‘Geluk begint met een moment voor jezelf’

Boekrecensie Solosofie – Nika Vázquez Seguí. Zij schrijft over ‘de kunst van het alleen-zijn’ in Solosofie. Liefde voor het alleen-zijn. De Spaanse auteur schreef Solosofia in 2022. Vertaald als Solosofie in 2023. Een variatie op het stoïcisme? Segui verwijst toch niet naar die sofisten uit de 5e eeuw v Chr. Wel toont Solosofie er duidelijk overeenkomsten mee. En eveneens met de wijze Solon van Athene. Segui vindt haar ‘denkgenoten’ echter verrassend genoeg veelal in het Westen.

‘Alleen zijn is niet hetzelfde als je alleen voelen’
(Nika Vázquez Seguí)

Nika Vázquez Seguí studeerde psychologie aan de universiteit van Valencia en behaalde een master in de psycho-oncologie. Zij combineert haar werk in haar eigen psychotherapiepraktijk met cursussen over emotionele intelligentie bij verschillende instellingen. Seguí schreef eerder de boeken Aporta o aparta en Te quiero, ¿y ahora qué?

Blijven leren
In Solosofie, in hoofdstuk Zelfgekozen eenzaamheid als je ouder wordt, leidt Segui af dat de Atheense moralist Solon een van de eerste solosofen was die dit soort uitspraken deed. En dat al een eeuw eerder dan de stoïcisten.

‘De Atheense moralist en dichter Solon zei het al in de zesde eeuw voor Christus: “Probeer te blijven leren zolang je leeft; denk niet dat de ouderdom de rede met zich meeneemt”.’
(Segui in: Solosofie)

Een kunst, een kunde
De Duits-Amerikaanse filosoof en psychoanalyticus Erich Fromm (1900-1980), een der belangrijkste denkers over mens en maatschappij van onze tijd, schreef onder meer Liefhebben – een kunst, een kunde (1956). Segui verwijst al direct naar deze titel als een van de voorbeelden hoe we ons ‘in het leven van alledag kunnen bekwamen en verbeteren’.


Nika Vázquez Seguí

‘Zoals Erich Fromm het concept liefde op zijn kop zette door het te beschrijven als een kunst waarin we ons in het leven van alledag kunnen bekwamen en verbeteren, is ook een leven op eigen benen niet iets wat je zomaar van de ene dag op de andere leert, zeker als je nooit eerder de noodzaak hebt gevoeld om het te leren.’
(Segui in: Solosofie)

Zelfontplooiing
Een andere Duits-Amerikaanse schrijver, Charles Bukowski, zegt Segui, is de vertegenwoordiger van de literaire beweging die dirty realism wordt genoemd en een trouwe bepleiter van eenzaamheid als middel om tot zelfkennis en zelfontplooiing te komen.

‘Het juiste evenwicht bewaren tussen eenzaamheid en mensen om je heen, daar gaat het om, dat is de manier om niet in het gekkenhuis te belanden.’
(Segui in: Solosofie)

De leegte van je ziel vullen
Segui vindt de Franse filosoof Blaise Pascal (1632-1662) een revolutionair in zijn tijd. Na  een zware depressie in 1645 wisselde hij wiskunde en toegepaste wetenschap in voor filosofie en theologie. Hij ontdekte de oneindige rijkdom van rust en zelfkennis. Wat hij met onderstaand citaat bedoelt, zegt Segui, is dat ‘de mens eropuit gaat om iets te vinden waarmee hij de leegte van zijn ziel kan vullen, omdat hij niet in staat is een innerlijk leven te cultiveren dat hem betekenis geeft’.

‘Al het leed van de mensen komt hieruit voort dat ze niet rustig in hun kamer kunnen blijven.’
(Segui in: Solosofie)

Naar jezelf kijken
De bekende managementgoeroe Stephen R. Covey (1932-2012) waarschuwt, zegt Segui, dat als je ondergedompeld bent in de maalstroom van het dagelijkse leven, het bijna onmogelijk is tijd te vinden om naar jezelf te kijken. Covey schreef De zeven eigenschappen van effectief leiderschap (2008), waarin hij schrijft: ‘Reorganiseer je leven en neem opnieuw de leiding’.

