Godsverduistering in gesprekken tussen gelovigen en ongelovigen

Theoloog en filosoof Rik Peels hoopt dat de tijd nu rijp is voor verdieping en dat er ‘gesprekken ontstaan die mensen daadwerkelijk iets brengen’. Hij wil bezielende gesprekken over ‘levensoriëntatie, of die nou religieus of seculier is’. Misschien zoiets als atheïst en filosoof Stine Jensen voorstaat: ‘Cultuuratheïsme, waar atheïstisch culturele bronnen als film of literatuur voor troost en zingeving kunnen zorgen.’ – Schijntroost. ‘De werkelijkheid van God verdwijnt,’ zegt godsdienstfilosoof Martin Buber.

‘Ik zal als gelovige beargumenteren dat we veel van atheïsten kunnen leren’
(Rik Peels)

Atheïsme
Het ‘belang van atheïsme’ stond 25 november 2024 centraal in deBalie in Amsterdam. Peels (met microfoon) vond het ‘eigenlijk fantastisch wat hier gebeurt’ in de bijeenkomst waar het essay Goddeloos van filosoof en atheïst Stine Jensen het licht zag.

Leven zonder God
Opvallend is dat in Leven zonder God (mei 2024) en Goddeloos (oktober 2024) elkaar overlappende, aanvullende teksten en verwijzingen zijn te vinden. Beide zitten vol atheïsme. In zijn Leven zonder God vraagt Peels zich af of er – los van de vraag of de atheïstische argumenten het bestaan van God weerleggen – misschien iets te leren valt van atheïsme.
De samenvatting ervan zegt onder meer: ‘Met deze rijke verkenning van doelbewust leven zonder God transformeert Rik Peels [hoogleraar Analytische en Interdisciplinaire Godsdienstfilosofie] het debat tussen atheïsten en gelovigen tot een streven naar een dieper begrip van elkaar’. Van elkaar? Mooi, en van God?

Eenzaamheid en ontheemding
‘Ook zien jongere generaties de seculiere samenleving steeds meer als leeg en verweesd, zonder een dieper, verbindend verhaal. Een maatschappij in crisis. Terwijl religies draaien om traditie, verworteling en gemeenschap, worden veel jongeren in deze tijd geplaagd door eenzaamheid en ontheemding.’
(Peels in: Leven zonder God)


‘De seculieren zijn in de meerderheid: je kunt tegenwoordig in Nederland prima opgroeien
zonder ooit een wat langer en diepgaander gesprek met een gelovige te hebben.’
(Rik Peels in Leven zonder God)

Religie
Jongere generaties weten vaak nagenoeg niets van religie, zegt Peels in Leven zonder God.

‘Zelfs niet de basics als: waar staat het woord ‘Tenach’ voor, wie schreven het Nieuwe Testament of hoe is de Koran volgens de overlevering ontstaan? In zo’n situatie zijn religieuze mensen interessant: groepjes in de marge die wellicht iets te melden hebben, iets waarvan we kunnen leren en wat ons kan inspireren.’
(Peels in: Leven zonder God)

Geloof
Peels heeft het met de basics over religiewetenschap of religiecultuur. Interessant misschien, maar dat is kennis, ratio. Dan gaat het niet over de relatie tot God, laat staan over een persoonlijke God. De sprong in het geloof,* (waarbij men de rede achter zich laat en zich overgeeft aan het idee God), krijgt geen kans als je interessant met elkaar discussieert over wie, wat, waar en wanneer schreef.

* Een term van ‘antifilosoof’ Søren Kierkegaard: de sprong in het geloof, vanuit het zekere spring je naar het geloof. Door die sprong ga je de wereld echter anders zien, een dieper begrip ontvang je en ook een diepere waarheid die eeuwig is en niet doorontwikkeld hoeft te worden.’ 

‘Verdachtmaking en ontmenselijking’
In de Bijbel ontwaart Peels een ‘soort verdachtmaking en ontmenselijking’ waar hij zich ‘volstrekt niet prettig bij voelt’. Hij doelt op passages die zeggen dat ‘wie oprecht zoekt Hem daadwerkelijk zal vinden’. Nogal heftige woorden gebruikt Peels in Leven zonder God, een ontdekkingsreis naar de kern van het atheïsme. Hem echt vinden, vraagt nogal wat van jezelf. Sommige diehard kloosterlingen hebben Hem zelfs (nog) niet gevonden.

