‘We moeten ál het leven op aarde centraal stellen’

Landschapspijn en klimaatstress. We voelen emoties bij de veranderende natuur om ons heen. Milieufilosoof en milieuactivist Glenn A. Albrecht geeft momenteel in Nederland een lezingenreeks over zijn boek Aarde-emoties. Over de emoties die de teloorgang van natuur en veranderende leefomgevingen oproepen. Over een nieuw tijdperk: het Symbioceen, waarin mens, natuur en technologie in balans samenleven en profiteren van elkaars bestaan. Aarde-emoties verscheen in 2019 in tal van talen. ‘Een nieuwe taal voor een nieuwe wereld’.

‘Milieufilosoof Glenn Albrecht onderzocht als docent duurzaamheid jarenlang de relatie tussen ecosystemen en de menselijke gezondheid’

Terrafurie
H
et symbioceen moet het destructieve antropoceen opvolgen. In het symbioceen, zegt het boek, hebben we geen last meer van ‘biofobie’ (angst voor het leven), van ‘topoaversie’ (weerstand tegen bepaalde ontwrichte plekken waarvan we ooit hielden), van ‘terrafurie’ of ‘klimaatwoede’.

Wanneer we ergens geen taal voor hebben, kunnen we het ook niet beschermen. Filosoof Ludwig Wittgenstein schreef dat de grenzen van onze taal de grenzen van onze wereld zijn. Je zou kunnen zeggen dat ik probeer om de grenzen van onze wereld te verleggen.’
(Glenn Albrecht)


Glenn Albrecht

Troostwee
O
nze relatie met de aarde verandert. In Aarde-emoties reikt de Australische denker Albrecht hiervoor nieuwe woorden aan: ‘De wereld verandert sneller dan de taal.’

Albrecht beschrijft nieuwe emoties zoals ‘solastalgie’, de ‘troostwee’ die je hebt, terwijl je thuis bent en je vertrouwde leefomgeving wordt vernietigd of in verval is. Dit is misschien wel dé bepalende emotie van de eenentwintigste eeuw.’
(Noordboek)

Paradox
Ondanks gevoelens als ‘solastalgia’ blijft het grootste deel van de mensheid de natuur uitbuiten. Er lijkt dus sprake van een paradox: enerzijds geven mensen om het milieu en anderzijds blijven ze het verwoesten. Voxweb (Magazine van de Radboud Universiteit) vraagt Albrecht hoe hij dat verklaart.

Klopt; we hebben inderdaad zulke gevoelens voor de aarde, maar toch vernietigen we haar. Dat komt omdat we afgeleid zijn. Vandaag de dag leven we in een wereld vol leugens. Reclames en marketing zijn groots in hun pogingen om ons af te leiden van de feiten omtrent klimaatverandering.’
(Glenn Albrecht)


‘Er zijn maar twee opties: de dood of een symbiotische relatie met de wereld’
(Voxweb, Glenn Albrecht)

Antropoceen was destructief
D
e milieufilosoof muntte de steeds meer ingeburgerde term ‘symbioceen’: dat staat voor opnieuw ‘symbiotisch’ leven met de natuur. In het symbioceen leven en werken we samen met alles wat leeft op aarde, zegt de Radboud Universiteit. Radboud Reflects organiseerde afgelopen dinsdag lezingen met Albrecht en andere filosofen.

We zien de natuur niet langer louter als gebruiksvoorwerp of als object, maar als een wezenlijke samenwerkingspartner. Het Symbioceen geeft ons weer hoop voor een toekomst waarin we daadwerkelijk samenleven met de natuur.’
(Radboud Universiteit)

Niet louter consument van de aarde
N
a zijn lezing over Aarde-emoties sprak Albrecht met filosofen Elize de Mul en Boris van Meurs, met als doel te komen tot een symbiografie: een beschrijving van ons leven in relatie met de natuur in plaats van als louter consument van de aarde.

