‘Economie losgezongen van moraal en religie’

It’s stupid, the economy!’ – Deze variatie op Bill Clintons beroemde oneliner past bij de kern en oorsprong van het denken van de vorige week overleden econoom ‘van het genoeg’, Bob Goudzwaard. De oud-hoogleraar economie hield zich diepgaand bezig met economische theorievorming van wat tegenwoordig ‘externe effecten’ wordt genoemd: Effecten van economische activiteit die niet worden doorberekend in de prijs van producten: Milieuschade als belangrijk effect. Goudzwaard droeg ook bij aan hoe die economische groei te beteugelen.

‘Wat er mis kan gaan als economie een doel op zichzelf wordt
en losgezongen raakt van moraal en religie’
(Teunis Brand, Stichting Christelijke Filosofie)


Bob Goudzwaard (1934 – 2024)

Tevreden zijn
D
e schepping is niet oneindig, vond Goudzwaard als progressieve politicus, die in 1980 het conservatieve CDA verliet. Hij vond dan ook dat “niets oneindig is, behalve God. Wel is er ruimte genoeg voor alle mensen op aarde, ook als er miljarden mensen op aarde leven”. Net als apostel Paulus vindt Goudzwaard dat je tevreden moet zijn met ‘je voedsel, kleren en onderdak; zo niet, dan verval je in schadelijke begeerten’.

Goudzwaard promoveerde in 1970, vlak voor de verschijning van het rapport van de Club van Rome. Goudzwaards thema was het beprijzen van schaarse goederen, zoals het milieu, een idee dat nu(!) op allerlei manieren tot uiting komt, bijvoorbeeld bij het Europese stelsel voor handel in CO2-rechten, het Emission Trade System (ETS).

Maar in zijn tijd aan de VU waren de boeken van Goudzwaard niet in de universiteitsbibliotheek te vinden: te omstreden.’
(Trouw, Jelle Brandsma)


ETS: terugdringen uitstoot van broeikasgassen

Bewustwording
Dr. Teunis Brand, directeur van de Stichting Christelijke Filosofie (SCF), verwees naar het denken van Goudzwaard op een netwerkbijeenkomst voor christenwetenschappers over het thema: ‘De wetenschapper als activist?!’ ook over de rol die het christelijk geloof speelt in wetenschapsbeoefening. Daarbij probeerde hij een antwoord te formuleren op een uitspraak van filosoof en hoogleraar in het recht Jacques Ellul.

De eerste taak van christen-intellectuelen vandaag de dag is bewustwording (…) De eerste daad, de eerste voorwaarde voor zo’n bewustwording, is een wilde en gepassioneerde vernietiging van mythen, van intellectuele afgoden.’
(Uit: Staan in de wereld van nu, Jacques Ellul)


SCF: De wetenschapper als activist?!

Het ‘verloren paradijs’ herstellen?
H
oe doe je dat, dat kritisch analyseren van de machten en afgoden van onze tijd? Brand formuleerde een antwoord, aan de hand van een voorbeeld dat hem inspireert, namelijk dat van econoom prof. dr. Bob Goudzwaard (overleden op 20 april 2024, een dag nadat Brand zijn lezing uitsprak).

Goudzwaard is heel kritisch op het vooruitgangsdenken dat typerend is voor de moderniteit. Hij laat op basis van een zeer grondige analyse zien dat het opkomen van het vooruitgangsidee in belangrijke mate te verklaren valt vanuit het afscheid nemen van een aantal klassiek christelijke overtuigingen, zoals het geloof in Gods voorzienigheid en besef dat deze wereld gebroken is en dat de mens niet in staat is om op eigen kracht het ‘verloren paradijs’ te herstellen.’
(SCF)

Wat er mis kan gaan
W
at Brand sterk vindt, is dat Goudzwaard duidelijk maakt wat er mis kan gaan als economie een doel op zichzelf wordt en losgezongen raakt van moraal en religie.

