Een fascinerende reis door geest en werkelijkheid

Auteur en blogger Bruno Del Medico, gespecialiseerd in kwantumfysica, metafysica, sociale actualiteit en wetenschap, schreef Carl Jung en het Kwantum Universum 1 (2025). Del Medico zegt zijn inspiratie gehaald te hebben uit ‘Jungs idee dat schijnbaar willekeurige gebeurtenissen diepgaande en kosmische betekenissen konden krijgen, en zo aspecten van de kwantumtheorie integreerde in de psychologie’.  Eerder schreef hij Van het fysieke universum naar de metafysische kosmos. De kwantumverstrengeling en synchroniciteit van Carl Jung (2022, de bijgewerkte en uitgebreide versie van 2019).

‘Wie kent de weg naar de eeuwig vruchtbare velden van de ziel? Er is maar één manier, en dat is jouw manier.’
(Carl Jung in: Het Rode Boek)  

Helder en toegankelijk
Beide boeken zijn opvallend helder en toegankelijk geschreven, mede door Del Medico’s ervaring als populair-wetenschappelijk schrijver. Carl Jung laat zich op elke pagina gelden, als de ontdekker van het onbewuste en door zijn belangrijkste theorieën in relatie met de kwantumtheorie.

Baanbrekende visies
In Carl Jung en het Kwantum Universum 1 (2025) beschrijft Del Medico over ‘de verrassende correlaties tussen Jung en de kwantumtheorie’. Hij verkent de baanbrekende visies op de psyche en het collectieve onbewuste die later verweven raken met de kwantumprincipes van het universum. Zoals fundamentele concepten als het oneindig kleine van de kwantumfysica, Werner Heisenbergs onbepaaldheid en Niels Bohrs complementariteit. Elk hoofdstuk biedt een gedegen analyse over de verbanden tussen de menselijke geest en het kwantumuniversum. Nog twee delen volgen.

‘Dit eerste deel biedt een solide basis voor het pad dat in de volgende delen zal volgen. Door de pagina’s van het boek leidt de auteur de lezer op een reis, die de filosofische en wetenschappelijke fundamenten van beide disciplines behandelt.’
(Uit: Carl Jung en het Kwantum Universum 1, Inleiding)


Carl Jung (1875 – 1961)

‘Wie kent de weg…’
De auteur citeert in het hoofdstuk Ontmoeting tussen geest en materie een prachtige gedachte van Jung uit Het Rode Boek. Jung zegt hierin:

‘Wees niet hebzuchtig naar de vruchten die op andermans akkers worden geboren. Weten jullie niet dat jullie zelf de vruchtbare akker zijn waarop alles groeit wat jullie nodig hebben? Maar wie weet dat vandaag nog? Wie kent de weg naar de eeuwig vruchtbare velden van de ziel? Er is maar één manier, en dat is jouw manier.’
(Carl Jung, in Het Rode Boek, geciteerd door Del Medico in Carl Jung en het Kwantum Universum 1)  

‘Concluderend nodigt Jung ons uit om de diepten van onze psyche te onderzoeken door middel van mythen, symbolen en dromen, waarbij de universele onderlinge verbondenheid van de menselijke ervaring wordt erkend. Het analyseren van deze elementen biedt toegang tot een completer begrip van het menselijk bestaan en opent deuren naar een groter zelfbewustzijn en een bredere visie op onze plaats in de wereld.’
(Uit: Carl Jung en het Kwantum Universum 1, De theorie van synchroniciteit en het verband met de kwantumtheorie)

Absoluut onverenigbaar?’
Eerder (2022) verscheen van Del Medico Van het fysieke universum naar de metafysische kosmos. De kwantumverstrengeling en synchroniciteit van Carl Jung. Del Medico geeft hierin de samenwerking weer tussen Carl Jung en Wolfgang Pauli. Meer dan twintig jaar werkten zij samen op het gebied van de psyche (Jung) en op dat van de materie (Pauli). Deze twee sectoren worden als absoluut onverenigbaar met elkaar beschouwd. In feite ontkent het wetenschappelijk materialisme het bestaan van enige psychische component in het bekende universum.

‘De introductie van de fotontheorie van Albert Einstein [in 1905] was een mijlpaal in de kwantumfysica. Dit concept maakte de weg vrij voor verder onderzoek en ontwikkelingen op dit gebied en opende nieuwe deuren om de wereld op microscopisch niveau te begrijpen en aspecten van de werkelijkheid te onthullen die niet konden worden verklaard door de klassieke natuurkunde.’
(Uit: Van het fysieke universum naar de metafysische kosmos. De kwantumverstrengeling en synchroniciteit van Carl Jung, Schets van de geboorte van de kwantumfysica)


Wolfgang Pauli en Carl Jung

‘Carl Jungs verkenning van het onbewuste en Werner Heisenbergs revolutionaire ontdekkingen in de kwantumfysica komen samen in een harmonieuze synergie. Terwijl Jung ons uitnodigt om de diepten van de menselijke psyche te onderzoeken om onszelf te begrijpen, stelt Heisenberg de aard van de werkelijkheid en het kennisproces in vraag. Door deze combinatie van perspectieven worden we uitgenodigd om onze innerlijke wereld te verkennen en het verband tussen onze innerlijke en uiterlijke werkelijkheid te herkennen.’
(Uit: Van het fysieke universum naar de metafysische kosmos. De kwantumverstrengeling en synchroniciteit van Carl Jung, in Werner Heisenberg en onbepaaldheid)

Does It Happen to You Too?
Als gepensioneerd computerprogrammeur werkt Del Medico als blogger op verschillende technische vakgebieden. En publiceert artikelen en studies in diverse vakbladen (Informatica oggi, CQ Elettronica, Fare Computer, Bit, Radio Elettronica en andere). De laatste jaren legt Del Medico zich toe op de verspreiding van de nieuwste ontdekkingen in de kwantumfysica, in lijn met het metafysische perspectief van vele gerenommeerde wetenschappers zoals David Bohm en Henry Stapp. Op dit gebied heeft hij drie boeken gepubliceerd: Entanglement and Synchronicity, Does It Happen to You Too? en recentelijk All the Colors of Entanglement.


