Transcendentie is datgene wat ons draagt en vervult

Boekrecensie: Levensduiding in het licht van transcendentie – De theologie van Jörg Lauster. Levensduiding is betekenis geven aan het leven. Transcendentie staat voor ‘God’, of het ‘heilige’, soms ook voor ‘het andere’ of ‘iets dat in de mist van een weinig verplichtende vaagheid blijft hangen’. Dit boek gaat over de ervaring van transcendentie, bezien in het licht van het werk van de Duitse liberale theoloog Jörg Lauster. Voor hem is de ervaring van transcendentie het centrale element van religie, en niet slechts ‘het vreemde’ en ‘andere’. Hij noemt het ‘datgene wat ons draagt en vervult’.

Liberale theologie

De auteurs zijn hoogleraar vrijzinnige theologie Rick Benjamins en emeritus hoogleraar protestantse kerk en cultuur Wouter Slob. Het boek begint met een interview door journalist Andreas Main met Lauster. Hierin wordt de liberale theologie gedefinieerd, ook wel cultuurprotestantisme genoemd. Het gesprek gaat over de toekomst van het christendom. De liberale theologie wil het ‘absolute tegendeel van elke vorm van religieus fundamentalisme’ zijn. Zij wil de boodschap van het christendom vertalen in een andere, moderne taal en de grenzen tussen niet-religieuzen, christenen, joden en moslims ‘een beetje vloeibaar maken’.

Zingeving
D
it boek gaat uitgebreid in op transcendente ervaringen en hoe deze (religieus) te duiden. Door transcendente ervaringen kan de wereld op een onuitsprekelijke manier als zinvol worden ervaren, stellen de auteurs, waardoor het niet zinloos is om aan zingeving te doen. Transcendentie-ervaringen kan je opdoen binnen religie, in het samenleven, de natuur of de kunst. De ervaringen zelf worden echter nauwelijks beschreven. Levensduiding in het licht van transcendentie is vooral een literatuurstudie van Lausters boeken door Benjamins en Slob.

Het werk van Jörg Lauster
W
e maken kennis met de boeken zoals Religion als Lebensdeuting, waarin Lausters opvattingen over de duiding van het leven, de Bijbel en transcendentie beschrijft. Een mens kan ‘iets’ ervaren en dat alleen maar duiden met woorden die naar transcendentie verwijzen, zoals ‘God’, ‘heilig’ of ‘onwerelds’, omdat iedere andere duiding tekortschiet.
In Gott und das Glück gaat het over God, het geluk en het goede leven. De transcendentie-ervaring zou een perspectief op geluk kunnen openen dat naar een veranderde levensvoering kan leiden, gericht op het goede leven.

Lausters bewering dat de werkelijkheid ‘meer’ is dan ze is, vanwege een transcendente dimensie die zich kenbaar maakt, beschrijft hij in Die Verzauberung der Welt. Hij zegt dat die transcendente dimensie de werkelijkheid is, zich op bijzondere momenten op een onuitspreekbare manier zinvol toont en door de mens van zingeving wordt voorzien.
In Der ewige Protest zegt hij dat het religieuze profaan en leeg wordt als het niet meer naar transcendentie verwijst. Transcendentie-ervaringen vormen ‘het hart van het religieuze’ en worden in verschillende tijden op verschillende manieren met verschillende middelen tot uitdrukking gebracht. Volgens Benjamins en Slob is de transcendentie-ervaring de kern van Lausters theologie en van zijn hele oeuvre.

Middenweg
D
e theoloog lijkt vooral een middenweg te zoeken tussen orthodoxie en vrijzinnigheid. Hij bestudeert de opvattingen van subjectiviteitstheoretici en de openbaringstheologen. Volgens de subjectiviteitstheorie is de weg naar God geen weg naar buiten via de wereld, maar naar binnen via jezelf. De mens zelf is een verschijningsvorm van het transcendente en kan op zijn eigen manier naar de wereld kijken, geworteld in God. Daarentegen gaat de openbaringstheologie ervan uit dat de band met God langs de Bijbel gaat, en niet langs onszelf.

Lauster bedient zich van de hermeneutiek (= alles wat zich tussen de tekst en de lezer afspeelt) om inzicht te krijgen in de transcendentie-ervaring en relateert die aan de Bijbel, de geschiedenis, de moderniteit en de christelijke religie. Zo wil hij een middenweg vinden tussen het transcendente dat zich spontaan bij de mens aandient of dat juist begint bij de mens die via zijn eigen bewustzijn toegang tot de werkelijkheid heeft.