Dat alle atheïsten onoprecht zouden zijn, lijkt me niet geloofwaardig – in elk geval is dat een soort verdachtmaking en ontmenselijking waar ik me volstrekt niet prettig bij voel. Hoe komt het dan dat sommige atheïsten God niet vinden, hoewel ze in alle eerlijkheid naar Hem zoeken? Om een bevredigende oplossing voor dit uitdagende probleem te vinden, moeten we atheïsme eerst beter begrijpen.
(Rik Peels in: Leven zonder God)

 
‘Ik werd overvallen door een diep innerlijk weten dat er geen God is, en dat dit klopte.’
(Stine Jensen, in NRC)

Het recht om niet te geloven
Natuurlijk is het niks om ‘alleen maar te steggelen over het bestaan van God’, zoals Jensen het formuleert. – Steggelen om ongeloof is ook niet ‘gezellig en boeiend’. Jensen strijdt voor het recht om niet te geloven. Wil de hoogleraar Publieksfilosofie met ‘baldadig teder atheïsme’ de strijd aangaan met de dertien landen waar op niet-geloven de doodstraf staat? Gaat zij daar het recht om niet te geloven beschermen? Goddeloos zijn in Nederland is eenvoudig, in de Verenigde Arabische Emiraten zie ik haar nog niet op de barricaden staan. Atheïst zijn in deBalie kan vrijblijvend.

Gebrek aan levenskracht
De Oostenrijks-Israëlisch-joodse godsdienstfilosoof en Bijbelgeleerde Martin Buber (1878-1965) zou nu zeggen dat de god van de filosofen Peels en Jensen ‘alleen voor de rede toegankelijk is en door gebrek aan levenskracht alleen een bedenkelijk moreel surrogaat biedt voor de levende God’.

‘Uiteindelijk leidt de zo gevormde moderne ervaring tot de conclusie dat god dood is. Deze uitspraak van de wijsgeer Nietzsche staat niet op zichzelf, want Nietzsche ziet de afwezigheid van God als een gemis en zijn dood als een moord.’
(Martin Buber)

Godsverduistering
In Godsverduistering stelt Buber dat de afwezigheid van de ontmoeting met God en tussen de mensen onderling het gevolg is van het verlies van de werkelijkheid van God. God is een abstract idee of een ongrijpbaar iets geworden. – En dat is precies wat dreigt in de ‘bezielende gesprekken’ van Peels die wil streven naar een ‘dieper begrip voor elkaar’. Die bezieling zal van korte duur zijn. Eenzaamheid en ontheemding heeft meer nodig dan begrip. Volgens Buber blijft de mens dan toch ‘eenzaam achter met zijn gedachtespinsels’. Peels hoopt intussen dat het ‘atheïsme meer smoel krijgt’.


‘De verduistering van het Godslicht is geen uitdoven,
morgen reeds kan wat tussenbeide trad geweken zijn.’
(Martin Buber – hoopvol – in Godsverduistering)

Martin Buber
In Godsverduistering gaat Buber in op het werk van Nietzsche, Bergson, Heidegger, Sartre en Jung, die in hun filosofie gestalte gaven aan het door hem als Godsverduistering gekenmerkte karakter van de tijd waarin hij leefde (1878-1965).

Vooral is hierbij zijn aandacht en kritiek gericht op de tendens in hun werk om het goddelijke binnen het menselijke te trekken; allengs wordt ons zo uiteengezet hoever het moderne denken in zijn aanmatiging de religieuze werkelijkheid te kunnen beoordelen, de legitieme grenzen heeft overschreden.’
(Cover Godsverduistering, Collectie Labyrint, 1979)

Beeld: Naast de presentator (l.) zitten Rik Peels, Femke Lakerveld en Pooyan Tamini Arab. Deelnemers aan het gesprek in deBalie. (Foto: Ronald Bakker / RD)
Update 10 07 2025 / november 2025

Anti-theologie radicaler dan atheïsme

Radicale theologie zaagt de poten onder de tafel van de theologen vandaan en probeert kerk en wereld zijn ingebeelde zekerheden te ontnemen. ‘Radicale theologie ontketent dus een kritiek op kerk, christendom, theologie en maatschappij. Maar het gaat tegelijkertijd verder dan een atheïstisch ‘nee’ tegen god omdat na de verdwijning van god, de goden van onze hersenspinsels toch springlevend blijven in ideologieën en denksystemen. Dus er is een grondiger ‘nee’ nodig dan het atheïsme.’ – Zo begint religiewetenschapper Josh de Keijzer zijn theologische drieluik Wat is radicale theologie?