Bruno Del Medico

Bronnen:
* Bruno Del Medico: Carl Jung en het Kwantum Universum 1 (Amazon) – E-book: Bol.com  
* Bruno Del Medico: Van het fysieke universum naar de metafysische kosmos. De kwantumverstrengeling en synchroniciteit van Carl Jung –
Op weg naar het tijdperk van samenwerking tussen geest en materie (Amazon) – E-book: Bol.com
* Amazon
* Nobelprize.org
Natuurkundige en Nobelprijswinnaar (1932) Werner Heisenberg (1901 – 1976) was een van de grondleggers van de kwantummechanica. Hij werkte een tijd samen met natuurkundige en Nobelprijswinnaar (1922) Niels Bohr (1885 – 1962). Bohr werkte onder meer aan de problemen die zich in de kwantumfysica voordoen.

Beeld: Coverfoto Van melkweggrenzen tot kwantumverstrengeling (Bruno del Medico)
Foto Bruno Del Medico: Amazon
Foto Jung: Brittanica

‘Een wereld waarin alles in relatie staat tot God’

Theoloog Aza Goudriaan, hoogleraar Wetenschap & Vroomheid, gaat ‘een wereld waarin alles in relatie staat tot God’ onderzoeken. Hij is niet de eerste. Gisbertus Voetius, (veld)predikant en hoogleraar in de Oosterse talen en theologie, beschrijft deze gedachte al. ‘Op fascinerende manier’, zegt Aza en noemt hem de ’sleutelfiguur binnen zijn onderzoek’. Voetius schrijft in zijn inaugurele rede over de ‘verbintenis tussen de vroomheid en de wetenschap’. En nu zit Aza op de nieuwe, persoonlijke, leerstoel* ‘Wetenschap & Vroomheid’. ‘Heel toepasselijk, zo dicht bij het Voetius-herdenkingsjaar 2026’.

‘Voetius is iemand die op een theoretische en een praktische manier geprobeerd heeft om het hele leven en de werkelijkheid te beschouwen en te leven als van God afhankelijk en door Hem geleid’
(Aza Goudriaan)

Verbinding met de wetenschappen
H
et is niet alleen de mens Gisbertus Voetius (1589 – 1676) door wie Aza gefascineerd is, maar vooral de manier waarop hij de werkelijkheid beschouwt.

‘Hij [Voetius] is een voorbeeld van een manier van denken die heel het leven en heel de werkelijkheid in verband brengt met God, en onder Gods regering ziet. Iemand die een poging heeft gedaan om theologie met verschillende wetenschappen te verbinden en zo het hele leven in verband te brengen met het dienen van God.’
(Aza)

Genuanceerd afwegen
A
za vindt Voetius ‘een meester in het schetsen van verschillende posities, het genuanceerd afwegen van vraagstukken in uitgebreid gesprek met de traditie en de internationale literatuur’.

‘Dat levert niet de meest toegankelijke manier van schrijven op, maar wel precisie. De nauwkeurigheid waarmee hij beschrijft, zijn streven om aan de posities van mensen recht te doen – ik vind het een respectvolle manier van omgaan met mensen.’
(Aza)

‘Kijk maar welke methode je het meest geschikt lijkt. Als Jezus Christus maar wordt verkondigd aan het hart van de mensen.’
(Gisbertus Voetius)

Tegenstelling?
I
n zijn onderzoek wil Aza de komende jaren de verschillende aspecten van Voetius’ theologie samenhangend bestuderen. ‘Het is een manier van kijken die een relatie tot God veronderstelt. God heeft de wereld geschapen, dus dan moet je ook de wereld en de geschiedenis in relatie tot Hem bekijken’. 

‘Ik ben benieuwd wat voor beeld je dan krijgt. Wetenschap met vroomheid verbinden was een opgaaf, en het is soms wel gezien als een tegenstelling: persoonlijke vroomheid aan de ene kant en schoolse geleerdheid aan de andere kant.
(Aza)

Origenes
E
r zijn ook anderen die op Voetius’ manier kijken, zegt Aza: ‘Het was eigenlijk een oud christelijk streven, dat iemand als Origenes al in Caesarea probeerde vorm te geven’. – Origenes, aldus vroegekerk.nl, is een experimenteel theoloog uit de 3e eeuw, die zich ‘verdiepte in de profane wetenschappen, zoals wijsbegeerte en filosofie’. 

‘Als hoofd van de Alexandrijnse catechetenschool schreef Origenes zijn belangrijkste dogmatische werk: “Over de grondbeginselen”, waarschijnlijk een weerslag van het onderwijs dat hij aan de hoogopgeleiden gaf. De titel van dit werk is dubbelzinnig. Griekse filosofen hadden deze titel ook al gebruikt bij de beschrijving van de oorzaken en grondslagen van het bestaan. Zocht Origenes bij hen aansluiting? In ieder geval beschreef hij de grondbeginselen van het Christendom.

