Koninkrijk van God is in u, maar niet in de NBV21

Op de vraag van de farizeeën wanneer het Koninkrijk van God zal komen, antwoordt Jezus volgens de Herziene Statenvertaling: ‘Het Koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze. En men zal niet zeggen: Zie hier of zie daar, want, zie, het Koninkrijk van God is binnen in u.’ Die uitspraak van Jezus is tegen het zere been van sommige theologen. Toch zegt Jezus ook in het Thomasevangelie dat het Koninkrijk van God binnen in jullie is. In de BasisBijbel staat ook: het Koninkrijk van God is binnenín jullie.’ Susan Smit en Jan Rot herinneren zich waarschijnlijk uit een van deze drie boeken hun citaat: ‘Het koninkrijk van God is in u’. Dat is dus geen spookcitaat, zoals vertaler Cor Hoogerwerf beweert.

Lucas 17 vers 20-21: ‘Toen de farizeeën Jezus vroegen wanneer het koninkrijk van God zou komen, antwoordde Hij hun: ‘De komst van het koninkrijk van God laat zich niet aanwijzen, en men kan niet zeggen: ‘Kijk, hier is het!’ of: ‘Daar is het!’ Maar weet wel: het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik.’
(NBV21)

Entos
Sommige theologen stellen dat het Griekse woord entos dat in sommige Bijbels vertaald wordt met ‘binnen uw bereik’, ook vertaald kan worden als ‘binnen in u’. Wie er dan beslist tot ‘binnen uw bereik’ in plaats van ‘binnen in u’ blijkt helaas afhankelijk van de toevallige theologen en de tijdgeest. Totaal twaalfduizend correcties en wijzigingen zijn er in de NBV21 te vinden. Sommige commentaren spreken van een vertaling die ‘prekerig, platgeslagen, niet meer poëtisch, en zielloos’ is.

Ziel
Het tienkoppig team van vertalers lijkt de ziel niet echt aantrekkelijk meer te vinden. Die lijkt wel weggerationaliseerd door de brede (wetenschappelijke) basis voor vertaalkeuzes. Ettelijke malen is de Bijbel vertaald en telkens worden er wijzigingen aangebracht.
Voortschrijdend inzicht kan er wellicht ooit toe leiden dat over zeventien jaar de ‘NBV38’ weer zal spreken van het Koninkrijk van God dat in u is. Nieuwe inzichten zijn immers binnen het bereik van de mens gekomen via onder meer de Nag Hammadi-geschriften. Luther schreef trouwens ook al: ‘Das reich Gottes ist inwendig in euch’ (in de oorspronkelijke Luther-vertaling).

Nag Hammadi
In Het Evangelie van Thomas, dat opdook in 1945 in de Nag Hammadi-geschriften, is de rol die aan Jezus wordt toegekend geheel anders dan die van de kerkelijke overlevering. Onder wetenschappers bestaat volgens cultuurfilosoof Bram Moerland de heersende opvatting dat Thomas een onafhankelijke tekst is, en dus niet achteraf uit de nieuwtestamentische evangeliën is samengevat.

Logion 3: ‘Jezus heeft gezegd: Indien zij die u leiden u zeggen: ziet, het Rijk is in de hemel, dan zullen de vogels van de hemel u vóór zijn; indien zij u zeggen: ziet, het is in de zee, dan zullen de vissen u vóór zijn. Maar het Rijk, het is het binnenste en het is het buitenste van u. Wanneer gij uzelf zult kennen dan zult gij gekend zijn en zult gij weten dat gijzelf de zonen van de levende Vader zijt. Maar indien gij uzelf niet kent, dan zijt gij in armoede en gijzelf zijt armoede.’
(Uit: Het evangelie van Thomas)

Jezus-woorden
De ‘oer-Thomas’, aldus Moerland, zou zijn opgetekend zo’n tien jaar na de dood van Jezus. Het zijn de geheime woorden die Jezus de Levende gesproken heeft, opgeschreven door Didymus Judas Thomas. Deze gegroepeerde ‘Jezus-woorden’ behoren volgens cultuurhistoricus Jacob Slavenburg tot de oudste tradities van het christendom.