Daarmee peilt hij dieper dan de ‘oppervlakteverschijnselen’, en laat hij zien dat er ideologieën ten grondslag liggen aan de manier waarop we denken, leven en de maatschappij vormgeven. Deze ideologieën kunnen ons blind maken voor wat er daadwerkelijk aan de hand is. Geld, techniek, geloof in vooruitgang, maakbaarheid en menselijk kunnen: het kunnen machten worden die ons beheersen in plaats van wij hen.’
(SCF)


Netwerkbijeenkomst Stichting Christelijke Filosofie

Economie gaat ook anno 2024 vóór de natuur
Als er échte keuzes moeten worden gemaakt tussen economische activiteiten of de natuur, kiest de Kamer vaak voor economische activiteiten. Deze spiegel hield demissionair minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) de Tweede Kamer onlangs voor. – Precies hét voorbeeld dat Goudzwaard nu zou geven van wat er mis gaat als economie een doel op zichzelf wordt. Kiezen voor natuur én economie is het antwoord.

De maatschappelijke kosten van níet investeren in natuurherstel zijn vele malen groter,’ aldus de minister. ‘Ik wil dat toch gezegd hebben. Want zodra het over de natuur gaat, voel ik de weerstand. Terwijl natuur juist een economische kans is en groene groei versterkt.’
(Trouw, Auke van Eijsden)

Een nieuwe weg
Goudzwaard hield het destijds echter niet alleen bij kritische analyse. Hij probeerde ook een nieuwe weg te wijzen, zowel op het gebied van de economische theorie als op het gebied van politiek en beleid.

Hij deed voorstellen voor hoe we economische groei kunnen beteugelen, hoe we ongelijkheid kunnen verkleinen. Van die concrete voorstellen kun je natuurlijk van alles vinden, maar vanuit zijn maatschappelijke betrokkenheid stapte hij wel uit de ivoren toren van de wetenschap en ging met zijn verhaal de maatschappij in.’
(SCF)

Toekomstige generatie
Goudzwaard ontving in 2011 een eredoctoraat in de godgeleerdheid. Tijdens die gelegenheid vertelde hij dat een van de drie reuzen op wiens schouders hij had gestaan, Dietrich Bonhoeffer was. Die leerde hem te ‘leven vanuit Gods toekomst en die present te stellen in het heden’. In dat verband herhaalde hij de woorden van de Duitse theoloog waarmee hij zijn afscheidscollege aan de VU opende:

De laatste vraag is niet, hoe verlaat ik als held het toneel, maar hoe zal de volgende generatie verder leven. Alleen uit deze vraag kunnen oplossingen ontstaan die vruchtbaar zijn.’
(Soφie)

Bronnen:
* De wetenschapper als activist?! (Stichting Christelijke Filosofie, 29 april 2024))
* Een zachtmoedige Elisa. In memoriam Bob Goudzwaard (1934-2024) (Soφie, april 2024)
*
Bob Goudzwaard drong al vijftig jaar geleden aan op beperking van economische groei (Trouw, 22 april 2024)
* Minister Van der Wal haalt uit naar Kamer: economische belangen winnen het van natuur (Trouw, 28 maart 2024)
* Netwerkbijeenkomst ‘De wetenschapper als activist?!’ (ForumC)
* Club van Rome – Grenzen aan de groei (1972) (Historiek)
* Staan in de wereld van nu – Uitdagingen in een postchristelijke beschaving (KokBoekencentrum)

Beeld: Twee meisjes planten een jonge boom (freepik.com)
Beeld CO2: European Commission (Getty Images)
Beeld Bob Goudzwaard: Soφie
Beeld De wetenschapper als activist?!: Stichting Christelijke Filosofie
Beeld Netwerkbijeenkomst: Stichting Christelijke Filosofie

Plato en de bolletjesmensen

De mythen van Plato, een bundel met alle vertellingen van Plato, werd op 8 juni in het Rijksmuseum voor Oudheden gepresenteerd door Bert van den Berg en Hugo Koning. Met veel passie vertelden zij in de volgeboekte Leemanszaal over hun project. Het boek bevat nieuwe vertalingen van de mythen, aangevuld met essays die ‘de kracht van het voorstellingsvermogen van de Griekse filosoof in bredere context plaatsen’.

Ondanks dat Plato het deed voorkomen dat zijn vertellingen oeroud zijn, bedacht hij zijn mythen allemaal zelf. De filosoof zette zijn mythen vooral in als ‘denkmiddel’. Van den Berg en Koning verwezen hierbij naar antropoloog Lévi-Strauss, die mythen bon à penser noemde: tot op de dag van vandaag ‘goed zijn om mee te denken’.