Klimaatverandering, de vernietiging van ecosystemen en mensen die ongelukkiger worden. Het is tijd voor een radicale ommezwaai, vindt de Australische milieufilosoof Glenn Albrecht. ‘We moeten ál het leven op aarde centraal stellen.’
(Trouw)

Bronnen:
* Radboud Universiteit / Voxweb – Milieufilosoof: ‘Er zijn maar twee opties: de dood of een symbiotische relatie met de wereld’
* Filosofie Magazine – Glenn Albrecht: ‘Door klimaatverandering kun je heimwee hebben terwijl je nog thuis bent’
* Trouw – Milieufilosoof Glenn Albrecht: ‘De strijd om klimaatverandering vraagt om nieuwe woorden’

* Aarde-emoties – een nieuwe taal voor een nieuwe wereld | Glenn A. Albrecht | Vertaling: Joris Capenberghs | ISBN 978 94 6471 132 5 | Paperback met flappen| 336 pagina’s | € 34,90 | 01042024 | Noordboek

Zie ook de nieuwe taal van Glenn Albrecht in: NRC – ‘Ecoparalyse, solastalgie – nieuwe termen in tijden van een klimaatcrisis: Volgens milieufilosoof Glenn Albrecht schieten woorden tekort om te beschrijven over wat er met de aarde gebeurt. Dus bedacht hij nieuwe termen. “We moeten op andere manieren leren praten”.

Beeld: Cover Aarde-emotie (detail)
Beeld Glenn Albrecht: Brainwash Glenn Albrecht is via livestream aanwezig op het Brainwash Festival oktober 2024
Beeld aarde: The God who loves © 2024 – Chris Duffett Art

‘Spiritualiteit is de werkelijkheid leren kennen’

Wat luisteren naar je innerlijke stem teweeg kan brengen… “Ga eens goed voor jezelf zorgen, Jan.” Zo klonk het vriendelijke antwoord dat Jan Geurtz jaren geleden kreeg toen hij zich ten einde raad afvroeg wat hij moest doen met zijn leven.
– En goed voor zichzelf zorgen deed hij. Radicaal. De stem luidde zijn eerste stappen in op het spirituele pad. Nu is Jan boeddhist en schrijver. Zijn tiende boek, Een lieve klap voor je kop, verscheen in 2023. Djuna Spreksel las het voor Filosofie Magazine.

‘Jij bent datgene wat je gedachten en gevoelens waarnemen vanuit een liefdevol, oordeelloos gewaar-zijn’
 Jan Geurtz

Bovenal ging hij [Geurtz] aan zichzelf werken. In eerste instantie door wat hij de ‘psychologische manier’ noemt: therapie en trainingen in persoonlijke ontwikkeling volgen. Pas tien jaar later kwam de spiritualiteit op zijn pad.’
(Filosofie Magazine)

Bij persoonlijke ontwikkeling gaat het volgens de schrijver nog steeds om het ego dat aan zichzelf werkt.

Spirituele groei speelt zich af in een geheel ander domein, op een soort metaniveau, waarin logica en gedachten ons niet verder helpen. Spiritueel bewustzijn gaat over de realisatie dat je niet je ego bent, maar datgene wat je gedachten en gevoelens kan waarnemen vanuit een liefdevol, oordeelloos gewaar-zijn. Maar dat is zelf geen gedachte, en kan ook niet waargenomen worden.’
(FM)

Geurtz laat in Een lieve klap voor je kop zien dat ingrijpende gebeurtenissen ook benut kunnen worden voor een groei van spiritueel bewustzijn.

In dit boek werkt hij aan de hand van persoonlijke contemplaties het idee uit dat het ervaren van nare gevoelens symptomatisch is voor niet goed naar de werkelijkheid kijken, en dat een heftige crisis ook een zaadje kan zijn voor een (versnelde) groei van spiritueel bewustzijn.’
(Uit: Een lieve klap voor je kop– omslagtekst)


Jan Geurtz

In elk mensenleven komen heftige gebeurtenissen voor: fijne – zoals een wederzijdse verliefdheid of de geboorte van een kind – en pijnlijke, zoals het einde van een relatie, een burn-out, een ziekte of de naderende dood. Meestal verstoren deze gebeurtenissen onze innerlijke rust (als we die al hadden) en belemmeren ze onze spirituele ontwikkeling (als we daar al mee bezig waren).
(Uit: Een lieve klap voor je kop)

Ingrijpende gebeurtenissen, zegt dit boek, kun je leren herkennen als ‘een lieve klap voor je kop’ die je doet beseffen wie en wat je werkelijk bent achter je aangeleerde zelfbeeld, je ego. Dit leidt uiteindelijk tot de realisatie dat ons lijden in werkelijkheid niet-herkende liefde is die wacht om toegelaten te worden.