Zielloos
In de oude Bijbel kan je lezen: ‘Wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won maar schade leed aan zijn ziel?’ Echter in de NBV21 staat nogal prozaïsch: ‘Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als dat ten koste gaat van zijn leven?’ Martine Oldhoff, die onlangs cum laude promoveerde op een zoektocht naar de ziel, vindt dat terecht wat platgeslagen, zielloos. Ook in de ‘Bijbel in gewone taal’ komt de ziel in de Psalmen nauwelijks meer voor, zegt Oldhoff. ‘Dat is wel een gemis, hoor.’

De vertalers van de NBV21 houden duidelijk niet van poëzie. In het Nederlands Dagblad zegt theoloog en schrijver Ad van Nieuwpoort dat zij te veel willen uitleggen. Volgens het bijbelblog van de PThU waren de vertalers bang dat vleugel begrepen zou worden als piano(!):

Zo zegt Boaz in Ruth 2 vers 12 dat zij onder Gods vleugels is komen schuilen. Verderop, in hoofdstuk 3 vers 9, staat er nu: ‘laat mij bij u schuilen’, want de vertalers vinden het te moeilijk als Ruth zegt ’Spreid uw vleugel over mij uit’. Dat vind ik echt onbegrijpelijk. Datzelfde woord ‘vleugel’ stáát er in het Hebreeuws gewoon. Dat is poëzie! In het dagelijks leven gebruikt iedereen zulke metaforen. Nee, ook deze editie is een prekerige vertaling. Dat vind ik niet wenselijk.’
(Ad van Nieuwpoort)

Beeld: Francisco de Zurbarán – Agnus Dei, 1640, olieverf – Cover NBV21 (detail)

Cartoon: (Deel uit strip Anton Dingeman van Pieter Geenen, Trouw – 23 november 2021)

Thomasevangelie toont authentieke Jezus

andreasenthomasbernini

‘Het Thomasevangelie is niet alleen maar een verzameling losse uitspraken. Het blijkt een zorgvuldig opgebouwd handboek voor spirituele groei’. Filosoof Bram Moerland zegt dit duidelijk te willen maken in zijn boek Het Evangelie van Thomas. TV-presentatrice en documentairemaakster Annemiek Schrijver zegt in het voorwoord dat dit boek voor haar door zijn precisie, z’n sobere vorm en oneindig rijke inhoud een handboek voor het leven is, een gids voor Eerste Hulp bij Reflectie:

Het boek dat nu voor u ligt bevat alle korte en krachtige uitspraken van Het Evangelie van Thomas zoals het is gevonden in Nag Hammadi. Het zijn uitspraken van Jezus. En Moerland heeft deze uitspraken van commentaar voorzien. (…) De toon is net als in Thomas zelf, niet belerend en prekend, maar liefdevol en uitnodigend. En ik voel me daarbij thuis. Alsof mijn ziel welkom wordt geheten.’ 

Moerland vertelt dat het Thomasevangelie oorspronkelijk alleen maar van horen zeggen bekend was. Het ‘gesteggel’ hierover door de kerkvaders uit de eerste eeuwen bleek bewaard te zijn.

De tekst zelf was al kopje onder gegaan in de vroege strijd om de christelijke waarheid in de eerste eeuwen na Jezus, en, naar het leek, voorgoed verdwenen in die aloude strijd.’

Maar Het Evangelie van Thomas dook in 1945 op in de Nag Hammadi-geschriften. Het bestond dus echt. De strijd over de datering ervan dook eveneens op.  De betekenis van deze tekst voor de wordingsgeschiedenis van het christendom, en zelfs voor het christelijke geloof zoals dat ook nu nog beleden wordt, is belangrijk – en boeiend! – genoeg om kennis van te nemen.

De rol die in Thomas aan Jezus wordt toegekend is namelijk geheel anders dan die van de kerkelijke overlevering.’