Religie als innerlijk beleven
L
auster is van mening dat de kerk het transcendente niet moet veronachtzamen, omdat daarmee de ziel uit de kerk zou verdwijnen en slechts lege hulzen zouden overblijven. Hij zegt dan ook dat ‘religie niet het simpele voor-waar-houden is van kerkelijke leerstellingen, maar een innerlijk beleven en een persoonlijke overtuiging’ zijn. Hij vindt het kleingeestig om te zeggen dat lege kerken de ondergang van het christendom betekenen. Desondanks blijft voor hem de kerk wel de plek waar mensen ‘de boodschap van het christendom leven en aan anderen doorgeven’.


Jörg Lauster

Mijn conclusie
D
e liberale theoloog zoekt verbinding tussen niet-religieuzen, christenen, joden en moslims. Zijn uitgangspunt is evenwel alleen de christelijke kerk. De auteurs stellen terecht dat wie bijvoorbeeld het woord ‘God’ niet in zijn bagage heeft, geen ervaring van God zal opdoen. In het boek wordt nauwelijks stilgestaan bij hoe niet-religieuzen transcendentie beleven. Het transcendente lijkt zo alleen vanuit de christelijke religie woorden te kunnen geven die leiden tot een ‘dieper verstaan van de wereld en zichzelf en daarmee tot een betere duiding van het leven’.
Blijft de vraag of en hoe Lauster de moderne samenleving die het transcendente vooral vanuit de eigen (seculiere) levensfilosofie ervaart, kan betrekken in zijn middenweg.

Levensduiding in het licht van transcendentie – De theologie van Jörg Lauster | Rick Benjamins en Wouter Slob | Uitgeverij Van Warven | ISBN 978-94-93175-45-7 | Druk: 1 | februari 2021 | 124 pagina’s | €16,95

Beeld: Journey of the Human Spirit (johns-consciousness.com)
Foto Jörg Lauster: devrijzinnigelezing.wordpress.com

(Eerder gepubliceerd bij de Academie voor Geesteswetenschappen, Utrecht)

!Tip: Op 25 maart 2022 is ’s avonds in de Geertekerk in Utrecht de Vrijzinnige Lezing. Jörg Lauster betoogt hierin dat een ervaring van transcendentie licht werpt op het bestaan en dat religie in staat stelt om bij te dragen aan de duiding van het leven. De titel van de lezing die hij uitspreekt is The Idea of a Religion. Prospects of a Liberal Christianity Today. De voertaal is Engels.

Het humanisme heeft ook iets transcendents

Het is niet verbazend dat ieder totalitair systeem als kern heeft het opheffen van het transcendente. Het communisme en fascisme waren ten diepst materialistisch. Zij beseften dat als je de mens zijn vrijheid wilt ontnemen, je het transcendente moet laten verdwijnen.Openstaan voor transcendentie vergt een bepaalde houding en oefening. Leren het geestelijke ‘licht’ te zien. Dat licht is in zekere zin nergens en dus overal, en straalt een mens als het ware toe in en vanuit alle dingen, terwijl de bron van dat licht verborgen en duister blijft.

‘Midden in de wereld heb ik jou geplaatst, zodat je van daaruit alles wat er om je heen in de wereld is gemakkelijker kunt bekijken. Ik heb je niet hemels en niet aards, niet sterfelijk en niet onsterfelijk gemaakt’
(God tegen Adam)

Van God tot het AL
D
e term transcendentie is een goed alternatief voor het nogal beladen en daardoor conflictueuze begrip ‘God’ waarbij iedereen andere gedachten (dogma’s) heeft, variërend van God op een wolkje tot het AL. Zo is er ook geen sprake van een christelijke God, islamitische of vrijgemaakte gereformeerde God, maar noemen we het transcendentie. Bij het zenboeddhisme is eveneens het transcendente te vinden:

‘Net zoals de oceaan zich in de golven toont, openbaart het Wonder zich in het subject. Zoals de golf de zee in zich draagt, kan de mens het goddelijke in zich terugvinden, zonder er ooit de vinger op te kunnen leggen. We zouden het, met een knipoog naar Levinas, de paradox van de immanentie van de transcendentie kunnen noemen.’
(Sophie Veulemans, KU Leuven)

‘Hemelse dimensies’
D
e idee van transcendentie duidt ook aan dat mensen denken dat er in de religieuze beleving van de werkelijkheid een grond van alle dingen wordt ervaren die de dingen die we gewoonlijk ervaren te buiten gaat.

