Een pleidooi voor sceptisch naturalisme

glas1
Een pleidooi voor sceptisch naturalisme door filosoof Jan-Auke Riemersma, wellicht als reactie op Een pleidooi voor naturalisme door filosoof en theoloog Alexander van Biezen. Naturalisme is de leer die alles door natuurlijke verschijnselen verklaart en het bestaan van bovennatuurlijke verschijnselen ontkent. Het houdt van logische wetten en die bepalen hoe wij de wereld zien. Sceptisch naturalisten geloven niet dat de gehele werkelijkheid sluitend kan worden beschreven. 

Het naturalisme heeft gewonnen,’ zegt kosmoloog Sean Carroll, geciteerd door Van Biezen in zijn artikel bij Geloof en Wetenschap.

Het idee dat er slechts één enkele werkelijkheid is, dat er geen afzonderlijke niveaus van het natuurlijke en het bovennatuurlijke zijn, dat er slechts één enkel materieel bestaan is, en dat wij een deel van het universum zijn, dat wij er op geen enkele manier buiten staan. (…) De discussie is afgelopen, het debat is voorbij, we zijn tot een besluit gekomen. Het naturalisme heeft gewonnen.’ (Sean Carroll)

jan-auke-riemersmaJan Auke Riemersma (foto: J-AR) heeft daar grote vraagtekens bij omdat het bij het universeel naturalisme aan bewijs ontbreekt, en vraagt zich af waarom het zoveel aanhangers heeft. De waarheid van logische wetten kunnen we niet empirisch bewijzen, zo stelt hij. Ze bestaan zelfs niet, volgens hem: het zijn geen krachten of deeltjes.

De waarheid van de logische wetten is niet ‘vanzelfsprekend’; (…) ook rechtvaardigen de logische wetten zichzelf niet (je kunt de logische wetten niet bewijzen met behulp van de logische wetten, die procedure is circulair.)’ (Riemersma)

Alexander_van_BiezenAlexander Van Biezen (foto: Twitter) vraagt zich af of er in een wereld zonder het bovennatuurlijke nog ergens een plek over is voor religie. Vanuit een zuiver wetenschappelijk, verklarend standpunt is God gewoon geen goede theorie.

Volgens Riemersma beschouwt de naturalist de logische modellen niet slechts als de meest bruikbare, maar is hij ervan overtuigd dat deze modellen waarachtig zijn.

Dit blijkt duidelijk uit de semantiek die Saul Kripke opstelde voor de modale logica: uitsluitend logische modellen kunnen ‘waar’ zijn, absurde (lees: niet-logische) modellen zijn altijd ‘onwaar’.’

Begoocheling
O
nze logische denkwijze is een jaloerse en machtige meester: hij bepaalt wat we moeten denken (uiteraard) en duldt geen tegenspraak, stelt Riemersma:

De meeste wetenschappers en filosofen zijn zó sterk door deze begoocheling bevangen, dat hun onderworpenheid aan de logische denkwijze absoluut is. Het universeel naturalisme is de dominante stroming (en de oorzaak van het hedendaags ‘atheïsme’: onze denkwijze maakt het onmogelijk om te zien hoe God in het weefsel van natuurlijke theorieën past).’ 

Volgens Riemersma geeft het sceptisch naturalisme daarentegen de mens, voor zover dat mogelijk is, een beetje van zijn intellectuele vrijheid terug.

Het wereldbeeld van de sceptisch naturalist is dan ook zo overvloedig dat er zelfs ruimte is voor ‘absurde’ religieuze denkbeelden. Sterker zelfs: wie erkent dat een ‘gesloten’ wereldbeeld niet waarachtig is, zegt met zoveel woorden dat er geen algemene orde is: maar dan zijn alle denkbeelden, hoe absurd ook, waarachtig. De gedachte dat God bestaat is, met zoveel woorden, waarachtig; ook spiritualiteit en mystiek zijn waarachtig.’ 

Zie: Een pleidooi voor naturalisme (Alexander van Biezen)

en: Sceptisch naturalisme (Jan-Auke Riemersma)

Foto: Roosvenster en lancetraam, Noordelijk transept. Chartres, ca. 1220 – De kleurintensiteit van de glasramen en de lichtkwaliteit binnen de kerk verandert voortdurend, afhankelijk van het tijdstip van de dag en het licht dat door het gekleurd glas gefilterd wordt. Dit creëert een mystiek of bovennatuurlijk licht dat referenties oproept aan het Goddelijk licht. (static.digischool.nl)

Is religie een verkeerde interpretatie van mythologie?