Is radicale theologie dan nog wel theologie? Ja, maar het is anti-theologie. Het maakt de weg vrij voor een authentiek mens-zijn. Verrassend vaak (maar niet altijd) zie je bij radicale theologen een heroriëntatie op Jezus. Maar dan wel zo dat die het christelijk geloof ontstijgt. Bonhoeffer voorzag een godsdienstloos christendom. Radicale theologie geeft er inhoud aan.’

Radicale theologie is dodelijk voor goden, stelt De Keijzer, want er is een theologische noodzaak om god zijn bestaansrecht te ontnemen.

Westerse theologie heeft al vroeg een verkeerde afslag genomen. Theologen gaven zich over aan een geforceerde integratie van de god van Jezus in een allesomvattend filosofisch systeem. Cognitieve obsessie was het gevolg. En nog steeds gaat het er telkens om het juiste ding te weten om erbij te horen: ‘insider knowledge’, de juiste leer, catechese, systematische theologie, ‘wat de bijbel zegt’, etc.’


Josh de Keijzer

Het christelijke geloof verloor, aldus de religiewetenschapper, na de Verlichting langzaam de grip op de maatschappij. De christelijke god is toen incognito gegaan.

Hij [de christelijk god] dook weer op in de vorm van ideologieën als kapitalisme, marxisme, consumentisme, hedonisme, fascisme, populisme, neoliberalisme, etc. Het geloof als zodanig aanvallen is daarom voor radicale theologen niet interessant; dat doen zelfovertuigde atheïsten al. Het gaat erom god—of het structurele denkprincipe achter ideeën—bloot te leggen.

De Keijzer stelt dat radicale theologie op de religieuze drijfveer focust die ook (en juist) in een geseculariseerde maatschappij achter de schermen aanwezig is.

De mens is ten diepste religieus. We zijn niet zozeer homo sapiens maar homo religionis. We wijden ons leven toe aan een doel, een god, een ideologie en dat kan positieve of negatieve gevolgen hebben, maar aanbidden zullen we. Ook de moderne mens is een religieus bevlogen mens.’

De religiewetenschapper zegt hiermee een stap verder te gaan dan het recente boek Onzeker weten, waarin een poging gedaan wordt om radicale theologie te introduceren in Nederland. – Onzeker weten zegt mensen wakker te schudden. De Keijzer lijkt ze nog wakkerder te willen schudden…

Ik beveel het boek van harte aan. Toch wil in mijn volgende twee blogs (dit is de eerste van een drieluik) een stap verder zetten. Onzeker weten is al beter dan zeker weten. Zeker! Maar misschien is ook onzeker weten te veel van het goede. Stoppen met onze cognitieve obsessie is één; het weten zelf een trap onder de kont geven is twee. Is te veel willen weten niet dé verleiding waar Adam en Eva voor vielen?’

Zie: Wat is radicale theologie? (theologie.nl)
Foto Josh de Keijzer: medium.com

Beeld: Vrij naar: De schepping van Adam – Fresco van Michelangelo Buonarroti (vromepraatjes.nl)

Tip! (Update 3 juni: Let op: alle volgende afleveringen zijn 1 week verschoven.) Van het theologische drieluik verschijnt bij theologie.nl blog 2 (over deconstructie) en 3 (over goed nieuws) resp. op 10 en 24 juni. Op 8 juli regeert religiewetenschapper en antropoloog Bram Kalkman: mede-auteur van Onzeker weten (een inleiding in de radicale theologie).

Hoe God verdwijnt uit religiewetenschap en theologie

OudetestamentVoorOngeleerden
De wetenschap lijkt druk bezig God uit Zijn eigen paradijs te verdrijven. Op blogs, in essays, in wetenschappelijke verhandelingen wordt God zelf verbannen uit de (religie)wetenschap en theologie. Geëxcommuniceerd. Uitgesloten door de wetenschap. God, de christelijke dan, bestaat ongemerkt al lang niet meer. Het gaat nog slechts over religie.

Het wordt meer en meer not done over God te theologiseren; je debatteert slechts over religie, dat ‘iets is dat mensen doen’. Meer niet. God verdwijnt niet alleen uit Jorwerd, maar stilletjes wordt Hij van de universiteit gestuurd, het land uitgezet. Je mag niet meer gelovig denken over het geloof. Gods bestaan doet er niet meer zo toe.