Het humanisme heeft ook iets transcendents. Hoewel een seculiere levensbeschouwing gespeend is van transcendentie, heeft het toch een transcendent aspect, want er wordt iets aangenomen buiten de gerealiseerde werkelijkheid. De marxistische verwachting van de heilsstaat bijvoorbeeld, kan dan quasireligieus genoemd worden, daar die heilsstaat ‘hemelse dimensies’ heeft.

Het humanisme heeft als opdracht de mythe van de menswording tot leven te brengen, niet in de zin van een vlucht uit een weerbarstige werkelijkheid, maar als de hoop op vervulling van menselijke mogelijkheden.‘
(Geestelijk vader van de humanistiek Jaap van Praag in Menswording van de mens.) 

Verantwoordelijkheid
H
umanisten gaan ervan uit dat mensen zelf zin en vorm aan hun leven geven. Zij hechten bijzonder aan zelfbeschikking: de vrijheid om op een manier te leven waar je zelf achterstaat. Deze individuele vrijheid gaat samen met verantwoordelijkheid voor en betrokkenheid bij anderen en je omgeving. Menselijke waardigheid, rechtvaardigheid en vrijheid staan centraal. Humanisten hechten veel belang aan zelfontplooiing, vorming en cultuur.

Jij bent aan geen enkele beperking onderworpen. Jij zult voor jezelf je natuur bepalen naar je eigen vrije wil waaraan ik je heb toevertrouwd. Midden in de wereld heb ik jou geplaatst, zodat je van daaruit alles wat er om je heen in de wereld is gemakkelijker kunt bekijken. Ik heb je niet hemels en niet aards, niet sterfelijk en niet onsterfelijk gemaakt. Als vrij en soeverein kunstenaar moet jij als het ware je eigen beeldhouwer zijn en jezelf uitbeelden in de vorm die je verkiest.’
(Pico in Rede van de menselijke waardigheid, ook wel de ‘onafhankelijkheidsverklaring van de mens’ genoemd. In dit citaat laat humanist en filosoof Pico della Mirandola God tegen Adam spreken.)

Dialoog, geen dogmatiek
H
umanisten zien de aardse werkelijkheid en het leven in het licht van de mens zelf. Hun levensbeschouwing gaat over een manier van leven, het omvat inzichten in mens-zijn, in mens, wereld en het geheel der dingen. Het gaat om inzichten die iemands leven richting geven, inzicht in het leven en idealen van goed-mens-zijn. Ze geven de voorkeur aan dialoog in plaats van dogmatiek. Er is sprake van de Gulden Regel: Wat gij niet wilt wat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’.

Gulden Regel is overal
B
innen religies is die regel ook te vinden. Zoals Hillel, een joodse leraar onderwees: ‘Doe anderen niet aan wat je zelf hatelijk vindt’. En uit de Mahabaratha, een hindoe-epos: ‘Dit vat alle plichten samen: doe anderen niets aan dat je kwetsend vindt als het jou wordt aangedaan’. En Jezus: ‘Behandel de mensen in alles zoals je wilt dat ze jou behandelen’.
Een duizenden jaren oude regel van Confucius luidt: ‘Wat wij niet willen dat anderen ons aandoen, moeten wij ook anderen niet aandoen’. Ook de Boeddha was die mening toegedaan: ‘Kwets anderen niet met wat jou kwetst’. ‘Niemand van jullie is een gelovige tenzij hij zijn naaste toewenst wat hij zichzelf toewenst,’ zei profeet Mohammed.

Poetin: religie als wapen
D
ictator en zakenman Vladimir Poetin, die natuurlijk niets op heeft met het transcendente, komt het niet uit de Gulden Regel te kennen.

Poetin presenteert zich als een orthodoxe gelovige, maar hij heeft het nooit over het liefhebben van je naasten.’
(Russisch-orthodoxe geestelijke Cyril Hovorun, hoogleraar ecclesiologie en oecumene aan het University College Stockholm, in Trouw, 4 maart 2022) 

Tot de speech van Poetin van vorige week – daar was hij zelf de vertolker van deze ideeën. Stoeckl: ‘Hierna durf ik met recht te zeggen: Poetin zet religie in als wapen.’
(Sociologe Kristina Stoeckl, van de Universiteit van Innsbruck, gespecialiseerd in de relaties tussen de kerk en staat in Rusland, in Trouw, 4 maart 2022)


Beeld: Quand sciences et religions se rencontrent dans la classe (La Ligue)
Beeld Vitruviusman van Leonardo da Vinci: ca. 1490, Gallerie dell’Accademia, Venetië. (Wiki Commons) De Vitruviusman wordt gezien als een symbool van het humanisme, met de mens als het middelpunt van het heelal. (detail)
Cartoon: KU Leuven – hetdorp.pauljansen.eu
Update 22 04 2025 (Lay-out)

‘Alleen liefde geeft je een heldere blik’

Alleen liefde geeft je een heldere blik. Haat vertroebelt de dingen. Als we haten, weten we niet wat we doen. – Een uitspraak van schrijver en filosoof Iris Murdoch. Haar bekendste bundel filosofische essays, De soevereiniteit van het goede is in herdruk en verschijnt 31 maart 2022. Filosoof en psycholoog Arthur Eaton schreef Profiel: Iris Murdoch – Een filosofie van de liefde in De Groene Amsterdammer.