THe_Four_Zoas
Timothy Freke en Peter Gandy zien als onderzoekers van wereld- en klassieke mystiek grote overeenkomsten tussen het verhaal van Jezus en die van stervende en verrijzende heidense godmensen, zoals Osiris, Dionysus, Mithras, Adonis en Orpheus. Ze leveren bewijs voor hun stelling dat Joodse ingewijden de mythen van Osiris-Dionysus bewerkten om het verhaal te creëren van een joodse stervende en weer verrijzende godmens, Jezus de Messias. Na verloop van tijd ging men deze mythe uitleggen als een historisch feit en het christendom van de dode letter was het resultaat.

Bovenstaande komt uit een recensie van hun boek Jesus and the Lost Goddess en De mysterieuze Jezus. Volgens het theosofische Sunrise legden dogmatische christenen – die christelijke verhalen letterlijk als historisch feit opvatten – overeenkomsten met oudere heidense mythen en figuren uit als plagiaat van de duivel ‘vóór het feit’ of als de historische verwezenlijking van gebeurtenissen die in andere culturen alleen als mythe voorkomen.

Religie is een verkeerde interpretatie van mythologie’, is een favoriete definitie van religie van cultuurfilosoof Joseph Campbell, en die bestaat uit het toekennen van een historische betekenis aan symbolen die strikt genomen naar spirituele zaken verwijzen.’ (Sunrise)

timfrekebatgapSymposium
Timothy Freke
 (foto: TF) is een Engelse filosoof. Hij heeft een eredoctoraat in de wijsbegeerte en is een internationaal gerespecteerde autoriteit op het gebied van spiritualiteit. Het boek The Jesus Mysteries van hem en Peter Gandy stond in Amerika en Engeland in de top-tien bestsellerslijsten. Freke is een van de sprekers op het symposium ‘Jezus en de ‘heidense’ mysteriën, toen… en nu?’ op zaterdag 7 november in Baarn.

Er zijn daar dan ook sprekers als cultuurhistoricus Jacob Slavenburg; theoloog Tjeu van den Berk; godsdiensthistoricus Annine E.G. van der Meer en filosoof Bram Moerland.

Jacob-SlavenburgVolgens Jacob Slavenburg (foto: JS) is Jezus een tweede leven gaan leiden. Na zijn aardse bestaan zijn er verschillende tradities gevormd. De bekendste is de kerkelijke traditie. Zij formuleerde dogma’s en geloofswaarheden die slechts ten dele berustten op de christelijke teksten die opgenomen werden in het Nieuwe Testament van de Bijbel. Daarnaast ontstond er een traditie waarin niet alleen de persoon van Jezus, maar bovenal zijn leringen centraal stonden.

tjeuvandenberkmeinemaTjeu Van den Berk (foto: Meinema) stelt dat de dogmatische Christus zo volmaakt en vlekkeloos is dat al het andere in hem verduisterd wordt. Voor de moderne mens is hij nog maar moeilijk invoelbaar. De archetypische Christus echter is volgens Van den Berk juist niet volmaakt maar wel volledig. Hij herbergt de duisternis, satan, hij is een paradoxaal wezen. Kan de Christus vandaag de dag nog geherinterpreteerd worden, kan hij nog wel tot symbool worden?

annineegvandermeerVolgens Annine E. G. Van der Meer (foto: AvdM) bevinden zich – naar het Evangelie van Filippus – onder de talloze vrouwen die Jezus op zijn tochten vergezellen, de drie Maria’s: Maria de Moeder, Maria de Zuster en Maria de Bruid. Het traditionele christendom hemelde de maagdelijkheid van Maria de Moeder op en het verdonkeremaande Maria de Bruid. Deze vervanging had grote gevolgen voor de visie van tweeduizend jaar christendom op lichamelijkheid, vrouw-zijn en aardse materie.

brammoerlandwikiBram Moerland (foto: wikipedia) vraagt zich onder meer af of Jezus werkelijk heeft bestaan. En hoe zinvol die vraag eigenlijk is. Jezus is volgens hem zonder twijfel de hoofdpersoon uit een aantal verhalen uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. Maar die verhalen lijken verdacht veel op andere en eerdere verhalen uit lang vervlogen tijden. Het ziet ernaar uit dat Marcus, de eerste zogenaamde biograaf van Jezus, kwistig leentjebuur speelde in zijn mythische Umwelt.