‘Om de spiritualiteit waar dit boek over gaat te onderscheiden van de ‘verhalende spiritualiteit’ noem ik haar ‘wetenschappelijke spiritualiteit’. Ze maakt namelijk gebruik van dezelfde methode als de exacte wetenschap’.
(uit: Een lieve klap voor je kop)

Ook het boeddhisme heeft een filosofie over de werkelijkheid, zegt de schrijver, maar tegelijkertijd biedt het een onderzoeksmethode, die via de directe ervaring de theorie probeert te weerleggen.

Bovendien wordt in de boeddhistische spiritualiteit niet alleen de werkelijkheid onderzocht, maar ook degene die de theorieën formuleert. Op die manier bevindt spiritualiteit zich niet alleen op een metaniveau ten opzichte van de filosofie als geheel, maar ook ten opzichte van haar eigen filosofie – die net zo goed wordt beperkt door de taal en het denken.’
(FM)

Een onjuist geloof in de echtheid van onze gedachten en gevoelens – door een ego dat zich identificeert met die gedachten en gevoelens – vertroebelt volgens Geurtz ons begrip van de werkelijkheid. En wel zo, dat we blijven steken in een vicieuze cirkel van verslaving, pijn en lijden. Of dit nu gaat om een verslaving aan verdovende middelen of om de erkenning van onze liefdespartner.

Geurtz gelooft niet dat het bereiken van verlichting het permanente eindpunt is van spirituele ontwikkeling.

Hij ziet verlichting in de spirituele weg die een mens aflegt, als een oneindig doorgaand proces richting steeds meer bewustzijn. Want, zo stelt hij, het spirituele bewustzijn heeft een belangrijk kenmerk: het verlangt altijd naar meer bewustzijn van zichzelf.’
(FM)

Bronnen:
* Jan Geurtz: ‘Je bent niet je gevoelens en gedachten’ (Filosofie Magazine, juni 2023)
* Vertrouw altijd je innerlijke stem (godenenmensen.com, april 2023)
* Filosofie Magazine
* Een lieve klap voor je kop | Jan Geurtz | ambo | anthos uitgevers | ISBN: 9789026361173 | 264 pagina’s | paperback 21,99 | E-book 13,99 |
Jan Geurtz (1950) is een Nederlandse schrijver. Hij studeerde orthopedagogiek, onderwijskunde en wetenschapsfilosofie en heeft daarna gewerkt in de verslavingszorg. Jan Geurtz laat zich vooral inspireren door het boeddhisme. Van zijn hand verschenen meerdere bestsellers, waaronder Verslaafd aan liefde, waarvan meer dan 125.000 exemplaren werden verkocht’. (ambo | anthos)

Beeld: Zen Garden – 18121281 Pixabay
Foto Jan Geurtz: ambo | anthos

‘De zin van het leven is geen belangrijke vraag’

bertrandrussellenludwigwittgensteindoorEdwardSorel

Volgens filosoof Ludwig Wittgenstein is het een misverstand om naar de zin van het leven te vragen. Als een van de belangrijkste filosofen uit de twintigste eeuw zou hij zeggen: ‘Je doet nu net alsof je een belangrijke vraag stelt, maar dat is helemaal geen belangrijke vraag. Een belangrijke vraag is hoe oorlogen ontstaan, bijvoorbeeld.’ Elze Riemer onderzoekt van twaalf ‘denkers van nu’ de vragen: ‘Wat kunnen wij weten? Wat mogen wij hopen? Wat moeten we doen?’ Dat zijn de eeuwige vragen van de filosofie. Riemer legt haar oor te luisteren bij twaalf kenners. Een ervan is Ludwig Wittgenstein (1889 – 1951). Over hem is zij in gesprek met Bert Keizer.


Bert Keizer: ‘Er mankeert niks aan taal, totdat mensen gaan filosoferen; dan gaan ze allerlei rare dingen zeggen. Wittgenstein verschaft ons een nieuwe helderheid, niet als het gaat om het begrijpen van de wereld, maar wel als het gaat om de aard van ons onbegrip. Helderheid dus als het gaat om de vraag: ‘Wat kan ik weten?’ Dat is waar filosofie voor mij om draait, niet om de vraag: ‘Wat moet ik doen?’


