Zo sprak Snorrietoestra in Nietzsche voor 10-jarigen

Zo word je supermens, luidt de belofte van het humoristisch kinderboek Het ravijn van NietzscheHet wil Nietzsches filosofie invoelbaar maken voor kinderen vanaf tien jaar. ‘Blijf de aarde trouw,’ schrijft Nietzsche in Zo sprak Zarathoestra. Aan dit boek ontlenen schrijver Marc van Dijk en tekenaar Sander ter Steege ‘veel, omdat dat eigenlijk Nietzsches eigen fantasy-avontuur is’. Bij de makers leeft profeet Snorrietoestra in mystieke verbinding met de natuur.

Becky Breinstein is de slimste van Domdorp, vertelt de boekomslag. Maar ze schrikt wakker van nachtmerries. Haar vader draait door en slikt de hele dag Tosti-pillen. Dan ontmoet ze Snorrie, die zegt dat hij ‘de herhaling van Nietzsche’ is. Becky en haar vrienden gaan met Snorrie de bergen in om een geheime formule te zoeken waarmee iedereen gezond kan worden. Maar al snel blijkt dat ze niet de enigen zijn. Ze moeten het opnemen tegen een mysterieuze vijand. En hoe komen ze voorbij de Vuurhond?

Het was tijdens de kleine pauze, op het schoolplein van de DOMSCHOOL in Domdorp. Alle gesprekken vielen stil en we keken rond om te zien wie er vuurwerk had afgestoken. Toen de rook wegtrok, zagen we midden op het schoolplein een man staan. De man had een heel grote SNOR, een wandelstok en een LANTAARN. Hij keek rond met een intense blik in zijn ogen. Niemand durfde iets te zeggen. Hij zag eruit alsof hij uit een andere tijd kwam.‘
(Uit: Het ravijn van Nietzsche)

Je vindt vrolijkheid, fantasie en levenslust in Nietzsches hele oeuvre terug, zeggen de makers, vanaf het moment dat de filosoof uit Bazel vertrok. Hij was de jongste professor ooit, maar daar werd hij depressief van. Hij nam ontslag en veranderde in een wandelende vrije geest: in de berglucht kreeg hij nieuwe ideeën. In Filosofie Magazine spreekt Lianne Tijhaar in Nietzsche voor 10-jarigen met schrijver Van Dijk.

In Becky’s avontuur klinken verschillende lezingen van Nietzsche door. ‘Iets anders zou hem onrecht aandoen. Nietzsche wantrouwt systeemdenkers en gemakzuchtige moralisten,’ zegt Van Dijk. ‘Hij moedigt ons aan om zelf te denken en sterker te worden. Maar hij ziet ook hoe hachelijk de positie van de mens is, nu alle oriëntatie die ons eeuwenlang heeft gediend is weggevallen. We moeten leren koorddansen. Op een dag donderde hij zelf naar beneden. Hij raakte zijn verstand kwijt en zonk weg in waanzin.’


Van Dijk spreekt volgens Tijhaar over Nietzsche alsof hij het over een goede vriend heeft. De afgelopen tweeënhalf jaar las hij zo veel mogelijk van en over hem. Hij verdiepte zich in de gekste details, want Nietzsche heeft de hoofdrol in deel 2 van de filosofische en humoristische kinderboekenreeks Becky Breinstein. Hierin heeft Becky last van angsten en vraagt ze zich af wat ze eigenlijk aan filosofie heeft, want ze is nog steeds bang.

Becky droomt dat haar vader doodgaat,’ zegt Van Dijk. ‘Het is maar een nachtmerrie, maar Becky kan de angst niet van zich afzetten. Haar vader doet ook echt raar: hij slikt pillen waar je een beter mens van zou worden. Dan verschijnt er een vreemde snuiter op het schoolplein. Hij heet Snorrie en heeft het over de Grote Gezondheid. Die kan Becky wel gebruiken voor haar vader. Daar begint het avontuur.’