Symposium Gnostiek | 7 november 2015 | Baarn (nadere gegevens volgen) | 10.00 tot 17.00 uur | De dagprijs voor het symposium is € 75 of € 50 naar draagkracht | In de prijs inbegrepen zijn een eenvoudige lunch, koffie en thee | Nadere bijzonderheden zoals dagindeling, routebeschrijving, parkeren e.d. volgen | Inschrijven en informatie bij Hanneke Hoekstra: 7novsymposium@gmail.com

Illustr: De Vier Zoas uit de mythologie van William Blake. Zij vormen de vier goddelijke onderdelen van de oermens Albion, namelijk instinct & kracht, rede & traditie, liefde & passie, en inspiratie & inbeelding. (William Blake Archive)

Zen en religie in tijden van wetenschap

Oil-Painting-On-Canvas-OH5233-Abstract-Modern-font-b-Zen-b-font-Tree-landscape-Handpainted-Home
Hoe past religie in deze (post)moderne tijd waarin wetenschap en kritische rationaliteit zo’n grote rol spelen. De toespraken van Edel Maex zwengelen discussies aan en hoewel ze op zichzelf staan, kennen ze een thema: iedereen weet. Dit weten is universeel en ligt volgens Edel Maex besloten in ons zijn als we woorden en zekerheden durven los te laten en met een open geest en hart te kijken.

Waar ik van gruwel, is een koude wetenschap die de werkelijkheid ‘onttovert’ en die mensen een gevoel van totale zinloosheid wil aanpraten. Waar ik van gruwel, is een fundamentalistische religie die meent de mensen te kunnen zeggen wat we moeten geloven, wie de wijsheid in pacht heeft en aan wie ze zich moeten onderwerpen. Waar ik van droom, is een middenweg.’ (Maex)

iedereenweet
I
n het boek Iedereen weet gaat Maex in een verzameling zentoespraken op zoek naar wat aan de grondslag ligt van zen en religie. Die gemeenschappelijke kern kent diep vanbinnen iedereen, zo argumenteert hij, maar mogelijk zijn we er ons niet langer van bewust.

Iedereen weet, maar toch bestaat er de vraag hoe we zinvol kunnen omgaan met religie in deze tijd. Edel Maex doet een handreiking naar de antwoorden op deze vraag. Zijn toespraken en denken, gegoten in korte hoofdstukken, zijn filosofisch en psychologisch van aard. Zo noemt hij begrippen als fascinatie en angst en spreekt over hun rol bij het vermogen tot openheid. De wetenschappelijke empirische achtergrond van Maex is duidelijk aanwezig in het schrijven en hij noemt zichzelf meerdere malen een darwinist.’ (Donata van der Rassel)

Van der Rassel zegt dat wij niet met zekerheid kunnen stellen dat onze waarneming allesomvattend is, en dat dit van de wetenschap een perspectief maakt, maar geen waarheid.

EdelMaexBoeddhistischDagbladDe vraag van Edel Maex (foto: BD) zou wat mij betreft dan ook niet moeten zijn hoe wij zen en religie in tijden van wetenschap moeten beleven, maar hoe de betrekkelijk jonge empirische wetenschap beleefd of beoefend zou moeten worden met behulp van eeuwenoude religieuze en spirituele kennis.’ (Van der Rassel)

Voor wie religieuze antwoorden zoekt in een rationeel-kritisch domein, aldus Van der Rassel, is Iedereen weet een mooi pleidooi van de voorzichtige band op gepaste afstand die wetenschap en religie met elkaar kunnen onderhouden. 

Zij zullen echter pas echt verenigd worden als we alle zekerheden en definities loslaten. Dat is geen middenweg, maar DE weg.’ (Van der Rassel)

Volgens het Boeddhistisch Dagblad is Iedereen weet een pleidooi om met een open hart en een open geest naar religie en spiritualiteit te kijken.

