Doctrinevrij denken & geloven in 2024

Geloven en denken voor beginners – Zingeving als tegengeluid van ‘X-gekwetter in een Insta-tijd’. Luchtig raakt NRC-journalist Gijsbert van Es metafysica aan, transcendentie en immanentie, zelfs Spinoza en Einstein, en natuurwetenschappers als de ‘theologen van deze tijd’, en eveneens de ‘Natuur die Goddelijk’ is. – God is in de hemel en hier op aarde leeft Hij niet, zegt Van Es, een probleem waarvan de oplossing voor het grijpen ligt: ‘Mensen zijn kinderen van God. Maar welke God?’

‘De Natuur is Goddelijk. En mensen? Nietig klein en kwetsbaar zijn allen,
als een pasgeboren baby’

(Gijsbert van Es)

Blogs, kranten, TV-programma’s, podcasts en ook ‘X- en Facebookgekwetter’ te over rondom zingeving, niet in de laatste plaats in Van Es’ eigen NRC. Daar kan je je zelfs abonneren via ‘Mijn nieuws’ op ‘Religie’. (Op ‘Filosofie’ (nog) niet(!).)

Mensen zijn te klein, vindt de journalist, en vooral: te kleingeestig, en geestelijk afgestompt. Waarschijnlijk daarom zijn dringende overpeinzingen? Grootgeestig worden en geestelijk aanscherpen zal de opzet zijn van de 6 Overpeinzingen. Daar ga ik dieper op in met inzichten die gelukkigerwijs al meer en meer verspreid worden, zelfs via ‘X- en Facebookgekwetter’. 🌟

Wij praten alleen tegen onszelf. We praten niet tegen de rivieren, we luisteren niet naar de wind en de sterren. Dit grote gesprek hebben we afgekapt. Daardoor hebben we [ons eigen] universum verbrijzeld. Alle rampen die nu over ons komen, zijn een gevolg van deze geestelijke afstomping.’
(Amerikaans theoloog en cultuurhistoricus Thomas Berry, geciteerd door Van Es)


Zie niet slechts die ene ster, zie ze allemaal 

1. Durf te geloven
De bovennatuur’ is dat: metafysica, zegt Van Es. – Bladerend door mijn blogs kom ik neuropsycholoog Sarah Durston tegen. Zij zegt hierover dat we vanuit het materialistische denken heel veel dingen [‘bovennatuur’] hebben geparkeerd als onmogelijk en onwetenschappelijk. Die zijn daardoor taboe geworden.

Dat heeft allemaal te maken met de metafysica die we hanteren. Als je ervan uitgaat dat we allemaal in een groter bewustzijnsveld met elkaar verbonden zijn, dan zijn zaken als synchroniciteit maar ook telepathie niet raar en ook niet paranormaal, ze passen dan heel goed binnen de normale werkelijkheid.’
‘Ze [gebeurtenissen en toevalligheden] zijn onderdeel van onze dagelijkse werkelijkheid. Binnen een andere, niet-materialistische metafysica zijn die dingen gewoon mogelijk. Ik denk dus dat wat we als wetenschappelijk beschouwen, moeten oprekken.’
🌟
(Sarah Durston, in: ‘Ons wereldbeeld is toe aan een drastische herziening’)


Ons wereldbeeld

2. Durf je te uiten over je geloof
De journalist haalt Martin Heidegger aan: ‘Durf te leven!’ En dat doe je ‘zonder angst voor eenzaamheid, tegenslag, ziekte en per slot de dood’. (…) ‘Door een onderzoekend leven te leiden en vragen over zingeving niet uit de weg te gaan’.
– Inderdaad, volgens Heidegger kom je, vooral door de confrontatie met onze sterfelijkheid, dichter bij ‘de zin van het zijn’, dichter bij de betekenis van het bestaan.

Heidegger roept zelfs op om voortdurend te leven met het einde voor ogen: Sein zum Tode. Dit lijkt een vrijwel onmogelijke opgave. Juist uit angst onze eigen dood te ontmoeten, willen we liever het leven door onze aderen voelen stromen en ervan genieten. We moeten van de filosoof wel voorkomen af te glijden naar ‘vrijblijvend’ leven: beter zou het zijn ons ‘onverwisselbaar leven’ te verwerkelijken. De dood roept ons op tot bezinning. Heidegger: ‘Hij [de dood] openbaart de onherroepelijkheid van onze beslissingen en roept ons tot het eigenlijke en eigen leven in vrijheid en zelfverantwoordelijkheid.’
🌟
(Uit: ‘Is er leven vóór de dood? Dát is de kwestie!’)


Is er leven vóór de dood? Dát is de kwestie!

3. Durf moeilijke woorden te gebruiken
Z
oals ‘transcendent’ en ‘immanent’, die volgens van Es staan voor totaal verschillende perspectieven in geloofsbeleving: ‘De eeuwige vraag hier is: wáár huist nu toch die goddelijke kracht? Staat die – transcendent – buiten deze aarde, en zelfs buiten het heelal? Of is die – immanent – vindbaar en voelbaar in alles wat ons vormt en omringt?’