‘Je laat je meeslepen door wat urgent is en vergeet wat belangrijk is. Als dat gebeurt doen ontevredenheid en onbehagen hun intrede, aldus managementgoeroe Stephen Covey.’
(Segui in: Solosofie)

Zintuigen
Solosofie
bestrijkt tal van boeiende en onverwachte onderwerpen, zoals Leven met je vijf zintuigen. Over ruiken waarmee je reist naar het hart van je herinneringen. Zien: geluk schuilt in het oog van de waarnemer. Horen en de muziek van het leven. Voelen en de emoties die dicht onder je huid zitten: over ‘huidhonger’ dat ook wel contactarmoede wordt genoemd. En proeven: Segui zegt een ‘foodie’ te zijn, en vertelt waarom een ‘solosoof’ in een restaurant vraagt om een tafel voor één.

‘Alleen’ zijn
Als een ‘duveltje-uit-een-doosje’ reageert Segui als mensen tegen haar zeggen dat ze ‘alleen’ zijn om duidelijk te maken dat ze geen formele relatie hebben: ‘Je bent niet alleen, je hebt alleen geen partner’. Een groot hoofdstuk hierover beschrijft ze in: Liefde is niet altijd iets voor twee. Boeiend is ook wat zij schrijft over Zelfgekozen eenzaamheid als je ouder wordt, en dan komen we uit bij de eerdergenoemde Atheense Solon.

Cicero
In Samenleven zonder iets op te geven, nodigt Segui je ten slotte uit om met beoefening van solosofie je relatie met anderen te verbeteren terwijl je meer rekening houdt met jezelf. Daarom staan er ook tientallen Oefeningen en Ervaringen in Solosofie, die extra inzicht geven, om uiteindelijk Cicero na te kunnen zeggen: “Ik ben nooit minder alleen dan wanneer ik alleen ben.” Commentaar van Segui hierop:

Je hebt uiteraard jezelf. Beter gezelschap kun je je toch niet wensen?’
(Segui in: Solosofie)

Recensie: Solosofie – Geluk begint met een moment voor jezelf | Nika Vázquez Seguí | Hardcover € 16,99 | E-book € 9,99

Beeld: Liberi Coaching
Foto Nika Vázquez Seguí: Boekerij

Het onsterfelijke gerucht dat God bestaat

manlookingupthestarrynightsky

We kunnen wel stoppen met discussie. Ieder heeft zijn eigen waarheid: zijn godsdienst, zijn atheïsme of zijn twijfels, zegt theoloog Manuel Cabello in Geloven vandaag?. Waarom? Omdat het ‘maar meningen’ zijn. Hij zegt dat in de paragraaf De lastige zoektocht naar God in de moderne cultuur. Cabello zoekt naar een nieuw model van redelijkheid, voorbij meningen die van niet-intellectuele factoren afhankelijk zijn. Maar de wetenschappen die ons voorzien van ‘onomstotelijke waarheden’ – zij het dat nieuwe ontdekkingen ons op zijn minst verplichten om theorieën die eerder als vaststaand werden beschouwd te relativeren of te herformuleren – daar heeft Cabello het ook niet op.

‘God heeft zintuiglijk waarneembare tekenen gegeven opdat Hij door de mens zou worden gekend, maar heeft deze op een zodanige manier toegedekt dat ze alleen kunnen worden ontdekt door diegenen die ernaar zoeken met heel hun hart’
(Blaise Pascal)

Het staat nog veel meer vast dat ze ons niet kunnen vertellen of er een God is, en ook niet wat de zin van ons leven is, of we een onsterfelijke ziel bezitten, waarom we van mening zijn dat er goed en kwaad bestaat, waarom er een universum is en geen ‘niets’, waarom ik mijn beloften moet nakomen.’

Of we ons er nu bewust van zijn of niet, de uitspraak dat we ‘wel kunnen stoppen met de discussie’, bevestigt het beeld dat het hier slechts gaat om meningen die ieder zich vormt…

‘…op grond van zijn opvoeding, zijn ontvankelijkheid en zijn smaak, zodat er geen universeel geldige argumenten zijn om een bepaalde keuze te maken vanwege het simpele feit dat we ons bezighouden met vragen die nu eenmaal niet met de rede kunnen worden opgelost en waarop we met behulp van onze intelligentie geen goed onderbouwd antwoord kunnen geven.’