Op de vraag of Nietzsches filosofie niet een beetje zwaar is voor een 10-jarige, antwoordt de schrijver dat Nietzsche meer biedt dan nihilisme en vernietigende godsdienstkritiek, hij is ook een creatieve verteller.

Met veel humor, liedjes en spot. In zijn boek Ecce homo staan hoofdstukken met titels als Waarom ik zulke goede boeken schrijf en Waarom ik zo wijs ben. Hij is grappig en best geflipt. Die kant van Nietzsche zie je niet vaak bij de professoren of in zelfhulpboeken.’

Snorrie valt in jullie verhaal ook in een ravijn, zegt Tijhaar en dat vindt zij best heftig in een kinderboek. Maar daar eindigt het niet mee, zegt Van Dijk. Hij laat Snorrie een transformatie doormaken die Nietzsche in zijn denken ook wilde doormaken.

Snorrie wordt na zijn val Snorrietoestra. Hoe dan ook, Nietzsches werk is nu eenmaal heftig. Maar ook vitaliserend. Neem bijvoorbeeld zijn begrip amor fati, liefde voor je lot. Het betekent dat je ja moet zeggen tegen het leven, inclusief alle ellende. Sommige kinderen krijgen te maken met ziekte, dood, de scheiding van hun ouders. Amor fati kan misschien troost bieden, omdat het levensbevestigend is.’

Becky Breinstein deel 2: Het ravijn van Nietzsche | Marc van Dijk en Sander ter Steege | Verschijnt 5 april | Uitgeverij Ten Have | 15,99 euro | ISBN 9789025907136

Zie: Nietzsche voor 10-jarigen (Filosofie Magazine)
Tekeningen uit: Het ravijn van Nietzsche (Sander ter Steege)
Zie voor deel 1 uit de kinderboekreeks Becky Breinstein: Filosofie voor tienjarige betwetertjes (GODENENMENSEN)

Van verbeelding, waarheid en werkelijkheid

nature-horizon-person-sky-girl-sun-1365082-pxhere.com

‘Voor God is alles mogelijk’, zegt de Bijbel, maar God werd als het ware ingekapseld in een systeem van redelijkheid. Door het geloof zo te benaderen heeft men eigenlijk het latere ongeloof voorbereid, wist de Spaanse filosoof, toneelschrijver en dichter Miguel de Unamuno (1864-1934) toen al: ‘Het dogmatische christendom is doods geworden. Een dergelijke God is niet vitaal.’

In de Trouw-serie Wat is waarheid? ging aflevering vier eergisteren over religie die buitenspel staat in het alledaagse gesprek over waarheid. Over verbeelding: een innerlijk zintuig dat een dieper gelegen waarheid en werkelijkheid aan het licht brengt. 

In het Westen is het geloof (…) in beslag genomen door de rationaliteit. Men ging geloven om te kunnen begrijpen. Men ging God beschouwen als ‘eerste oorzaak’, en als Platoonse idee. Hij werd vormgegeven in dogma’s – vaststaande geloofswaarheden.’ 

Volgens de Leidse filosoof Timo Slootweg gaan we daarmee voorbij aan het universele, menselijke ‘verlangen naar leven’. Dat kun je ervaren in een niet-dogmatisch geloof. Op de vraag van Trouw-journalist Marc van Dijk of de kerkvaders met de redelijkheid hun eigen graf hebben gegraven, antwoord Slootweg bevestigend.

Voor de denkers van de Verlichting was het maar een kleine stap om in alle redelijkheid afstand te nemen van het geloof. Kant stelde: we moeten zelf durven denken en de zelfopgelegde onmondigheid – het religieuze denken – van ons afleggen. En dan kun je concluderen dat de godsbewijzen niet deugen. Maar God is nooit het object geweest van kennis! God is het ‘object’ van ons verlangen naar leven. Pas als we met dit verlangen onze verbeelding gebruiken, tegen de rede en de verstandigheid in, komen we de waarheid op het spoor.’

