Het boek van Francis Spufford: Dit is geen verdediging! zou wel eens richtinggevend kunnen zijn voor een nieuwe benadering van het christelijk geloof. Dat stelt journalist en theoloog Theo van de Kerkhof in een boeiend en beeldend geschreven recensie. ‘Wie tegenwoordig aansluiting zoekt bij één van de traditionele christelijke kerken heeft iets uit te leggen. Althans zo voelde dat voor de Britse schrijver Francis Spufford (1964), die zich tot zijn eigen verrassing tegenwoordig christen noemt.’
‘Spufford moest nogal ergens doorheen voor hij als moderne dertiger zijn vanzelfsprekende atheïstische levensvisie inruilde voor een christelijke. Je kunt zijn boek lezen als een persoonlijk bekeringsverhaal dat in grondstructuur enige overeenkomst vertoont met de vele evangelicale bekeringsverhalen (zonde, vergiffenis, bevrijding zijn ook voor Spufford scharniermomenten). Maar Spufford is niet evangelisch (maar anglicaan) en hij moet al helemaal niets hebben van een benepen kleinburgerlijke moraal.’
Als voorbeelden hiervoor geeft Spufford bladzijdelange hilarische opsommingen van alle denkbare vooroordelen waar een christen tegenaan kan lopen. Over bijvoorbeeld zijn dochter, die zal ontdekken dat haar ouders in prehistorische onzin geloven, maar niet in dinosaurussen. Dat zij onderdrukten luchtkastelen na de dood beloven; dat ze sentimentele sukkels zijn die niet zonder papa in de hemel kunnen.
‘Eén van de grootste obstakels als ik wil uitleggen hoe geloof voelt, is dat ik niet met een schone lei kan beginnen. Onze cultuur is aangetast door vrijwel onleesbare religieuze prietpraat.’
Volgens Theo van de Kerkhof (foto: TvdK) veranderde er iets in de werkelijkheidsvisie van Spufford waardoor hij over een blokkade heen kon stappen en het christendom serieus kon nemen. Ervaringen in een Londens koffiehuis, waar plotseling het Klarinetconcert van Mozart klinkt, spelen hierbij een rol. (Spufford werd vooral getroffen door het middelste deel, het Adagio, pd.)
Ook een andere ervaring, in een kerk, raakt hem. Vervolgens snijdt Spufford kernthema’s aan in zijn boek, zoals genade – als voldoende basis om het godgeloof erop te wagen – en zonde.
‘Maar waar zit dan het draaimoment in zijn betoog? Waar komt dan het geloofsverhaal uiteindelijk toch van de grond? ‘Wat er gebeurt, is dat er vanuit dezelfde ervaring langzaam en met tussenpozen en van tijd tot tijd overweldigend een andere beleving groeit.’
‘Beelden tuimelen over elkaar heen: bron van alle echtheid; de flow onder alle flows: universele basis van alle dingen. ‘Ja, het voelt alsof alles wordt gedragen door licht, alsof alles in een zee van licht drijft, alsof alles slechts een oppervlakteverschijnsel is van het licht. En daar hoor ik zelf ook bij. Al mijn lelijke kantjes, de grote stapels herinneringen, geheimen en misverstanden drijven op deze zee. … En hoewel deze ervaring op geen enkele manier uit te leggen is, is ze niet onpersoonlijk. Iemand, niet iets, is hier. … Ik word gezien van binnenuit, maar zonder mijn illusies …. Ik word gelezen door dat waarvan ik ben gemaakt.’
Van de Kerkhof stelt dat Spufford poogt het christendom van het leerstellige niveau op te tillen (of moet je zeggen neer te laten) naar een belevingsniveau. Het originele zit in het feit dat hij niet vanuit het christendom naar de wereld kijkt, maar juist andersom vanuit een eigentijds levensgevoel toegang zoekt tot de christelijke traditie.
‘Zijn benadering is niet institutioneel, of intellectueel, maar existentieel. Dat wil niet zeggen dat intellect of instituties geen rol spelen. Dat doen ze zeker wel, maar de existentie (het alledaagse leven) is sturend in zijn vraagstelling. Bijzonder is voorts dat zijn eigentijdse, existentiële benadering niet automatisch tot een modern gesloten wereldbeeld leidt, maar juist een verbinding tussen het alledaagse en het goddelijk tot stand brengt. Het boek van Francis Spufford zou wel eens richtinggevend kunnen zijn voor een nieuwe benadering van het christelijk geloof.’