Het uitgangspunt van Origenes bij de beschrijving van de Christelijke grondbeginselen is dat het object van religieuze kennis een mysterie is. Dit heeft iets van een tegenstrijdigheid. Want waarom zouden we een mysterie leren kennen als het mysterie onkenbaar is? Origenes’ antwoord hierop is dat het mysterie in zijn totaliteit voor de mens onkenbaar is.’
(vroegekerk.nl)

‘Kennis komt na het geloof’
V
olgens Historiek wordt de theologie van Voetius gekenmerkt door het primaat van geloof boven wetenschap en zijn klemtoon op vroomheid.

‘Een van zijn kernleuzen was “ik geloof opdat ik begrijp”. Kennis kwam na het geloof en moest dus godsvruchtig zijn om kennis te zijn. In deze zin stond Voetius diametraal tegenover de rationalistische filosofie van onder meer René Descartes, die uitging van het adagium “Ik denk, dus ik ben”.’
(Historiek)


Gevelsteen aan de voorzijde Sint-Catharijnekerk in Heusden
(Voetius werd geboren op 3 maart 1589 in Heusden, oorspronkelijk als Gijsbert Voet)

Werkelijkheid beschouwen
H
et onderzoek van Aza klinkt veelbelovend en hij zal de wereld waarin alles in relatie staat tot God veelzijdig moeten bestuderen. Voetius duikt de diepte in als hij in 1634 de positie van hoogleraar aanvaardt, op zoek naar God: ‘Als je God wilt dienen, moet je Hem kennen, dat wil zeggen: studeren’.

‘In de Bijbel, maar ook in andere vakgebieden die licht werpen op God en Zijn daden. Voetius is iemand die op een theoretische en een praktische manier geprobeerd heeft om het hele leven en de werkelijkheid te beschouwen en te leven als van God afhankelijk en door Hem geleid.” Negentiende-eeuws theoloog en oud-minister-president Abraham Kuyper noemde hem “de grootste godgeleerde waarop het gereformeerd Nederland roemen mag”.’
(Aza)


Presentatie-exemplaar van G. Voetius, van zijn Politieke Ecclesiastica (kerkpolitiek)

* De leerstoel Wetenschap & Vroomheid is ontstaan mede op initiatief van de stichting Ad pias causas. Deze stichting hecht veel waarde aan de bestudering van theologie en filosofie ten tijde van de Reformatie en stelde de PThU voor onderzoek op dit thema te sponsoren. De PThU heeft vervolgens een profiel voor een leerstoel en onderzoeksprogramma uitgewerkt.

Bronnen:
* PThU: “Achter de teksten en de schepping staat de Schepper”
(interview)
* Vroegekerk.nl: Origenes, een experimenteel theoloog uit de 3e eeuw
* Historiek: Gisbertus Voetius (1589-1676) – Gezicht van de Nadere Reformatie


Beeld: Vatican City / Bridgeman ImagesDe Schepping van Adam, van het Sixtijnse Plafond, 1510 (detail), Michelangelo Buonarroti, Vatican Museums and Galleries
Gisbertus Voetius: Christian Study Library
Gedenkteken Voetius: Heusden in BeeldVoetius werd geboren op 3 maart 1589 in Heusden, oorspronkelijk als Gijsbert Voet. Hij werd vooral bekend als eerste hoogleraar van de Universiteit van Utrecht.
Politieke ecclesiastica (Kerkpolitiek) Gisbertus Voetius: Uitgever: Johannes Janssonius van Waesberge. 1663, 1666, 1669, 1676. Zeldzame complete set van dit monumentale werk over het kerkelijk leven van de Nederlandse calvinistische theoloog Gisbertus Voetius (1589-1676), die beroemd werd door zijn botsing met Descartes. (Abebooks.com)

‘Je leven in een kort ogenblik totaal veranderd’

Zonder dat er daadwerkelijk iets is gebeurd…Boekrecensie Boomtijd. Auteur Beitske Bouwman beschrijft een zoektocht naar woorden voor de natuur, in een verhaal, want zo geven we immers ‘betekenis met woorden’. Opdat ‘we grip krijgen op hetgeen ons is overkomen’. En wàt haar overkomt, doet de wereld in haar kantelen. Er gebeurt iets dat zij ‘niet kan omschrijven, maar wel voelt’.

‘Als we door de ruimte van de letters heen durven vallen, vangt de aarde ons op, de zachte aarde die geduldig wacht op een nieuw begin’
(Beitske Bouwman)

Kan je leven in een kort ogenblik totaal veranderen zonder dat er daadwerkelijk iets is gebeurd? Beitske slaagt in de poging haar ervaring in woorden te vangen en ook wat er tussen die woorden tot leven komt. 

Bij het grip krijgen op wat ons overkomt, is ‘alleen het vreemde dat we door de grip vaak de essentie verliezen’. Omdat ‘wat gebeurt, nog niet in honderdduizend woorden is te vangen’.

‘Omdat wat gebeurt, vanuit oneindig veel gezichtspunten te benaderen is. Een verhaal is dus nooit zoals het werkelijk op het moment zelf was, je kleurt het altijd met woorden in.’
(Uit: Boomtijd)

Beitske beheerst op verrassende wijze de kunst de essentie in woorden te vangen. Als lezer loop je bijna vanzelf met die woorden mee zodat je haar verwondering meevoelt. En ook de verbazing, verrukking, momenten van verdwazing, het staren naar het plafond, haar ‘verlangen of een soort heimwee, een dieper gevoel van ergens te willen zijn waar ik niet was’.