Slootweg stelt dat we als vanzelfsprekend aannemen dat de waarheid het exclusieve domein is van wetenschap en rationaliteit. ‘Ik wil niets op de wetenschap afdingen. Maar ik denk dat we iets essentieels over het hoofd zien,’ zegt hij. ‘Ook in religie, in geloof, is waarheid te vinden.’ Hij schreef over het ‘personalisme’, een filosofische stroming – verwant aan het existentialisme – die klaar is om herontdekt te worden en het waarheidsbegrip zou kunnen verruimen.

De Unamuno zegt dat de mens naast het verlangen naar kennis een verlangen heeft naar leven, niet enkel de wil om te overleven, in de nuchtere wetenschap dat de dood het einde is, maar het verlangen naar volop leven, altijd leven, eeuwig leven.

Als je dat vitale verlangen ten grondslag legt aan je denken, krijg je een heel ander beeld van de werkelijkheid. Dat verlangen gebruikt de innerlijke zintuigen, de verbeeldingskracht, om de waarheid te zien.’

Volgens Slootweg vinden existentialisten en de personalisten (mensen als Søren Kierkegaard, Max Scheler, Martin Buber en Immanuel Levinas, maar daarnaast ook Nietzsche en Heidegger) – door het geloof geïnspireerd of niet –  dat het rationalistische begrip van wat waar en werkelijk is zo armzalig, dat het de natuur, de dingen en onszelf tekort doet.

We moeten ons laten voeden door het verlangen naar de hemelse toestand van God die eens ‘alles in allen zal zijn’, zoals Paulus het formuleert. Leven, eeuwig leven, het Koninkrijk Gods, dat we zonder de ander onmogelijk kunnen verwerven. Als een visioen dat we met onze innerlijke verbeelding kunnen voorvoelen. Zo wordt je beeld van de werkelijkheid – van wat mogelijkheid en waarheid is – veel rijker, vruchtbaarder en vitaler. Ons handelen zal er dan op gericht zijn dit in déze wereld reeds gestalte te geven.’

Zie: Verlangen naar God is ook verlangen naar waarheid 

Beeld: pxhere

‘We hebben een gemeenschappelijke waarheid nodig’

HetHeilLigtInWaarheid

‘De waarheid is kwijt. Hoe vinden we haar terug?’ Een vraag gesteld door filosoof Daan Roovers, in Vrij Nederland. In aanloop van de Maand van de Filosofie. Ze schrijft over de waarheid. Of beter: het ontbreken van een waarheid. ‘Want,’ zegt zij, ‘de waarheid staat onder druk’ en ‘de geloofwaardigheid van de wetenschap is niet meer vanzelfsprekend’. De Amerikaanse president Donald Trump bewijst dit volgens haar. Trump kan eindeloos onjuistheden spuien (het aantal staat volgens The Washington Post al op ruim 16.000) zonder dat het zijn populariteit erg schaadt. Menno van de Bos in (maandelijks) gesprek met Roovers. Hij begint met de vraag: wat ís waarheid eigenlijk?

Waarheid is een abstract begrip, en Roovers is er niet dol op. ‘Ik spreek liever over de werkelijkheid. De werkelijkheid is iets waar we ons samen in begeven en op oriënteren, waar we naar kunnen verwijzen.’ Een plek waar we samen kunnen afspreken dat groene boeken groen zijn.’

Volgens het artikel gaat het in deze tijd steeds meer om meningen en steeds minder om feiten. Als we de waarheid inderdaad voorbij zijn, hoe vinden we haar dan weer terug, is de centrale vraag. Eerder zei Nietzsche dat God dood is en wij Hem vermoord hebben.  Daan Roovers heeft daar nu een parafrase op gemaakt. Opmerkelijk hierbij vind ik, dat zij God nu ‘inruilt’ voor de waarheid. Stond God voor de waarheid, nog niet zo lang geleden?