Na afloop van de boekpresentatie, tijdens het signeren van hun boek, vertelde Koning over het verhaal van de bolletjesmensen. Elk bolletjesmens bestond uit twee identiteiten: twee mannen, twee vrouwen of een man en vrouw. Plato schreef een ‘tragische geschiedenis over doorgesneden bolletjesmensen’: De kracht van liefde – Het verlangen naar de wederhelft. Intrigerend genoeg om het boek daar nu open te slaan. Dan lees je eigenlijk een verhaal over seksuele identiteit en gender.

In een toespraak op Plato’s Symposium vertelt Aristophanes over de bolletjesmensen. Een illustratie bij die mythe is te vinden op de omslag van De mythen van Plato. Bolletjesmensen? Ja, vroeger zat de mens dus niet hetzelfde in elkaar als nu, maar heel anders, zeggen de auteurs.

Ten eerste waren er drie geslachten en niet maar twee, mannelijk en vrouwelijk, zoals nu het geval is. Er was ook nog een derde geslacht dat een deel van beiden had. De naam daarvan is nog over, terwijl de soort zelf verdwenen is. De ene soort van toen was de androgyn, zowel in vorm als in naam samengesteld uit beide anderen, de man en de vrouw.’
(Plato)

Om hun teugelloze gedrag in te perken, zo vertelt de mythe, werden de bolletjesmensen in tweeën gesneden. Want die oermensen kregen het ‘hoog in de bol’ waardoor ze zelfs de hemel probeerden te bestrijden om de goden aan te vallen. Doordat ze in tweeën waren gesneden, werden ze zwakker, en een tragisch ander gevolg werd dat iedere helft, uit verlangen naar de ander, steeds daarmee samen wilde komen.

Ze sloegen hun armen om elkaar heen en omhelsden elkaar omdat ze zo graag weer samen wilden groeien. Zo kwamen ze langzamerhand om door honger en algehele lethargie, want gescheiden van elkaar wilden ze niets doen. En als een van de helften stierf, ging de overgebleven helft op zoek naar een ander deel dat was overgebleven en omhelsde die, of het nu de helft betrof van iemand die ooit een hele vrouw was (wat wij dus nu vrouw noemen) of een hele man was. En zo kwijnden ze weg.’
(Plato)

Gelukkig kreeg een van de goden, Zeus, medelijden. Hij wilde de eindeloze zoektocht van de helften stopzetten en zorgde ervoor dat ze kinderen konden verwekken. Seks als oplossing voor de dodelijke lethargie.

Zo ver terug gaat dus het aangeboren verlangen naar elkaar bij mensen; het is een kracht die onze vroegere toestand samenbrengt, probeert om één uit twee te creëren en om de menselijke aard te genezen’.
(Plato)

Die mythe blijkt eveneens voor alle tijden: ook actueel in ons lhbtiq+-tijdperk. Bij Plato lees je dat een mannelijke helft ook een andere mannelijke helft kon tegenkomen. Hierover zei Plato dat

als het om een man met een man ging, er in ieder geval bevrediging ontstond door het samenzijn’.
(Plato)

Dat geldt ook voor twee vrouwelijke helften: ‘zo konden ze stoppen met hun eindeloze zoektocht en zich weer richten op hun alledaagse zorgen en bezigheden’. Plato is in zijn mythe, waarin hij dichter Aristophanes over de bolletjesmensen laat vertellen, van mening dat de androgyne soort ‘nu niet meer bestaat’. Toch komt androgynie voor: er zijn mensen die zich niet mannelijk en niet vrouwelijk voelen, of juist mannelijk én vrouwelijk, of gevoelsmatig tussen beide seksen.

Plato zegt in ieder geval dat de menselijke soort gelukkig kan worden als we de liefde in vervulling laten komen en iedereen zijn eigen liefje vindt en zo terugkeert naar zijn toestand van vroeger.

Als dat inderdaad het beste is, dan volgt daaruit dat de beste van alle bestaande mogelijkheden datgene is wat hier het dichtst bij komt: een partner vinden die aan jou als individu verwant is.’
(Plato)

De mythen van Plato | Bert van den Berg en Hugo Koning | 8 juni 2022 | Uitgeverij Damon | 208 pagina’s | hardcover | € 24,90 | Bert van den Berg is universitair docent Griekse en Romeinse filosofie aan de Universiteit Leiden. Hij doceert en publiceert onder meer over Plato en de Platoonse traditie. Hugo Koning is docent klassieke talen aan de Universiteit Leiden en het Stanislascollege in Delft. Hij doceert en publiceert onder andere over mythologie.