Volgens Moerland wordt de opvatting dat Thomas een onafhankelijke traditie uit de begintijd van het christendom vertegenwoordigt steeds vaker als geldig erkend. Het staat volgens hem geheel los van de Nieuwtestamentische evangeliën. Onder wetenschappers bestaat de heersende opvatting dat Thomas een onafhankelijke tekst is, en dus niet achteraf uit de nieuwtestamentische evangeliën is samengevat. De ‘oer-Thomas’, aldus Moerland, zou zijn opgetekend zo’n tien jaar na de dood van Jezus.

Het is zelfs aannemelijk dat Thomas Jezus werkelijk heeft gekend en ook een van zijn volgelingen was.’

Dat de enige zaligmakende waarheid alleen maar te lezen zou zijn in het Nieuwe Testament… in die geloofszekerheid is volgens Moerland door de vondst van Thomas onmiskenbaar een flinke deuk geslagen.

Er is nu, met Thomas, in elk geval een andere zienswijze overgeleverd dan die van de kerken.’

Tot Moerlands grote verrassing ontdekte hij bij de bestudering van het Thomasevangelie dat de volgorde van de teksten een zorgvuldige didactische opbouw vertoont.

Ze vertonen als geheel een opmerkelijke spirituele samenhang. En die samenhang bleek veel groter dan ik aanvankelijk al had verwacht.’

De filosoof maakt er een spannend boek van, nieuwsgierig als je wordt als hij zich afvraagt of de belangrijkste vraag een antwoord krijgt: wie is Jezus? Daarover gaat het al gelijk in het hoofdstuk De ongelovige Thomas?

Wie is de Jezus van het Thomasevangelie in vergelijking met het Nieuwe Testament? ‘Verrassend genoeg geeft het Evangelie van Johannes daarop een helder antwoord.’

Dit alleen al en het voorwoord van Annemiek Schrijver plus de intro Het belang van Thomas door Moerland maakt van het boek een pageturner, vooral ook door de consequent heldere commentaren op de 114 soms niet (onmiddellijk) te begrijpen uitspraken (logions) van Jezus. Wat dat betreft klopt het als Schrijver spreekt van de ‘precisie’ waarmee Moerland schrijft.


Logion 25: Met naastenliefde de weg op

‘Jezus zei: Heb je broeder lief als je ziel, behoed hem als je oogappel.’

Commentaar van  Bram Moerland:
‘Wat een mooi beeld is dat: ‘behoed je broeder als je oogappel’. Je oog is heel gevoelig voor aanraking. Het is misschien wel je meest kwetsbare lichaamsdeel. Wees dus even gevoelig voor je naaste als je zelf bent voor je eigen oogappel.
Dit logion is een commentaar op een tekst uit het Oude Testament. In Spreuken 7:1 staat: ‘Koester mijn lessen als je oogappel’. Het verschil met dit logion is groot en wezenlijk.

In het Oude Testament moet de leer gekoesterd worden. Maar in Thomas is het je broeder die behoed dient te worden. De mens gaat boven de leer. Zoek de antwoorden op je levensvragen niet in het verhevene, maar in de eenvoudige, alledaagse praktijk. De praktijk van het leven is de weg, niet de leerschool. Een leerschool kan nooit meer zijn dan een voorbereiding, een vingerwijzing. En de vinger die wijst naar de maan is niet de maan.

Maar, je naaste liefhebben, is dat wel zo makkelijk?’


Het Evangelie van Thomas – het weten van een ongelovige | Bram Moerland | ISBN: 9789020210774 | Pagina’s: 196 | 21-05-2014 | € 21,00 | E-book € 9,99 | Uitgeverij AnkhHermes

Update: 24 november 2021

Beeld: Andreas en Thomas (schilderij van Gian Lorenzo Bernini) – thomasevangelie.nl

Het Thomasevangelie, ketterij of inzicht?