Moraal is overal, was de overtuiging van de Engelse filosoof Iris Murdoch (1919-1999). Voor haar was de essentie van liefde en moraal altijd hetzelfde. ‘Als het lukt om achter de sluier van onze ego’s te kijken, kunnen we elkaar weer begrijpen, met elkaar in dialoog gaan.’ 

We zijn zó egoïstisch. Het is altijd: onze behoeftes, onze verlangens, ons verdriet. En vaak kijken we ook zo naar de mensen om ons heen, vanuit de behoeften van ons ego. Als we krijgen wat we willen maakt ons dat gelukkig – althans, vaak wel, geef toe – en als we worden teleurgesteld zijn we verdrietig of boos.’

Eaton noemt als belangrijkste inzicht uit haar werk dat liefde begint waar ‘the big fat ego’ (in Murdoch’s woorden) eindigt. Pas als het je lukt om een ander te zien, écht te zien voor wie die is, dan heb je diegene lief, verklaart Eaton. We leven in de houdgreep van ons ego, kunnen het moeilijk uitzetten en er ook niet buiten denken. Sommige mensen zouden zelfs zeggen: het ego is in ons datgene wat denkt.

Maar héél soms, door een kloof in de wand, zien we de wereld of een ander mens zoals die wérkelijk is. En dat is liefde.’

Volgens Eaton zijn Murdoch’s ideeën over liefde, empathie en het goede, relevant in een wereld die steeds verder versplintert door hokjesdenken en identiteitspolitiek.

Wat haar ideeën zo aantrekkelijk maakt voor onze tijd is dat Murdoch ervan uitgaat dat we allemaal een uniek perspectief hebben op de realiteit: een vrouw ziet de wereld anders dan een man, en een zwarte vrouw ziet de wereld anders dan een witte vrouw. Jouw perspectief is het mijne niet.
Maar even belangrijk in haar werk, zowel in haar filosofische werk als haar romans, is de poging om het perspectief van de ander tóch te leren kennen, om zo een brug te slaan naar die ander.

De hang naar transcendentie, de zoektocht naar een realiteit achter de schijnwereld van het dagelijks leven, houdt Murdoch haar hele leven bezig, vertelt Eaton.

Ze flirt op verschillende momenten met het idee om zich aan te sluiten bij een religie, en benijdt de mensen die de stap durven zetten, maar voor haarzelf is het niet weggelegd. Ze zal proberen via de morele filosofie te bewaren wat er goed is aan religie, zonder de in haar ogen onnodige symboliek en verhalen. Haar centrale vraag zal zijn: kan het Goede de dood van God overleven?’

Murdoch schreef in een brief naar de Franse schrijver Raymond Queneau:

Ik begon mijn leven als een politiek dier en dacht dat mijn ziel er niet toe deed, nu ben ik bijna een religieus dier en denk ik dat de ziel van levensbelang is. In het spanningsveld tussen deze twee houdingen liggen alle filosofische problemen die mij interesseren.’

Eaton vertelt dat Murdoch aan de weg van de morele filosofie timmert: die maakt die ruimte voor liefde en het goede, maar heeft daarvoor geen esoterische verhalen nodig. 

Zowel het marxisme als het christendom stelde Murdoch teleur, om vergelijkbare redenen. Allebei beloven ze meer dan ze waarmaken op het gebied van naastenliefde. En dat terwijl dat precies is waar een morele theorie om zou moeten draaien, volgens Murdoch: het liefhebben van de ander.’