Want dan ontdekken we mogelijk wat we altijd al geweten hebben: dat we niet naar boven moeten kijken voor een antwoord. Dat niemand een monopolie heeft. Dat religie iets van ons allen is.’ (BD)

Zie: Edel Maex en de koude wetenschap die de werkelijkheid onttovert

en: Iedereen Weet – boekrecensie Edel Maex

llustr: Olieverfschilderij op canvas (nl.aliexpress.com)

Iedereen weet | Edel Maex | EAN 9789401424042 | maart 2015 | Hardcover | Druk: 1 | Aantal pagina’s: 144 Edel Maex is psychiater in het Antwerpse Middelheim Ziekenhuis, zenleraar en een van de grondleggers van het werken met Mindfulness Training in de Lage Landen. Ruim tien jaar geleden introduceerde hij de zogenaamde mindfulnesstrainingen, een meditatietechniek die de terugval in een depressie mee kan helpen voorkomen.

Theïstisch recept tegen een alles eroderend nihilisme

truth (1)
Zes mogelijke opties om de moraal in een atheïstisch wereldbeeld te verankeren, gaf filosoof Emanuel Rutten in zijn voordracht voor het C.S.F.R. debat in Groningen op 3 juni 2015. Voor elke optie betoogde hij echter dat ze niet leidt tot adequate fundering van de moraal, op een manier die echt recht doet aan ons morele ervaren, spreken, handelen en oordelen: ‘het atheïsme heeft dus uiteindelijk niets om ons morele besef in te verankeren’.

Aan de orde kwam de ontkenning van de atheïst dat er morele waarden bestaan; of dat ze bestaan als bruut feit. Of dat ze eenvoudigweg conventies of sociale afspraken zijn binnen een bepaalde gemeenschap, maatschappij of cultuur. Of dat morele waarden bestaan als onvervreemdbaar deel van onze intrinsieke waardevolle menselijke natuur. Een vijfde optie is beweren dat iets moreel verwerpelijk is omdat wij dat als mens nu eenmaal zo voelen. De laatste optie ten slotte is het maken van een keuze voor één van de wijsgerige normatief-ethische systemen, zoals Aristoteles’ deugdethiek, Kants categorisch-imperatief, Benthams utilisme, of Nietzsches zelfgeldingsethiek.

Geen van deze opties slaagt er dus in om de moraal te gronden, dat wil zeggen te funderen op een manier die echt recht doet aan ons morele ervaren, spreken, handelen en oordelen. Het atheïsme heeft dus uiteindelijk niets om ons morele besef in te verankeren. Er rest slechts een vlucht in een alles eroderend nihilisme of relativisme.’

Wat voor theïsme pleit is dat morele waarden hun bestaansgrond vinden in Gods aard, gegrond in Gods noodzakelijke natuur of karakter.

God is als de sacrale oorsprong van de werkelijkheid, als de essentieel liefdevolle en rechtvaardige grond van de wereld, de uiteindelijke bron en locus van morele waarden. De morele waarden zijn dan ook objectief geldig. Ze zijn geldig onafhankelijk van onze meningen en voorkeuren. En dit is in overeenstemming met ons morele ervaren, handelen en oordelen.’

Rutten noemt dat moreel realisme, en het atheïsme heeft zeer veel moeite om moreel realisme te funderen.

Dit betekent dat als moreel realisme waar is, het theïsme de moraal veel beter kan verklaren en duiden dan het atheïsme. De cruciale vraag is dan ook of moreel realisme correct is.’

Tot dusver, zo betoogt de filosoof, is er nog geen enkel argument tegen moreel realisme gevonden waarvan de premissen overtuigender zijn dan onze morele ervaringen zelf.

Moreel realisme is dan ook de meest adequate interpretatie van ons feitelijke morele handelen, morele taalgebruik en onze morele oordelen. En omdat, zoals ik nog zal betogen, moreel realisme veel beter past in een theïstisch dan in een atheïstisch wereldbeeld, volgt dat theïsme de moraal veel beter kan verklaren en duiden dan het atheïsme. Het atheïsme loopt vast op de objectiviteit ervan.’

We dienen volgens Rutten wel over een vrije wil te beschikken, want als we die niet hebben en dus gedetermineerde automaten zijn, zou het onzinnig zijn om te beweren dat we moreel verantwoordelijk zijn voor onze daden.