De waarheid is dood en wij hebben haar vermoord, om het op z’n Nietzscheaans samen te vatten.’

We schijnen te leven in het ‘post-truth’-tijdperk, en die term suggereert dat we tot voor kort nog ‘in de waarheid’ leefden, terwijl leugens en bedrog van alle tijden zijn.

Neem de politiek: ‘Politiek filosofe Hannah Arendt (1906-1975) schreef dat politici altijd een gespannen verhouding met de waarheid hebben gehad omdat ze gekozen willen worden. De werkelijkheid verdraaien is typisch menselijk: een aap of konijn kan dat niet. Je hebt er verbeeldingskracht voor nodig. En volgens Arendt hoort het ook heel erg bij politiek: de wereld zoals die werkelijk is, wijs je af, en je creëert een andere, een nieuwe.’

Roovers formuleert het heel helder als ze telt dat het probleem niet is dat we verschillende opvattingen hebben, maar dat we verschillende informatie hebben.

Deze verwarring neemt nog eens extra toe door de democratisering van kennis, zegt Roovers. Sinds het internet hebben we toegang tot alle denkbare kennis en sinds de smartphone liggen we 24 uur per dag aan het informatie-infuus. ‘Het is niks bijzonders meer om toegang tot kennis te hebben. Ik heb gestudeerd; maar mensen die niet hebben gestudeerd, kunnen dezelfde kennis googelen. Of ze die even goed begrijpen, is vraag twee. Maar waar in de decennia na de oorlog zelden publiekelijk aan de autoriteit van de wetenschap werd getwijfeld, is dat binnen één generatie totaal veranderd.’

De denker des Vaderlands zegt dat vooringenomenheid het zicht ontneemt op de werkelijkheid en geeft als voorbeeld de tweet destijds van Forum voor Democratie-leider Baudet over overlastgevende ‘Marokkanen’ in de trein, die later conducteurs bleken.

Baudet bood geen excuses aan en benadrukte dat de onderliggende boodschap over immigratie deugde. Anders gezegd: het had waar kúnnen zijn. ‘Dat is het tegenovergestelde van naar de werkelijkheid kijken,’ zegt Roovers. ‘Het is je eigen theorie vooraf laten gaan aan wat er gebeurt.’

Dat de waarheid of de autoriteit van de wetenschap wordt ondermijnd, is volgens Roovers een te oppervlakkige analyse. Wat er gebeurt, is dat mensen willen dat de wetenschap een instrument wordt voor hun eigen gelijk. Dat lijkt haar veel kwalijker. De vraag ‘hoe krijgen we de waarheid terug’ – lijkt vanuit filosofisch opzicht hopeloos, omdat het concept ‘waarheid’ spekglad is, zegt zij, en omdat de veronderstelde hoeders ervan, primair wetenschappers, onvermijdelijk beperkingen kennen. ‘Hannah Arendt zei dat uiteindelijk de wal het schip zal keren,’ zegt Roovers ten slotte.

Volgens haar is waarheid de belangrijkste stabiliserende factor in het menselijk bestaan. Uiteindelijk kunnen we niet zonder een gemeenschappelijk idee ervan.’

Zie: De waarheid is kwijt. Hoe vinden we haar terug?  (Vrij Nederland)

Beeld: Deze illustratie is een inkt-op-papier creatie van Khaled Al-Saai – een kunstenaar uit Syrië – als artistieke vorm van kalligrafie gemaakt in Parijs, 2002. Hij schreef er de titel onder: ‘Het Heil ligt in Waarheid’.

‘De filosofen blazen God nieuw leven in’

ongeneeslijkreligieus

‘God is dood? De filosofen lijken ‘M nieuw leven in te blazen…’ En een van hen is Gerko Tempelman van Ongeneeslijk religieus (nov. 2018), waarin de filosoof (en theoloog) verslag doet over hoe God verdween uit onze wereld – en zijn leven – en waarom steeds meer filosofen zeggen dat ‘ie terug is. Volgens Wouter Nieuwenhuizen, vriend van de Remonstrantse groep  ‘De Leven Utrecht’, lijken de filosofen ‘M nieuw leven in te blazen. ‘De Leven’ haalde 15 januari Tempelman in huis om zijn verhaal te horen over een verwarrende comeback van God in de hedendaagse filosofie.