De Duitse liberale theoloog Jörg Lauster betoogt in het boek Levensduiding in het licht van transcendentie dat een ervaring van transcendentie licht werpt op het bestaan, en dat religie in staat stelt om bij te dragen aan de duiding van het leven. Transcendentie staat voor ‘God’, of het ‘heilige’, soms ook voor ‘het andere’ of ‘iets dat in de mist van een weinig verplichtende vaagheid blijft hangen’. Voor hem is de ervaring van transcendentie het centrale element van religie, en niet slechts ‘het vreemde’ en ‘andere’. Hij noemt het ‘datgene wat ons draagt en vervult’.
🌟
(Uit: Transcendentie is datgene wat ons draagt en vervult)


The Cloud of Unknowing (detail)

4. Probeer Spinoza te begrijpen
V
oor een beginnend gelovige, stelt de journalist, laat de immanente God zich eerder bevatten dan de transcendente. ‘Hierbij helpt een stelling van de filosoof Spinoza (1632-1677). Verbluffend eenvoudig en diepzinnig tegelijk formuleerde hij deze stelling: ‘Deus sive natura.’ Vertaald: ‘God is gelijk aan de Natuur.’ Van Es: ‘Interpreteer het woord ‘Natuur’ hier niet smal, als flora en fauna, maar juist breed, als de Natuur die alomvattend is: van de oneindige kosmos tot en met de diepst verborgen kwantumdeeltjes, en alles wat daar tussenin gloeit en broeit’.

En Einstein las zo’n 300 jaar later Spinoza en kon zich in zijn God vinden, laat de journalist weten en beveelt aan Einsteins inzicht niet weg te poetsen: ‘Ik geloof in de God van Spinoza, die zichzelf openbaart in wetmatige harmonie, en niet in een God die zich bemoeit met het lot en de handelingen van mensen.’

Einstein vond inderdaad dat de hele kosmos zich openbaart in zulk een ordelijke harmonie, en wel zó dat hij dat met zijn beperkte kennis – zoals hij zelf zei(!) – amper kon bevatten: “Toch zijn er mensen die beweren dat er geen God is. Ik word echt boos dat ze mij aanhalen als verdediger van hun standpunt. Ik ben geen atheïst.” Mensen die de Schepper afwezen noemde hij ‘fanatieke atheïsten’.

De religie van de toekomst zal een kosmische religie zijn. Het zou een persoonlijke God moeten transcenderen, en dogma en theologie vermijden. Zowel het natuurlijke als het spirituele betreffende, zou het gebaseerd moeten zijn op een religieuze intuïtie, afkomstig van de ervaring van alle natuurlijke en spirituele dingen als een betekenisvolle eenheid. Het boeddhisme beantwoordt deze beschrijving. Als er een religie is die om zou kunnen gaan met de moderne wetenschappelijke behoeften, zou dat het boeddhisme zijn.’
🌟
(Einstein in: ‘Atheïsme was goed genoeg voor deze idioten’)


Albert Einstein

5. Maak kennis met natuurwetenschappers, als de theologen van deze tijd
Spinoza en Einstein doorzagen, zegt Van Es, al wat grote geleerden nu ontdekken: exacte wetenschappen leiden, via fundamentele kennis, tot nóg dieper inzicht. ‘Zoals het besef dat de letterlijk onbegrensde ruimte en eindeloze tijd zich niet laten vangen in lichtjaren en nanometers’.
Hij verwijst naar de Britse fysicus Julian Barbour die zei: ‘Ik interpreteer mijn theorie (..) in de betekenis die de oosterse mystiek eraan geeft: dat je oplost in het geheel der dingen, dat je deel uitmaakt van de kosmos, en daar leg ik me bij neer. Maar voor veel [mensen] is hun ego te belangrijk om op te geven. Het is een psychologische kwestie.’

IKosmologische wetenschap en godsgeloof gaat emeritus-hoogleraar Russisch Christendom Wil van den Bercken concreet in op de vraag of heelalwetenschap en godsgeloof samen kunnen gaan. Hij beargumenteert dat dit mogelijk is zonder dat de twee zaken in elkaars vaarwater komen. Geloof en wetenschap zijn gescheiden maar zijn wereldbeschouwelijk niet incompatibel met elkaar. Ook enkele Nederlandse kosmologen komen aan het woord met een respectievelijk atheïstisch, gelovig en agnostisch standpunt.

Wetenschap is niet enkel verenigbaar met spiritualiteit, het is een diepe bron van spiritualiteit. Als wij onze plaats erkennen in de immensiteit van lichtjaren en in het verloop van de aeonen, als wij de complexiteit, schoonheid en subtiliteit van het leven beseffen, dan is dat zweverige gevoel, die gecombineerde ervaring van vervoering en nederigheid, beslist spiritueel.

Een religie, oud of nieuw, die de pracht van het universum benadrukt, zoals geopenbaard door de moderne wetenschap, zou een potentieel aan verering en ontzag kunnen opwekken die conventionele geloven nauwelijks kunnen oproepen.’
🌟
(Carl Sagan in: Uit sterrenstof gemaakt, in hoofdstuk Kosmologisch bewustzijn – in: Heelalwetenschap en godsgeloof)


Stervorming

6 Durf klein en kwetsbaar te zijn
H
et lijkt eenvoudig: geloven in één levende God ‘die in de hemelen zijt’, maar hier op aarde leeft godsdienstige eenheid niet, overpeinst Van Es tot slot. ‘Het is een probleem waarvan de oplossing voor het grijpen ligt. ‘God is gelijk aan de Natuur.’ Natuurlijk zijn mensen ‘kinderen van God’. Maar welke God?’

En mooi besluit Van Es: ‘Zie daarom, midden in de winternacht, als de hemel opengaat, niet slechts die ene ster, die daagt in het oosten. Zie ze allemaal! De Natuur is Goddelijk. En mensen? Nietig klein en kwetsbaar zijn allen, als een pasgeboren baby’.

Kinderen zijn klein en kwetsbaar. Kinderen, zo denken bijvoorbeeld wetenschappers als Richard Dawkins, zouden daardoor religieuze denkbeelden bijna letterlijk met de paplepel ingegoten krijgen en op die manier geïndoctrineerd worden door hun gelovige ouders. Echter, recent onderzoek in de ontwikkelingspsychologie toont aan dat het indoctrinatiemodel fundamenteel onjuist is.