Beeld: Imke Chatrou (Illustrator bij Babel, het magazine voor de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) van de Universiteit van Amsterdam.)

Binnenkort verschijnt op dit blog mijn boekrecensie van De mythen van Plato.

Lees – in De mythen van Plato – meer over de bolletjesmensen:
* 5. De kracht van de liefde – Het verlangen naar de wederhelft (blz.97)
* Plato zoekt ware (de/het) (blz. 117) | Dit is het toelichtend essay, waarin je onder veel meer komt te weten dat deze mythe van Plato een rol speelt in de film (2001) en musical Hedwig and the angry inch op Broadway (2014).

TIP! Op 4 en 5 oktober 2022 speelt in het Amsterdamse muziektheater DeLaMar de rockmusical Hedwig and the angry inch. Vervolgens ook in andere theaters in Nederland. ‘Best rockmusical ever’ (Rolling Stone Magazine)

De mythologische Reis van de Held

follow-your-bliss-joseph-campbell

Wanneer je je ‘bliss’ volgt – dat wat je diep raakt en waarvan je het gevoel hebt dat het je leven is – en je de moed hebt gehoor te geven aan je roeping, dan opent zich het leven. En gaan er, daar waar eerst alleen maar muren stonden, deuren voor je open, aldus cultuurfilosoof Joseph Campbell. Dan kan je de Reis van de Held beginnen. Onze psyche blijkt buitengewoon gevoelig voor wat je mee gaat maken tijdens die reis. Campbell beschrijft zeven fases ervan. Je kunt ze herkennen in verhalen en speelfilms.

Zoals Star Wars, The Matrix, Watership Down, Avatar, de Lord of the Rings-trilogie en The Lion King. Films die door miljoenen mensen gezien zijn en waarbij volgens filosoof Eric Peeters altijd wel een bepaalde fase direct in het hart naar binnen kwam. Dat hij gefascineerd werd door denkers als Freud en vooral door de Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung, is merkbaar door zijn kijk op de psychologische kant van mythen.

De films hebben op hun beurt weer inspiratie gevonden bij oude mythen, sprookjes, legenden, volksvertellingen en de grote heilige verhalen. Campbell las ze allemaal en ontdekte er een grondpatroon in, zag ook een verband tussen die mythen en de verhalen die hij kende van de kerk. Heel bijzonder was voor hem de legende van Koning Arthur.
Volgens OHM wordt de reis van de held verbeeld in de Mahabaratha en de Bhagavad Gita door de dialoog tussen Arjuna en Krishna. Op weg met de held (Arjuna) en zijn mentor (Krishna) volgen we de weg van duister naar licht.

In al die verschillende verhalen ontdekte hij een wonderlijke overeenkomst. Alle verhalen hadden een universeel patroon. Er is volgens Campbell één groot oerverhaal. Een verhaal met archetypische patronen. En behalve dat hij ontdekte dat er een grondpatroon bestaat, maakte hij ook duidelijk wat de bedoeling van dat grondpatroon is. Dat deed hij in vele werken. De bekendste is The Hero with a thousand faces dat hij uitbracht in 1949.’ (Peeters)

De fasen die Joseph Campbell noemt zijn: de proloog (of de voorbereiding); de oproep; de helpers; de drempel; beproevingen; de krachtbron (het elixer, de apotheose) en de terugkeer naar de wereld.

In de ‘proloog’ moet je wel op de een of andere manier ontwaken. Wakker worden uit de bedrieglijke ‘Go-with-the-flow’, waarin je denkt niets meer te wensen te hebben. Want direct daar onder duwt iets van: ‘Is-dit-alles?’ Plotseling vraag je je af wie je eigenlijk bent en wat je hier komt doen. Een diep verlangen jezelf te zijn borrelt op, een ander verlangen dan je voortdurende opoffering aan verwachtingen van iedereen.

Bronnen:
* Joseph Campbell ‘de reis van de held’ (Eric Peeters)
* De zeven fasen (Eric Peeters)
* Finding Joe: A Joseph Campbell documentary (trailer) (Diygenius)
* De weg van de held (Bram Moerland)

Beeld: Diygenius.com

‘Jezus is bovenal een mythe’

jezus.rembrandt

‘Het christendom is een godsdienst, zoals andere en ook anders dan andere. Het heeft allereerst de kenmerken van alle godsdiensten: centraal staan mythen en riten.’ Dit schreef theoloog en filosoof Arne Jonges in zijn essay Redelijk geloven. Hierin stelt hij dat het meest wezenlijke van religie – of zou moeten zijn – is dat het mensen de vrijheid geeft om hun plaats in het leven en de samenleving te vinden en niet om hen vanuit een autoriteit die plaats aan te wijzen.