In ’de ruimte van het bos’, waarin het verhaal zich grotendeels afspeelt door een onvergetelijke ontmoeting met bor, ervaart Beitske ook weerstand, want ‘moest ik mezelf niet in bescherming nemen tegen deze nieuwe gevoelens? Wat als ik de werkelijkheid waarin ik zo lang geleefd had niet meer zou begrijpen?’

‘Maar wellicht is dat de essentie van het leven, dat het zich vanzelf ontvouwt. Misschien gaat het erom te durven duiken in onwetendheid om zo het werkelijke leven te kunnen omarmen.’
(Uit: Boomtijd)

Het verhaal blijft door ieder woord boeiend. Je gaat mee in haar weerstand, voelt mee met nieuwe gevoelens. Woorden vangen je als lezer, ook als Beitske geen antwoorden vindt op de vragen die zij zichzelf stelt. ‘In ieder geval geen antwoorden in het leven dat ik leidde’. En zo is het als lezer ook ‘al vrij snel duidelijk dat de antwoorden niet in het denken – zoals ik dat kende, te vinden zouden zijn’.

‘Ik ben gaan twijfelen over het bestaan van een zelf. Of anders gezegd, een begrensd zelf dat losstaat van al het andere dat leeft.’
(Uit: Boomtijd)

bor roept Beitske in een taal die zij nog niet begrijpt maar wel voelt. Onverwachts verschijnt bor in haar verhaal. En als bor de wereld in jou als lezer, net als bij Beitske, lijkt te doen kantelen, voel je jezelf misschien ook even verdwaald of dwalend, en vraag je je eveneens af of jouw werkelijke thuis ook daar is.

‘De verschijning van bor naast mij was zo puur, zo echt. Er welde een groots gevoel in mij op, iets dat mij ten diepste raakte. Het kon ook niet zo zijn dat ik dit verzon, het was ook mijn verbeelding niet, dit gebeurde in dit moment.’
(Uit: Boomtijd)

Wat er met Beitske gebeurt, wil je meebeleven in de ruimte waar het leven zich werkelijk lijkt af te spelen. In haar dwalen in boomtijd is ‘geen andere plek op aarde waar ik liever wilde zijn’.

‘Zolang de mensheid verhalen schrijft, komen er bomen in voor. De boom van goed en kwaad, de boom van leven, de boom met geheime deuren, de boom waaronder recht gesproken wordt. Wie sprak er eerder? De boom of de mens?’
(Uit: Boomtijd)


Beitske Bouwman

Boomtijd | Beitske Bouwman | Uitgeverij Noordboek |  8 april 2025 | 96 blz. | hardcover | € 19,90 | ‘Beitske Bouwman schreef onder meer vier romans, is PhD-onderzoeker aan Wageningen University & Research en oprichter van de Anaya Academy, waarin de relatie tussen mens en natuur centraal staat. Boomtijd is haar eerste autofictieve werk.’
NatuurCollege: ‘Het verhaal dat beklijft en dat iedereen die van natuur houdt of graag in het bos wandelt, gelezen zou moeten hebben’, verscheen in samenwerking met NatuurCollege, een ideële stichting die onderwijs en wetenschap ontwikkelt voor het versterken van de relatie tussen mens en natuur in onze huidige tijd.’

Foto’s Eik: Ergens op de Heuvelrug (PD, mei 2025)

Brandende nieuwgierigheid naar het Absolute

Kluizenaar Pater Hugo is, als monnik en aan de universiteit (KU Leuven), gespecialiseerd in het ontcijferen van mystieke teksten. Je kan hem nu gerust een hightech theoloog noemen die op professionele wijze online colleges Mystieke Theologie presenteert. Teksten, podcasts, YouTube-filmpjes, videocolleges, muziek: hij maakt alles zelf. – Een van zijn studenten is Herman Finkers: ‘Het is de bedoeling dat je ervan weet hebt, en niet als een kip zonder kop hier op de wereld rond te lopen. Je vormt je òòk mystiek. En de mystiek is de bron van de katholieke kerk. Als de kerk de mystiek nog verder overboord gooit, kan ze de winkel sluiten.’

‘Gelukkig worden in tien stappen’ of: ‘Gelukkig worden voor dummies.’
Nee, dat is helemaal niet de bedoeling’
(Herman Finkers)

Iedereen heeft te maken met mystiek
D
e kluizenaar die – paradoxaal genoeg – midden in de wereld staat, heeft van jongs af aan altijd een brandende nieuwgierigheid gehad naar het Absolute. Naar het fundament onder de werkelijkheid. Niet alleen wat we hier doen. Maar ook waarom er überhaupt iets bestaat. Dat gaf hem niet zo zeer een kerkelijke, maar wel een grote religieuze belangstelling: een soort spirituele aanleg.