Zo blijken jonge kinderen geneigd om te redeneren in termen van intelligent design. Ze verkiezen een doelgerichte verklaring –zoals: de wolk is gemaakt om te regenen – boven een naturalistische – bijvoorbeeld: regenen is nu eenmaal iets wat een wolk toevallig doet. Kinderen blijken ‘intuïtieve theïsten’ met een natuurlijke aanleg voor religie, ongeacht hun opvoeding.’
🌟
(Filosoof Leon de Bruin in Kinderen blijken ‘intuïtieve theïsten’)


Intuïtief tekenen

Bron: (Gijsbert van Es in: Zie niet slechts die ene ster, zie ze allemaal, NRC)
Beeld: Journey of the Human Spirit (johns-consciousness.com)
Illustratie ‘Zie niet slechts die ene ster, zie ze allemaal: Indra Bangaru (NRC)   
Illustratie Ons wereldbeeld: worldviewyourneys.com
Beeld Is er leven vóór de dood? Dát is de kwestie!: Civis Mundi, tijdschrift voor Sociale Filosofie en Cultuur
Beeld The Cloud of Unknowing (detail): © Evan Mann 2016 – Referencing a mystic text (The Cloud of Unknowing) written by an anonymous monk in the 14th century, this exhibition is the product of Evan Mann’s explorations of faith in a post-modern world, where knowledge abounds and the reverence for mystery shrivels away in the corner. 
Beeld Albert Einstein: Canon van Nederland
Beeld stervorming: allesoversterrenkunde.nl
Foto intuïtief tekenen: Rosa KokWerkatelier voor persoonlijke ontwikkeling & creativiteit
Update: 10.51 uur

🌟💝 Doctrinevrij denken & geloven gewenst in 2024 💝🌟

‘De werkelijkheid is alles maar bovenal niet redelijk’

Volgens godsdienstfilosoof en theoloog Taede Smedes heeft Dichter des Vaderlands Lieke Marsman geen wetenschapsfilosofische of logische exercities nodig om de onredelijkheid van de werkelijkheid in te zien. Op boeiende wijze gaat Smedes – in zijn recensie over het programma Zomergasten – in op het thema werkelijkheid in relatie met redelijk en onredelijk denken. En op ergens in geloven en zingeving.

‘Lieke Marsman zat in een behoorlijk dal, worstelde met vragen over leven en dood, maar als iemand die atheïstisch was opgevoed had ze geen taal meegekregen om aan die worsteling woorden te geven’

Smedes doet rake observaties over belangrijke thema’s die Jeanine Abbring laat liggen in het gesprek met Lieke Marsman. ‘Vooral de zaken die met zingeving te maken hadden, kregen door Abbrings aanpak geen diepgang.’

Filosoof Marsman schreef onder meer de dichtbundel In mijn mand waarin zij de grootste thema’s die het menselijke bestaan kenmerken behandelt: de waarde van het leven en de plek van de dood in een mensenleven. Marsman zelf is ernstig ziek.

‘Hoe leef je met een levensbedreigende ziekte? Hoe verandert dat je blik op de wereld, op wat van waarde is, op wat je je herinnert en het verloop van de tijd? En hoe verhoud je je tot de wereld in dergelijke omstandigheden? Trek je je eruit terug, of laat je je juist gelden en houd je die wereld een spiegel voor? Lieke Marsman kiest resoluut voor het laatste.’ 
(Uit: In mijn mand)

Alles draait volgens Smedes om zingeving en Marsmans zoektocht daarnaar. Zij spreekt onder meer over haar belangstelling voor ufo’s en dat haar ufo-belangstelling mede opkwam in een tijd waarin ze met zingeving worstelde. Ook heeft Marsman religieuze ervaringen gehad.

‘Ze had te horen gekregen dat ze ongeneeslijk ziek was, waarbij ze niet wist hoelang ze nog te leven had. Ze zat in een behoorlijk dal, worstelde met vragen over leven en dood, maar als iemand die atheïstisch was opgevoed had ze geen taal meegekregen om aan die worsteling woorden te geven. Ze wendde zich tot de Bijbel, die haar cultureel het meest nabij stond. Ze verdiepte zich in nabij-de-doodervaringen.’


‘Oneindigheid van tijd houdt me overeind nu.
Hoe lang de dag ook leek, het was een snipper.
Hoe kort de dag ook lijkt, er is nog tijd.’

Lieke Marsman

Smedes verwijst naar getwitter over Marsmans fascinatie voor ufo’s: te buitenissig en te onredelijk. Hadden ze een punt, vraagt hij zich af. Integendeel, ze hebben het punt volledig gemist, vindt hij. Recensent Jan Postma, in De Groene Amsterdammer, ziet volgens Smedes waar het bij Marsman om draait als hij schrijft:

‘Ze was kwetsbaar en onzeker en onbeschaamd onredelijk. Ze liet zien dat voor wie grip probeert te krijgen op het lot alle middelen gerechtvaardigd zijn. ‘Het is ook gewoon oké om ergens in te geloven en dat het dan niet waar is,’ zei ze.’
(Jan Postma)

Smedes is van mening dat het misschien zo is dat iemand, die de onredelijkheid van de werkelijkheid letterlijk aan den lijve heeft ondervonden, ineens als door een verlichtingservaring ziet dat de werkelijkheid alles maar bovenal niet redelijk is. Hij verwijst naar The Dappled World van wetenschapsfilosoof Nancy Carwright. In dat boek verdedigt ze de stelling dat de werkelijkheid niet redelijk is, maar ten diepste chaotisch en onredelijk.

