God als diepste grond van het eigen innerlijk


Zijn we bereid op zoek te gaan naar het eigenlijke diepste zelf, met het vermoeden dat de grond van dat zelf God is, het eeuwige, als zin en fundament van het bestaan? Welmoed Vlieger vraagt zich dat af in haar artikel Over de grond van de ziel – Daar waar de mens geworteld is in het eeuwige. ‘Slechts in het aanvaarden van innerlijke leegheid openbaart zich de vrijheid van de mens en de geborgenheid in een God. Een God die niet langer in de natuur gezocht, maar als diepste grond van dit eigen innerlijk gevonden wordt.’ 

Vlieger, onder meer docent aan de Hogeschool Geesteswetenschappen Utrecht (nu: Academie voor Geesteswetenschappen, update 19-04-2017), laat zich in haar zoektocht gidsen door drie mystieke denkers: Eckhart, Kierkegaard en Hammarskjöld. Ze schrijft over de thematiek van het zwijgen, de eeuwigheid, de ‘Godsgeboorte in de ziel’, de kierkegaardiaanse ‘sprong’ en een God die niet langer in de natuur, maar als diepste grond van het eigen innerlijk gevonden wordt. 

‘Dit kapitale onderscheid tussen ‘de waarheid op zich’ en ‘de waarheid voor mij’ is voor de zelfverklaarde ‘antifilosoof’ (Kierkegaard, PD) cruciaal: ‘Het gaat erom een waarheid te vinden die waarheid is voor mij, de idee te vinden waarvoor ik wil leven en sterven.’ Waarheid is met andere woorden geen dogmatisch of wijsgerig vraagstuk maar een concrete levenstaak, die alleen door een zelf genomen besluit kan worden bepaald en in het concrete handelen tot uitdrukking komt. Óf er een eeuwigheid bestaat is dus eigenlijk niet de juiste vraag. Waar het om gaat is: hoe serieus neem ik, nemen wij de eeuwigheid?’ 

Meister Eckhart noemt de eeuwigheid ‘eeuwig nu’. Om hiermee contact te maken moeten we ons losmaken van onze in tijd verlopende, hardnekkige pogingen om identiteit te zoeken in werkelijkheidsfragmenten.

‘Het komt er op aan innerlijk leeg en ontvankelijk te worden, in te keren in de zielsgrond. Hier in de grond, waar ‘de veelheid van de tijd’ geen vat op heeft en tijd en eeuwigheid samen vallen, ‘is het middel zwijgen’, aldus Eckhart.’  

Voor Kierkegaard is de eeuwigheid veel dichterbij dan vaak gedacht wordt en wel in de concrete werkelijkheid van alledag. De sprong in het geloof.

Geloof, hier dus nadrukkelijk niet begrepen als een ‘naïef vasthouden aan een ingebeelde God’ zoals zelfverklaarde atheïsten het nog wel eens willen duiden, maar als uitdrukking van een existentiële stap, een zelfverhouding die moed vraagt: ‘Als ik mij tot mijzelf verhoud, dan ontmoet ik als eindig-oneindig mens mijn grond. Dit is niet datgene wat ik zonder meer en in alle concreetheid ben, maar dat wat ik in diepste grond ben. En deze grond is het eeuwige.’

Zie: Over de grond van de ziel – Daar waar de mens geworteld is in het eeuwige

Illustr: 5thdimensionhealing.com

welmoedvlieger

Welmoed Vlieger heeft Wetenschap van Godsdienst en Levensbeschouwing en Wijsbegeerte gestudeerd. Zij is freelance-docent/publicist en verzorgt trainingen, workshops en lezingen. Zij was tot voor kort voorzitter van de Vrije Gemeente Amsterdam en volgt momenteel het seminarie aan het OVP te Bilthoven. welmoedvlieger.nl

(foto: mijnzinweb.nl)

Bestaat de ziel nog?

dezielopnieuw (1)
Ooit was de ziel vanzelfsprekend, in de filosofie, de poëzie, de religie en in de dagelijkse ervaring. Dat niet alleen, ze voerde ook het woord. Ze sprak met zichzelf – op fluisterende toon. Ze ontdekte zichzelf in tweegesprekken, met een andere ziel, of met God.

‘Ziel, verlangen, God, schoonheid. Het zijn woorden uit een voorbije tijd. Grote woorden, maar verloren woorden. Ze spreken niet meer vanzelf en tegelijkertijd begeleiden ze ons nog altijd. Eerst leken zij op sterven na dood te zijn, als meubelstukken die we geërfd hebben, maar die het niet uithouden in de nieuwe inrichting. Is God niet vooral een obstakel voor de menselijke vrijheid?’

Bovenstaande woorden komen uit het boekje De ziel opnieuw van filosoof en dichter Renée van Riessen; docent godsdienstfilosofie aan de PThU in Groningen en bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Universiteit Leiden. Van Riessen vraagt zich hier onder meer in af of de ziel nog bestaat en zoekt daarvoor bij Plato, Levinas en Kierkegaard, maar ook bij dichters en schrijvers.