‘Alles wat we doen zou dan immers vooraf al door fysische oorzaken bepaald zijn. Welnu, uitgaande van theïsme is het bestaan van een vrije wil zéér goed denkbaar. In elk geval veel beter dan in het geval van het atheïsme. God is zelf immers redelijkerwijs een bewust vrij wezen die een kosmos heeft willen scheppen waarin actoren in vrijheid kunnen handelen en significante keuzes kunnen maken. Keuzes waarvoor men dan ook morele verantwoordelijkheid draagt. Vanuit theïstisch standpunt kan morele verantwoordelijkheid dus prima geduid worden.’

Onze morele kennis wordt, aldus Rutten, door theïsme uitstekend gefundeerd. God kan ervoor gezorgd hebben dat wij beschikken over morele intuïties, die als het ware een moreel zintuig vormen: deze moral sense staat ook bekend als het geweten, waarmee we in ons leven objectieve morele waarden op het spoor kunnen komen.

Zo wordt duidelijk hoe we morele waarden en plichten überhaupt kunnen kennen. Al met al kan theïsme dus het hele spectrum van de moraal (waarden, plichten, verantwoordelijkheid en kennis) uitstekend verklaren en integreren in haar wereldbeeld.’

Dat dit voor het atheïsme heel anders ligt, betoogt hij vervolgens in genoemde opties. Overigens beweert Rutten niet dat atheïsten geen voorbeeldig moreel leven zouden kunnen leiden. ‘Natuurlijk niet, dat is echt onzin’.

Zie: Is God noodzakelijk voor de moraal? (pdf)

Illustr: Truth, a guide (detail cover) – Simon Blackburn: ‘But toleration, which is often, although not always, a good thing, is not the same as relativism, which is never a good thing; and it is vital to understand the difference.’

De filosofie van Christus, met dank aan de Verlichting

JuniusBassus (1)

Een van de redenen die Frédéric Lenoir ertoe heeft aangezet om het boek De filosofie van Christus te schrijven, is dat de diepgaande vernieuwing van Christus’ boodschap vergeten is en zelfs omgevormd tot het exacte tegendeel ervan. Het christendom is sindsdien onbegrijpelijk voor wie de grondteksten niet kent. Lenoir verwijst hiermee naar de kritiek van Jacques Ellul en Søren Kierkegaard. ‘Het kerkelijk instituut heeft zich afgekeerd van zijn grondleggers’.

kierkegaard

Volgens Lenoir was Søren Kierkegaard (sorenkierkegaard.nl) een ‘gekweld christen’ en voelde hij zich de titel christen onwaardig. De beroemde gelovige stelde dat de ‘christenheid’ (de Europese samenleving) de boodschap van het Nieuwe Testament voortdurend de rug heeft toegekeerd.

Het werkelijke christendom bleek er volledig door te zijn verdraaid. Geen woorden zijn hem [Kierkegaard] te hard om de christenheid af te wijzen: ‘deze misdaad’, ‘deze illusie’, ‘dit bedrog’, ‘dit slappe citroenwater’, ‘deze walgelijke dikdoenerij’. (Lenoir)

Het christendom is afgeschaft door zijn verbreiding, door de miljoenen zogenaamde christenen, wier aantal de afwezigheid van de ware christenen en de onwerkelijkheid van het christendom verhult.’ (Kierkegaard)

jacquesellul

Dit vindt weerklank bij de Franse scherpzinnige denker en geëngageerd christen Jacques Ellul (aitheoloog.nl), die langer stilstaat bij de manier waarop deze omkering zich heeft voltrokken. In het essay Subversief christendom van deze jurist, historicus, theoloog en socioloog, schrijft hij:

Hoe is het mogelijk dat de ontwikkeling van de christelijke samenleving en de kerkelijk samenleving een maatschappij heeft doen ontstaan, een beschaving en een cultuur die zo volledig het tegendeel vormen van dat wat de onweersprekelijke tekst is van de Tora en de profeten, als van Jezus en Paulus? Ik zeg volledig en bedoel dat ook. Er is niet slechts tegenspraak op een enkel punt, maar op alle punten.’

Volgens Ellul is het historische christendom een religie geworden, een zedenleer en een macht die zichzelf heeft verrijkt.