Op 20 februari verscheen het nieuwste boek van Arne Jonges: Angst voor de mythe, waarin hij duidelijk wil maken dat we geen historische gegevens hebben over Jezus. De man uit Nazareth is bovenal een mythe.’ (VrijZinnig, maart 2018, tijdschrift van de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten (VVP)

Jonges stelt dat het niet zo’n zin heeft om op zoek te gaan naar de historische Jezus, daar ieder Jezusbeeld niet meer zal blijken te zijn dan een creatie van de onderzoeker.

Maakt dit alles de betekenis van de verhalen minder belangrijk? ‘Nee’, zegt Arne Jonges. ‘Historische feiten hebben geen enkele relatie met geloofsfeiten.’ Als we tot ons door laten dringen dat de mythe over het heden en de toekomst gaat wordt de boodschap van de verhalen steeds actueler: van groot belang voor de mens van vandaag en morgen.’ (Uit: Angst voor de mythe)

Gedurende eeuwen gold in onze wereld als definitie van een mythe ‘een verzonnen godsdienstig verhaal’. De Bijbelse verhalen golden echter als ‘echt’ in tegenstelling tot de mythen van andere godsdiensten. Door het ontstaan van het ‘historisch besef’ en de kritiek van de wetenschappen is men kritisch gaan kijken naar die verhalen: ‘Is dat wel zo?’.’

Noch de ‘echte’ Jezus, noch Petrus, noch Paulus kennen wij als personen; zij figureren in een mythische setting. Voor begrip van de teksten geldt: Niet het historische is van primair belang maar het mythische. Dit was al in de dertiger jaren de positie van Van den Bergh van Eijsinga in diens boek Leeft Jezus of heeft hij alleen maar geleefd?. De discussie die volgde ging echter vooral over de historiciteit…’ (Uit: Redelijk geloven)

Ook stelt Jonges in het essay dat er evenmin één beeld is van Jezus van Nazareth; we hebben verschillende geloofsuitingen over hem.

De Geschriften bevatten geen informatie over ‘bovennatuurlijke zaken’, ze tonen ons de neerslag van geloofsuitingen. Dit meervoud moeten we in stand houden en niet door een rationele gewelddaad tot een eenheid proberen om te vormen.’ (Uit: Redelijk geloven)

Volgens Jonges gaat het om geloofsuitingen van mensen, dus van de mensen die aan de wieg hebben gestaan en ook van hen gedurende eeuwen met verhalen van het christendom hebben geleefd.

Ze hebben geïnterpreteerd, gedachten toegevoegd, sommige geaccentueerd en andere buiten beschouwing gelaten. Cultuurelementen en folklore werden ermee verweven en zo kreeg het christendom op verschillende plaatsen ook een ander karakter.’ (Uit: Redelijk geloven)

angstvoordemythe
D
e echte Jezus, stelt Jonges in zijn nieuwste boek, vind je in het mythische verhaal en in de levende godsdienst. De mythe is de wieg van ons weten, want mensen zijn vertellende wezens. Een mythe is niet zomaar verzonnen. Mythes zijn verhalen die een leefbare wereld creëren.

In het boek Angst voor de mythe betoogt Arne Jonges dat in de Bijbel het ‘historische’ niet zozeer van belang is, maar het mythische. Het zijn de creatieve en inspirerende mythes, die een groep mensen tot een volk maken. De mythe gaat over vandaag en morgen.’ (Uit: Angst voor de mythe)

Angst voorde mythe | dr. Arne Jonges | ISBN: 9789492421463 | 80 blz. | maart 2018 | paperback / gebrocheerd | € 12,95 

Zie: VrijZinnig – maart 2018

Beeld: Jezus door Rembrandt – (bijbelin1000seconden.be)

‘Jezus’ historiciteit staat niet ter discussie en heeft ook nooit ter discussie gestaan’

dodezeerollen

Ruim een eeuw geleden is ook even geopperd geweest dat Jezus misschien een mythisch figuur was. In het Derde Rijk schijnen mensen te zijn geweest die liever helemaal geen Jezus hadden dan een joodse Jezus. Meer aanhang heeft de mythische Jezus in feite niet. – Dit zegt historicus Jona Lendering als reactie op de vraagtekens die mensen zetten achter het bestaan van Jezus.