Op NieuwWij woedt een discussie over theologie (Godgeleerdheid.) Door de theologen Taede Smedes en Hendro Munsterman. Allebei verbonden aan het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en samenleving (DSTS.) Met verbazing volg ik het. Het lijkt een debat over God of die wel of niet (meer) bestaat. Hij gebeurt niet eens meer. Het lijkt slechts te gaan over mensen die aan religie doen. ‘Het is niet langer duidelijk wat we onder ‘geloof’ moeten verstaan’, zegt zelfs een van de theologen. Het draait niet eens meer om geloof. Je hoeft niet meer in God te geloven.

taedeasmedesAls geloof dus het criterium wordt voor een theoloog, hoe vul je dat dan concreet in? Welke criteria leg je dan aan? En hoe ga je ‘handhaven’? Theologie als louter gelovig denken over geloof kan dus niet meer. Het heeft in het huidige academische klimaat geen plaats meer aan een universiteit. Bovendien is niet langer duidelijk wat je nog onder ‘geloof’ moet verstaan.’ (Taede Smedes – foto: NieuwWij)

Gaat het echt niet om ‘het geloof’ of zelfs maar om geloof in God, maar in de eerste plaats om ‘affiniteit met de brede, historisch gegroeide stroom van de christelijke traditie’? Waar blijft God dan? En welke God? Want in deze discussie lijkt alleen de christelijke God te bestaan. Misschien komt dat omdat de term theologie afkomstig is uit de christelijke traditie en daarom overwegend gebruikt wordt voor de (studie van de) geloofsinhoud van het christendom. Want over de andere goden gaat het niet. Ik vind dat kokerdenken-theologie. Er is zo veel geschreven over God vanuit ook andere religies! En vergeet de mystici niet, die nog breder naar God ‘keken’. Die Hem zelfs ervoeren! Het lijkt alsof theologie alleen nog maar over de (christelijke) traditie mag gaan. God in de coulissen.

hendromunstermanSoms heeft het christelijk geloof (in haar katholieke vorm) ook uitzuivering nodig van wat er in de loop van de geschiedenis aan overtolligs of zelfs tegenstrijdigs is aangeslibd. Of omgekeerd: zijn er zaken uit het zicht verloren die tot het wezen van de christelijke verkondiging behoren. Als theoloog poog ik dan ook hier en daar mijn bescheiden bijdrage te leveren aan deze uitzuivering.’ (Hendro Munsterman – foto: NieuwWij)

Munsterman behoort tot die (schaarse?) theologen voor wie het wezenlijk is dat theologie echt theologie kan zijn. Al die ‘bestudeerders’ van religie kijken volgens hem ‘op een afstandje’ naar religie. Maar er zijn gelukkig ook nog theologen die ‘van binnenuit’ hun religie onderzoeken. Munsterman probeert trouw te zijn aan de bronnen van zijn geloof, wil loyaal zijn aan zijn christelijke, katholieke geloofsgemeenschap waar hij in staat en met zijn getheologiseer wil dienen. Helaas blijft hij daarbij wel op zijn eigen katholieke eilandje zitten, met zijn katholieke God.

Waar gaat deze discussie naartoe? Volgens mij moet theologie regelrecht terug naar zijn wortels, naar zijn bronnen. Er is genoeg geopenbaard en geschreven over God. Binnen alle religies vind je geschriften. Mystici en filosofen hebben grote gedachten over God op papier gezet. Theologie moet niet alleen kortzichtig christelijk zijn, maar uitgaan van alle religies waarin God te vinden is. Niet de alleen mens, niet slechts de traditie, maar vooral God bestuderen!

god_cloud_2983677k

Laat religiewetenschappers maar religie ‘dat iets is dat mensen doen’ bestuderen, maar laat theologie zich op wetenschappelijk niveau vooral in God verdiepen, aan de hand van die zeer vele geschriften, openbaringen, mystieke ervaringen. Bronnen meer dan genoeg waaraan de theologie zich kan laven. Laat een theoloog weer theo-loog zijn. Laat hij zich niet schamen voor zijn geloof in God; laat hij niet afglijden in slechts nadenken wat religie met gelovigen doet en God daarbij op de tweede plaats zetten. Een theoloog die niet in God gelooft, laat hem of haar dan maar religiewetenschap doen, maar blijf dan van de theologie af.