Zie: Rare jongens, die christenen – of juist niet?
Een eerdere recensie: Voor christenen, atheïsten en mensen die het allemaal niet weten
Foto: vimeo.com
Francis Spufford (1964) (foto: universalheartbookclub.com) is lid van de Britse Royal Society of Literature en schreef meerdere boeken. De rode belofte, over de teloorgang van het vooruitgangsgeloof in de Sovjet-Unie, verscheen in negen talen en kreeg lovende recensies in onder meer de NRC, De Standaard en de Volkskrant (vijf sterren!) De Engelse titel van het boek is Unapologetic. Hij heeft het zo genoemd omdat het geen ‘apologie’ is, de technische term voor een verdediging van ideeën.
Dit is geen verdediging! | Francis Spufford | Paperback | 224 pagina’s | ISBN 978 90 259 0306 0 | Prijs € 18,95
‘Als er een God is. Want het kan ook zijn dat er geen God is. Ik weet niet of er een God is. En dat weet jij ook niet, en ook Richard bloody Dawkins weet dat niet. Niemand weet het. God is geen kenbaar iets, zoals gezegd. Ik weet dat – als ik mazzel heb en het me lukt om erop te letten, ja, als ik voor even het lawaai in mijn hoofd tot zwijgen weet te brengen – ik het gevoel heb dat er een God is. En daarom heeft het emotioneel gezien zin om door te gaan en te doen alsof Hij er is, ja, het erop te wagen met die mogelijkheid. Niet op een verlegen, doodsbenauwde, emotionele manier, of op een kruiperige, angsthazerige, meesterzoekende manier, of op een scherpslijperige o-wat-ben-ik-goed-manier. Maar hoopvol, realistisch. Met een gevoel van ook-al-worden-we-uit-het-veld-geslagen-we-blijven-het-proberen. Een gevoel dat ons wordt aanbevolen door die vreemde hemelbewoner, die zegt: wees niet voorzichtig. Wees niet verrast als je de onmenselijkheid van mensen ziet. Maar wees ook niet bang. Er kan meer worden gerepareerd dan je denkt.’
(Slot van het boek)
prachtig, deze samenspraak, dank je wel
LikeLike
Dank je Joost, de mens Jezus is mijn Meester en Leraar
LikeLike
Dank je Jan, Mooi deze vertrouwde woorden
LikeLike
Ach ja, Paul, maar wat grijpt je nou echt aan,
een mythologisch fabelverhaal,
of ene Mandela, die na jaren van gevangenschap, een leuk vreugdedansje doet, dat is toch charisma.
LikeLike
@Theo, als je je andere voet dan maar in het transcendente houdt, dan blijf je in balans. 😉
LikeLike
Zo dadelijk zweven jullie nog allemaal weg,
ik hou graag een voet in de realiteit.
Ik vind de realiteit net iets meer ‘realistisch’
dan een hoop spirituele zweefklets.
Ben het ook eens met joost tibosch,
muziek en lichtgevoelens engelengezang,
beter Mandela, met de voeten op de grond.
LikeLike
Mijn invulling van jouw zwart en wit, Corrie, is die van Johannes: het Licht scheen in de Duisternis, en de Duisternis heeft het niet (be)(ge)grepen.
Dat heeft impact op mij, wetende dat het Licht dat niet door de Duisternis wordt gegrepen, onzichtbaar blijft: zwart. Dat het Licht dat wel door de Duisternis wordt gegrepen zichtbaar wordt: wit. Dat als men Licht ervaart men Duisternis dient te zijn en als men Duisternis ervaart men Licht moet zijn.
Merk op dat ik zowel het Licht als de Duisternis met een hoofdletter schrijf. Dat er ook hier een prachtige analogie is met de fysica. En dat de kleurenleer van Goethe opgebouwd is uit de verbinding van licht met duisternis: denk aan de regenboog. Bij herhaling van het spreken van deze woorden uit het evangelie van Johannes in een ritueel krijgt het een diepe gevoelslading.
LikeLike
@ Carla, mooie synchroniciteit! En die sneeuw… stoort af en toe, vandaar. Misschien inderdaad als het echt sneeuwt. 😉
LikeLike
Je bijdrage Joost, doet me denken aan wat ik zojuist elders las:
‘ Jij schiep de nacht, ik creëerde een lamp,
Jij schiep de klei, ik maakte een kopje,
Jij schiep woestijnen, heuvels en berghellingen,
ik creëerde weiden, boomgaarden en tuinen.
