‘Enerzijds is er een rationalistische kijk op het geloof. Die zie je terug bij Thomas van Aquino en Baruch Spinoza. Zij probeerden allebei op hun eigen manier God in een systematisch geheel te passen en het bestaan van God rationeel te bewijzen.’ Zo leverde Aquino in zijn teksten vijf godsbewijzen, die ervoor moesten zorgen dat het bestaan van God buiten kijf kwam te staan.’
(FM)

Bestaan van God staat buiten kijf?
Godsargumenten
FM stelt dat het volgens Immanuel Kant onzinnig is om godsbewijzen te leveren, want God kun je niet met de rede doorgronden. – God met rede doorgronden is echter niet zo zeer de bedoeling van de hedendaagse filosoof Emanuel Rutten. Hij bewijst het bestaan van God niet, maar probeert met godsargumenten het bestaan van God uit de schepping af te leiden. In zijn proefschrift onderzoekt hij kosmologische argumenten.
En in zijn nieuwe boek Datgene waarboven niets groters gedacht kan worden staan acht nieuwe argumenten. Ook hierin maakt hij duidelijk dat de argumenten het bestaan van God heel waarschijnlijk maken, maar geen absolute zekerheid bieden. Bovendien, geloof in God op zichzelf vindt de filosoof al een legitieme basisovertuiging die zonder rationele argumenten intellectueel eveneens gerechtvaardigd is.
‘Bewijzen doen we in de wiskunde, niet in de filosofie. Het gaat om een argumentatie met plausibele (maar geen volkomen zekere) premissen en dus ook een plausibele (maar geen volkomen zekere) conclusie.’
(Emanuel Rutten)

Vaak wordt geloof in God weggezet als onzinnig en irrationeel, stelt Rutten in ‘Redelijke Godsargumenten tracht men te framen als onzinnig’ (2015): Door te laten zien dat er redelijke argumenten zijn voor het bestaan van God wil hij dit ‘frame’ doorbreken. Vooral in West-Europa worden gelovige jongeren vaak blootgesteld aan harde kritiek op hun geloof, zegt hij. ‘Door te laten zien dat geloof in God allesbehalve irrationeel is, kan men dat soort gesprekken een stuk geïnformeerder ingaan dan nu helaas vaak het geval is.’
Geloven met hart en rede
‘God is zowel een kwestie van het hart als van het verstand, zegt Rutten in Datgene waarboven niets groters gedacht kan worden. Die uitspraak vind je terug in de titel van het interessante en uitgebreide artikel in Filosofie Magazine: Geloven met hart en rede (december 2023). Dit besteedt vooral aandacht aan Denken over geloven – Van moderne zekerheid tot agnostische terughoudendheid van Willem B. Drees, en Wittgenstein on Religious Belief van Genia Schönbaumsfeld.
Wittgenstein komt geregeld aan het woord en die stelt dat als je van religie een wetenschappelijke kwestie maakt, geloof tot een vorm van bijgeloof verwordt, tot een soort achterhaald magisch denken. Religieuze verhalen zijn namelijk nooit wetenschappelijk aannemelijker dan een goed geteste hypothese.’
‘Daarom, zegt Schönbaumsfeld, verzet Wittgenstein zich zowel tegen atheïsten die religie onderuit proberen te halen met wetenschappelijke argumenten als tegen religieuze mensen die zeggen dat religie een sluitende verklaring voor de wereld biedt. Beide kampen reduceren geloof volgens hem tot slechts één functie: de wereld verklaren.’
(FM)
‘Bestaan’
Het woord ‘bestaan’ duidt volgens Wittgenstein meestal op tijdelijk bestaande dingen, zoals een kat, een tafel of een mens.
‘Alles wat bestaat, heeft ooit niet bestaan en zal op een dag ophouden te bestaan. Maar God niet. In de definitie van God zit al besloten dat hij noodzakelijk en eeuwig bestaat. God móét bestaan, anders is Hij God niet meer.’
(Schönbaumsfeld)
God is geen aanwijsbaar ‘iets’
Wittgenstein wil dus laten zien dat God geen aanwijsbaar ‘iets’ is zoals een mens, een kat of een tafel. Hij verwijst bij dit punt volgens Schönbaumsfeld naar de protestantse filosoof Søren Kierkegaard.
‘Kierkegaard schrijft: “God bestaat niet. Hij is eeuwig.” Hij bedoelt hiermee: wat eeuwig is, bestaat niet, of in elk geval niet zoals jij, ik en de dingen om ons heen bestaan.’