Cabello stelt dat uiteindelijk, tijdens de Reformatie, toen er sprake was van godsdienstig pluralisme en geweld tussen de verschillende geloofsrichtingen, en men zich niet meer kon verlaten op de Schrift, de filosofen de handschoen oppakten en de uitdaging aannamen om de mensheid een uitweg te bieden uit dit labyrint.

De rede was dé oplossing. Echter, elke filosoof van Descartes tot heden heeft zijn eigen leer die verschilt van die van zijn voorganger en vervolgens wordt uitgewerkt door zijn opvolger.’

De filosofie heeft ons, volgens Cabello, niets anders te bieden dan allerlei speculaties die ons door telkens weer nieuwe filosofen worden aangeboden; en de verschillende godsdiensten hebben hun specifieke dogma’s die niet zijn te bewijzen.

In de huidige cultuur weet men nog steeds niet hoe men moet komen tot vaststaande kennis aangaande het bestaan van God, en in het algemeen aangaande vraagstukken die verband houden met godsdienst en moraal.’


Ik vind het nodig om erop te wijzen hoe onterecht het is als mensen zich niet interesseren voor het vinden van een juist antwoord op een vraag over een onderwerp dat zó belangrijk voor hen is en dat hen zó intiem raakt. Wat voor vergissingen ze verder ook maken, deze fout toont hoe dwaas en verblind ze zijn, en een klein beetje gezond verstand en inzicht in de gevoelens die we van nature hebben, is al genoeg om hen in verwarring te brengen.
Het lijdt toch geen twijfel dat ons leven maar een ogenblik duurt, terwijl de situatie waarin wij dood zijn een eeuwigheid duurt – hoe die toestand er dan ook uit moge zien. Dat betekent dat al onze handelingen en gedachten moeten worden bepaald door de toestand waarin wij ons in deze eeuwigheid zullen bevinden. Het is dus onmogelijk om iets te ondernemen op goede gronden en met een gezond oordeel als wij ons niet laten leiden door datgene wat ons einddoel dient te zijn. (Blaise Pascal in: Geloven vandaag?)


Het lijkt Cabello redelijker om Blaise Pascal te volgen dan om de weg van de sofistische filosoof te gaan met diens ietwat lichtzinnige scepsis en kortzichtigheid, en ook kan hij geen genoegen nemen met de gemakzuchtige uitspraak: ‘Als God bestaat, dan moet Hij zich eens wat duidelijker laten zien.’


Wat roepen die gretigheid en deze onmacht ons anders toe dan dat er vroeger in de mens een waarachtig geluk was, waarvan hij nu alleen nog maar een merkteken en een spoor zonder inhoud over heeft, een leegte dus die hij wil vullen met alles wat hem omringt, waarbij hij hoopt dat dingen die er niet zijn hem helpen als de dingen die er wél zijn hem niet helpen, maar tevergeefs, omdat die oneindige afgrond alleen gevuld kan worden door iets dat oneindig en onveranderlijk is: door God zelf? (Blaise Pascal in: Geloven vandaag?)


Het loont de moeite, zegt Cabello, om na te gaan of het ‘onsterfelijke gerucht’ ─ hij gebruikt de woorden van de nestor van de Duitse filosofie Robert Spaemann ─ dat God bestaat, een leer die door de hele geschiedenis van de mensheid heen te vinden is, op een redelijke grondslag berust.

De vraag is dus of het mogelijk is om redenen te vinden die waarborgen dat God bestaat. Waar moeten we zoeken naar een antwoord op de vraag of God bestaat?’

Of is dat zinloos? De Bijbel vertelt ons immers, aldus de theoloog, dat de God van de christenen een verborgen God is.

Pascal geeft hierbij als commentaar dat God zintuiglijke waarneembare tekenen heeft gegeven opdat Hij door de mens zou worden gekend, maar dat Hij deze op een zodanige manier heeft toegedekt dat ze alleen kunnen worden ontdekt door diegenen die ernaar zoeken met heel hun hart.’

God verbergt zich opdat de mens naar Hem verlangt, vanuit dit verlangen op zoek gaat naar Hem, en Hem zoekt via zijn naaste. Het feit dat de mens God zoekt in het halfduister, maakt dat hij liefde voor Hem opvat en terzelfder tijd in zekere zin de liefde van God verdient.