Nu ondermijnde de hele boodschap van het Nieuwe Testament de religie, de moraal, de macht en het geld. Door zich af te keren van de boodschap van zijn grondleggers heeft het kerkelijke instituut dus op zijn beurt het christendom ondergraven. De kerk heeft het christendom teruggebracht tot het niveau van een godsdienst (met zijn rituelen en dogma’s) en een moraal (van plicht en onderworpenheid) zoals vele andere, en ze heeft zich laten omkopen door macht en geld.’

fredericlenoirtenhave

Jezus bleef volgens Frédéric Lenoir (foto: Ten Have) wel trouw aan wat hij noemde ‘de wil van zijn vader’ en is niet gestorven omdat God behoefte had aan smart, maar eenvoudigweg omdat Jezus tot aan het einde toe trouw bleef aan de waarheid die hij kwam brengen. Dat is zonder twijfel, vervolgt Lenoir, de reden waarom zijn woorden tweeduizend jaar later nog zo juist klinken.

Lenoir begint zijn boek met een verhaal uit Dostojevski’s De broers Karamazov: een episode van de grootinquisiteur; over de legende van de terugkeer van Christus op aarde. Dostojevski legt hierin het accent op wat hem het belangrijkste lijkt: de kerk heeft Christus’ boodschap van vrijheid verworpen uit naam van menselijke zwakte, om haar macht te vestigen. Jezus bood weerstand, daar waar de kerk bezweek  voor de verleiding.

Opmerkelijk vind ik genoemde uitspraak van Lenoir dat het kruis van Christus niet staat voor de Zoon die lijdt om de toorn van de Vader tot bedaren te brengen, zoals wordt opgevat binnen een doloristische (= de verheerlijking van het lijden, PD), opofferingsgezinde theologie:

Zo’n voorstelling is in tegenspraak met de hele leer van Christus en met zijn openbaring van een liefhebbende God. Jezus accepteert zijn dood, omdat hij geen andere uitweg heeft om trouw te blijven aan zijn boodschap, die onverdraaglijk is voor de religieuze autoriteiten van zijn tijd.. Hij moet ofwel zwijgen en verdwijnen, ofwel zijn boodschap verloochenen, ofwel tot het einde de consequenties aanvaarden en de prijs daarvoor betalen.’

Volgens Lenoir, die ook de grote verdiensten van de kerk beschrijft, werden de geestelijken verblind door het verpletterende succes van hun religie en proefden van de macht.

De kerk werd sterker en ging zich geleidelijk meer met zichzelf bezighouden dan met haar oorspronkelijke doelstelling. Het evangelie werd nog altijd verkondigd, maar de kloof tussen de geboden van Christus en de kerkelijke praktijken werd steeds groter, omdat die meer en meer gericht waren op haar instandhouding, ontwikkeling en gezag.’

De filosofie van Christus, zijn meest fundamentele ethische leer, zo stelt Lenoir al in het begin van zijn boek, ‘bereikte de mensen niet langer door de deur van de kerk, maar keerde terug door het raam van het humanisme van de renaissance en de verlichting!’

Terwijl de kerk met haar inquisitiepraktijken drie eeuwen lang de christelijke leer van de menselijke waardigheid en de geloofsvrijheid aan het kruis spijkert, herleeft deze boodschap dankzij de humanisten.’

En deze paradox vormt het hoofdthema van het boek De filosofie van Christus.

de_filosofie_van_christus_isbn_9789079001132_1_1415502285

De filosofie van Christus | Frédéric Lenoir | ISBN 9789079001132 | Ten Have | 2008 | 270 pag.

Frédéric Lenoir is filosoof en godsdiensthistoricus. Hij werkt als onderzoeker aan de Ecole des Hautes Etudes en Sciences Sociales te Parijs en is hoofdredacteur van Le Monde des Religions. Hij schreef vele essays en historische romans. Zijn werk is in veel talen vertaald.

Lenoir beschrijft hoe de filosofie van Christus werd vertroebeld door kerkelijke instituties, toen in de vierde eeuw het christendom de officiële religie van het Romeinse Rijk werd. Pas duizend jaar later beleeft deze filosofie een nieuwe ‘geboorte’, als Renaissance- en Verlichtingsfilosofen een beroep op haar doen om de Europese samenleving te bevrijden van het juk van de kerk en een modern humanisme stichten. (Ten Have)