Bronnen:
* Geloven met hart en rede – Volgens Kant, Wittgenstein en Kierkegaard draait geloven helemaal niet om zekerheid – integendeel. (Femke van Hout, Filosofie Magazine, nr. 12, december 2023)
* ‘Redelijke Godsargumenten tracht men te framen als onzinnig’ (Goden En Mensen, 2015)
Beeld: De Pilaren der Creatie. 2022. Webb, in nabij-infrarood licht. (Afbeelding van NASA, ESA, CSA, STScI; J. DePasquale, A. Koekemoer, A. Pagan (STScI.)
Beeld Bestaan God: Lucepedia (Tilburg School of Catholic Theology – Tilburg University)
Update 28012024
Ontdek meer van RELIFILOSOFIE
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.



Een prachtige, korte ‘beschrijving’ ; verduidelijkt veel voor mij, om maar weer eens (!) Wittgenstein en Kierkegaard te gaan lezen. Het boek van Emanuel Rutten houd ik ernaast. Had niet begrepen dat Rutten geen Godsbewijs geeft, maar het ‘bestaan’ van God afleidt…..Mooie (zon) dag om te gaan lezen….
LikeLike
“FM stelt dat het volgens Immanuel Kant onzinnig is om godsbewijzen te leveren, want God kun je niet met de rede doorgronden.”
Dat is zeer aannemelijk: je kan bijvoorbeeld ook niet de geur en/of de kleur van een roos met de rede doorgronden. Het argument hiervoor volgt uit de onmogelijkheid om met rationele kennis te vertellen wat de qualia van een roos zijn. Dat heb ik geleerd van Ulrich Libbrecht. Probeer maar eens aan iemand die nog nooit een roos heeft ervaren, hem de geur en kleur te vertellen.
Als de rede deficiënt is in zake qualia, dan zal de rede zeker ook deficiënt zijn in zake “god”. Dat is dus één nul voor Kant contra Rutten.
Nochtans heeft Rutten een boek geschreven “Voorbij Kant. Op zoek naar onweerlegbare voorbeelden van a priori synthetische kennis.” Toen kwam er kritiek van enkele andere filosofen die stelden dat Rutten, Kant niet goed begrepen had. Rutten weigerde een dialoog, waarop de andere filosofen schreven dat ze hun boeken van Rutten gingen verbranden.
Emanuel Rutten is primair een rationalist en zijn god is o.a. de wiskunde-god en natuurkunde-god.
Dat blijkt o..a. uit zijn godsargument: “Emanuel Rutten: We bevinden ons op de rand van een scheermes – Het fine tuning argument.” Hij gaat daarbij uit van onbewezen zaken zoals de lineaire tijd met een begin in plaats van een circulaire tijd en dat de natuurconstanten absoluut constant zijn en niet veranderlijk. Zijn uitgangspunt mist de “toereikende grond” en derhalve verzint hij uitgaande van onzinnige (volgens Kant dus) argumenten “god” vanwege de onbewezen mentale verzonnen wet van toereikende grond. Ook weer een zogenaamd onweerlegbare a priori synthetische kennis.”
Dus Paul, kom niet weer opnieuw met Emanuel Rutten aan. Hij bewijst god uit zijn hoofddenken en het gaat bij god niet over weten maar ervaren: het hartdenken. Het klopt wel “God bestaat niet” (sunyata?) echter hij is niet eeuwig. Want voor het begrip eeuwig (vele eeuwen) heb je de tijd nodig. Dat is het leuke van taal dat “buiten de tijd” (eeuwig) kan je niet in onze tijdruimtelijke ervaringswereld rationeel benomen.
Bij Ulrich Libbrecht lees ik over god: het sunyata is hetzelfde als de godservaring bij Meister Eckhart.
Het gaat dus niet om de ratio noch het geloven. Het gaat bij god over de ervaring. Zoals beschreven bij Rudolf Otto en bij Kitaro Nishida.
Met vriendelijke groet van JanD
LikeLike
@Jan D schrijft: ‘Dus Paul, kom niet weer opnieuw met Emanuel Rutten aan. Hij bewijst god uit zijn hoofddenken en het gaat bij god niet over weten maar ervaren: het hartdenken.’
– Als je goed leest, Jan, dan – en dan vooral in zijn nieuwe boek – gaat het bij Rutten ook om het hart. In https://www.kokboekencentrum.nl/boek/datgene-waarboven-niets-groters-gedacht-kan-worden/ zegt hij: ‘God is zowel een kwestie van het hart als van het verstand.’
LikeLike
Beste Paul.
Leuk deze dialoog.!
“Je hebt gelijk, maar ik heb geen ongelijk.” zei eens een collega tegen mij. Snap je?
Je hebt gelijk over de opmerking van het hart. Echter…..