Iedereen heeft te maken met mystiek. Mystiek is in feite de vraag naar je bewustzijn. Naar de ervaring van het Absolute en de ervaring van God. Niet zozeer het beredeneren van theologische werkelijkheden door filosofische redeneringen toe te passen. Of door Bijbelteksten uit elkaar te peuteren.
Dus ook mensen die niet zo veel met het fenomeen ‘kerk’ hebben of die niet zo helemaal vol zitten van het hele Jezus-idee, die zijn toch nieuwgierig naar dit soort vragen. Wat als ik helemaal overvallen word door een gevoel dat ik niet kan beschrijven. Maar wat voor mij heel fundamenteel is. Een soort absoluut moment. Wat gebeurt er dan eigenlijk?’
(Pater Hugo)

Allergisch voor theologie
W
e zitten nu, vertelt de monnik, in een tijdsgewricht waarin mensen allergisch zijn voor alles wat theologisch is. Maar dèze tak van theologie gaat ‘gewoon’ over de ervaring van God.

En daar zijn alle mensen nieuwsgierig naar. Zelfs mensen die verder nooit een kerk van binnen zien. Er zijn weinig mensen die mystiek studeren. Het is dankbaar dat het een onderwerp is waar mensen ook echt naar verlangen.’
(Pater Hugo)


Een van de cursussen, samengesteld door Pater Hugo

Geestelijke voeding
Pater Hugo (48) vertelt ook over identiteit: wie ben ik, waar hoor ik thuis? Wat zijn mijn wortels? Waar ga ik naartoe? Over dat wat een mens is, wat een mens smoel geeft. Dat groeit niet meer automatisch, omdat alles vormeloos is en iedereen geacht wordt zichzelf tot een soort van stralend individu te kleien. En dat kàn helemaal niet als je geen materiaal hebt om mee te kleien.

Dus als je kinderen totaal geen cultuur meegeeft, geen smoel, totaal geen identiteit, dan wòrden ze ook niks. Een zaadje heeft ook humus en grond nodig om er voedingssappen uit te trekken. Waar moeten die kinderen geestelijk van eten? Je kan wel al die ouwe meuk uit het raam gooien. Maar als er dan verder niks voor in de plaats komt, vind je het dan raar dat ze opbranden? ’
(Pater Hugo)

Mysterie van ons bewustzijn
A
chter zijn hek, in zijn ‘kluis’, een 19e-eeuws kerkje in Warfhuizen, maakt de theoloog cursusmateriaal over mystieke theologie. Over het mysterie van ons bewustzijn. In filmpjes van zo’n half uur wordt telkens een thema behandeld. Hij zegt geen geestelijke topsporter te zijn die zich ‘met zware ascese en allerlei wilde geestelijke kunsten tot heiligheid wil lanceren’. Hij heeft wel de stilte nodig om zich te kunnen concentreren op de vragen waarop hij een antwoord verlangt.


Pater Hugo aan het werk

Het prettige is, het is heel compact. Het is niet kinderachtig. Het gaat behoorlijk diep, zonder moraal of wat dan ook. De filmpjes zijn heel knap in elkaar geknutseld. Dat je denkt: och, mijn hemel, dat moet verschrikkelijk veel werk geweest zijn. Het is absoluut niet saai, maar heel onderhoudend verteld. En in een heel heldere, duidelijke taal. Met een verstandig accent.’
(Finkers)

Vragen waar elk mens mee zit
Z
olang de grondtoon van zijn leven de regelmaat in de stilte is dan is de kluizenaar tevreden, zo vertelde hij onlangs op Kruispunt-tv van KRO-NCRV. Op het moment dat het een grote chaos wordt en hij loopt overal rond te fladderen, hoeft pater Hugo zich niet zo’n zorgen te maken, want dan begint hij acuut niet lekker te functioneren: en dat corrigeert zichzelf, is de ervaring.

Volgens Herman Finkers gaat het in de cursus om dezelfde vragen waar elk mens mee zit: Waarvoor zijn we hier? Is er hiervoor iets? Noem maar op, al die levensvragen. Waartoe zijn wij op aard?


Pater Hugo Beuker en Herman Finkers

Die worden eigenlijk doorgenomen. Je oefent je geest. De mensen zijn heel erg bezig met het ontwikkelen van het lichaam. Dat vind ik heel knap, hoe ze dat gedisciplineerd doen. Men gaat naar de sportschool om de spieren te trainen. Maar je kunt ook je geest trainen om daarmee diep te kunnen denken en verder te komen.’
(Finkers)

Bronnen:
* Kruispunt tv – Lessen van een kluizenaar, 14 april 2024, 25 minuten, KRO-NCRV
*
Sanctificium, School voor Mystieke Theologie. Lab voor Mystieke Theologie – De Theologie van het Bewustzijn onderzocht en uitgelegd. (Ook wel ‘School voor de Ziel’ genoemd.)
*
YouTube: Mystieke theologie met Pater Hugo – Het Nederlandstalige kanaal van Sanctificium. Pater Hugo, kluizenaar, vertelt over het deel van de traditionele theologie dat gaat over de directe ervaring van het Absolute. Geen beschouwingen over dogmatiek of Bijbeluitleg, maar getuigenissen uit de verschillende religieuze tradities over de rechtstreekse ontmoeting met God.

Beelden: Kruispunt tv KRO-NCRV / Sanctificium
Beeld Pater Hugo aan het werk: Still uit Kruispunt tv. (PD)

Wat geloven zoekers? En waarom?

Boekrecensie: God? Zoeker, wat geloof je? – dr. Hans le Grand – In deze creatieve bewerking van een proefschrift (2023) klim je in een spirituele beslisboom. En dan een waarin je steeds hoger wil komen. Klim voor klim confronteer je jezelf als zoeker met je eigen denken over levensbeschouwingen. Eenmaal in de top van die boom is je uitzicht beslist weids: een wereldbeeld dat ruimte biedt ‘voor een groot aantal religieuze manieren om tegen de wereld aan te kijken’.