Illustr: Christus als leraar – Detail van de sarcofaag van Junius Bassus uit circa 359, gevonden in 1595, bij het graf van Petrus, tijdens bouwwerkzaamheden in de Sint-Pieterskerk in Rome, onder de vloer. (johnveldhuis.com)
– De hemel is niet leeg. Het leven is niet louter een product van de wetten en van het toeval van de materie, maar in alles en tegelijk ook boven alles staat een persoonlijke wil, staat Geest, die zich in Jezus als Liefde heeft geopenbaard. De vroegchristelijke sarcofagen brengen dit inzicht in beeld – in het aangezicht van de dood, wanneer de vraag naar de zin van het leven onontkoombaar wordt. De gestalte van Christus wordt op de vroege sarcofagen vooral op twee manieren uitgelegd: als filosoof en als herder. (rkdocumenten.nl)

update 10 05 2023

‘Als God niet-logisch is, dan bestaat Hij in ieder geval’

mc_escher_origional-waterfall
Eigenlijk gaat het niet om de vraag of God bestaat en of het geloof in God zinvol is. In het middelpunt staat het volgende probleem: waarom geloven we in God? Wat maakt God voor ons bruikbaar en waardevol? Filosoof Jan-Auke Riemersma vraagt zich dit af in zijn artikel Katafatisch. Die titel staat voor zoiets als bevestigend spreken over God. Volgens hem biedt God in ieder geval ‘eschatologische hoop’.

Voor de Lachende Theoloog, zoals de docent filosofie zich ook wel noemt, is het antwoord op deze vraag niet moeilijk te geven. Voor hem is het zonder meer duidelijk dat wij zelf niet in staat zijn om te weten wat de waarde en de zin van het leven is.

Waarom dit lijden, waarom dit vervloekte bestaan, waarom zijn wij, onwetenden, op deze planeet in een eindeloos grote werkelijkheid? We kunnen, als we inhoudelijk willen spreken over de ‘zin’ van het bestaan, niet anders dan verwijzen naar een persoon of zaak buiten (of ‘boven’) ons. Het minste wat we mogen willen is ‘eschatologische hoop’.’

Volgens Riemersma overtreft God, vanzelfsprekend, de grenzen van ons logisch werkende verstand. God zelf is dan niet-logisch, denk ik logischerwijs. Dat verklaart tevens de wonderen die zijn goddelijke incarnatie op aarde, Jezus, indertijd deed. Wonderen zijn per definitie niet-logisch.

‘Anselmus zegt in Proslogion 16: ‘Heer, Gij zijt dus niet slechts datgene waarboven niets groter gedacht kan worden, maar ook iets groter dan gedacht kan worden’. Als wij God inderdaad beschouwen als een wezen dat in alle opzichten perfecter is dan wij zijn, zelfs in die mate dat Hij ons begrip overstijgt, waarom zouden we dan vasthouden aan de idee dat God zich moet onderwerpen aan de logische regels?’ (Uit: proefschrift Naturalisme and Theism, pag 100 (over de integratie van wetenschap en religie, 2011) – Riemersma.)*

Hierover gaat zijn artikel: als God niet-logisch is, dan bestaat Hij in ieder geval. We zijn niet in staat om – Riemersma parafraseert natuurkundige en filosoof Evan Fales – het bestaan van God op logische en systematische wijze te ontkennen.

Of, anders gezegd: een niet-logische werkelijkheid is voor ons zo complex en overvloedig dat het begrip ‘God’ altijd ergens naar verwijst.’

janriemersmaJan-Auke Riemersma (foto: J-AR) verwijst ook naar Descartes die stelde dat God zelfs het ‘[logisch] onmogelijke’ kan. Welk concept is bruikbaar, vraagt Riemersma zich ten slotte af. Maar eigenlijk doet dat er niet toe, zo concludeert hij.

Is God goed én niet-goed? Probeer niet te doorgronden wat dit betekent, maar streep de eigenschap weg die niet bruikbaar is.’

Om vervolgens het volgende probleem in het middelpunt te zetten: Waarom geloven we in God? Wat maakt God voor ons bruikbaar en waardevol? Dat weten we misschien pas echt bij het einde der tijden. Is de eschatologische hoop.

* De conclusie van dit proefschrift luidt: ‘Het is mogelijk om naturalist en theïst te zijn. De werkelijkheid, zoals wij deze bezien, bestaat uit twee domeinen. Het is daarom mogelijk om wetenschap te bedrijven en te geloven in een God die de wetenschappelijke beschrijving van de werkelijkheid te boven gaat.’

Zie: Katafatisch

Illustr: visualfunhouse.com