El_Evangelio_de_Tom.s.Gospel_of_Thomas._Codex_II_Manuscritos_de_Nag_Hammadi.The_Nag_Hammadi_manuscripts

Het Thomasevangelie, een gnostische tekst uit de begintijd van het christendom en in 1945 in Nag Hammadi (Egypte) teruggevonden, bestaat uit 114 logia (uitspraken) – ook wel leerstellingen of wijsheidsspreuken genoemd – van Jezus zelf. Dus niet over Jezus. Het zijn de geheime woorden die de levende Jezus sprak en die Didymus Judas Thomas, een van de twaalf apostelen van Jezus, opschreef. Jezus zegt hierin dat ‘wie het Al denkt te kennen, maar niet zichzelf, volkomen in gebreke blijft’: ook wel de kerntekst van het Thomasevangelie genoemd.

Frappant, daar je dit gedachtegoed al tegenkomt bij de (gnostische) geschriften van Hermes Trismegistos, een ‘hoogstwaarschijnlijk mythische gestalte uit het oude Egypte, min of meer gelijk gesteld met de Egyptische god Toth’, ook wel de vader van de gnosis genoemd. Van hem is de uitspraak: ‘Wie zichzelf kent, kent het Al’. (1)

Gnostisch geschrift
Volgens de in 2006 overleden prof. dr. Gilles Quispel, hoogleraar geschiedenis van het vroege christendom, is de oudste laag van het Thomasevangelie geschreven rond het jaar 40 in Jeruzalem. Een tweede laag zou ontstaan zijn rond het jaar 100 in Alexandrië. Rond het jaar 140 zouden, waarschijnlijk in Edessa (vroeger Turkije, nu Rusland), die twee lagen samengevoegd zijn in een eindredactie, ongeveer in de vorm zoals die teruggevonden is bij Nag Hammadi. Nieuwtestamenticus Riemer Roukema stelt echter dat het Thomasevangelie ‘ergens in de tweede eeuw’ is ontstaan. Quispel en veel Amerikaanse wetenschappers houden daarentegen de ontstaansdatum ervan op het midden van de eerste eeuw. (2)

In de Nag Hammadi geschriften I  (3) wordt verwezen naar Helmut Koester van de Harvard Divinity School (VS), die het Thomasevangelie als een onafhankelijke bron van Jezus-woorden ziet die nog ouder is dan Q, een bron, waaruit de schrijvers van de evangeliën volgens Mattheüs en Lucas beiden zouden hebben geput. Hij dateert het evangelie een kleine twintig jaar na de kruisiging van Jezus. (4)

Van het Thomasevangelie, dat een van de vroege gnostische geschriften wordt genoemd, wordt dus gezegd dat het de werkelijke woorden van Jezus zouden zijn. Bijzonder omdat die woorden kort na de dood van Jezus op schrift moeten zijn gesteld. (5) Volgens cultuurhistoricus Jacob Slavenburg en neerlandicus Willem Glaudemans is het zeker dat er direct na de dood van Jezus al mondelinge ‘spreuken-verzamelingen’ circuleerden, iets dat geenszins ongewoon was in de rijke orale traditie van de oude wereld. Later zijn deze verzamelingen opgeschreven. (6)

Er ligt dus een link met de gnostiek, een vroegchristelijke stroming uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. En daarmee komen we direct op een strijdtoneel terecht, want al in de tweede eeuw werd de gnostiek fel bestreden en als ketterij veroordeeld. De geloofsbelijdenis die tijdens het Concilie van Nicea aanvaard werd, verwierp de gnostische leringen. Volgens de Tilburg School of Catholic Theology vormde het gnosticisme een van de omvangrijkste dwalingen waarmee het jonge christendom zich geconfronteerd zag. (7)

Ketters geschrift
Roukema wijst een gnostische Jezus nadrukkelijk af. Hij stelt vraagtekens bij de gedachte dat in het Thomasevangelie de ware Jezus naar voren treedt. Ook heeft hij zijn twijfels of het Thomasevangelie ouder en daardoor origineler is dan de Bijbelse evangeliën. Volgens hem is dat niet te bewijzen. Wel vindt Roukema het historisch-wetenschappelijk interessant, maar houdt hij afstand van de oude gnostiek. Hij vindt de geheimzinnige gnostiek-Jezus onhistorisch. (8)