‘De werkelijkheid is in al haar veelheid en diepte bijzonderder
dan alle religies bij elkaar opgeteld’
(dr. Hans le Grand)

‘Zoekertheologie’
H
ans le Grand promoveerde in 2023: Searching in Face of Mystery. Onder het geloof van veel zoekers vermoedt hij een gemeenschappelijk fundament. In zijn proefschrift zitten aardige neologismen zoals religious seekerism en seeker theology. Zoekertheologie. Door de positie van de zoeker kritisch te doordenken komt hij tot een gefundeerde manier om een zoeker te zijn. Dit boek voor een breed publiek doet voorstellen: Wat geloven zoekers? En: waarom?

25% van de mensen in Westerse samenlevingen behoren niet tot één geloofstraditie maar zoeken naar inspiratie in verschillende religieuze en wijsheidstradities. Dat is al het geval als je bijvoorbeeld aan Boeddhistische mindfulness doet en gedichten van de Moslim mysticus Rumi leest of een cursus in Joodse Kabbalah volgt. Maar als jij zo’n zoeker bent: wat geloof je dan eigenlijk?’
(‘Uit: God?)

Zes geloofsstappen
Le Grand rafelt van alles uit in zijn boek, systematisch en boeiend te volgen. Losse puzzelstukjes legt hij vervolgens weer naast elkaar, zodat je een duidelijk beeld krijgt. Geen woord zegt de auteur te veel als hij in zijn boek stelt dat je zo op ‘een heel gestructureerde manier kunt nadenken over wat je als zoeker gelooft’.
De zes geloofsstappen die je kunt maken, als je met de auteur in de ‘beslisboom’ klimt, leidt niet tot simpel ‘relishoppen’. Je bent immers niet naar ‘koopjes’ aan het surfen, maar laat je inspireren door uiteenlopende religieuze tradities.

‘Uiteindelijke werkelijkheid’
Een religieuze zoeker kan, in tegenstelling tot mensen die zich aan één religie verbinden, onderwerpen open laten. Dit geldt bijvoorbeeld voor het onderwerp ‘uiteindelijke werkelijkheid’.

Het is voor zoekers heel goed mogelijk om je zowel te laten inspireren door het Christelijke beeld van de uiteindelijke werkelijkheid ‘God’, maar ook door het Boeddhistische beeld van ‘leegte’ en door wetenschappelijke inzichten die suggereren dat de werkelijkheid uiteindelijk wordt beschreven door natuurkundige formules.’
(Vrije Universiteit Amsterdam, promotie J.B. le Grand) 

Mens- en wereldbeelden
N
atuurkundige en theoloog Le Grand stelt echter ethiek voorop en niet religieuze doctrine. ‘Omdat we het over God toch nooit eens worden,’ stelt hij. Want: ‘Als we het niet eens worden over klimaat en tolerantie hebben we een groter probleem.’ Ethisch filosoferen. Nadenken op ‘een zo consistent mogelijke manier’. En dat doet Le Grand consequent. Je kunt meedenken, maar vooral zèlf denken. Na iedere bladzijde die je leest, klim je prettig verder in de boom waarin je op vragende wijze vriendelijk geconfronteerd wordt met zowel mens- als wereldbeelden.


Hans le Grand impact through better understanding

Plausibel, maar niet helemaal waar
Le Grand introduceert de term ‘aporie’. Die komt uit het Grieks: een toestand van onzekerheid of verwarring wanneer we onszelf blootstellen aan twee tegengestelde maar acceptabele argumenten. Aporieën noemt de auteur ‘verzamelingen van uitspraken die ieder, stuk voor stuk, plausibel zijn, maar tegelijk niet helemaal waar kunnen zijn, zoals: Het Christendom zegt … Het Boeddhisme zegt … De wetenschap zegt … Als kleuter al werden we blootgesteld aan aporieën, zoals: Papa zegt… Mama zegt… School zegt…’

Als je op deze manier tegen religieuze inzichten aankijkt, wordt zoeken een heel logische manier van spiritualiteit: Je gaat dan van geval tot geval bekijken welke denk- en geloofsrichtingen op welk moment het meeste inzicht verschaffen en hoe je dat doet, hangt af van je culturele achtergrond en je eigen levensverhaal.’
(Uit: God?)

Le Grand werkt dat helder en uitgebreid uit in zijn boek aan de hand van de penrose-driehoek die de kaft van zijn boek siert. (Dit onmogelijke figuur en optische illusie is ontwikkeld door de Britse wiskundigen Lionel en Roger Penrose). Le Grand zegt in zijn boek:

Het aporetisch karakter van religieuze inzichten doet ons beseffen dat werkelijkheid in al haar veelheid en diepte bijzonderder is dan alle religies bij elkaar opgeteld.’
(Uit: God?)

Inclusief denken
H
et aantrekkelijke van dit boek is dat de auteur een ‘tamelijk progressieve agenda’ heeft, en zo veel mogelijk ‘inclusief probeert te denken’. Ook hoopt hij een bijdrage te leveren aan een wereldmaatschappij waarin ‘iedereen zich thuis voelt, ongeacht religieuze, etnische of seksuele oriëntatie’. Voor le Grand zijn dat kernpunten waar het ook in religie en spiritualiteit om moet gaan. Eveneens is het een pluspunt dat religieus zoeken serieus wordt genomen als manier om met levensbeschouwing en spiritualiteit om te gaan.