Die door Pascal genoemde zintuiglijk waarneembare tekenen waarmee we God kunnen ontdekken, bevinden zich ‘in het hemelgewelf’, dat wil zeggen: in het beschouwen van het universum. Evenzo vinden we een spoor van God terug in het innerlijk van ieder menselijk wezen, zoals Augustinus ons op magistrale wijze heeft voorgehouden: ‘Gij hebt ons geschapen als wezens gericht op U, o Heer, en ons hart kent geen rust zolang het niet rust in U’.

Zie: Zijn er voldoende redelijke gronden om het geloof in God te kunnen onderbouwen? – in: Geloven vandaag?

Geloven vandaag? – Christendom en moderne rede
| Manuel Cabello | 2017 | Uitgeverij De Boog | ISBN 9789062570645 | 224 pagina’s | Paperback | € 13.50 | E-book € 8.80Leesproef
Dit boek is niet bestemd voor professionals op het gebied van de filosofie of de theologie, en ook niet voor specialisten op het gebied van de Bijbel of de geschiedenis van de Oudheid. Het is eenvoudigweg bedoeld voor mannen en vrouwen die graag nadenken over de dingen. (Manuel Cabello)

Beeld: wallpaperstudio10.com
Update 27-10-24 (2x): lay-out + herstel links Geloven vandaag? / Leesproef – 17-12-2024: Lay-out)

‘Grandioze visie in het evolutionair denken’

HIRES_NaturalHistoryMuseum_PictureLibrary_CMYK

In zijn essay Thuis in de kosmos laat godsdienstfilosoof en theoloog Taede A. Smedes zien wat voor een grandioze visie in het evolutionair denken besloten ligt. ‘Een visie die in mijn ogen door gelovigen én ongelovigen gedeeld kan worden, en die hen wellicht kan verbinden in een gedeelde visie op de zin van ons bestaan.’ Dan komen we natuurlijk Darwin tegen, en het ‘Epos van Evolutie’, en komen we via de evolutie van het heelal, evolutie van het leven op aarde en die van de mens, uit bij de mens als locus van kosmisch zelfbewustzijn en een thuis voor God. 

Darwin laat volgens Smedes zien hoe de evolutietheorie raakt aan levensbeschouwing en dat is precies wat Smedes zelf ook raakt. Het komt mij voor dat hij (mede) daardoor dit essay heeft geschreven. De evolutietheorie beschrijft en verklaart de ontwikkeling van het leven op Aarde, stelt Smedes. Bij de filosoof en theoloog komen – hoe kan het ook anders – filosofische en theologische vragen op door zijn ontmoeting met de wetenschappelijke evolutietheorie.

Door de evolutietheorie is de mens zichzelf gaan zien als een specifieke diersoort. De evolutietheorie levert interessante feiten op, maar waar we ons leven vooral door laten bepalen zijn de implicaties daarvan: wat betekent het allemaal?’

Smedes wordt geïnspireerd door, wat religieuze naturalisten en sommige wetenschappers noemen, het ‘Epos van Evolutie’: een zingevend en zinstichtend verhaal. Deze natuurwetenschappelijke geschiedenis van de evolutie van het heelal en van het leven op Aarde toont aan hoe alles met alles samenhangt, op een wijze die bij de schrijver niets minder dan een haast mystieke ervaring uitlokte. In dit essay wordt het ‘een verhaal met een verrassende twist, want de mens speelt misschien helemaal niet zo’n kleine rol in het geheel als vaak wordt gedacht…’

In het kort vertelt Smedes het natuurwetenschappelijk verhaal: over de oerknal, de eerste sterren. Hij vertelt beeldend dat het metaal van de trein waarin je zit, ooit lang geleden in de sterren is gevormd en door een supernova-explosie het heelal in werd geslingerd. En dat het later op Aarde begon te regenen: de hemelsluizen gingen open. En dat de oudste sporen van microscopisch leven van zo’n 3,5 miljard jaar geleden dateren, of misschien nog ouder zijn.

Dan gaat het over de evolutie op Aarde. Darwin komt er weer bij: hij accepteerde het idee van ‘ontwerp’ in de natuur, het idee van functioneel georganiseerde eigenschappen.