De ophef in de media over de historiciteit van Jezus werd afgelopen jaar nieuw leven ingeblazen door predikant Edward van der Kaaij, die vorig jaar het boek De ongemakkelijke waarheid van het christendom schreef. Volgens Lendering heeft Van der Kaaij zich bijgeschoold, maar met de verkeerde boeken: boeken waarin staat dat alle religie is ontstaan uit natuurgodsdiensten en dat het christendom een afgeleide is van de Osiriscultus. Volgens Lendering kreeg Van der Kaaij te veel ruimte in Trouw die volgens hem een eeuw wetenschappelijk onderzoek genegeerd heeft.

Trouw weet blijkbaar niet dat degenen die de Dode Zee-rollen, de archeologie van Galilea of de antiek sociale verhoudingen bestuderen, geen van allen Jezus’ historische bestaan ontkennen. De historiciteitsdiscussie is alleen actueel in het hoofd van de Trouw-redactie, van een verwarde dominee en van zijn verwarde geestverwanten.’ (Lendering)

Trouw heeft volgens Lendering een en ander proberen recht te zetten door ruimte te bieden aan theoloog Sam Janse die argumenten vóór het bestaan van Jezus’ bestaan mocht noemen.

Het probleem is dat Janse, die zeker niet zonder verdienste is, weinig weet van hedendaagse wetenschapscommunicatie. Trouw heeft niet gezocht naar iemand die met kennis van zaken én met kennis van voorlichting te werk kon gaan. Nu wordt het hedendaagse onderzoek in de geesteswetenschappen inderdaad slecht uitgelegd, maar er zijn wel een paar mensen die het kunstje verstaan. Trouw heeft die niet weten te vinden.’ (Lendering)

Wie een motief heeft om aan de historiciteit van Jezus te twijfelen, stelt Lendering, kan geen adequate informatie vinden op de plek waar een normaal mens anno vandaag de dag op zoek gaat naar informatie, online.

Daar is noch een adequaat aanbod van feitelijke informatie, noch een website waar de historisch-kritische methode wordt uitgelegd. Een aanzienlijk deel van de verwijten die wetenschappers maken aan mythicisten, komt als een boemerang terug: het mythicisme kan zijn comeback maken doordat in de geesteswetenschappen de wetenschapsvoorlichting niet met haar tijd is meegegaan.’

Volgens Lendering houdt de mythische Jezus het denkbeeld in dat Jezus geen historisch persoon is maar – net als Osiris, Dumuzi of Mithra – een mythisch figuur. Deze gedachte is al vrij oud en is in de twintigste eeuw verdwenen, zoals we ook weinig meer horen over flogiston, de holle aarde of craniometrie. Over Jezus, mythen en voorlichting schrijft de historicus uitgebreid op zijn weblog.

N.B. Over verkeerde boeken gesproken… Dit blog plaatst ik als tegenhanger van het blog van gisteren. Een ander geluid. Opdat de queeste blijft: Het debat over Jezus wordt vervolgd.

Zie:
3 x Jezus: vragen en antwoorden
* Jezus, mythen en voorlichting (1)
* ‘Jezus heeft nooit bestaan’

Gerelateerd: De mythe van de mythische Jezus

Te beluisteren: ‘Jezus was historisch figuur’  (Dit is de dag, radio 1)

Foto: © epa. Een fragment van de Dode Zeerollen in een Israëlisch onderzoeksinstituut

Update 20 01 2024 (Lay-out)

 

‘Jezus blijft een mythe’

DoopJezus (2)

Een verslag over het symposium Het mysterie van Jezus toen… en nu? verscheen afgelopen maand in magazine Koorddanser. Waren er nieuwe inzichten over de persoon of mythe Jezus? Dat vroeg Ewald Wagenaar zich af in zijn artikel Jezus blijft een mythe. Hij gaf daarin de opvattingen weer van filosoof Tim Freke, de gnostici Jacob Slavenburg en Bram Moerland, en theoloog Tjeu van den Berk.

Volgens Wagenaar laat de online Zeitgeistfilm geen misverstand bestaan over het christelijke kerstverhaal en doet het je zelfs twijfelen aan het waarheidsgehalte in álle religies, omdat de rol van astrologie, dan wel astronomie, als onderliggend motief vaak zo evident is:

Het christelijke verhaal is een gejatte versie van een oudere religie die het weer ergens anders vandaan pikte en als je zo steeds verder in de tijd teruggaat, blijkt het ten diepste een astronomisch verhaal te zijn. Terugkeer van het licht tijdens de zonnewende, drie koningen (sterren) en een heel rijtje andere typische karakteristieken.’