De Leven is voor iedereen die iets met (de christelijke) religie heeft en daar graag over in gesprek gaat. Dat kunnen trouwe kerkgangers zijn, maar ook twijfelaars, randkerkelijken, agnosten, atheïsten, ketters en afvalligen. En iedereen die niet in een van die hokjes past. En zo ontmoet ik die avond, als ‘breed georiënteerde zinzoeker’, naast Nieuwenhuizen en Tempelman, ook een Bijbelvaste man voor wie de wereld pas zo’n 6000 jaar bestaat, een dogmavrij-gelovige, en een zoekende. De spreker is op dreef als hij zijn verhaal vertelt en met zo’n veertig mensen het gesprek aangaat, vragen stelt en luistert. Een filosoof die ongeneeslijk religieus ‘M nieuw leven inblaast? God verdween dan wel uit zijn leven, maar hij denkt niet dat hij echt weg is.

Volgens Blossom, dat de avond met De Leven organiseerde, zou je dit boek het eerste ‘radicale-theologieboek’ in het Nederlands taalgebied kunnen noemen, waarin de auteur vertelt over zijn eigen geloofsdeconstructie als kapstok over God na de dood van God.  Vooral in de laatste twee hoofdstukken gaat het over ‘radical theology’. Dat blijkt voor de theoloog en filosoof een ‘fascinerende denkstroom’, een vrij nieuwe, onvoltooide denkstroom, die een ‘zeer filosofische blik op het christendom’ biedt, ‘prikkelend, onorthodox, soms blasfemisch en opvallend theologisch’.

Hallo, ik ben Gerko en ik ben ongeneeslijk religieus,’ zo begint de auteur zijn boek. Hij lijkt het geloof van zijn jeugd maar niet te kunnen loslaten, ondanks dat zijn boek begint met de verklaring hoe God uit zijn leven verdween.

Daarom vroeg ik me af: heb je überhaupt een keuze als het over geloven gaat? Ik denk het niet. Waar je mee omgaat, daar word je mee besmet. Dat gold in ieder geval voor mij. Precies zo is het, denk ik, ook gegaan met het verdwijnen van God in het westerse denken. Is ongeloof daarmee onherroepelijk ons lot? Of is de rol van het christendom nog niet uitgespeeld?’ (Uit: Ongeneeslijk religieus)

Vervolgens vraagt Gerko zich af, in opeenvolgende hoofdstukken, wat we eigenlijk geloven, en vertelt hij hoe God uit onze wereld verdween. Maar ook waarom ‘christelijk atheïst’ Slavoj Žižek en ‘postmoderne pelgrim’ John Caputo zeggen dat God terug is. Deze filosofen filosoferen regelmatig over de uitspraak dat ‘we niet weten wat we geloven’. Žižek stelt zelfs dat mensen tegenwoordig meer dan vroeger blind zijn voor hun overtuigingen. Caputo ziet,  net als filosoof Jacques Derrida, een opleving van God.

Mijn eerste conclusie was deze: misschien is dat geloof gewoon onzin. Ik hield niet zoveel meer over. Mijn vroegere religieuze overtuigingen waren weg geanalyseerd. Kapot-gedeconstrueerd. En daar had het gemakkelijk kunnen eindigen. Maar dat gebeurde niet. Geheel conform Derrida’s filosofie.’ (Uit: Ongeneeslijk religieus)

Gerko’s boek vind ik erg oorspronkelijk in zijn opzet. Al lezend word je op een prettige manier meegenomen in zijn leven en denkwereld, en spreekt hij je rechtstreeks aan, zonder ook maar een moment belerend te zijn. In zijn boek vertrekt hij vanuit de filosofie, en speelt op heldere manier met argumenten, schemaatjes, en eenvoudige premissen en conclusies. Voorbeeldje: ‘1. Opgegroeid in een gereformeerde zuil. 2. Studeren in Amsterdam. 3. Dus: geloof verliezen.’ Ook zegt hij dat zijn boek ‘een beetje theologisch’ wordt, maar Gerko blijft goed te volgen.