Zie NieuwWijKan een ongelovige theoloog wel een theoloog zijn? Die vraag staat centraal in een briefwisseling tussen Taede Smedes en Hendro Munsterman die afgelopen maandag is begonnen op Nieuwwij.nl en tot het eind van deze week zal duren. Smedes is godsdienstfilosoof en theoloog, freelance journalist en publicist. Hij is ook als onderzoeker verbonden aan het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving (DSTS) in Amsterdam. Munsterman is rooms-katholiek theoloog, doceert dogmatische theologie in Frankrijk (Lyon) en is Vaticaan-commentator voor het Nederlands Dagblad.

Foto 1: Theologie; Ysbrand van Hamelsveld. Korte aanmerkingen over het Oude Testament voor ongeleerden – 1791/1796 (veiling.katawiki.nl)

Foto 2: God, well known to work in mysterious ways, might be said to have been at it again when the image of a deity-like bearded man appeared through the clouds over Snettisham, Norfolk (telegraph.co.uk)

Spinozalaureaat Birgit Meyer onderzoekt het tastbare van religie, niet het niet-tastbare

media_xl_1482057
Of gelovigen met alle zintuiglijke middelen die religies inzetten om de ‘niet-tastbare werkelijkheid tastbaar te maken’ inderdaad in contact komen met het goddelijke, of dat ze iets aanboren dat in hunzelf schuilgaat, dat onderzoekt Spinozalaureaat Birgit Meyer niet. Wel wil zij met de 2,5 miljoen van de Spinozapremie verder onderzoek doen naar de rol van het beeld van de religieuze beleving, in samenwerking met collega’s van kunstgeschiedenis en mediawetenschappen.

Religie is in onze tijd springlevend, in Nederland en ook op mondiale schaal. Naast processen van ontkerkelijking en in het kielzog daarvan de transformatie van kerkgebouwen en sacrale voorwerpen tot religieus erfgoed, zijn er tal van nieuwe fenomenen, zoals de zoektocht naar spiritualiteit, de opkomst van pinksterkerken, en de manifestatie van diverse islamitische bewegingen.’ (Uit dankwoord Spinozalaureaat Meyer)

meyer-birgit-2015Birgit Meyer (foto: NWO), hoogleraar religiewetenschap aan de Universiteit Utrecht, en een van de winnaars van de prestigieuze NWO-Spinozapremie 2015, opteert bij de bestudering van religie voor een materiële benadering:

Centraal staan de concrete praktijken, middelen en media waardoor mensen zich tot het goddelijke of bovennatuurlijke en elkaar verhouden. Zo kunnen we begrijpen hoe die niet direct tastbare werkelijkheid tastbaar wordt gemaakt, en dus hoe religie in de wereld aanwezig is en die mede vormt geeft. In die zin is religie geen illusie, en ook niet louter een kwestie van geloof en innerlijke beleving.’ (Uit dankwoord Meyer)

Religie is volgens Meyer nooit weggeweest, het is dan weer meer en dan weer minder zichtbaar. Het religieuze veld is complexer geworden met de komst van migranten met een islamitische, maar ook met een christelijke – vaak pentecostale – achtergrond (pinksterkerken.)

Tot pakweg de jaren negentig werd ervan uitgegaan dat religie steeds minder belangrijk zou worden. Met de toenemende modernisering en ontwikkeling zou religie steeds meer een privékwestie worden en uiteindelijk zelfs verdwijnen. Maar die voorspelling is absoluut niet uitgekomen. ‘(NWO)  

s_boo_spinozaSpinoza (NWO)

M
eyer is zelf niet religieus, maar ziet religie wel als ‘een brug tussen deze en een andere werkelijkheid’. Om de wereld te begrijpen is meer kennis van religie en hoe religie georganiseerd wordt, volgens haar essentieel. Eigenlijk zoekt ze het ‘tastbare geloof’, de ‘tastbare beleving’.

Geloven mag dan iets ongrijpbaars lijken, religies bieden hun gelovigen wel degelijk concrete praktijken waarmee ze zich in het hier en nu tot het goddelijke of bovennatuurlijke, en elkaar verhouden. Denk hierbij aan rituelen als bidden; maar ook aan objecten, beelden, klanken, teksten en het lichaam. We beleven religie wat dat betreft misschien wel vooral via onze zintuigen.’ (Kennislink)

Zie:
* Religie is iets wat mensen doen (NWO)
* Ook religiewetenschapper in de prijzen (Trouw – Blendle)
* Dankwoord Birgit Meyer (NWO)
Antropologe en godsdienstwetenschapper Birgit Meyer winnares Spinozapremie 2015 (Kennislink)

Illustr: Trouw