‘De natuurwetten die wij menen te ontdekken zijn eilanden van orde in een verder onredelijk en chaotisch universum.’
(Carwright)

Marsman heeft die onredelijkheid in haar lichaam zitten, die woekert en knaagt en poogt om haar juist dat te ontnemen wat ze zo liefheeft: het leven. Aan het slot van de recensie, die wat mij betreft de verdieping is van zoals Zomergasten had moeten zijn, zegt Smedes:

‘Als je de onredelijkheid van het bestaan lichamelijk ondergaat, en daarmee de beperkingen inziet van de menselijke redelijkheid die vergeefs grip probeert te krijgen en zich bij tijd en wijle wentelt in de illusie door wetenschappelijke kennis grip te hebben –
hoe onredelijk is het dan voor Marsman om in God te geloven of te geloven in een voortbestaan van bewustzijn na de lichamelijke dood of te geloven dat we wellicht bezocht worden door buitenaardse beschavingen die ons ver vooruit zijn? Sterker nog, welke kleingelovige zal dan nog durven beweren dat juist zij onredelijk is?’

Zie:
* Zomergasten: Lieke Marsman (VPRO)

* Lieke Marsman in Zomergasten, 14 augustus 2022 (Taede Smedes – Sinds september 2022 verbonden aan de de Radboud Universiteit als docent Systematische Theologie bij de Faculteit Theologie)
*
In mijn mand | Lieke Marsman | 08-08-2022 | Uitgeverij Pluim | 53 Pagina’s | € 24,99

Beeld: Installatiekunst Meyke de Leeuw: ‘Iedereen heeft een ander beeld van de werkelijkheid’
Foto Lieke Marsman: Twitter

Geloven in naturalisme of theïsme?

CupolaOfGenesisMosaicArtistItalianC1210SanMarcoVenice

Naturalisme en theïsme worden weleens elkaars tegenpolen genoemd. Volgens de filosofische stroming naturalisme – voortbouwend op het materialisme – bestaat alleen de natuur en het waarneembare als werkelijkheid. Stoffelijke materie is de enige werkelijkheid; alles kan worden uitgelegd in termen van materie en natuurlijke verschijnselen. Het naturalisme ontkent per definitie elke mogelijke bovennatuurlijke activiteit, God of goden. Theïsme is de (godsdienstfilosofische) opvatting dat goden echter wel bestaan, dat er een persoonlijke God bestaat en dat God of goden zich actief bemoeien met de wereld. De gedachte is dat naast het niveau van onze natuurlijke, alledaagse werkelijkheid er ook een bovennatuurlijke werkelijkheid bestaat, los van die natuurlijke werkelijkheid.

Naturalisme
V
olgens het naturalisme wordt de werkelijkheid verklaard uit natuurlijke processen; meer is niet nodig om alles te begrijpen. Bovennatuurlijke invloeden spelen geen enkele rol, ze bestaan niet. Wetenschap en godsgeloof sluiten elkaar uit. Alleen de natuur en het waarneembare als werkelijkheid bestaat en de mens is een deel van de natuur. Het gaat om feiten die vastliggen in de natuur. Het naturalisme stelt bovendien dat gevoelens van liefde, haat, schoonheid, spiritualiteit en dergelijke uiteindelijk slechts chemische reacties zijn.

Deze wetenschap ontkent op die manier God, daar alles immers slechts op natuurlijke wijze verklaard kan worden. Naturalisme staat daardoor op zichzelf als bron van onbetwistbare kennis. Als mensen bevinden we ons in een werkelijkheid waarin blinde natuurlijke processen plaatsvinden. Die verwijzen nergens naar, hebben geen doel of zin. Van bovennatuurlijke invloeden is geen sprake, laat staan van een hogere macht of intelligentie. Als gevolg van deze denkwijze is God een overbodige hypothese en wordt religie weleens een projectie van een wensdroom genoemd.

Volgens kosmoloog Sean Carroll is er slechts één enkele werkelijkheid. Geen afzonderlijke niveaus van het natuurlijke en het bovennatuurlijke: slechts één enkel materieel bestaan. Hij stelt dat wanneer je geïnteresseerd bent in objectieve waarheid, de wetenschap de enige weg is die je gaan kan, en dat wanneer het op feitelijke waarheidsaanspraken over de werkelijkheid aankomt, religies zich tot de wetenschap zullen moeten richten.

De Amerikaanse filosoof Alvin Carl Plantinga stelt dat als naturalisme waar is, dit betekent dat de rede is ontstaan op grond van mechanismen welke gericht zijn op overleving en niet op waarheid of waarheidsvinding. Je denkt kennis over de wereld te hebben, maar je zult nooit ware kennis over de wereld verkrijgen. Naturalisme wordt daarom weleens omschreven als een zelfweerleggend geloofssysteem.

Theïsme
Theïsme wordt wel omschreven als het geloof in een bovennatuurlijke, persoonachtige God, die zich met ieder mens afzonderlijk bezighoudt. Men spreekt soms van een ‘dubbeldekkerstructuur’: naast het niveau van onze natuurlijke, alledaagse werkelijkheid bestaat er ook een bovennatuurlijke werkelijkheid die los staat van die natuurlijke werkelijkheid. God is een bovennatuurlijke entiteit die losstaat van onze alledaagse werkelijkheid en af en toe ingrijpt om de zaken in banen te leiden. Theïsme begon ooit, ten tijde van de Verlichting, als een filosofisch systeem dat gaandeweg het geloof werd dat ook in kerken werd beleden.