Ik heb dat nieuwe boek van Emanuel Rutten “Datgene waarboven niets groters gedacht kan worden” niet gelezen. Ik heb wel voor ik mijn eerdere reactie schreef jouw beschrijving en die boekbeschrijving goed gelezen. Ik voel die opmerking over hart-denken niet aan zoals wat ik ermee bedoel. De titel zelf gaat ook prominent over “denken” (deficiënt zoals ik heb aangetoond) en “daarboven” (“boven” als deficiënt ruimelijke aanduiding) en het proberen te bewijzen dat er een “geestelijke grond” (slechts een mentale abstractie) voor alles is. Daarbij maakt Emanuel Rutten gebruik van een logica die gebaseerd is op Aristoteles, die is volgens mij alleen toepasbaar binnen ruimte en chronologische tijd. (voor en na en causaal en uitgesloten derde enz) Die logica is niet toepasbaar op god/sunyata.
Ik heb liever de logica van Nagarjuna en wat betreft “tijd” verwijs ik naar Mc Taggert:
“According to McTaggart, nothing is truly in time. Since time is unreal, there can be no creation. However, even if time is unreal, McTaggart believes that we can truly say of two things that there is a causal relation between them.”
Bovendien: iedereen kan vaststellen dat de chronologische tijd (in de fysica) niet de ervaringstijd is. Lees het boek: “Waar was ik toen ik er niet was” Tijd is een illusie.
Ik geef dan ook de voorkeur aan de logica van Nāgārjuna boven die van Aristoteles.
Dat hart-denken dat bedoelde ik als ‘ervaring’ zoals ik schreef: “niet over weten maar ervaren”. Ik begrijp dat mijn samenvattende aanduiding met :”hartdenken” niet juist is geformuleerd. sorry.
Over Ulrich Libbrecht met zijn opmerking van sunyata als ervaring van god of het niet-zijn, de volle-leegte. Daarnaast beschrijft Libbrecht dat het “ervarings-gevoels-denken” eigenlijk een ‘niet-begrijpen’ (grijpen: vasthouden, over beschikken) is maar hij gebruikt het woord “capteren”. Capteren: als ontvangen van vluchtige energie dus niet concreet vastleggen. Hij gebruikt het met een symbolisch voorbeeld van een kompas, waar de naald vrij kan bewegen en gericht wordt door het veld en niet vast geplakt zit aan het glas. Levend ervaren dus en niet dogmatisch vastgelegd.
Het hartdenken noemt men in de gnostiek de gnosis: “de kennise van het hart” als een godservaring: niet een geloven noch een rationeel te duiden weten maar een tijdloos verdwijnen in een contadictoire identiteit.
“God bestaat niet”. Een leuk donut onderwerp Paul.
Het leukste is dat god niet bestaat maar toch ervaren kan worden.
Niets ten nadele van de mens Rutten. Hij is een gelovige, wetenschapper en filosoof. En hij vindt dat er voldoende ruimte over blijft voor het mysterie omtrent Gods wezen. Tja mijn perceptie is dat hij het wonder der natuur ontmythologiseerd met zijn ijver. De mythe prefereer ik qua gevoelservaring dan een oude logische verhandeling.
Hartelijke groet van JanD en bedankt voor je reactie Paul!
LikeLike
@JanD,
We dia-logi-seren nog even verder. 😉
Je schrijft “Tja mijn perceptie is dat hij het wonder der natuur ontmythologiseerd met zijn ijver. De mythe prefereer ik qua gevoelservaring dan een oude logische verhandeling.”
Ik zie die ontmythologisering niet. Rutten is nota bene geraakt door mysticus Augustinus die van hem ‘abrupt’ een christen ‘maakte’. Al zijn argumenten vertellen mij juist boeiende ‘wetenschappelijke mythes’ over het universum (vandaar zijn kosmologische argumenten).
Zijn logica zou je ‘mythologica’ kunnen noemen, en dan ook nog uit het hart.
Je mag echt meer lezen van hem en ook bijvoorbeeld de podcast bij ‘De Ongelooflijke Podcast beluisteren, een van de eerste edities: #6.
Enfin, maak eens een mooie zoektocht vanuit je hart: een beetje logica is best ook hartverwarmend. 😉
LikeLike
Beste Paul
Het doet me veel genoegen om de donut redenering te ondersteunen: vooral ter vermaek ende eventueel ook nog ter lering. Dus verder dialogiseren als het mag.
De donut redenering draait om het lege gat waar het nu juist om gaat: veel geblaat en geen wol in het centrum. De donut wordt steeds dikker en dikker van begrip en van woorden… maar het gat blijft een onverklaarbare leegte. God bestaat niet en het centrum blijft leeg. God is niet dood, maar heeft nooit bestaan.