Religieus zoeken: Een nieuwe traditie?
Het is inderdaad, zoals Le Grand stelt, de huidige trend in de samenleving die ‘te relateren is aan de spirituele behoeften van buitenkerkelijken’. Religieus zoeken als nieuwe traditie. En dan zou het inderdaad zomaar kunnen dat ‘bestaande religieuze tradities gedeeltelijk vervangen worden door buitenkerkelijke spiritualiteit’.   

God? Zoeker, wat geloof je? | Hans le Grand | 2023 | Uitgeverij Van Warven, Kampen | ISBN 978 94 93288 91 1 | NUR 700 | € 15,95

Beeld: Penrose-driehoek, ingevuld door Hans Le Grand, Linkedin
Beeld Hans le Grand: Linkedin

‘Het universum is wat niet groter gedacht kan worden’

HET ABSURDE UNIVERSUM, van Patrick Chatelion Counet, zullen veel lezers als overrompelend en absurd ervaren. Consequent ironisch schrijft de wetenschapsfilosoof en theoloog over ‘wetenschap’ en mystiek. ‘Wetenschap’ tussen aanhalingstekens want voor hem is wetenschap veelal fictie en fantasie. Toch is het een in alle opzichten uiterst boeiend essay, waarin de auteur bij wijze van samenvatting ‘in het besef dat ik daarmee het geloof in de wetenschap van velen ondermijn’, 95 absurdistische stellingen aan ‘de poort van het huidige wetenschapsgebouw’ spijkert. ‘God is een absurdum in het kwadraat’.

‘Dit boek is een uitnodiging om het mysterie te omarmen en te erkennen
dat geloof voortkomt uit het besef van het onverklaarbare’
(Het absurde universum)

Leibniz
Het absurde universum zag 7 maart 2024 het licht. De auteur heeft ‘absurd’ in zijn boek ‘zo eenvoudig als maar kan (sic) gedefinieerd als iets-wat-niet-kan’. Hij parafraseert wiskundige en filosoof Leibniz als hij zegt, dat het absolute weten stukloopt op de absurditeit dat dit universum – tegen alle logica in – er is, omdat het logischer ware geweest indien er niets was.

Het universum kán niet. Hetzelfde geldt voor God. Hij is hooguit de verdubbeling van het probleem: of hij is uit het niets voorgekomen of hij bestaat van eeuwigheid – beiden kunnen niet, dus God kan niet. Toch is er nog hoop voor God, want als iets wat onmogelijk is, toch bestaat – het universum -, waarom God dan niet?’
(Chatelion Counet)

Anselmus
Natuurlijk haalt de auteur Anselmus erbij. Anselmus van Canterbury voor wie ‘God een vat vol tegenstrijdigheden’ is, en ‘tegelijk het onwrikbare uitgangspunt waarover men kennis en inzicht dient te verwerven’. In 1077 formuleerde de middeleeuwse theoloog een definitie van God. Voor Chatelion Counet geldt de uitspraak van Anselmus: ‘God is wat niet groter gedacht kan worden’ met enige (atheïstische) aanpassing ook voor het universum:

Mutatis mutandis: het universum is wat niet groter gedacht kan worden.’
(Chatelion Counet)


Anselmus van Canterbury

Anselmiaans-nostalgische God
Chatelion Counet stelt over de theorie van parallelle universa dat die inhoudt dat er naast het onze nog andere universa bestaan.

Maar dan nog lachen we met de theoloog uit Canterbury al deze universa in hun gezicht uit omdat ze binnen het ene totaal vallen dat we anselmiaans-atheïstisch universum noemen of anselmiaans-nostalgische God!’
(Chatelion Counet)

Kosmologie
Chatelion Counet filosofeert er ironisch op los, en stelt dat als er iets vóór de oerknal bestond, dit eveneens tot het anselmiaanse universum behoort.

Kosmologie is geen natuurkunde. Kosmologie is logica en theologie.’
(Chatelion Counet)

Een voortdurend NU
Onder een artistieke weergave van Einsteins gedachte-experiment over relativiteit, is onder meer zijn commentaar:

Ik help u uit de droom: Einstein relateert (dat is de betekenis van relativiteit) waarneming aan de snelheid in het inertiaalstelsel* van de waarnemer, maar dat neemt niet weg dat alles in het heelal sequentieel simultaan gebeurt. Eenvoudiger gezegd: er is (‘is’ in de zin van zijn en bestaan) geen verleden en toekomst. Er bestaat alleen een voortdurend NU, een simultaan heden. Ook al kunnen u en ik dat niet gelijktijdig waarnemen.’
(*Intertiaalstelsel: een assenstelsel dat met constante snelheid voortbeweegt, of stilstaat, PD)


Patrick Chatelion Counet ‘Wij scheppen een universum naar ons eigen beeld’

Het kind van de theologie
De auteur noemt zijn boek filosofisch. ‘Over wetenschap. Over wat we weten, denken te weten en niet weten’. Met veel toepasselijke, originele foto’s met bijschriften en schema’s. En ruim vijftig bladzijden bibliografie en dito eindnoten. Met ook weer absurde en ironische verwijzingen, zoals naar Herman Finkers, waarmee Chatelion Counet het hoofdstuk Fysica, het kind van de theologie begint.