Zie voor uitgebreid artikel: Profiel: Iris Murdoch – Filosofie van de liefde (De Groene Amsterdammer, nr 6, 9 februari 2022)

De soevereiniteit van het goede | Iris Murdoch | Uitgeverij Vrijdag | € 22,99 | Dit boek is in herdruk en beschikbaar vanaf 31 maart 2022 |
Het innerlijke leven van de mens lag Murdoch nauw aan het hart. ‘Het is niet stil en duister binnenin’, schreef ze. Ze verweet haar collega-filosofen dat zij de ziel hadden kapotgemaakt en vervangen door het ego. Met haar opmerkzame inzichten gaf ze een scherpe kritiek op eigentijdse filosofen, zoals de existentialisten. Zo legde ze de focus van de moraalfilosofie opnieuw op de innerlijke wereld. Morele groei toont zich niet in hoe mensen handelen, maar in hoe ze denken, zien en voelen.
(Filosoof Katrien Schaubroeck, docent ethiek en hedendaagse analytische wijsbegeerte aan de Universiteit Antwerpen. Zij schreef Iris Murdoch, een filosofie van de liefde)

Foto Iris Murdoch: Sophie Bassouls/Sygma/Getty Images

Jean-Paul Sartre, wat blijft is de hoop

Jean.PaulSartre

De Franse filosoof Jean-Paul Sartre, volgens wie de mens ‘in de wereld is geworpen’ en veroordeeld om vrij te zijn, blijkt in zijn laatste jaren te zijn teruggekeerd naar het Messiaans-joodse denken en de kabbala, en zou zich volledig te hebben gedistantieerd van zowel zijn linkse opvattingen als van zijn meest intieme vrienden. In het boek Wat blijft is de hoop is hij hierover in gesprek met zijn orthodox-joodse secretaris Benny Lévy.

Lévy publiceerde de weerslag van hun gesprekken in Le Nouvel Observateur drie weken voor de dood van Sartre in april 1980. Aanvankelijk heerste ongeloof en werd Lévy misleiding verweten vanuit z’n eigen opvattingen, maar Sartre bevestigde de inhoud en teneur. De dialoog is uitgegeven onder de titel L’espoir maintenant, ou le mythe d’une rupture, in het Nederlands vertaald als Wat blijft is de hoop – de gesprekken van 1980.’ (Cultuurpers)

In deze dialoog tussen de filosoof en zijn orthodox-joodse secretaris, aldus uitgever Klement, lijkt Sartre zich gewonnen te geven voor een denken naar Messiaans-joodse snit.

Velen geloofden niet wat ze lazen en deden de tekst af als inhoudelijk niet-authentiek, gemanipuleerd of louter bedrog. Zij zagen interviewer Benny Lévy als de kwade genius die de woorden van een ziekelijke en ook mentaal afgetakelde Sartre had verdraaid ten voordele van zijn eigen doelstellingen.’

Volgens de uitgever sprak Sartre zelf, zo blijkt uit Wat blijft is de hoop, dit inderdaad tegen. Kort voor zijn dood bevestigde Sartre dat de gesprekken correct waren weergegeven, zodat menigeen bleef struikelen over de raadselachtige inhoud ervan.

Het boek Wat blijft is de hoop, is dit jaar weer actueel doordat het Onafhankelijk Toneel (OT Rotterdam) in het begin van dit jaar – in het kader van een aantal filosofievoorstellingen – de voorstelling Leven zonder Sartre bracht, op basis van Wat blijft is de hoop. Leven zonder Sartre is de derde filosofievoorstelling van regisseur en schrijfster Mirjam Koen. Zij zoomt hierbij telkens in op een cruciale gebeurtenis in het leven van een filosoof.


‘In Leven zonder Sartre staat Simone de Beauvoir centraal: schrijfster, filosofe, feministe en levensgezellin van Jean-Paul Sartre. Beiden stonden aan de wieg van het existentialisme en speelden een belangrijke rol in het linkse activisme van de jaren zestig.

De voorstelling speelt zich af na de dood van Sartre. Simone de Beauvoir gaat de confrontatie aan met Benny Lévy, de jonge secretaris van Sartre. Ze is woedend. Ze beticht hem van vergaande beïnvloeding van de oude, zieke Sartre. Vlak voor diens dood verscheen een publicatie van gesprekken tussen Lévy en Sartre, waaruit bleek dat de overtuigde atheïst Sartre op het eind van zijn leven sympathieën koesterde voor het joods-messianisme. De Beauvoir voelt zich verraden.