Theïsten gaan uit van het standpunt dat men wetenschappelijk niet kan bewijzen dat God bestaat, en dat het geen zin heeft dit te willen doen: men moet ‘gewoon’ in God geloven. Geloven heeft volgens hen niets te maken met de rede, met rationeel en wetenschappelijk denken. Er zijn theïsten die beweren dat gelovigen kennis hebben van morele waarden die anderen zouden ontberen, omdat wetenschap slechts gaat over feiten en het geloof over goed en kwaad. Het leidt vaak tot stevige discussies over God die noodzakelijk zou zijn voor de moraal; dat zonder God er zelfs geen moraal meer is. Bovendien, zo wordt wel beweerd, kunnen we onze eigen moraal, de westerse, alleen maar begrijpen als we de joods-christelijke wortels ervan bestuderen. Anderen, zoals bioloog Frans de Waal, bestrijden dit en zeggen dat de oorsprong van de moraal in onze natuur ligt, niet in religie.

religionscience

Naturalisme en theïsme tegenpolen?
Bij bovengenoemde omschrijvingen van naturalisme en theïsme worden de verschillen duidelijk. Met wetenschap als onderscheid. Maar ook hierin verschillen naturalisten en theïsten. Dan is er geen sprake van onderscheid, maar van aanvulling, al willen sommigen daar weer niets van horen. Vooral in de discussies over creationisme (de opvatting dat ons universum in zes dagen is ontstaan door een Schepper, Adam en Eva de eerste mensen waren en dat dit alles is gebeurd ca. 6.000 – 10.000 jaar geleden overeenkomstig een ‘letterlijke’ lezing van het Bijbelboek Genesis) en de evolutieleer, slaat men elkaar soms met de wetenschap om de oren. Creationisten stellen dat wetenschap bedrijven vanuit het creationistisch denkkader houdbare en wetenschappelijk gefundeerde antwoorden oplevert. De achtergrond hierbij is de vraag of de evolutietheorie en het christelijk geloof met elkaar te verenigen zijn.

Wetenschappers vanuit de evolutietheorie bestrijden vaak de wetenschappelijke kwaliteit van het creationistisch denken. Deze discussie laaide weer op na het verschijnen van het boek En de aarde bracht voort van Gijsbert van den Brink, over christelijk geloof en evolutie. En onlangs verscheen Adam, waar ben je? (En wat doet het ertoe?) van Willem Ouweneel, een theologische evaluatie van de nieuwe evolutionistische hermeneutiek, dat ‘snoeihard’ (Trouw) uithaalt naar Van den Brink en verwante geesten.

En dus bestaat God
V
olgens sommige theologen staan wetenschap en geloof haaks op elkaar, volgens anderen kunnen ze elkaar aanvullen. Er zijn ook wetenschappers die misschien dan niet het bestaan van God willen bewijzen, maar wel argumenten aanvoeren die het bestaan van God tot waarschijnlijk maken. Filosoof Emanuel Rutten schreef er – samen met filosoof Jeroen de Ridder – het boek En dus bestaat God. ‘En dus bestaat God’ klinkt bijna als bewijs, terwijl de auteurs in het boek acht zogenaamde Godsargumenten geven. Zelf zegt Rutten dat er geen sprake is van een Godsbewijs, want ‘bewijzen doe je in de wiskunde en niet in de filosofie’. Rutten zelf spreekt dan ook altijd over ‘rationele argumenten voor het bestaan van God en niet van Godsbewijzen. Hij stelt dat filosofische argumenten voor het bestaan van God laten zien dat het waarschijnlijk is dat God bestaat. De filosoof noemt het conflict tussen geloof en wetenschap een mythe, omdat geloof en wetenschap elkaar juist prachtig aanvullen. Daarnaast zegt hij te geloven dat de rationele weg niet de enige weg is die naar God leidt: Er zijn meerdere wegen om God te kennen: niet alleen het verstand, maar ook het gevoel, de beleving en de ervaring. Geloof en wetenschap kunnen elkaar dus aanvullen. Dan kan je ook zeggen dat naturalisme en theïsme niet zozeer antipoden zijn, maar complementair, geen tegenpolen. Een voorbeeld hiervan zijn de Godsargumenten van Rutten. Volgens de filosoof vormen de rationele argumenten gezamenlijk een cumulatieve casus voor Gods bestaan die vele malen sterker is dan elk argument afzonderlijk. Ze blijven filosofische argumenten en conflicteren niet met wetenschap.

NOMA-model
Naturalisme en theïsme staan weliswaar haaks op elkaar, twee werelden die zich mijlenver uit elkaar bevinden, maar soms naderen ze elkaar als ze zich met elkaar bezighouden: God lijkt dan wel niet wetenschappelijk te bewijzen, maar is dus wel heel goed te beargumenteren. Heel concreet echter blijft, met het naturalisme – vanuit een zuiver wetenschappelijk, verklarend standpunt – God gewoon geen goede theorie te zijn. In een wereld zonder het bovennatuurlijke is geen plek voor theïsme.
Een mogelijke oplossing kan zijn af te stappen van het idee van tegenpolen en naturalisme en theïsme niet langer tegenover elkaar te zetten. Dan komt het zogenaamde NOMA-model in zicht: Niet-Overlappende Magisteria, een idee van evolutiebioloog Stephen Jay Gould, waarin hij spreekt over wetenschap en religie als elkaar aanvullende benaderingen. Naturalisme en theïsme zijn dan met heel verschillende vragen bezig, zonder dat er sprake is van tegenpolen. Naturalisme houdt zich dan met feiten bezig en religie met vragen over ethiek, waarde en doel.
Maar het kan nog anders… Einstein zou een religieus naturalist zijn geweest. Hij geloofde niet in een God die ingrijpt in de natuur, maar wel – in de lijn van Spinoza – dat God zich openbaart ‘in de geordende harmonie van wat bestaat’.