Vóór God was er niets, en Maria is zijn moeder.’
(Herman Finkers)

Geloof dat begrip zoekt
De auteur zegt de oude kerkvaders niet te begrijpen als zij zeggen dat God zonder oorsprong is. Begrijpen is onmogelijk, je kunt hooguit geloven dat het waar is. En zo komen we uit bij weer andere adagia van Anselmus die de auteur verder uitwerkt in het hoofdstuk Geloof dat begrip zoekt. Geloof ligt naast wetenschap, geloof in big bang naast God.

Uiteraard mag je ten eeuwigen dage naar bewijs en begrip blijven zoeken, maar je geraakt nooit verder dan het anselmiaanse fides quarens intellectum: geloof dat naar begrijpen zoekt.’ (…) Of credo ut intelligam: dat betekent dat men ‘gelooft opdat men tot begrip moge komen.’
(Chatelion Counet)

Het absurdum
Logica (en wiskunde) noemt de auteur het instrument waarmee we naar de werkelijkheid kijken. Volgens hem bezitten we niets dan logica en daarmee zien we het grootste deel van de werkelijkheid.

Wanneer de logica ons naar gebieden brengt waar we met ons verstand niet meer bij kunnen – ‘oneindigheid’ of ‘niets’, of dingen buiten ruimte en tijd, of nieuwe universa (achter of ín zwarte gaten), of in de tijd terugreizende antideeltjes – dan betreden we het terrein van het absurdum.’
(Chatelion Counet)

Wij zijn een zin- en betekenisgevend wezen
Voor de mens is het onmogelijk geen orde of patronen te zien. Onze geest, zegt Chatelion Counet, creëert overzichtelijkheid en werkelijkheid. Niet in de filosofisch-idealistische zin: er is daar iets, out there (but not the truth).

We creëren werkelijkheid in semiotische zin. Wij zijn een zin- en betekenisgevend wezen (homo semioticus). Achter onze betekenisgevende theorieën, beelden, voorstellingen, verschuilt zich iets wat we nooit zullen kennen (ignorabimus). Wij géven de werkelijkheid betekenis (religieus, wetenschappelijk). Het is een misverstand te denken dat de werkelijkheid betekenis bezit of hééft, en dat we die ontdekken. Zonder ons heeft niets betekenis – en omgekeerd: op zichzelf bestaat er geen betekenis.’
(Chatelion Counet)


Heino Falcke

Het ‘fotogenieke gat’
Het ‘fotogenieke gat’ van hoogleraar astrodeeltjesfysica en radioastronomie Heino Falcke: het bewijs van het bestaan van een zwart gat, geleverd in de vorm van een foto, vindt de auteur verbijsterend. Dit kan helemaal niet, want uit een zwart gat ontsnapt geen licht en kan niet gefotografeerd worden. ‘Zo’n vage afbeelding waarin men van alles kan zien’.

Het is een computercompilatie, die met behulp van kunstmatige intelligentie fotonen per golflengte, radiogolven en andere data analyseert en deze tot een ‘ingekleurde foto’ componeert. (…) Een serieuze bedenking bij de afbeelding is dat het licht dat men waarneemt niet de waarnemingshorizon van een zwart gat is (het gat zelf is sowieso onzichtbaar), maar ander omgevingslicht. Het licht en de radiogolven kunnen voor hetzelfde (dure) geld afkomstig zijn van andere sterren, objecten en nevels in het gefotografeerde gebied en zelfs van sterren achter dat gebied.’
(Chatelion Counet)

Geen bewijs voor de oerknal
Als laatste voorbeeld van het absurde universum van Chatelion Counet nog even over ontstaan en herkomst van de maan, waarover in de wetenschap volgens de auteur nog steeds geen algehele consensus bestaat.

Ontstaan en oorsprong van de rest van het heelal vormt evenwel geen probleem. De oerknal kan ook buiten de wetenschap op brede consensus rekenen. Hoe groot deze consensus ook is, bewijs voor de oerknal is er niet. Het is een geloof.’
(Chatelion Counet)

Bron:
Het absurde universum – Hoe de wetenschap stukloopt op de ongrijpbare werkelijkheid | Patrick Chatelion Counet | VBK Media | KokBoekencentrum | 352 pagina’s | € 27,99 | E-book € 14,99

Gerelateerd:
* En God ontstak de Oerknal – Er was eens… in het TijdRuimteloze, God, die besloot samen met miljarden engelen de kosmos te scheppen. (2015)
* ‘God is veel groter dan je kunt denken’ – De foto van het zwarte gat voelde voor Falcke alsof hij keek naar ‘de poorten van de hel’, naar ‘het einde van ruimte en tijd’. (2021)
* De duizelingwekkende diepten in de kwantumfysica – ‘Het lijkt dat men bestanddelen heeft gevonden van wat men vroeger ‘geest’ noemde.’ (2022)

Noot van de redactie: Met dank aan KokBoekencentrum die GODENENMENSEN spontaan een recensie-exemplaar van Het absurde universum toestuurde. – Binnenkort verschijnt – na bovenstaande eerste indruk van dit essay – de recensie op RELIFILOSOFIE.
! UPDATE: Recensie van bovenstaand boek blijkt ondoenlijk, er staat zo veel informatie in, allemaal zeer de moeite waard, maar niet in een adequate recensie samen te vatten helaas. Tip: Lees zelf het boek: verrassend en boeiend op iedere pagina. (November 2025)

Beeld: Wereldschildpad Atuin de Grote (Hebban.nl)
Beeld Anselmus: Bibliotheek Brugge
Foto Patrick Chatelion Counet: De Brug Nijmegen 
Foto Heino Falcke: Bert Beelen (De Gelderlander)