Dat voorspelde Simon Vestdijk al in 1947, in Toekomst der religie. Volgens filosofe Welmoed Vlieger lijkt die voorspelling te zijn uitgekomen, getuige de groeiende aandacht voor mystieke geschriften en contemplatie. Maar, vraagt ze zich vervolgens af, waarom zijn kerken en levensbeschouwelijke organisaties over het algemeen maar niet in staat, of bereid, zich met deze ontwikkelingen te verbinden, er een huis voor te bieden?
‘De behoefte aan (met name ondogmatische vormen van) spiritualiteit en zingeving is vandaag de dag enorm. Steeds meer mensen hebben geen eenduidige levensbeschouwelijke identiteit, maar putten voor hun zingeving uit verschillende religieuze bronnen en wijsheidstradities.’
Vlieger vraagt zich af of dit knip- en plakwerk is of diepere inspiratie. En hoe het zit met de religieuze ervaring? En de evolutie in de godsdiensten? Is de evolutie, deze oer-ervaring inmiddels, samen met de door Nietzsche in 1882 doodverklaarde God, geheel en al voorbij geschreden? Schuilt die evolutie
‘In het feit dat we inmiddels, op basis van voortschrijdend natuurwetenschappelijk inzicht, spreken van Inspirerende Verhalen in plaats van Waarheid, als het om de heilige schriften gaat?’
Kerken en levensbeschouwelijke organisaties verliezen in snel tempo aan terrein, zegt Vlieger, maar intussen raken en inspireren mensen als bijvoorbeeld de Dominicaanse monnik Meister Eckhart de geseculariseerde mens. De filosoof en mysticus geniet meer belangstelling dan ooit tevoren. Vlieger legt die belangstelling voor Eckhart uit aan de hand van twee ‘sleutels’ waarmee de filosoof zich bedient, namelijk ‘bezieling’ en ‘techniek’. Bezieling die altijd samenvalt met iets omvattends, iets wat je inspireert en raakt. Bezieling die wortelt in ontvankelijkheid, openheid.
‘Levensbeschouwelijke communicatie is in het beste geval bezielde communicatie, die niet invult, uitlegt of voorschrijft maar ruimte schept voor beide elementen en zo de aanraking met het numineuze of heilige opnieuw mogelijk maakt.’
Die levensbeschouwelijke communicatie vraagt om een andere insteek of techniek die Vlieger, opnieuw aan de hand van Meister Eckhart, toelicht.
‘Communicatie gebeurt niet in en voor jezelf maar in relatie tot de ander. Er moet nog iets bijkomen om bezieling een uitlaatklep te geven, ‘over te laten stromen’, zodat ook de ander er door uitgenodigd wordt, eraan kan deelnemen.’
De crisis waar kerken en levensbeschouwelijke organisaties in gevangen zitten, vraagt volgens Vlieger om nieuwe taal- en communicatievormen.
‘Medewerkers van levensbeschouwelijke organisaties hebben nog weinig voeling met de – vaak in ouderwetse en hoogdravende bewoordingen geformuleerde – missie of doelstelling. Het wordt steeds moeilijker aanknopingspunten te vinden tussen de eigen identiteit en de snel veranderende wereld ‘out there’. In de kerken neemt de rol van de Bijbel en het gebed af en doet men verwoede pogingen om het instituut van nieuwe inhoud en elan te voorzien, tot nog toe zonder veel succes. Dat de kerken in rap tempo leeglopen en inmiddels bij dozijnen worden verkocht en gesloopt is oud nieuws.’
Vlieger stelt dan ook dat statisch geworden overtuigingen, structuren, praktijken en bijbehorend jargon moeten worden opgegeven of desnoods opgeschort.
‘Concreet houdt dit de uitdaging in dat we die ene specifieke taal- en communicatievorm even laten voor wat het is en ons oprecht (en oordeelloos!) verdiepen in de belevingswereld, de dilemma’s en achterliggende waarden van anderen. De nieuwe taal- en communicatievormen die hieruit ontstaan, zijn niet zozeer gericht op het overbrengen van een boodschap maar op het creëren van verbinding, het betekenis geven aan maatschappelijke en levensbeschouwelijke ontwikkelingen en het scheppen van transformaties.’
Zie: ‘God is een woord dat zichzelf spreekt’ – levensbeschouwelijke communicatie in een nieuwe tijd (Welmoed Vlieger)
Foto: PD
Welmoed Vlieger (1976) (foto: Twitter) studeerde Wetenschap van Godsdienst en Levensbeschouwing en Wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam. Zij is sinds 2009 voorzitter van de Vrije Gemeente. Welmoed houdt zich – via onderzoek en het geven van lezingen en cursussen – bezig met het grensvlak tussen filosofie en mystiek, tussen fictie en werkelijkheid; steeds weer in relatie tot het grondbegrip ‘vrijheid’. Zij laat zich in grote mate inspireren door Meister Eckhart en Martin Heidegger, in wier leven en denken zij zich tijdens haar studies gespecialiseerd heeft. Verder is zij geïnteresseerd in poëzie, film, kunst en muziek – uitingsvormen waarin de menselijke verbeelding vrijuit spreken kan.