Bronnen o.a: Naturalisme en Theïsme, Piet Wesseling, in En God beschikte een wormEen pleidooi voor naturalisme, Alexander van Biezen, geloofenwetenschap.nl; God, iets of niets, Taede A. Smedes; De Verlichting belicht, Van theïsme tot atheïsme, Karel Poma; En dus bestaat God, Emanuel Rutten, Jeroen de Ridder;.

Beeld: De koepel van de schepping in de San Marco, Venetie. Mozaiek ca. 1210 AD. (st-impact.nl)

Beeld Religion&Science: katholiekforum.net

Père Cyrille Vael: de waarheid hebben we allemaal zelf

“Jongeren zitten doelloos te surfen op het internet. Het probleem is: ze weten niet meer hoe te zoeken. Ze hebben geen methodes, ze leren geen navigatiesystemen meer!” (Cyrille Vael)
Op de vraag: ‘Dus u gelooft in God?’ van een BBC-journaliste aan père Cyrille Vael, monnik van een klooster in Chevetogne in België, antwoordde hij: ‘Nee’. De BBC staakte prompt het gesprek. Volgens Vael ‘moet je dat contextueel zien. Want met die vraag “Dus u gelooft in God?” kan ik niets. Wat bedoelt zij met God? En wat bedoelt ze met geloven?’

‘Er zit heel wat wijsheid in jongeren, maar die komt er niet uit als levenswijsheid. Ze zitten doelloos te surfen op het internet. Het probleem is: ze weten niet meer hoe te zoeken. Ze hebben geen methodes, ze leren geen navigatiesystemen meer!’ 
(Cyrille Vael)

Interview met Cyrille Vael
T
aede Smedes, godsdienstfilosoof, theoloog en journalist, lukte het voor NieuwWij wèl een interview met Vael af te nemen. En niet alleen over God, maar over jongeren, levenswijsheid en bijbelse uitspraken van een verrassende Nietzsche.

‘Religies zijn maar navigatiesystemen, maar ze zijn nooit de vaart zelf, ze zijn niet de werkelijkheid zelf. Dat moeten wij doen. Wij moeten de schepping helen en baren. Wij moeten de schepping transfigureren. Het probleem is dat wij al onze systemen als waarheid aannemen, als de realiteit. En dat is niet juist.’
(Cyrille Vael)

Evolutie en dynamiek
V
ael ziet de waarheid niet als een absoluut, ontologisch criterium, maar pragmatisch: waarheid is wat werkt. (De ontologie behandelt de vraag wat het betekent om te zijn of te bestaan, PD.) De waarheid bestaat volgens de monnik wel, maar is geen ontologisch gefundeerd dogma; het is evolutie, dynamiek, dus altijd contextueel.

‘Dus we hebben cognitieve kennis nodig, maar die kennis is niet de waarheid, is niet de realiteit. Als ik kijk naar sommige religieuzen, dan denk ik wel eens: de harddisk zit zo vol met kennis en methoden dat er geen ruimte meer is waar er nog iets kan verschijnen. Er kan zich niets meer openbaren. Er is geen plaats meer, het is vol.’

‘Maar ’s avonds gaat ineens het windje van een andere kant waaien, en dan is er grote paniek, want men weet met de kennis dan niets aan te vatten. Spiritualiteit heeft alles te maken met contemplatie, schouwen, maar dat vraagt een houding van afstand, een houding van niet over alles een éénsluidende mening te willen hebben.’
(Cyrille Vael)


Filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900)

Terug naar de bronnen
V
olgens Vael moet het christendom opnieuw ontdekt worden en daarvoor wil hij terug naar de bronnen. Hij komt dan verrassend uit bij Nietzsche.

‘Zelfs Nietzsche zei al: het mooiste wat ooit over de mens gezegd is, is gezegd door het christendom. Eindelijk begint men opnieuw de waarde van Nietzsche te ontdekken in de maatschappij, terwijl men zolang op hem heeft geschoten. Eindelijk is God dood, we kunnen opnieuw geloven. We konden in onze religie niet meer geloven. Alles was bewezen: God bestaat. Twijfel niet, want als je twijfelt, ben je een zondaar, een ketter. Maar godzijdank is die God dood.’
(Cyrille Vael)

‘Niet de dood van God maar van een religie’
Volgens Nietzsche hebben de christenen God gedood, maar herschreef hij die tekst tot: wij mensen hebben Hem gedood. Vael noemt het bijbels wat Nietzsche zegt.

‘De dood, geprofeteerd door Nietzsche, betekent niet de dood van de God van de Openbaring, maar betekent de dood van een religie en een God statisch bevroren in een exclusief gesloten ontologisch denken, altijd gelijk aan Zichzelf; de dood van een Schepping zonder evolutie, zonder geschiedenis, dood van het Leven zelf, in de mate dat we dit leven beschouwen als een éénheid in stabiliteit. Het betekent dus niet de dood van de God van de Openbaring doorheen de geschiedenis.’
(Cyrille Vael)

Universeel
V
ael heeft een boodschap aan de kerk: niet pretenderen de exclusieve waarheid in pacht te hebben. Zelf komt hij absoluut niet de waarheid brengen, want die hebben we allemaal zelf. Die existentiële waarheden vormen samen iets universeels.