Leven zonder Sartre is een grillige voorstelling over verlies, botsende idealen en de moed om de confrontatie met de ander aan te gaan. Op een heldere, lichte en bij vlagen pijnlijke wijze worden de beweegredenen blootgelegd van twee mensen die leven in hun ideeën.’ (OT Rotterdam)

Jean-PaulSartre

Wat blijft is de hoop – de gesprekken van 1980 | Jean-Paul Sartre | Co-auteur B. Levy | Uitgever Klement | Vertaald door Frans de Haan, R. Welten | EAN 9789077070581 | Paperback € 13,95 | ‘Vertaald zijn hier de gesprekken die een zieke en blinde Sartre aan het einde van zijn leven had met zijn tot het jodendom bekeerde secretaris, Levy. De tekst is uiterst omstreden, omdat de indruk wordt gewekt dat Sartre zijn radicaal filosofische marxisme heeft ingeruild voor een afgezwakt en verbroederend joods messianisme. Is hier werkelijk weergegeven hoe Sartre dacht of is hem alles in de mond gelegd door Levy? De Beauvoir bijvoorbeeld denkt van wel. In de inleiding probeert de bezorger haar kritiek te bezweren door te wijzen op een duidelijke band tussen Sartres filosofie en de joodse denker Levinas. Voor Sartre is de Revolutie die hij nodig acht voor een betere samenleving geen sociaal gebeuren meer maar een transcendentaal doel, een broederschap zonder terreur en een hoop voor de toekomst. Levinas schetst in een toegevoegd essay zijn verwantschap met Sartre’. (Wim Fiévez, NBD Biblion)

Zie:
*
Leven zonder Sartre
* Cultuurpersbureau

N.B. Hopelijk worden in deze anderhalvemetersamenleving, nu de theaters weer open zijn, in de komende periode nog extra voorstellingen gegeven van Leven zonder Sartre.

‘Dat ik, dat is de ziel, waardoor ik ben wat ik ben’

Dat ik, dat is de ziel, waardoor ik ben wat ik ben-robertcollins

Dat schreef de Franse filosoof René Descartes in 1637. ‘Zelfs als we de immaterialistische opvatting van Descartes over de ziel afwijzen, hebben we nog steeds een sterk gevoel bij ‘dat ik’, dat zelf waardoor ik ben wie ik ben. Allemaal proberen we te doorgronden wat de ‘ziel’ in deze betekenis inhoudt.’ Aan het woord is filosoof John Cottingham. ‘De zoektocht naar manieren om uitdrukking te geven aan het verlangen naar een diepere betekenis in ons leven schijnt een onuitwisbaar deel van onze natuur te zijn, of we onszelf nu als religieuze gelovigen beschouwen of niet.’

Betere versie van onszelf
‘W
at is de ziel anders dan de betere versie van onszelf?’ zegt Cottingham, emeritus professor in de filosofie aan de universiteit van Reading (VK) en professor filosofie en godsdienst aan de Universiteit van Roehampton (Londen). Cottingham vraagt zich af wat voor zin het heeft het om de hele wereld te veroveren als je je ziel daarbij kwijtraakt. Het artikel verscheen in maart 2020 in Aeon, in samenwerking met Princeton University Press, en nu ook ook in het Financiële Dagblad.

Tegenwoordig zijn er vergeleken met vijftig jaar geleden veel minder mensen die gevoelig zijn voor het bijbels tintje aan deze vraag. Maar toch is de vraag nog steeds urgent. We weten misschien niet precies meer wat we met de ziel bedoelen, maar intuïtief begrijpen we wel wat met dat verlies wordt bedoeld: de morele desoriëntatie en het morele verval waarbij wat waar en goed is uit het zicht raakt, en we erachter komen dat we ons leven hebben verspild aan een illusoir profijt dat uiteindelijk zonder waarde is.’

Moderne wetenschap
M
aar wat is de ziel, vraagt Cottingham zich ook af en stelt dat de moderne wetenschap de neiging heeft om occult of ‘spookachtig’ geachte concepten, zoals zielen en geesten, terzijde te schuiven, en in plaats daarvan ons volledig als een deel van de natuurlijke wereld te zien. Hij wil daarbij echter niet de waarde van het wetenschappelijk perspectief ontkennen.

Maar er zitten veel aspecten aan de menselijke ervaring die niet gemakkelijk te vangen zijn in de onpersoonlijke, op kwantiteiten gebaseerde terminologie van wetenschappelijk onderzoek. Het concept ‘ziel’ maakt dan misschien geen deel uit van de taal van de wetenschap, maar de bedoeling van de term in poëzie, romans en gewone taal zien we direct en lokt ook een onmiddellijke reactie uit.’

Harmonie
D
e filosoof stelt, dat om ons te realiseren wat ons zo volledig mens maakt, we onze aandacht moeten richten op de rijkdom en de diepte van de emotionele weerklank die ons met de wereld verbindt.

Het in harmonie brengen van ons emotionele leven met onze met ons verstand gekozen doelen en projecten is een essentieel bestanddeel van de genezing en de integratie van de menselijke ziel.’