Hij wordt gelukkig van Wittgensteins filosofie, Keizer, zoals hij vrolijk wordt van de muziek van de Beatles. Het is voor hem een intrinsieke vreugde, zoals andere kunstvormen dat ook zijn. Hij is enthousiast over Wittgenstein, maar niet enthousiast over wat mensen denken dat het effect van filosofie is.

Dat je op een of andere manier te rade kan gaan bij filosofie, om er iets uit te putten voor de invulling van je dag. Onzin. Je zegt toch ook niet na afloop van een concert: wat moet ik hier verder mee vandaag? De vreugde zat in het luisteren.’

Bij Wittgenstein zit de vreugde in het denken, vindt Keizer. Hij vindt hem een van de leukste filosofen om te lezen, omdat het een heerlijk avontuur is.

Als je hem leest, valt er een hele hoop van je af. Het is niet dat je er veel bijleert, er valt vooral heel veel van je af. Hij is steeds bezig om onze betovering door taal, onze misverstanden over taal, te doorbreken.’

Volgens Riemer leek Wittgenstein zelf niet al te veel lol in het leven te hebben: Hij was een getormenteerde man die moeizaam door het leven ging. Keizer antwoordt hierop dat hieruit blijkt dat filosofie niks met levenskunst heeft te maken.

Als arts kom ik veel levenskunst tegen, maar dat krijg je niet door een cursus filosofie te volgen.(…) Wittgenstein heeft een talent voor filosofie, niet voor het leven. Daar ging alles steeds fout.’

De wat-isvraag is de standaard filosofische vraag, zegt Keizer. ‘Wat is liefde, de zin van het leven, waarheid et cetera. Het is de verleiding van de filosoof om zich helemaal op de beantwoording van zo’n vraag te storten, om zo de ander te verlichten met ‘de kern van de zaak’.

Wittgenstein is de eerste filosoof die bewust van deze methodiek afwijkt. (…) Taal is het hele leven. Taal is geloven, weifelen, vragen, bevelen, hopen, wanhopen enzovoort. En nu komt het revolutionaire van zijn filosofie: aan al die bezigheden ligt niet iets wezenlijks of universeels ten grondslag, niet iets wat ons overstijgt.’

Wittgenstein wil niet dat we onszelf dingen wijsmaken over bepaalde zogenaamde ‘diepere’ zaken, zo vertelt Keizer, zoals de zin van het leven, bijvoorbeeld.

De zin van een hamer, een stoplicht – dát zijn zaken waar we over kunnen praten. Het is een misverstand om naar de zin van het leven te vragen.’

Wat zou Wittgenstein antwoorden als ik vroeg: bestaat God?’ vraagt Riemer, waarop Keizer antwoordt dat hij dan zou zeggen: ‘niet in de zin waarin de tafel en de stoel bestaan, maar wel in de zin waarin Hamlet bestaat, en Goofy en Donald Duck: dáár hoort God thuis. Je moet uitdrukkingsvormen uit de ene situatie niet meenemen naar een andere situatie, dan raak je in de war’.

Religie zit vol met mededelingen, zoals: Jezus is de zoon van God, Jezus is opgestaan uit de dood. Wittgenstein zegt dat als je dat letterlijk gaat nemen je meteen in de problemen zit. Gesprekken over religie in termen van feitelijkheden zijn volstrekt zinloos. Het is zoals Gerard Reve het zegt: ‘Godsdienst is tegen elke interpretatie bestand, behalve de letterlijke’.’


‘Er bestaan stellig onuitsprekelijke zaken.
Dit toont zich, het is het mystieke.’
(Wittgenstein)



Zie:
‘Er mankeert niets aan taal, totdat mensen gaan filosoferen’

Beeld: Edward Sorel – Bertrand Russell en Ludwig Wittgenstein – inkt en waterverf op papier (artsy.net)

Spreken en denken: geen evolutionair toeval


Publicist Mark van de Voorde zegt geen creationist te zijn. Creationisme is volgens hem dubbeldom door het feit dat het de vindingen van de wetenschap tegenspreekt en door het feit dat het de beeldtaal van de Bijbel niet begrijpt. Maar, zo zegt hij ook, taal en bijgevolg denken zijn een kwantumsprong in de schepping die niet zonder meer door de traagzame sprongen van de evolutie te verklaren valt.

