Vanuit Oxford maakt de dierentheologie een opmars. Een soort bevrijdingstheologie, maar dan voor dieren? ‘De pijn van een ijsbeer is theologisch relevant,’ zegt onafhankelijk theoloog Alain Verheij in het artikel met de gelijknamige titel in De Nieuwe Koers. Groene theologie zet zich al in voor de aarde; dierentheologie is een vrij onbekend fenomeen in de wereld. Ik denk niet dat het voorkomt in het nieuwe theologieboek Alle dingen nieuw van Erik Borgman.
Verheij schrijft een portret van dr. Clair Linzey, die samen met haar vader Andrew voorvechter is van de dierentheologie. ‘Willen we op deze planeet kunnen blijven leven, dan moeten we radicaal veranderen hoe we met andere wezens omgaan.’
‘Andrew Linzey mag zich de ‘godfather’ van de dierentheologie noemen. De anglicaanse theoloog schreef al in de jaren zeventig van de vorige eeuw een christelijk betoog voor dierenrechten. Volgens hem en zijn geestverwanten is ons theologisch denken over dieren behoorlijk pover. Je vindt bij de meeste theologen nauwelijks aandacht voor het onderwerp. Als ze er al over schrijven, komen zij vaak niet verder dan wat [middeleeuws theoloog en filosoof Thomas van] Aquino* ook dacht: dieren zijn onze minderen, en het is ons volste recht om over hen te heersen.’
Linzey vindt dat theologie, die ons gevoelig maakt voor het lijden van heel de schepping, christelijke theologie is. Onder heel die schepping vallen nadrukkelijk ook de dieren, zeker waar zij lijden in de bio-industrie of door klimaatverandering.
‘Theologie die ons ongevoelig maakt voor het lijden van de hele schepping kan op geen enkele wijze christelijke theologie zijn.’
In Nederland blijkt ook een veganistische kerk te bestaan, waar Linzey afgelopen maart een toespraak hield (via o.a. sociale media) over 25 jaar dierentheologie, en onder meer vertelde over de Bijbel die zegt dat de mens naar het beeld van God is geschapen. Ze vroeg zich af of dat betekent dat de mens de andere soorten mag domineren, of betekent het dat de mens extra verantwoordelijk moet zorgen voor andere schepselen? ‘Waar komt het idee vandaan dat een mens wel een ziel en een geest heeft, maar een dier niet? Er zijn volgens haar drie fundamentele gedachten over dieren die niet deugen’.
‘De eerste is dat dieren een soort gebruiksvoorwerp voor mensen zijn: instrumentalisme. Alles heeft een doel, en het doel van dieren is dat ze nuttig zijn voor ons. De tweede verkeerde gedachte is dat dieren maar lappen vlees zijn zonder persoonlijkheid. Daarom schelden we met ‘domme gans’, of ‘beest’ of ‘zwijn’. Ten derde is het een gevaar als onze theologie en geloofsbeleving alleen maar om mensen draait. Alsof God het meest, en exclusief en alleen, van onze soort houdt, en daarbij de rest van zijn schepping zou vergeten of veronachtzamen.’
De wereld is niet van ons, vindt Linzey, en als we haar blijven behandelen zoals we al die tijd hebben gedaan, zullen onze huidige problemen alleen maar blijven groeien.
‘Christenen zijn in een unieke positie om dit alles voor het voetlicht te brengen. De grondslag van dierentheologie is: wij zijn niet God, maar we mogen en moeten voor Gods wereld zorgen. Het is een diep christelijke denktrant, waarvan ik zou willen dat alle christelijke culturen er bewuster mee omsprongen.’
Incarnatie noemt Linzey een belangrijk theologisch begrip, omdat je dan in de huid kruipt van een lijdend schepsel.
‘Waar wij in geïnteresseerd zijn, is niet in eerste instantie hoeveel diersoorten er uitsterven, maar op welke manier dat gebeurt. Wij weten dat de ijsberen met uitsterven worden bedreigd. Voor ons is de pijn van een individuele stervende ijsbeer iets wat er theologisch toe doet.’
* N.B. Met deze redenering duidt Aquino aan dat dieren, door de goddelijke voorbestemming, voor de mens moeten bestaan. Dit betekent niet dat de mens alles met dieren mag doen. In zijn Summa Contra Gentiles schrijft hij dat wreedheid tegen dieren verwerpelijk is. Niet omwille van het dier, maar vanwege het feit dat dit wreedheid van mensen oproept tegen andere mensen. Deze visie blijft dominant in de geschiedenis van het christendom. (dierenmuseum.nl)
Zie:
* Dier & Evangelie, theologie voor dierenrechten | Andrew Linzey | Volledig gerecycled papier | softcover | 117 pagina’s | €15.00 | ‘Dierendominee’ Hans Bouma zegt het volgende: ‘Vanuit christelijk oogpunt heb je, naast puur humane redenen, nog redenen te meer om het dier op te nemen in je morele bewustzijn. Iemand die dit overtuigend en met grote volharding heeft aangetoond, is de Britse theoloog Andrew Linzey. Dieren hebben als creaties van God een eigen, intrinsieke waarde en verdienen daarom een plaats in onze morele gezichtskring. De keuze voor dierenrechten is voor Linzey ten diepste een kwestie van navolging van Jezus. In dit boek bespreken Maaike Hartog, Sandra Hermanus-Schröder en Nienke van Ittersum – geïnspireerd door en in dialoog met Andrew Linzey – de motieven die je als christen kunt hebben om de rechten van dieren te verdedigen. De manier waarop ze dit doen is even kundig als persoonlijk, even vernieuwend als hartverwarmend’. (Vegan Church)
* ‘De pijn van een ijsbeer is theologisch relevant’ (De Nieuwe Koers via Blendle)
Foto: appieabspoel.nl