Christen Martie Dieperink noemt gnostiek in diepste wezen rebellie tegen God, de Schepper van hemel en aarde. Volgens Dieperink bevatten niet de gnostische geschriften, maar de Bijbel zoals wij die kennen, de boodschap van het oorspronkelijke christendom. Zij schreef het boek Op zoek naar het oorspronkelijke christendom, Feit en fictie in De Da Vinci Code en de moderne gnostiek ‘om religieuze zoekers de waarheid te laten ontdekken, en om christenen te helpen inzicht te krijgen in de gnostische denkwereld en te wapenen tegen misleiding’. (9)

Waardevol geschrift
Wat is dan de waarde van het Thomasevangelie? Het zou immers ketterij zijn? We zouden kunnen zeggen dat in deze tijd de gnostiek nog steeds verketterd wordt door het christendom, de Kerk. Het streven naar kennis, in eerste instantie naar zelfkennis, zoals Jezus dat volgens het Thomasevangelie daadwerkelijk heeft gepredikt, zegt Slavenburg, vormde voor de kerk een bedreiging. ‘Het zette de mens aan tot het dragen van eigen verantwoordelijkheid en leidde uiteindelijk tot een hoge mate van individualisme en dus ook tot een zich onttrekken aan gezag en autoriteit van buitenaf’. (10)

Feit is dat het Thomasevangelie bestaat, en dat het enorm populair is. Volgens Jacob Slavenburg en John van Schaik (middeleeuwse mystiek en gnostiek) presenteert Jezus zich hierin als een gnostisch ingewijde, zelfs dé gnostische ingewijde. Het is wel opvallend dat gnosis het bekendst geworden is in het christendom. En dat progressieve wetenschappers het materiaal gebruiken om meer inzicht te krijgen in de geschiedenis van het vroege christendom.

Een toenemend aantal nieuwtestamentici stemmen in met Quispel. Volgens journalist Cokky van Limpt is de overgrote meerderheid van onderzoekers die het Evangelie van Thomas serieus hebben bestudeerd er vast van overtuigd dat het een onafhankelijke traditie van woorden bevat, die Jezus eens sprak. Zij noemt gnosis de niet-verstandelijke, intuïtieve kennis omtrent mens, kosmos en het goddelijke, en niet gebonden aan één levensbeschouwing of religie. Wel leidde intensief onderzoek eind jaren vijftig al naar de conclusie dat het Thomasevangelie afkomstig moest zijn uit een onafhankelijke, joods-christelijke traditie. (11)

Wellicht komen we nooit achter het werkelijke verhaal over het Thomasevangelie. De waarheid over dit evangelie, ketterij of inzicht, ligt vermoedelijk ergens in het midden. We kunnen beter naar de bijzondere waarde ervan kijken, die volgens Slavenburg en Glaudemans ligt in het feit dat het een rijke bron van inspiratie is voor christelijke en niet-christelijke mensen. Zij zeggen dat juist het ontbreken van iedere vorm van theologie en de pure onopgesmuktheid de uitspraken tot juwelen maken. ‘Je bekijkt ze, je legt ze weg, je pakt ze weer op; en telkens zie je een andere, nog diepere betekenis, een schittering die je voorheen niet opviel’. (12)