‘Ik denk dat we in een tijd leven waarin we bewust worden dat de exclusieve waarheid niet meer bestaat, gefundeerd op een theologisch, metafysisch, ontologisch denken. Dat is voorbij. Nogmaals, de metafysische objectiviteit is vervangen door een hermeneutische. Alles is contextueel geworden. Wat vandaag juist blijkt en goed, kan morgen helemaal anders zijn.’
(Cyrille Vael)


De Byzantijnse Kapel in het klooster van Cyrille Vael in Chevetogne, België

‘De vitale bron beschermen’
V
ael denkt dat we in een tijd leven waarin we inzien dat als we maar diep genoeg graven, alle religies op hetzelfde uitkomen; alleen onze methodes, concepten, onze beelden, ons ontologisch denken is anders.

‘Zoals eerder gezegd, mensen zoeken niet langer intellectuele antwoorden op hun spirituele vragen of stroeve institutionele belichaming van deze antwoorden. Zij zoeken een diepere ervaring van een God, van een mensbeeld, en een diepe innerlijke wijsheid die hen ondersteuning en kracht is voor een authentiek en geïntegreerd leven. Waar het om gaat is dat de mens van vandaag, die leeft met een pluraliteit van waarden, en waarin het centrum – de autoriteit – weg is, dat het erop aankomt dat de mens de methode vindt om zijn vitale bron te beschermen.’
(Cyrille Vael)

Heel wat wijsheid in jongeren
Kijk eens naar jongeren. Als jongeren vandaag de dag dorst hebben, weten ze precies uit welke kraan water komt. Er zit heel wat wijsheid in jongeren, maar die komt er niet uit als levenswijsheid. *

‘Ze zitten doelloos te surfen op het internet. Het probleem is: ze weten niet meer hoe te zoeken. Ze hebben geen methodes, ze leren geen navigatiesystemen meer! En daar zit het probleem met onze religieuze opvoeding: worden ons in de godsdienstlessen nog werkelijk de instrumentaria en methodes aangereikt om zelf de zaken uit te diepen?’
(Cyrille Vael)

Een nieuwe wereld
V
ael vraagt zich af of in de godsdienstlessen nog werkelijk de instrumentaria en methodes aanreikt om zelf de zaken uit te diepen. De monnik vindt dat priesters en religieuzen eigenlijk een soort vroedvrouwen moeten zijn, om een nieuwe wereld te helpen bouwen. Maar iedereen moet dat eigenlijk doen: elk van ons.

‘Het is dan ook nodig dat kerk, en elk van ons, prioriteit geeft aan het leggen van nieuwe verbindingen, te leren hoe nieuwe realiteiten en inzichten te verbinden op een nieuw niveau: een nieuw niveau van Gods zelfopenbaring doorheen de geschiedenis te erkennen en te integreren.’
(Cyrille Vael)


IN THE LEAD, zomer 2022

* Update Tip ► Daan Bakker, oprichter van IN THE LEAD, werkt met jongeren aan hun persoonlijk leiderschap om vanuit zelfinzicht te leren ontdekken wat ze drijft en wat hun triggers zijn, zegt in een interview met Elze Riemer van Volzin van 18 juli 2025 ‘dat de meeste jongeren wel graag van alles willen, maar nog erg zoekende zijn als het gaat om het ‘hoe’. Ze willen zichzelf leren kennen en iets bijdragen, maar verdrinken eigenlijk in alle mogelijke opties’. (En dan niet alleen op internet, maar keuzestress in het algemeen.)

Bron: ‘Eindelijk is God dood. We kunnen opnieuw geloven!’ 
(Cyrille Vael in een interview met Taede Smedes in: NieuwWij, 7 december 2016)

Foto: Pinterest – chillin.sk
Foto IN THE LEAD: Daan Bakker
Foto Byzantijnse Kapel: Tripadvisor
Update 10 3 2024 , 21 12 24 (Lay-out) juli 2025: (Lay-out, tekstaanpassing, foto’s)

‘Er is evolutie in het denken over God’

godevolutie-1

‘Zo word je dan eigenlijk vanzelf progressief-katholiek, progressief gemaakt. Omdat de kerk te conserverend en te star bezig is, gefocust op de tradities en de oude geloofswaarheden verwoord in achterhaalde beelden. Omdat geloof niet in een keurslijf van farizese regels gedwongen moet en mag worden.’ Dit zegt de nieuwe voorzitter van de Mariënburgvereniging Harrie van den Akker. Hij is docent stromingsleer en wil ook in die vereniging weer stroming brengen.

Want ja, ik voel mij katholiek. Omdat ik op een katholieke manier geloof in een persoonlijke God die mij in Zijn hand houdt, voor mij grond is onder mijn voeten. Omdat ik geloof in Jezus Christus wiens Weg ik wil volgen. Mijn God is echter niet de gemoedelijke grootvader van de schilderstukken van Michelangelo, ergens hoog in de wolken tronend, vol mededogen met ons zondige mensen op dit ondermaanse. Dit beeld dateert uit de tijd dat de aarde plat was, met de hemel boven, en de hel onder (‘nedergedaald ter helle’). Sinds Galilei en de ruimtevaartreizen weten wij beter.’

De God van Van den Akker is alom: om hem heen en in hem. Voor hem is de kern: ‘Als twee of drie in Mijn naam bijeen zijn, ben Ik in hun midden’. Dat is niet mijn uitspraak, maar die van Jezus, die opriep te doen als Hij, tot navolging.

Veel van wat in de loop der eeuwen is toegevoegd door pausen en concilies, ervaar ik als ‘ballast’, of als achterhaald door weldenkendheid en wetenschap. De aarde is niet plat, er is geen hel, en ik denk echt dat er ook geen wrekende God is. Dat zijn beelden uit een andere tijd. Er is evolutie in het denken over God: van gouden kalf en veel goden tot de Ene God, van een zoenoffers vragende God tot een God in mensengedaante. Het altaar is omgekeerd. Gemeenschap vieren in Zijn naam en elkaar bemoedigen op de Weg is wat echt telt. Gods volk onderweg.’