Het heilige (als centrum in de donut) is de essentie van iedere religie volgens Otto. De ervaring van das ganz Andere, iets wat tegelijkertijd vrees en fascinatie opwekt. Rudolf Otto noemt het het numineuze.
Nu ook weer, in onze dialoog wordt veel gechreven, en misverstanden liggen bij woorden op de loer. Bij elke bijdrage is er wel weer een woord te vinden voor de ander om uit te pluizen zodat we een nog dikkere pluizerige beredeneerde donut krijgen.
Het probleem van het uitpluizen is nu geworden dat we aangekomen zijn bij een zeer gevoelig onderwerp. Dat komt omdat het bij velen een absolutistische basis is. Zonder die absolutistische geloofs-basis kan men in existentiële nood raken: men voelt de bodem onder zichzelf wegvallen.
Dat is nu in deze dialoog namelijk het Christendom: “Augustinus die van Rutten ‘abrupt’ een christen ‘maakte’.
Lees dus voorzichtig verder, neem het aan of verwerp het, want hier schrijft de ketter JanD zich soms Valentiniaan noemt
Als iemand zich abrupt Christen laat maken zoals Paulus of Rutten of iets anders laat maken: Jood, Moslim, Boeddhist, Taoist dan ben ik op mijn hoede. Er zijn genoeg ketters verbrand door christenen. Ze zijn slaaf van een deel-god geworden
Ze zullen best abrupt wel iets goddelijks hebben ervaren: maar er zijn zo erg veel goden. Goden die elkaar bestrijden en hun aanhangers meeslepen in de heilige oorlog. Dat zijn mythen die werkelijker zijn dan ons rationeel fysisch paradigma kijk naar de heilige machtsoorlogen. Tegenwoordig heten het geen “goden” meer maar is het heet een “belongingness” van emotionele aard. Spreek over de mysticus Augustinus en ik zie een dogmaticus die tegen de ketters is en met de overtuiging dat goed en slecht absoluut zijn en niet relatief. De christen is goed en de rest zijn heidenen en de ketters (voornamelijk gnostici) zijn slecht. Je ziet het ook bij alle andere geloven.
Ook het nationalisme is vergelijkbaar: met vlaggen en speldtjes en kruistochten.
Uitgangspunt als kosmopoliet lijkt me beter voor ons bestaan onder de zon. Jezelf zien als een maaksel, een creatuur, is ook nog zo gek niet.
Met respect en een hartelijke groet van JanD
LikeGeliked door 1 persoon
Een aantal reacties heb ik gelezen maar het valt mij op dat de Naam van God niet gewoon wordt gezegd: Jezus Christus.
Niet een interpretatie van de Godsnaam, als Allah, Adonai, Heer, of simpelweg God, maar juist Zijn Persoonlijke Naam Jezus Christus. Lees nu eens mijn volgende stelling:
Eén God, één Naam, Jezus Christus.
That’s all folks!
LikeLike
Paul
Vanochtend werd ik wakker met een leuke associatie met de donut.
Samsara (Sanscriet: ronddraaien in cirkels)
Dat is dus het donut gedraai. De cirkel waar het middelpunt overal is en de omtrek nergens. Het gemanifesteerde universum.
Dus ook het draaien van sterrenstelsels, sterren, planeten, mensen, dieren, atomen enz enz. In het oosten ziet men menselijk Samsara als de cyclus van leven en dood, soms ook als reïncarnatie of zoiets.
De tegenhanger van Samsara is Nirwana (Sanscriet: uitgeblazen zijn). Dat is dus het gat van de donut: god bestaat niet, maar het/hij/zij/enz is buiten de tijd: buiten het ronddraaien. (of van binnen, elders…)
En ik meen dat veel filosofen menen dat “het zijnde” ontologisch dus, hun god is. Meestal zonder dat ze het doorhebben, vanwege hun aversie tegen de godsdienst.
Weer met hartelijke groet van JanD
LikeGeliked door 1 persoon
@JanD,
Leuk, die donut weer! Voor sommigen is die leegte erin alles, zelfs God.
En ‘Niets is alles’ zegt Sri Nisargadatta Maharaj.
LikeLike
@Jezus is Heer,
Was het maar zo eenvoudig.
God heeft in de tijden vanaf de mens verscheen honderden, zo niet duizenden namen gekregen.
En inderdaad: Eén God.
Misschien is dit een interessant blog ter verduidelijking:
Zie: Christus is niet de achternaam van Jezus
LikeLike
De ware naam van god in de leegte in het centrum dat overal en nergens is: Shiva.
Ik denk dan aan de nulpuntsenergie van het vacuüm: die is niks in het niks…maar de bron van alle manifestatie in de tijd.
Een beeld van de dansende Shiva (in de tijd dus), Nataraja, staat bij Cern.
LikeLike