‘Het denken van Kierkegaard en Levinas over onderwijs geeft aanleiding tot nieuw denken over de ziel, vanuit joods en christelijke inspiratie. Daarom kreeg dit boekessay de titel De ziel opnieuw. In de ondertitel komen de woorden terug die dit betoog verbinden met de oratie die er de kiem van was: innerlijkheid, inspiratie en onderwijs.’

Het essay is een uitwerking van de oratie die Van Riessen heeft gehouden bij de aanvaarding van de bijzondere leerstoel Christelijke Filosofie aan de Universiteit Leiden: Verder gaan dan Socrates? Over onderwijs, innerlijkheid en inspiratie bij Kierkegaard en Levinas. (Van Riessen, 2012)

Renée van Riessen-1

‘De ziel is een van de grote verloren woorden van onze tijd – schreef de cultuurfilosoof Alessandro Baricco in zijn recente boek De Barbaren. Maar wat zijn we dan precies verloren? Is het de toegang tot ons innerlijk, of het besef dat dit innerlijk ertoe doet? Of raakten we de ziel al eerder kwijt, in de tijd dat Descartes een scherp onderscheid begon te maken tussen bewustzijn en materie? Bewustzijn is onzichtbaar en wordt tegenwoordig bij voorkeur via de zichtbare weg (de hersenen, ‘het brein’) bestudeerd en besproken.’

Renée van Riessen (foto: PThU) is filosoof en dichter; ze doceert godsdienstfilosofie aan de PThU in Groningen en is bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Universiteit Leiden. Van Riessen is auteur van Man as a Place of God, Levinas’ Hermeneutics of Kenosis (Springer, 2007) en publiceerde vier dichtbundels bij Uitgeverij Prometheus, waarvan de laatste (Krekels in de keuken) verscheen in 2008.

Op vrijdagmiddag 15 november a.s. houdt de PThU van 14 tot 17 uur een studiemiddag, getiteld Het gewicht van de ziel. De bijeenkomst vindt plaats in de filmzaal van de vestiging in Groningen, Oude Ebbingestraat 25. Sprekers zijn o.a. Renée van Riessen en Désanne van Brederode. Aanleiding voor de studiemiddag is de verschijning afgelopen zomer van het boek-essay De Ziel opnieuw door Renée van Riessen bij uitgeverij Sjibbolet in Amsterdam.

Zie: Het gewicht van de ziel 

De ziel opnieuw | Renée Van Riessen | ISBN10 9491110136 | ISBN13 9789491110139 | € 15,50

Een zielloos tweede leven in een computer

535d5bca2bbf9dabc08bb36df4ec5c14_medium
Stephen Hawking beweerde 20 september jl. dat onze hersens mogelijk een tweede leven kunnen krijgen via een computer. Hij zei dat zijn idee momenteel theoretisch is, maar dat ons brein op soortgelijke wijze als een computer functioneert en daarom theoretisch na de dood op een computer zou kunnen worden overgebracht, en daarop blijven functioneren ‘zonder het lichaam om het aan te drijven’.

‘Een aparte onderzoeksgroep genaamd de ‘Brain Preservation Foundation‘, werkt aan de ontwikkeling van een proces om het brein te preserveren samen met zijn herinneringen, gevoelens en bewustzijn. Het proces, chemische fixatie en plastic verankering genaamd, omvat het omzetten van het brein naar plastic, waarna dit in dunne plakjes wordt gesneden, om het dan in een synapsedriedimensionale structuur in een computer te laden.’ (Illustr: brainpreservation.org)

Een bizarre ontwikkeling. Als je niet in God gelooft, moet je het eeuwig leven wel zelf fabriceren, zal Hawking gedacht hebben. Als zijn idee in de praktijk wordt gebracht, zal het brein echter weinig doen. De ziel van de mens verhuist immers niet mee naar de computer. De (geest van de) mens zelf is dood, alleen de hersenen doen het nog, misschien. Niet meer dan een machientje zonder bewustzijn. Gelukkig maar, want een mens in een computer lijkt me een helse marteling; een eeuwigdurende gevangenis.

Stephen Hawking in Gocompare.com ad
Stephen Hawking (foto: PA) denkt dat het brein als een programma in de geest is, dat als een computer werkt, meldde The Telegraph.

‘Dus is het theoretisch mogelijk het brein naar een computer te kopiëren en zo in een vorm van leven na de dood te voorzien.’ Hij bevestigde dat een dergelijke prestatie ‘buiten onze huidige capaciteiten’ ligt.