Menselijk verlangen naar transcendentie
C
ottingham vindt dat het menselijk verlangen naar transcendentie niet zo goed tot uitdrukking komt in de abstracte taal van een theologische leer of filosofische theorie. Over onze zoektocht naar manieren om uitdrukking te geven aan het verlangen naar een diepere betekenis in ons leven, zegt hij dat dit een onuitwisbaar deel van onze natuur schijnt te zijn, of we onszelf nu als religieuze gelovigen beschouwen of niet.

Het beste krijg je er grip op in de praktijk, dat wil zeggen in de manier waarop die theorie wordt toegepast. Traditionele spirituele praktijken – de vaak simpele manieren om uiting te geven aan devotie en overtuiging bij overgangsrituelen die bij geboorte en dood van een dierbare horen, of rituelen zoals het uitwisselen van ringen – vormen een krachtig vehikel om zulke verlangens mee uit te drukken. Een deel van hun kracht en hun weerklank is erin gelegen dat zij op veel niveaus werkzaam zijn, waardoor de morele, emotionele en spirituele respons op diepere lagen wordt aangesproken dan waar alleen het verstand toe in staat is.’

In de kern op het goede gericht
W
at we onder andere bedoelen als we zeggen dat we een ziel hebben, zo stelt Cottingham, is dat wij mensen ondanks al onze tekortkomingen in de kern op het goede zijn gericht.

We willen zo graag boven de verspilling en futiliteiten uitstijgen die ons zo gemakkelijk naar beneden trekken, en in de transformerende, menselijke, met de term ‘spiritueel’ aangeduide ervaringen en praktijken vangen we een glimp op van iets dat een transcendente waarde en belang heeft dat ons aantrekt. Als reactie op deze roep proberen we ons echte ik te verwezenlijken, de ik die onze bestemming is. Dit is waar de zoektocht naar de ziel naartoe leidt, en het is op deze plek dat deze betekenis, als het menselijk bestaan betekenis heeft, moet worden gezocht.’

Zie:
* What is the soul if not a better version of ourselves? (Aeon)
* Wat is de ziel anders dan een betere versie van onszelf? (Het Financiële Dagblad, 18042020)

Foto: Robert Collins – ‘Four boys playing ball on green grass’ (Jakarta, Indonesia)
Update 18092024 (Lay-out)

Geloof dat probeert te begrijpen

HetLaatsteAvondmaalMetMuseum.org

‘Een van de oudste definities van theologie is: ‘Geloof dat probeert te begrijpen’. Deze bijzondere omschrijving staat in het verrassend pakkende boek Zoeken naar het goede leven, over de toekomst van de theologie. Nee, nu niet afhaken, want de auteur blijkt in staat de – voor velen antieke – term ‘theologie’ werkelijk nieuw leven en heldere inhoud in te blazen. Zijn essay is een must voor aanstaande studenten die zich oriënteren op een studie in de geesteswetenschappen. Of zij die het helemaal nog niet weten en iets zinvols zoeken. ‘Theologen eindigen niet met God; ze beginnen met God. De theologie denkt de werkelijkheid ‘vanuit’ God.’


‘Wie de geschriften leest van Copernicus, Galilei, Newton, Bacon en zoveel andere grondleggers van de moderne wetenschap, kan onmogelijk over het hoofd zien hoezeer naar hun eigen beleving hun wetenschappelijke activiteit geworteld was in een breed gedeeld theologisch begrip van de werkelijkheid.’
(Uit: Zoeken naar het goede leven)


‘God in alles en in allen’
S
tefan Paas vertelde in zijn lezing tijdens de Nacht van de Theologie, november 2019, dat theologen geen keiharde data leveren, maar wel helpen om bronnen van onze cultuur te verhelderen en kritisch te doordenken. Voor Paas zou het ‘zomaar eens kunnen zijn dat vandaag, in een samenleving waarin vrijwel alle institutionele plausibiliteit van God is weggevallen, het spreken vanuit God meer tot zichzelf kan komen.’ Als een inspirerend visioen voor de toekomst van de theologie ziet hij dat ‘God in alles is en in allen’.

Waarom theologie
I
n het essay bespreekt Paas of er toekomst is voor theologie en hoe dat er dan uitziet. In dit blog licht ik slechts een tipje van de sluier op. Paas legt eerst uit wat theologie is en wat zij doet, en waarom. Hierin slaagt hij helemaal, zijn verhaal is intrigerend. Zelfs voor mensen die zichzelf niet als religieus beschouwen. Nadrukkelijk heeft hij het over ‘denken en spreken over God’, en niet over religiewetenschappen die zich richten op religie als ‘breed veld van religieuze praktijken en culturen’.