Er was dus ontwerp, maar een bovennatuurlijke Ontwerper was niet langer nodig. Dat was een tamelijk dramatisch inzicht. En dat is het voor veel gelovigen nog steeds, getuige de telkens weer opduikende pseudowetenschappelijke ideeën van bijvoorbeeld creationisten, die pogen om de evolutietheorie in diskrediet te brengen en een bovennatuurlijke, goddelijke Ontwerper als alternatieve verklaring voor biologisch ontwerp te geven.’

De auteur stelt dat de mens niet van de aap afstamt (‘zoals vaak wordt gedacht, alwéér een mythe’), maar dat mens en chimpansees een gemeenschappelijke voorouder hebben, een mensaap die tussen de vier en zeven miljoen jaar geleden op Aarde rondliep. Het idee van een gemeenschappelijke voorouder blijkt echter nog veel dieper te gaan: alle leven op aarde heeft een gemeenschappelijke voorouder.

In het ongrijpbaar diepe verleden van het leven op Aarde is ooit een eencellige geweest die de voorouder is geworden van alle leven. Het gras in de tuin, de boom in het bos, de slak op het blad, de spin voor het raam, de zebra’s, giraffen en olifanten op de Afrikaanse savanne… Al het leven op Aarde komt samen en is aan elkaar verwant door die ene eencellige die ooit, lang geleden, het eerste leven op Aarde was. Dat feit alleen al wekt diepe verwondering.’

Dan de evolutie van de mens. Dat de mens van een aap afstamt, is strikt gesproken onjuist, zegt Smedes weer en voegt er olijk aan toe:

Maar als we het wezen waar uiteindelijk ook de mens uit voortgekomen is, vandaag op straat zouden tegenkomen, dan zouden we het eerder in de dierentuin plaatsen dan in een gemeubileerd appartement.’

De mens blijkt ineens een soort te zijn – homo sapiens – met een heel eigen geschiedenis.

En dan niet een geschiedenis die slechts 6000 jaar geleden begon bij de schepping van Adam en Eva door God, maar een geschiedenis die onvoorstelbaar ver teruggaat en verstrengeld is met de geschiedenis van het leven op de Aarde, en uiteindelijk zelfs ligt ingebed in de geschiedenis van het heelal.’

thuisindekosmos

Drie krenkingen van de mens, noemt Smedes als hij naar Freud verwijst. Een kosmologische: het narcistische idee dat de mens het middelpunt van het heelal zou zijn. En een biologische: de mens blijkt niet anders of iets meer dan een dier. En een psychologische: de innerlijke vrijheid van de mens blijkt een illusie. Als klap op de vuurpijl onttoverde de wetenschap ook nog eens de kosmos en vindt de mens zich eenzaam terug te midden van het nihilisme.

Zin en betekenis worden niet langer gevonden of ontdekt. Het heelal blijkt een koude plek, zinloos, gevoelloos en doelloos opererend. En wij doen er vanuit kosmisch perspectief niet toe. Het heelal maalt niet om onze aanwezigheid.’

De mens vindt geen zin en betekenis meer, stelt Smedes, maar moet die zelf creëren. Hij verwijst naar Blaise Pascal die schreef: ‘De eeuwige stilte van deze eindeloze ruimte vervult me met angst.’ Maar, en nu wordt het interessant, zegt ook Smedes, onze hele waardigheid ligt in het denken.

Fysiek moet ik in de kosmos mijn meerdere erkennen. Maar als het op denkvermogen aankomt, op reflectie en zelfbewustzijn, ja, dan heeft de mens het overwicht.’ (Pascal)

Bij Pascal blijft de mens de ontheemde, stelt Smedes, degene die strijdt tegen de leegte en zinloosheid, en daar door het denken misschien enigszins vat op krijgt, maar de vervreemding tussen mens en kosmos wordt bij Pascal echter niet overwonnen. Tasmedes vraagt zich vervolgens af:

Hoe dan verder?’