Als ik vertel over m’n persoonlijke zoektocht in het christendom krijg ik vaak de vraag: ‘Gerko, je gelooft toch niet echt in God?’ (of in die andere variant: ‘maar Gerko, je gelooft toch wel in God?’). Eh tja, dat weet ik niet zo goed. Daar ben ik dus naar op zoek. Het is die zoektocht die je het beste meemaakt als je je normale standpunten en neigingen af en toe tussen haakjes kunt zetten.’ (Uit: Ongeneeslijk religieus)

Ook neemt Gerko je mee naar de ‘profeet van het modernisme’, Nietzsche. Die spreekt hem nogal aan, deze filosoof kom je vaak tegen in zijn boek. ‘Als zzp-filosoof sta ik regelmatig op allerlei plekken een verhaal over de filosoof Nietzsche te houden’, zegt hij. Hij deelt dan ook ‘De dolle mens’ uit aan zijn luisterend publiek. Voor hem betekent de uitspraak ‘God is dood’ in ieder geval dat God minder belangrijk is dan dat hij vroeger was. En God is niet dood zoals de meeste doden uit ver vervlogen tijden dood zijn: dood en vergeten.

God is dood – maar het wordt er niet eenvoudiger op, zegt ook Nietzsche. Als God dood is, dan gaan we daar de gevolgen van merken. Als God verdwijnt, verdwijnt de zin. Dan verdwijnt de reden, de bedoeling, en het antwoord op de echte waaromvraag. Ledige ruimte. Voortdurend nacht. Vallen.’ (Uit: Ongeneeslijk religieus)

Als je echt christen wilt zijn, vind Gerko, dan moet je door het verhaal van Nietzsche heen: de volledige beleving van de dood van God.

God is dood!’ zegt de postmoderne filosofie. Maar dat wil niet zeggen dat mensen niet in beweging komen van dat woord. Ook als God dood is, of als we vermoeden dat hij dood is, dan nog insisteert hij wel. Datgene wat verscholen zit achter het woord ‘God’, kan ons roepen. Kan ons doen verlangen. Kan ons in beweging zetten.’ (Uit: Ongeneeslijk religieus)

P.S. Voor de nerds onder ons heeft Gerko nog een apart hoofdstuk: Meer informatie (voor nerds), want elk boek moet in een elevator pitch kunnen worden samengevat. Daarin gaat het vooral over radical theology, de achtergrond bij de hoofdstukken 4 en 5, en Level-up geek stuff. – Ik raad lezers aan dat als eerste te lezen. Plus de Bibliografie, dan weet je welke boeken Gerko heeft gebruikt, met per titel het hoofdstuk waarin het boek genoemd wordt. – Veel inspirerend leesplezier gewenst! Echt een prettig leesbaar, toegankelijk, filosofisch/theologisch boek.

Remonstranten en filosofie? Zie: Filosofie

Ongeneeslijk religieus | Gerko Tempelman | Uitgever: KokBoekencentrum | 1e druk | 9789043529921 | november 2018 | Paperback | 176 pagina’s | € 17,99 | E-book € 9,99  | ‘In dit boek doe ik een uiterste poging om mezelf zo ver mogelijk op te rekken. Aan de ene kant trekt mijn christelijke opvoeding – aan de andere kant het postmoderne denken. Dit boek is een ultieme poging om te kijken hoe ver Nietzsche, atheïsme, postmodernisme en post-religiositeit enerzijds en het christelijk geloof anderzijds werkelijk uit elkaar liggen.’ (GT)