‘Iemand als [de Britse natuur- en scheidkundige Michael] Faraday werd door zijn eigen theologie van Gods allesverbindende liefde geïnspireerd tot zijn maatschappelijke theorie van energievelden. Vandaag zullen veel wetenschappers niet langer geïnspireerd worden door specifieke religieuze doctrines of tradities, maar ook dan geldt dat ideeën voor nieuwe programma’s afkomstig zijn uit diepere lagen of hogere sferen, die een ‘transcendent’ karakter dragen. Een theologische faculteit kan de universiteit daaraan herinneren en behulpzaam zijn in het verkennen van die transcendentie.’
(Uit: Znhgl)


Iedereen doet wel aan ‘God-talk’, zegt Paas. Zelfs de atheïst heeft ‘ideeën over God in wie hij niet gelooft’. Theologen claimen echter geen geprivilegieerde toegang tot God, zij hebben dus geen geheime dataset waar God in zit.

Als zij iets zeggen over God, doet zij dat op basis van teksten, beelden, symbolen, uitspraken en praktijken – dat wil zeggen, op basis van bronnen die voor iedereen toegankelijk zijn. (…) Theologen onderzoeken niet slechts het spreken over God zelf, maar ook proberen zij te argumenteren hoe een religieus perspectief  (de werkelijkheid denken ‘vanuit God’) verschil maakt.’
(Uit: Znhgl)

Denken en spreken over God
A
ls doel van theologie noemt Paas het denken en spreken over God kritisch te onderzoeken in relatie tot de kennis die we hebben, en zo uiteindelijk te komen tot voorstellen om ‘denken en spreken over God’ te verhelderen en te verantwoorden. En voor atheïstische studenten: Gods bestaan hoeft niet ‘bewezen’ te zijn om in te zien dat denken en spreken over God historisch, cultureel en maatschappelijk van belang is en blijft.

De meeste wetenschappers zullen het erover eens zijn dat wat mensen hebben gedacht en gezegd over God wereldwijd en door de eeuwen heen een historische, culturele en sociale kracht is, die ‘reëel is in zijn consequenties’ – zoals het beroemde Thomas Theorema* stelt. Dat maakt het in principe een belangrijk object voor wetenschappelijke bestudering.’
(Uit: Znhgl)

Sociale wetenschappen
P
aas kijkt naar theologie als een academische discipline, een geesteswetenschap die zich vanuit de universiteit richt tot de samenleving in de breedste zin van het woord. Hij stelt ook dat, of we nu in God geloven of niet, dat velen aanvoelen dat wie over God nadenkt vroeg of laat het hele leven tegenkomt. Theologie is te vinden in levende mensen, en niet alleen in oude teksten. Vandaar, zegt Paas, dat sociale wetenschappen voet aan de grond gekregen heeft in de theologie. Paas citeert William Wood:

Theologie komt het dichtst bij wat op dit moment kan gelden als een algemene studie van alle aspecten van de menselijke cultuur, iet wat ooit heel gewoon was, maar nu erg zeldzaam is geworden.’
(Uit: Znhgl)

zoeken-naar-het-goede-leven
Cultuurdenker
E
en goede theoloog moet overal een beetje verstand van hebben, zegt Paas. Hij of zij is historicus, filosoof, taalkundige, een uitlegger van oude en moderne teksten, en waarschijnlijk nog een paar dingen. Juist die breedte vormt de theoloog tot cultuurdenker:

Maar als het op de een of andere manier van belang blijft onszelf en anderen te begrijpen, dan zijn juist geesteswetenschappers – en dus ook theologen – belangrijk.’
(Uit: Znhgl)

De werkelijkheid kunnen we uiteindelijk alleen begrijpen als universum’: het is daarom dat men in de vroege middeleeuwen de kathedralen ‘universiteit’ ging noemen, weet Paas:

Het instituut waar we streven naar kennis van ‘alles’, universele en geïntegreerde kennis. Het soort kennis dat resulteert in een wereldbeschouwing, een visie op het goede leven.’
(Uit: Znhgl)

*  Dit wil zeggen, dat als mensen situaties als werkelijk definiëren, dan zijn die ook werkelijk in hun gevolgen.

Zoeken naar het goede leven – de toekomst van theologie | Stefan Paas | ISBN: 9789043533836 | Pagina’s: 64 | Publicatiedatum: 19-11-2019 | € 8,95

Beeld: Het Laatste Avondmaal – Pieter Coecke van Aelst – 1527 – (metmuseum.org) – foto: Emile Gezels