(1) De Hermetische Schakel, Jacob Slavenburg, blz. 17, 121
(2) Westerse esoterie en oosterse wijsheid, Jacob Slavenburg, John van Schaik, blz. 185
(3) Nag Hammadi geschriften I, J. Slavenburg, W. G. Glaudemans, vijfde druk, 2000, blz. 129
(4) Q is een veronderstelde gemeenschappelijke bron, waaruit Mattheüs en Lucas zouden hebben geput. Er bestaat een vertaling van de gereconstrueerde tekst van Q: Het verloren evangelie, door de Amerikaanse theoloog Marcus Borg, uitgeverij Meinema, 1997.
(5) Christus zonder kruis, Hendrik Spiering, NRC, 2005
(6) Nag Hammadi geschriften I, blz. 129
(7) De gnostiek in de oudheid, Laela Zwollo, Tilburg University, Lucepedia
(8) Thomasevangelie / ‘Geheimzinnige gnostiek-Jezus is onhistorisch’, Cokky van Limpt, Trouw, 2006
(9) De verraderlijke zuigkracht van de gnostiek, Gert-Jan Schaap, EO-Visie
(10) De Jezus uit Thomas’ evangelie is geen ‘bleke halfgod’, Geert J. Peelen, de Volkskrant, 1995
(11) Gilles Quispel: het Thomasevangelie geeft een ander beeld van de historische Jezus, Cokky van Limpt, Trouw, 2006
(12) Nag Hammadi geschriften I, blz. 134

Beeld: Evangelie van Thomas en het geheime boek van Johannes (Apocryphon van John), Codex II The Nag Hammadi manuscripten. Vroegchristelijke gnostische tekst. (Wikimedia Commons)

Zie: Tekst Thomasevangelie

Van kerkelijk naar spiritueel christendom (2)

Christelijkspiritueelcentrum

‘Op het dieptepunt van de geschiedenis werden ons de geschriften teruggegeven die ons een nieuw zicht geven op onze eigen christelijke traditie, en die wij ook nog eens bitterhard nodig blijken te hebben als een geestelijk baken en houvast om de weg vanuit het diepste donker naar het licht van een nieuwe tijd te vinden.’ Theoloog Hans Stolp heeft het hier over de Nag Hammadi-geschriften die in 1945 destijds in het zand bij de Nijl in Egypte in een aardewerken kruik gevonden. 52 Geschriften, allemaal van het spirituele christendom, die al eeuwenlang verdwenen waren.

We zien in onze tijd dat het kerkelijke christendom begint te sterven. Het instituut kerk blijkt niet wérkelijk meer in staat mensen te inspireren. Maar juist nu worden ons die oude spirituele geschriften in handen gegeven, waarin we inzichten vinden waarmee zoveel mensen in onze tijd wél iets kunnen en waarin zij een nieuwe inspiratie vinden.’

Maar die visie valt niet overal in goede aarde. De Tilburg School of Catholic Theology stelt dat ‘indien het esoterisch christendom een brugfunctie heeft, het vermoeden is dat het een brug met eenrichtingsverkeer is, namelijk de kerk uit’. ‘Esoterie is voor sommige gelovigen die de kritische zin missen,’ vindt RKDocumenten. ‘Sinds de 19de eeuw is esoterie de gebruikelijke verzamelnaam voor het spirituele leren en praktijken waarin de mens zogenaamd tot een kennis wordt gebracht die altijd al in hem of haar aanwezig zou zijn geweest.’ Is het esoterisch christendom dan niet verenigbaar met het christelijke geloof? ‘Nee,’ zegt de Jongerencatechismus van de Katholieke Kerk.

Geen verstandig mens hoeft dit wereldbeeld te delen, waarin het wemelt van de geesten, kobolden en (esoterische) engelen, waarin in tovenarij wordt geloofd en waarin ‘ingewijden’ over geheime kennis beschikken die aan het ‘domme volk’ onthouden wordt.’

Maar zonder esoterie was wetenschap niet gaan bloeien,’ beweert Kocku von Stuckrad, decaan van de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Esoterie begon al bij Plato’.

Er was, anders dan in de kerk, ruimte voor onafhankelijk denken. Zo kon Newton, die ook alchemistische werken schreef, tot zijn baanbrekende theorie van de zwaartekracht komen.’