Wagenaar vertelt dat Freke in zijn voordracht De ervaring van het mysterie het Jezus-mysterie als een mythe bestempelt – en toch bleven de 300 luisteraars in de Baarnse kerk zitten. Die zagen volgens Wagenaar in Jezus vermoedelijk vooral een symbool. Volgens Freke is Jezus gewoon wat we zelf zijn.

Nou is er geen enkele historische bron die het bestaan van Jezus bewijst. Zelfs de Joodse geschiedschrijver Josephus – de enige uit Jezus’ tijd die over hem schreef – bleek onbetrouwbaar. Er zijn ook zó veel meningen over Jezus dat je wel mag zeggen dat er net zo veel mensen als Jezussen zijn.’ (Freke)

Volgens Slavenburg – sprekend over Jezus in de esoterische traditie – is het huidige christendom niet gebaseerd op de leringen van de eerste christenen en bestond in het begin van het christendom de volgelingen van Jezus uit pacifistisch joods-christelijke leerlingen. Later is de toon in het christendom gezet door Rome, in taal, cultuur en sfeer van de heersers van die tijd.

Maar het niet in de officiële Bijbel opgenomen evangelie van Jacobus – de broer van Jezus – laat een heel andere Jezus zien: eentje van vlees en bloed en iemand die pas bij zijn doop de ‘Christus’ werd. Hij wist wel dat hij tot iets bijzonders geroepen was, maar in een oud geschrift van de vroege Judese christenen in Syrië staat dat bij Jezus’ doop de hemel zich opende en God sprak: ‘Heden heb ik jou verwekt’.’ (Slavenburg)

Volgens Wagenaar is de Jezus die Slavenburg ziet een gnostische en dat schuurt met het beeld in het collectieve bewustzijn van de christelijke Jezus zoals de kerk hem profileert. Van den Berk – Christus: archetype, dogma en symbool; de visie van Carl Gustav Jung – belichtte op het symposium Jezus in de archetypische oriëntatie van Jung:

Het grote mysterie is geworteld in de menselijke ziel, niet in de buitenwereld’, citeert hij Jung. De moderne mens moet van de metafysische Jezus een ervaring maken van de eigen ziel.(…) Het gaat om de numineuze ervaring die bij de beleving van religie hoort. (…) Jung zei hierover: ‘Je wordt opgenomen in het grote zelf.’

Tot hilariteit van het auditorium, aldus Wagenaar, vertelde Moerland – To be or not to be, that’s NOT the question, verhalen als dragers van betekenis – het door hemzelf aangepaste verhaal van Roodkapje die het paadje naar oma verlaat, daar Winnie de Poeh tegenkomt en samen van de honing gaan genieten:

Heeft Roodkapje bestaan of niet? Dat is geen zinvolle vraag voor het sprookje. Een verhaal hoeft helemaal niet waar te zijn om een betekenis te hebben. (…) Wat is de betekenis van Jezus, ongeacht of hij bestaan heeft? Die zit voor mij in de mystieke ervaring. (…) De aard en kwaliteit van de ervaring kenmerkt zich overal ter wereld op dezelfde manier: het ervaren van de eenheid van het al, een sterk besef van de eigen bestemming, afwezigheid van angst, tijdloos en een onderdompeling in liefde. Dat geeft de ervaarder een zeker weten, dit was wat werkelijk is.’

Zalig de mens die heeft geleden, zei Jezus. Lijden is dus deel van de werkelijkheid. In de leegte van het niet-weten is de liefde te vinden. Dat roept barmhartigheid op en – mits die geen vlucht wordt – kan dat als antwoord gelden op de uitnodiging van de Jezusmythe. Of dat wat uitmaakt? Maakt mij niet uit. Het is mijn verhaalperspectief en betekenisvol genoeg voor mij.’

Het artikel van Ewald Wagenaar staat in magazine Koorddanser, jaargang 32, nummer 335, december 2015.

Gerelateerd: Is religie een verkeerde interpretatie van mythologie?

Illustr: 13 januari Doopfeest (Antoine Coypel, De doop van Christus, c.1690) (Pinterest)