Ik ben degene die uit steen een spiegel moet maken,
ik ben degene die uit gif zoete wijn moet brouwen. ‘
Mohammed Iqbal ( 1877- 1938 )( dichter en filosoof )
n.b.1: Jung deed ook even een ‘duit in het zakje’…..klik ik op de link om te gaan luisteren naar Mozart ……start hetzelfde muziekstuk ook op radio classic FM. 🙂
n.b.2: Paul, sneeuw nu al op? Of bewaar je het voor een ‘witte Kerst’? 😉
LikeLike
Dank je Paul, Wat een helder taalgebruik heeft deze schrijver. Mensen hebben allemaal hun eigen geschiedenis waarin we zoeken naar onderbouwingen voor onze emotionele levenservaringen . Dat is het nut van kennis: Je kunt ervaringen omschrijven, er aan refereren, ze zo verduidelijken, en over dragen. Dan word het ons eígen verhaal. Sinds de bijdrage van Mees, kan ik de kruinchakra wél tekenen. Het kosmisch bewustzijn werd alleen omgekeerd. Het midden is geen zwart gat, maar doorzichtig, kleurloos, transcendent. Daar kan ieder zijn eigen invulling aan geven.
LikeLike
Nu Mandela gestorven is, dringt weer uitdrukkelijk tot ons door, en hoe zeldzaam is dat, dat grote mensen kunnen inspireren tot gewoon goed en moeizaam groots menselijk gedrag. Inspiratie door muziek en lichtgevoelens is allemaal best waar, maar geef mij maar het lichtende voorbeeld van mensen, ja ook van de mens Jezus. De oude behoefte van de eerste christenen om met hun oude gemak meteen het woord God te laten vallen,heb ik niet meer Alleen dringt ook nu wel tot me door dat zo’n concreet leven te maken heeft met de eigenlijk bedoeling van het ook ons gegeven menselijk leven.
LikeLike
Als kind geloofde ik in het ‘alles verterend licht’ omdat ik de wereld onleefbaar vond. Ik was een diep gelovige met mijn licht-filosofie…, -en nog. Je kunt op twee manieren er mee omgaan: je mond houden of er over schrijven. Beide zijn ze even veel waard. Wat je er ook over verzameld, notities, het is zoals de schrijver het bedoelt heeft:… Ik word gelezen door dat waarvan ik ben gemaakt.
Ik word gelezen door het licht waarin zich alles oplost. Of je moet even hard knijpen in je vel om terug te keren tot deze afschuwelijke wereld van oorlogen en schoonheid. Willen wij dat?
.
LikeLike
citaat: ‘Ja, het voelt alsof alles wordt gedragen door licht, alsof alles in een zee van licht drijft, alsof alles slechts een oppervlakteverschijnsel is van het licht. En daar hoor ik zelf ook bij. ……. Ik word gezien van binnenuit, maar zonder mijn illusies …. Ik word gelezen door dat waarvan ik ben gemaakt.’ ”
Tjonge, Paul, wat sluit dat mooi aan bij de laatste bijdrage in ‘God en de moraal’: de fysieke analogie. Mooi !!
Hier een heel andere benadering van het woord “emanatie”, we zijn wezens van (gestold) licht. En de opmerking “oppervlakteverschijnsel” is wezenlijk. Dat kom je ook in mythen tegen. Wat ik fysisch zo bijzonder vind is, dat hoe kleiner de deeltjes van de stof zijn, hoe groter de energie die daar is. Je ziet het bij een atoombom. Te weten dat de zon gigantische energie produceert en dat wat wij zien, slechts zijn lichaam is…
Toen de eerste atoombom ontplofte dacht Oppenheimer aan het verschrikkelijke wapen Pasupata uit de Mahabharata.
( http://en.wikipedia.org/wiki/Bhagavad_Gita#Appraisal onderaan ) Daar wordt verteld dat Arjuna bij zijn vader Dharma in de hemel op schoot zat bij duizenden zonnen. Als ik dat steeds weer lees, of herinner raak ik onder de indruk van de woorden. Ik besef dat anderen die dit lezen dit niet zullen hebben. Toch wil ik het hier kwijt. Het is een groot mysterie.
LikeLike