Wetenschap is geen nieuwe godsdienst, noch een vervanger voor godsdienst. Wetenschap ligt wel aan de basis van praktisch alle uitvindingen op gebied van radio, telefoon, tv, ruimtevaart enz. Zeggen dat wetenschap op niets steunt, doet het gezonde verstand dus geweld aan.
LikeLike
@jan Dat ieder antwoord van de wetenschap weer vragen oproept lijkt normaal. Het heelal is zo complex dat geen enkele menselijk brein dit kan bevatten.
Wetenschap wordt geen religie. Ze tracht enkel het meest waarschijnlijke antwoord te geven op de vragen die ons bezig houden.
LikeLike
Inmiddels is de wetenschap een geloofsstelsel geworden. Iedere verklaring levert meer vragen op. Zie bij vrije geesten over Sheldrake.
LikeLike
Religie is een volks-cultureel verschijnsel. Daardoor verschilt het voor de verschillende bevolkingsgroepen. Het zou getuigen van hoogheidswaanzin te denken dat zijn religie DE waarheid is. Bekijk gewoon de wereldkaart van de religies op Wikipedia en dan wordt dit duidelijk. Doordat religie ontstaat uit de noodzaak van mensen om antwoorden te krijgen op de vragen: Wat is de zin van leven en dood, waar komt het heelal vandaan, hoe is leven ontstaan in de vele vormen zoals wij het kennen? Inmiddels heeft de wetenschap een meer aanvaardbaar antwoord gegeven op vele van deze vragen.
LikeLike
P.S. Ik weet niet veel van de kabbala en nog minder van nummerologie. Cijfers zijn voor mij geheimtaal. De Heiligen van de laatste dagen hebben een eigen interpretatie gegeven aan de Apocalyps. Dat is jammer.
LikeLike
Wat een fijn onderwerp en zo goed benaderd. Dank je wel, Paul en Welmoed. Eckhart kende ik wel, Heidegger minder. Hier moet ik nog over nadenken, en woorden voor bedenken. Zomaar zitten mediteren,kan ik niet. Je kunt dit m.i. ook doen onder werkzaamheden, waar je geen aandacht bij nodig hebt, (wel kennis en ervaring, zoals afwassen of onkruid wieden). Woorden vinden voor mystieke ervaringen is erg moeilijk,ook al is je woordenkennis groot. Daar is een dichter voor nodig, zoals Johannes in zijn openbaringen, waarbij hij m.i. gebruik maakt van de kabbalah en nummerologie. Misschien was dat gebruikelijk in zijn tijd? Zelf gebruik ik er mandalatekenen voor. Als je de techniek onder de knie hebt, kun je via universele symbolen, je gedachten weergeven. Ieder mag daar dan zijn eigen woorden bij bedenken. En het levert soms nog een mooi plaatje op.
Nu zoek ik naar overeenkomsten in plaat s van verschillen. Syncretisme zou Jan zeggen. Dat sluit weer mooi aan bij het citaat van Mandela. Verplaats je in het taalgebruik, het jargon van iemand anders, en spreek hem in die taal aan, dan begrijpt hij/zij je.
De opdracht van Jezus over goed zijn voor je naaste, vind je in allerlei wereldreligies in verschillende bewoordingen terug. Het begrip drieëenheid ook, las ik in een esoterische afstudeerscriptie.
LikeLike
Met Meister Eckart is tevens de altijd al bestaande christelijke, en nu beslist onderschatte, mystiek vernoemd. Christelijke instituten schijnen die nu pas (weer eens?) met al hun verdedigende ijzige nadruk op de leer te vergeten. Mijn ouderwets katholieke moeder zie ik nog met ziel en zaligheid mystiek bidden. Ben daar altijd met al mijn kritiek op dat oude geloof jaloers op gebleven en merk gelukkig steeds meer dat ook mijn modern intellectueel verworven (‘gekregen’) liefde- en hoopvolle geloof steeds meer -zij het weer anders- mystiek diepte krijgt.
LikeLike
@Welmoed
LikeLike
Wat fijn toch om hier zomaar weer een pareltje aangereikt te krijgen. Dank Paul. En zeer de moeite waard om even door te klikken naar de pagina van Welmoed Vlieger. Waar ik heel veel herkenning vind. Zo veel, dat ik er maar even het zwijgen toe doe. 😉
LikeLike
Ondanks al haar overdaad en pracht is mijn ervaring dat taal veel weg heeft van een gesloten gevangenis. Het is maar zelden dat ik poëzie kan doorgronden, zelfs met mijn eigen poëzie blijf ik worstelen en schaven, blijkt toch altijd weer onaf.