Van den Akker wil niemand zijn of haar katholieke geloof, dogma’s, eucharistievieringen of gehechtheid aan culturele uitingen (zoals het gregoriaans) afnemen of ontzeggen. Wie zich daarin geborgen weet, heeft zijn zegen.

Maar van aspirant-gelovigen vergen dat zij eerst alle dogma’s en culturele ballast accepteren voor zij zich katholiek mogen noemen en te communie mogen gaan, is te gek voor woorden en past niet in een wereldkerk. (…) Wat ik dus bepleit, is ruimte voor veelkleurigheid en voor eigentijdse uitingen van geloof alsmede respect voor katholieken die uit nood geboren zich progressief moeten noemen.’

De docent stromingsleer zegt zijn uiterste best te doem om zich niet te verschansen in zijn eigen gelijk. Wat hij wel vergt van kerk en medegelovigen is respect en vrijheid voor wie er minder traditioneel over denkt maar zich wel katholiek wil en mag noemen met een beroep op het Evangelie en de vroegchristelijke gebruiken. Ook wil hij opkomen voor de gelovigen die de kerk en hun geloof uit gedreven worden door hardliners.

Voor Van den Akker is het een legitieme vraag of de leerstellingen – zoals de transsubstantiatie en de verzoeningsleer – deel uitmaken van de kern van het katholieke geloof of dat het om latere toevoegingen gaat die ooit zinvol waren of leken maar nu in veler ogen betekenis of zeggingskracht verloren hebben.

Volgens mij zijn het dit soort kwesties die bepalen in welke kamers van het huis van de Heer je wilt wonen, of desnoods in het schuurtje. Binnen de Mariënburgvereniging is een credo-commissie actief die zich over dit soort vragen buigt. Is het (letterlijk) geloofwaardig dat God echt zijn Zoon naar de wereld heeft gezonden, of heeft Jezus, een mens als wij, wel heel bijzonder een goddelijke roeping verstaan en als het ware als zoon van God voorgeleefd dat je oud bestaan kunt afleggen en, vechtend tegen de bierkaai, nieuw leven kunt vinden?’ 

Volgens Van den Akker moet de kerk de tekenen van de tijd beter verstaan en daarvoor ruimte maken. In een discussie met de rooms-katholieke theoloog Hendro Munsterman gaat het hier onder meer over. Een briefwisseling is bij NieuwWij te volgen. Interessant om te lezen in aanloop naar de Relibazaar van Mariënburg die op 29 oktober a.s. zal worden gehouden in Utrecht.

Zie: ‘Progressief Katholiek Nederland moet zich verenigen’

De briefwisseling begint hier: ‘Wat is er nog katholiek aan ‘het progressief katholieke geluid’?

Beeld: plazilla.com

Het gestolde denkbeeld van God, de Vader

Theoloog en coach Klaas Yntema beklemtoont niet in God, de Vader te geloven, maar in mensentaal, die hem openbaart hoe mensen hun diepste betrokkenheid bij wat hen op de been houdt uitdrukken. Hij gelooft niet in een vaststaand idee over God, de Vader, zoals dit in alle eeuwen theologie is verwoord en in gestolde denkbeelden is vastgelegd.

Volgens Yntema zijn deze denkbeelden telkens weer in een bepaalde maatschappelijke, historische en theologische context opgekomen en in een systeem gevat. Hij schrijft hierover in zijn boek Geloven, zo kan het ook. Vrijzinnige visies op theologische thema’s, dat een heel andere kant van het christendom laat zien. Een geloof dat constant in beweging is en dat ruimte biedt voor onderlinge verschillen.

In de dialoog van mens tot mens wordt telkens opnieuw de kracht geboren van leven dat mensen met elkaar verbindt. Dan vinden mensen steun om te blijven geloven in een wereld waarin mensen zich voor elkaar inzetten. Waarin gerechtigheid en barmhartigheid naar joodse traditie gestalte krijgen. Gestalte in de meest basale vorm: er-voor-elkaar-zijn.

Zij vertellen over wat voor hen de betekenis is van ‘God’ of de betekenis van ‘de Eeuwige’, zoals zij deze door hun opvoeding en levenservaring hebben meegekregen en (om)gevormd. Maar ook wetenschap en cultuur hebben hun invloed. Dan ontstaat ‘levend geloof’, dat zich nooit en te nimmer laat vastleggen als ‘eeuwige waarheid’.

Zeventien voorgangers van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB geven in dit boek hun visie op verschillende geloofsonderwerpen. Dat doen ze op een eigentijdse, eigenzinnige manier. Samen vormen de bijdragen een creatief credo waarin niets vaststaat, maar waarin alles in beweging blijft. Van schepping, opstanding tot het laatste oordeel, niets gaan de auteurs uit de weg. Ze bevragen, betwijfelen en verrassen. Het vrijzinnige geloof toont in dit boek zo zijn kleurrijke veren. (Skandalon)

Daar verzet ik me tegen en daarom geloof ik niet in: ‘God, de Vader’ of ‘God, de Moeder’. Het kan slechts uitgesproken worden door mensen in hun individuele leven als verwoording van de kern van hun levensverhaal.

Zie: God de Vader is menselijke taal (Zinweb)

Cartoon: geinz.be


Drs. Klaas Yntema (1947), theoloog en coach, is voorganger in de NPB Schiedam en Rotterdam. Ook heeft hij ruim dertig jaar in de volwasseneneducatie gewerkt als cursusleider, docent en coach.

‘Geloven, zo kan het ook’
ISBN: 978-94-90708-37-5
|124 pagina’s, paperback, € 13,95 incl. btw