(Wordt vervolgd)

Thuis in de kosmos – Het epos van evolutie en de vraag naar de zin van ons bestaan | Taede A. Smedes | Amsterdam University Press | Met illustraties | 100 blz. |  Harde kaft | Februari 2018 | ISBN10 9462987084 | ISBN13 9789462987081 | € 12,50 | Met een nawoord over buitenaardse intelligentie | Ebook via Google Play Boeken € 4,49

Beeld: De Cambrische zee wemelde van nieuwe soorten dieren, zoals het roofdier Anomalocaris (midden). – Een evolutionaire uitbarsting van 540 miljoen jaar geleden vulde de zeeën met een verbazingwekkende diversiteit aan dieren. De trigger achter die revolutie komt eindelijk in beeld. (nature.com)

Bewijzen of weerleggen bestaan God onmogelijk

blaise-pascal-par-Resonance
‘We krijgen pas oog voor het mysterie van God als we de idee laten varen dat hij een ordelijke, geheel begrijpelijke wereld voor ons heeft ingericht,’ stelt filosoof Jan Riemersma. ‘Dan is het ook niet verwonderlijk dat God verborgen is en dat het bestaan niet paradijselijk is:
God is ondoorgrondelijk, maar zijn bestaan is alomtegenwoordig.’
 

‘Wij weten niet of God bestaat noch hoe Hij is’. En deze uitspraak is van Blaise Pascal, een Franse wis- en natuurkundige, christelijk filosoof, theoloog en apologeet. Hij was de schrijver van Pensées (Gedachten), waarin hij deze uitspraak deed.

‘Maar wij weten niet of God bestaat noch hoe Hij is, omdat Hij noch uitgebreidheid bezit, noch grenzen heeft. Maar door het geloof onderkennen wij Zijn bestaan en als we zalig zijn zullen we weten hoe Hij is.’ (BP) 

Godsdienstfilosoof Jan Riemersma, alias De Lachende Theoloog, wijdt een blog aan Pascal, onder de titel De God van Pascal, waarin Riemersma stelt dat Pascal alle Godsbewijzen van de hand wees, maar met een ander Godsbewijs kwam. 

blaisepascal‘Pascal schreef: ‘Als er een God is, is Hij oneindig onbegrijpelijk (…)’ Om aannemelijk te maken dat God inderdaad niets minder dan ‘oneindig onbegrijpelijk’ is, zet Pascal zich er toe om te tonen dat onze wereld de ‘oneindige onbegrijpelijkheid’ van God weergeeft. Bij het aanschouwen van de werkelijkheid ligt het ons op de lippen om te denken: dit moet wel het werk van een machtig wezen zijn! (JR) 

De rede faalt, zegt Pascal, want ons verstand kàn de werkelijkheid niet doorgronden, maar we kunnen wel weten dat er een God is, zonder dat we Hem begrijpen. Riemersma:

‘Dit is inderdaad een waarheid als een koe. Als de werkelijkheid zo ingewikkeld is dat ons verstand (bij lange na) niet alle verschijnselen kan ordenen, dan kunnen we het bestaan van God eenvoudigweg niet ontkennen.’ (JR) 

Riemersma vindt dat het bevredigende van Pascals invalshoek is dat we op ons gevoel mogen vertrouwen en dat we niet verplicht zijn om ons geloof in God verder te verantwoorden.

‘Wie echter wil bewijzen dat God bestaat, zal heel de wereld in de steigers moeten slaan: hij zal een loopplank moeten hebben die hem in staat stelt om zijn redelijke beginselen mee te voeren naar het begin van alle tijden en naar de uiterste grenzen van de werkelijkheid.’ (JR) 

janriemersmaDe Lachende Theoloog (foto: JR) stelt dat, uitsluitend als ons verstand zo krachtig is dat we de gehele werkelijkheid kunnen doorgronden, onze rede geschikt is als instrument om een fel zoeklicht op onze verborgen God te laten schijnen.
Ten slotte citeert hij nogmaals Pascal:

‘De metafysische godsbewijzen liggen zo ver af van de manier waarop de mensen denken en zijn zo ingewikkeld, dat men er niet door geraakt wordt; en al zouden sommige er baat bij hebben, ze hebben er alleen iets aan op het moment dat deze bewijsvoering hen voor ogen staat, maar een uur later zijn ze bang dat ze zich vergist hebben.’ (BP) 

Zie: De God van Pascal

Illustr Blaise Pascal: maverickphilosopher.typepad.com

Blog illustr: Blaise Rascal par Resonance