Deze redenering wekt echter de ergernis van wiskundige Jan Willem Nienhuys, die de stelling bestrijdt dat natuurwetenschappers de esoterie dank verschuldigd zijn: ‘Als je lang genoeg doorgraaft kom je bij Adam en Eva uit. Moeten we die dan dankbaar zijn voor de ontdekking van DNA?’ Volgens classicus Anton van Hooff definieert Von Stuckrad wetenschap niet juist: esoterie is volgens Van Hooff de zoektocht naar absolute kennis, maar wetenschap een discussie zonder einde.

Volgens Von Stuckrad – die eerder stelde dat het heidendom uitgevonden is door het christendom: eerst waren het nog gewoon andere, maar gelijkwaardige religies – was en is de esoterie echter nog steeds de zoektocht naar het Zijn en heeft in een later stadium als onderdeel daarvan de wetenschap opgeleverd:

Wetenschap is dus een uitvloeisel van de esoterie. Dat is nuttig gebleken. Want dankzij de wetenschap komen we er nu achter dat in het universum alles met alles samenhangt en niets zeker is. Oftewel dat het magisch is. Hetgeen betekent dat de wetenschap eigenlijk uitgezocht is en derhalve de waarheden ervan niet langer de primaire bron van zelfsturing en daarmee tevens van besturing zijn.’

Stolps esoterische visie strookt volgens bisschop Jan Liesen niet met de rooms-katholieke geloofsleer. De prelaat vindt het bezwaarlijk dat Stolp ook persoonlijk het ‘esoterisch christendom belijdt’. Zo’n zes maanden geleden nog verbood hij een lezing van Stolp in de Franciscuskerk in Breda. ‘Ketters’ worden kennelijk nog steeds bestreden.

FeddemaAntropoloog en historicus Hans Feddema (foto: Twitter) stelde op 5 november – in zijn artikel Levenskunst met accent op onze innerlijke reis – bij Zinweb dat spiritualiteit de kern van ons bestaan raakt en ze gericht is op verbinding met het goddelijke, en op het beleven en toepassen van die relatie. Met als vier vruchten: innerlijke transformatie, zelfacceptatie, heel-wording en bewustzijnsverruiming.

De kerk leerde ons eeuwenlang dat we om in de hemel te komen in ‘verlossing’ moesten geloven door het ‘reinigende bloed’ van Jezus aan het kruis. Het maakte mede dat in het christendom onze innerlijke reis in het leven een stiefkind werd. En dus ook het werken aan innerlijke transformatie, zelfacceptatie, (zelf)heling, compassie en bewustzijnsverruiming. Waarom zou je in die zin aan jezelf werken, als het ‘bloed van Jezus’ de oplossing is?’

Naast het emotionele bestaansniveau, dat recent gelukkig wel iets meer aandacht krijgt, was ook het spirituele bestaansniveau lang stiefkind, aldus Feddema: helaas ook in de kerk, reden dat deze zich thans in een identiteitscrisis bevindt.

Een kerk die te weinig stil staat bij deze impasse, elke hervorming afwijst, ja ook in haar functioneren geen of weinig aandacht besteedt aan de innerlijke reis van de mens, dit niet (weer) tot haar hoofdaccent maakt, zal in de huidige tijd niet lang nog kunnen overleven.’

Feddema geeft als een van de vele voorbeelden dat als mensen samen mediteren of yoga doen, dat dit uitstraling heeft naar anderen.

Het genoemde doorbrekende nieuwe religieuze paradigma zal er wel bij varen, indien ze de verhalen van Jezus (‘het Koninkrijk van God zit in jullie’), Parcival, Odysseus en andere ‘helden’, de innerlijke reis expliciet een plaats geeft in haar religiositeit.’   

Gerelateerd: Van kerkelijk naar spiritueel christendom  (1)

Beeld: Centrum voor christelijke spiritualiteit – ‘Het centrum is een plek waar ik word opgebouwd en gemotiveerd om meer te leven in de rust. Ik zoek het regelmatig op, zodat ik ook thuis weer meer tijd aan mezelf ga besteden. En de diepte in ga met mijn relatie met God.’ (Inge)