Van de Voorde verwijst naar Een evolutionair hoofdpijndossier van Rik Smits, in de e-krant van de Belgische Standaard, waarin hij afgelopen vrijdag schreef:

‘Het staat immers als een paal boven water dat taal een biologische eigenschap is, maar deze meest menselijke van alle kenmerken spot tegelijkertijd met de wetten van de natuurlijke selectie, de hoeksteen van Darwins evolutieleer.’ 

Adaptatie en mutatie
Wetenschapsjournalist en taalkundige Smits is van mening dat het niet te verklaren is door de darwinistische eigenschappen van adaptatie en mutatie dat de mens kan spreken en de andere wezens op aarde niet. Hij eindigt zijn artikel door te stellen dat iets dat uit zoveel, ieder voor zich uiterst complexe onderdelen bestaat als taal, niet in één klap ontstaat: dat is voor hem net zo ondenkbaar als dat door het leeggooien van een doos lego zomaar een model van de kathedraal van Chartres ontstaat.

‘Het moet stukje bij beetje zijn gegaan, waarbij elke nieuw onderdeeltje zijn eigen onmiddellijke evolutionaire voordeel had – denk bijvoorbeeld aan vaardigheden als zang, ritmegevoel, subtielere mimiek, speciale vormen van geheugen en een snelle rekeneenheid die zich ontwikkeld heeft voor een typisch menselijke vaardigheid als gericht gooien. Pas achteraf, en vermoedelijk veel korter geleden dan vaak wordt aangenomen, moeten die onderdelen zo innig zijn gaan samenwerken, dat onbedoeld iets geheel nieuws ontstond. Het verschijnsel dat wij nu taal noemen.’

Natuurlijke selectie
Van de Voorde stelt op Rorate (24-11-2012) dat Charles Darwin zich trouwens nooit gewaagd heeft aan de vraag hoe het taalvermogen van de mens is ontstaan. Dat is volgens Smits (foto: Rik Smits), in De Standaard, maar goed ook want taal lijkt zich aan de wetten van de natuurlijke selectie te onttrekken. Taalvermogen wordt pas echt operationeel als anderen er ook over beschikken, en dat is iets waar Darwins natuurlijke selectie geen raad mee weet, aldus Smits.
Van de Voorde vervolgt:

‘Taal is een wonder dat van de mens het enige wezen maakt dat kan denken over de wereld en de zin van het bestaan. (…)Taal en bijgevolg denken (of omgekeerd: denken en bijgevolg spreken) zijn een kwantumsprong in de schepping die niet zonder meer door de traagzame sprongen van de evolutie te verklaren valt.’

Levensadem
Van de Voorde stelt dat het tweede scheppingsverhaal, een gedicht, vertelt dat God de levensadem in de neus van de mens blies.

‘Als wij God Liefde en Wijsheid noemen, dan mag ik die levensadem de dubbele capaciteit van taal en denken noemen, want zonder taal geen liefde en zonder denken geen wijsheid. “In het begin was het Woord,” schrijft Johannes. God gaf de mens de kracht van het woord, zodoende de geest van scheppend schouwen.’  

Scheppingsverhaal
De publicist zegt vervolgens dat wie woorden heeft de dingen benoemen kan en ze een nieuwe betekenis geven. Dat is wat volgens hem het tweede scheppingsverhaal ons voorhoudt: God brengt er alle dieren bij de mens ‘om te zien hoe hij ze noemen zou: zoals de mens ze zou noemen, zo zouden ze heten’.

‘Via welke biologische wegen de taal is ontstaan, ontgaat mijn bevoegdheid en is ook geen vraag voor het geloof. Maar de taalcapaciteit van de mens is een kwantumsprong ten overstaan van de evolutie. Spreken en denken zijn ons niet als evolutionair toeval ten deel gevallen. Godzijdank.’

Mark Van de Voorde
(foto: Rorate)

Onafhankelijk publicist en gewezen raadgever van de Belgische politici Herman Van Rompuy, Yves Leterme en van Steven Vanackere.
Columnist bij Rorate.

Zie: Taal, geen evolutionair toeval

en: Een evolutionair hoofdpijndossier (Rik Smits)

Illustr: De Standaard