
…de dogmatische religie die ons één waarheid zou brengen, het sciëntisme dat geloofde dat de wetenschap de wereld kon redden, het nationalisme waarvoor men zijn leven gaf, het communisme dat iedereen gelijk zou maken. Nu beleven we de grenzen van de laatste ideologie, het economisch liberalisme. We merken nu dat ook het geld de mens niet gelukkig maakt. – Lenoir zegt dit in gesprek met Margot Dijkgraaf in haar blogartikel ‘Filosoof Frédéric Lenoir over geluk, levenskunst en religie’.
Daarom komen we terug bij de filosofie, een filosofie die wezenlijke vragen stelt en die zich bezig houdt met het individu. We hebben begrepen dat we de wereld niet kunnen veranderen, tenzij we zelf veranderen.
Volgens filosoof en onderzoeker Frédéric Lenoir (Ecole des Hautes Etudes en Sciences Sociales, Paris) komen we ook bij onze ziel terecht. ‘De ziel is iets in de mens dat je niet kunt zien of aanraken, maar dat wel ons diepste innerlijke leven bestuurt. Daar komt ons vermogen vandaan liefde te ervaren, ons te verwonderen over de schoonheid van de wereld, ontroerd te zijn door iets wat ons verstand te boven gaat.’
De Franse filosoof en religiewetenschapper Frédéric Lenoir (50) is in Nederland ter gelegenheid van de vertaling van zijn meest recente boek Petit traité de vie intérieure, dat hier de titel heeft gekregen van Handleiding voor een evenwichtige geest en een kalm gemoed.
Volgens Lenoir komt van de ziel ons vermogen vandaan liefde te ervaren, ons te verwonderen over de schoonheid van de wereld, ontroerd te zijn door iets wat ons verstand te boven gaat.
Wat ons écht karakteriseert komt voort uit de ziel en niet uit het lichaam. Er zijn mensen wier lichaam gehandicapt is en toch is er iets stralends in hun blik. Je ziet dat ze een prachtige ziel hebben. Anderzijds zijn er mensen met een goede opvoeding, geluk in het leven en een gezond lichaam, die nauwelijks een innerlijk leven hebben, die zich geen vragen stellen over de zin van het leven.
Zie: Filosoof Frédéric Lenoir over geluk, levenskunst en religie
(Margot Dijkgraaf)
Handleiding voor een evenwichtige geest en een kalm gemoed | Auteur Frédéric Lenoir | Uitgeverij Ten Have | 30-3-2012 | ISBN 9789079001286
‘Van al mijn filosofische en spirituele boeken is dit het meest toegankelijke, maar waarschijnlijk ook het nuttigste’, aldus Frederic Lenoir.
Hij laat niet alleen de levenslessen van grote denkers als Confucius, Aristoteles, Spinoza en Montaigne de revue passeren.
Hij beschrijft ook hoe hij zelf geworsteld heeft met het ware, het goede en het schone.
‘Ons levenspad bestaat uit de overgang van onwetendheid naar kennis, van angst naar liefde.’
Duizenden jaren heeft religie de rol van opvoeder van het innerlijk leven vervuld. We kunnen alleen maar vaststellen dat ze deze rol steeds minder vervult. Niet alleen omdat ze veel minder invloed op het bewustzijn heeft, althans in Europa, maar ook omdat ze is verstard. Meestal biedt ze dogma’s en normen, waar mensen op zoek zijn naar zingeving. Ze vaardigt geloofsbelijdenissen en regels uit die nog slechts een kleine minderheid van gelovigen aanspreken. Zij slaagt er echter niet in haar visie, taalgebruik en methoden te vernieuwen en onze tijdgenoten in hun ziel te raken, hoewel zij zich blijven afvragen wat het raadsel van hun bestaan is en hoe ze een goed leven kunnen leiden. Ingeklemd tussen een ontmenselijkende consumptie-ideologie en een verstikkende, dogmatische religie, richten we ons op de filosofie en de grote spirituele tradities. (Gedeelte uit het boek van Lenoir.)