Woorden zijn vaak valkuilen, vastgepind in hun betekenis, zo zei Eckhart dan ook:
“wie over god het allermeest kan zeggen, ontkent hem het meest, wat men kan aantonen met een voorbeeld van een schip. Zou ik als reder iemand die nog nooit een schip gezien heeft, een schip geven, dan zou ik zeggen dat het noch uit steen noch uit stro is. Daarmee zou ik hem iets over dit schip hebben meegedeeld”(Ruh,1989,58v)”
Ik denk dan ook dat de meest geëigende weg om via communicatie de deur van de stilte te openen, niet de dagdagelijkse positieve taal van de psychologie zal zijn. De via negativa is taalkundig herkenbaar aan de prefixen ‘on-‘, ‘ over-‘, ‘buiten-‘ of aan formules ‘hoger dan’ ‘aan gene zijde van’. Het is meer een ongebruikelijk soort taal, misschien ook wel een afschrikwekkend taalgebruik waardoor men niets liever meer wil dan de deur van de stilte te openen.
Zo, en nu snel uw site lezen 😉
LikeLike
Dat herken ik goed, al is het al bij mijzelf. Ik constateer de laatse jaren, dat zogenaamde spirituele café’s steeds meer aandacht krijgen. Daarnaast een opgang van meditatiegroepen, waarbij het gevaar is dat de commercie er misbruik van maakt.
Ik hoor van kennissen een wildgroei van zen-centra die op commerciële basis opereren. Je kan “autoriteit” kopen om een groepje te beginnen. Dat ligt ook aan de geschiedenis van za-zen. Mijn wijlen vriend en zen-meester Jaap, die maakte duidelijk dat de echte spiritualiteit niets met geld te maken heeft. Dat kan een goede toetssteen zijn. Bij de Theosofen begreep ik dat ook, afgezien van bijdrage in de huur van het gebouw en dergelijke.
In het verre verleden in Japan was er toch wel veel behoefte om de “overdracht” van autoriteit een exclusief tintje te geven. Er waren daar concurrerende groepen. Dat hangt samen met het begrip para parampara vergelijkbaar met de troonopvolging van de paus. http://en.wikipedia.org/wiki/Parampara Daar kunnen de huidige commerciële organisaties misbruik van maken. De behoefte aan een gemeenschap blijft, de mens is een sociaal wezen.
Vreemd vind ik dat al reeds langer bestaande ondogmatische groepen in de westerse cultuur zoals de vrijmetselarij geen sterke groei kennen, dat blijft stabiel.
Toch is er ook een hang naar duidelijkheid en dogma’s naast de mystiek. Dat is mijn verklaring voor de groei van de Islam in west Europa. Misschien heeft de rationele component in de christelijke kerk de mystieke, symbolische component onderdrukt, vooral met de reformatie en de beeldenstorm enzo. Ik ben niet zo goed in feitelijke geschiedenis. Misschien is met de reiniging van het corrupte kerkstelsel, het kind met het badwater weggegooid.
Jammer dat ik lees: “tussen fictie en werkelijkheid”. Want het woord “fictie” in dit verband kan ont-mythlogiserend werken. Het is een grotere werkelijkheid waar alleen de stilte zelf wat te zeggen heeft.
LikeLike
Beste Ab, Dank voor uw commentaar. Communicatie kan inderdaad niet anders dan een stap twee zijn. Tegelijkertijd moet ik ook denken aan een uitspraak van Eckhart: ‘Woorden hebben grote kracht, men kan met woorden wonderen verrichten. Alle woorden hebben hun oorsprong in het eerste Woord.’. Met andere woorden ;-): we moeten de diepte en werking van taal en comunicatie ook niet onderschatten, zeker in een tijd als de onze waarin de oude religieuze taal in kerk en (religieuze) organisatie velen niet meer aanraakt. Dat woordeloze stilte nog aan communicatie vooraf gaat, ja, dat ervaar ik ook zo. Maar taal kan de deur naar die stilte wel openen… Dichters weten daar alles van. Wat Heidegger betreft: Hij noemt dat ledige waarover u spreekt in zijn latere werk ook een ‘verte’. Een verte die (inderdaad) paradoxaal genoeg de mogelijkheid opent om de dingen en mensen die met mij in de wereld zijn werkelijk nabij te zijn. (Zie ook artikel op mijn website: Over vrijheid bij Heidegger.)
LikeLike
In ‘Sein uni Zeit’ beschrijft Heidegger de wereld als ‘beschikbaarheid’. Zou er iets zijn dat buiten de categorie van het ‘ voorhanden zijn’ existeert? Met andere woorden zou er iets beschikbaar kunnen zijn buiten het gewoel waarin wij dingen bezitten en dingen ons beheersen.
Een weg die zich uitstrekt als een hand in het ledige. Een in het ledige uitgestrekte hand als enige teken van het ‘er-uit-komen’. Het zichzelf losmaken van het voorhanden zijnde en zich bevrijden van het uitgaan van zichzelf om tot een ontmoeting te komen met de ander.
De communicatie lijkt me eerder een stap twee. De uitgestoken hand die los van het ‘voorhanden zijnde’ existeert heeft misschien wel helemaal geen woorden nodig, zou communicatieloos kunnen zijn. Wie zit er nog op woorden te wachten als we oprecht elkaar te hand kunnen toesteken. Ik zeg nadrukkelijk niet elkaar de hand geven want daartussen zal zich hopelijk het mystieke bevinden, het ledige.
LikeLike