Niet dus, geen tweede leven, want er is geen persoon of ziel die het brein aanstuurt. Het brein zal zielloos zijn, hooguit met behulp van techniek een robotarm omhoog krijgen, of iemand schoppen met een robotvoet. Een puur technisch gebeuren dus, de mens zit niet meer in het brein. Er is dus geen sprake van een tweede leven. Hooguit zal het bewijs geleverd worden dat hersenen helemaal niets zijn zonder ziel. Een levenloze machine, gevangen in techniek.

paultiesingaVolgens Paul Tiesinga (foto: RU), hoogleraar Neuroinformatica aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, zelf werkend aan een computermodel van het menselijke brein als een van de hoofdonderzoekers binnen het Human Brain Project (HBP), zullen waarschijnlijk alleen basale functies van het brein tot in detail kunnen gesimuleerd kunnen worden. In het artikel Je brein in een computer, zegt hij:

‘We zullen geen ‘geest’ creëren. Onder andere omdat we geen ervaringen in het model zullen stoppen.’

pimhaselagerNeurofilosoof Pim Haselager (foto: RU) stelt in hetzelfde artikel dat het brein niet compleet is zonder lichaam.

‘Het is opvallend dat alle wezens die een cognitieve beleving hebben – zoals pijn en honger – afhankelijk zijn van een hele nauwe samenwerking tussen hersenen en lichaam. Van die wederzijdse verknoping hangt onze overleving af, en het is mijns inziens ook een vereiste voor bewustzijn.’

‘Om te beginnen met de meest filosofische vraag van allemaal: hoe weet je zeker of een computer of robot bewust is? Een computer kan daar van alles over beweren, want je kunt hem programmeren om dit te doen. Koud kunstje om hem te laten zeggen: ‘Ik besta’, of ‘Ik denk dus ik ben’. Maar qua beleving kan hij dan nog steeds als een ijskast zijn: hij voelt niets.’

Zie: Stephen Hawking says it maybe possible for our brains to have an afterlife via computers 

en: Je brein in een computer (Kennislink)

Bron: Knipsels (30 september 2013) 

Illustr: plazilla.com (Het Human Brain Project)

Het nieuwe denken: de Derde Weg

paradigma
De denkwijze die alle natuurverschijnselen reduceert tot materie wordt aangeduid als ‘het materialistisch paradigma’. Antropoloog Hans Feddema vraagt zich af hoe steekhoudend dit materialistisch paradigma nog is. Feddema zoekt een Derde Weg, zonder de twee dominante geloofssystemen, namelijk het (dogmatisch) kerkelijke en het (materialistisch) wetenschappelijke, af te schrijven.

Spiritualiteit
Feddema is van mening dat de spiritualiteit het opereren vanuit het hart centraal stelt, zonder de ratio weg te duwen. Hij ziet tevens dat wetenschap ook irrationele trekken kan hebben met soms ook axioma’s of onbewezen vooronderstellingen, waarvan men lange tijd maar blijft uitgaan in het onderzoek. Bovendien, zo vervolgt de oud-docent van de VU, wordt het positivistische model vandaag ook wel vervangen door het constructivistische dat stelt dat kennis door mensen wordt geconstrueerd, ook in interactie tussen hen en de werkelijkheid.

‘Dit impliceert dat echte objectiviteit niet mogelijk is en het zelfs de vraag is of de werkelijkheid wel bestaat, zeker als we ons in het waarnemen zoals Frank Hermans voorstaat beperken tot onze vijf zintuigen. Ons ik lijkt op een bril die ons laat zien wat er zo niet is. Ook in de wetenschap begint nu door te dringen, dat wij als waarnemer niet te scheiden zijn van wat wordt waargenomen, dat we met onze ratio en zintuigen een wereld(beeld) scheppen, die door anderen niet wordt gedeeld.’

HansFeddemaHermans is de socioloog die Hans Feddema (foto: civismundi.nl) liet weten anders te denken en van mening is dat ‘leven volgens de evolutietheorie voortgekomen is uit materie’ en ‘bezieling onnodig’ is. Hermans staat open voor een nieuw denken, maar dat moet dan wel aan de ‘wetenschappelijke meetlat’ onderworpen zijn.

Via de ratio inzien dat het anders vastloopt en ‘interdependentie zorgt wel voor meer empathie’. Wat empirisch bewijsbaar is, telt volgens hem.’

Nieuwe spiritualiteit als Derde Weg
Die discussie vloeide voort uit het sociologisch essay over de Nieuwe Spiritualiteit als Derde Weg en een essayachtig antwoord aan priester Antoine Bodar, omdat deze wat uit de hoogte de Nieuwe Spiritualiteit veroordeelde en amechtig terugverlangde naar het ‘rijke roomse leven’, zonder er blijk van te geven dat restauratie in deze een illusie is.

Feddema schrijft een vervolgserie over het materialistisch paradigma op Zinweb; er zijn nu twee delen verschenen, onder de titel Hoe valide is het materialistisch paradigma nog? (Wordt vervolgd.) In het tweede deel stelt hij dat we niet ons (tijdelijke) lichaam zijn maar dat we een lichaam hebben.

‘Natuurlijk is in deze optiek alles bezield, ook de aarde en de natuur. Ja, zelfs onze hersenen en daarvan niet in de laatste plaats de rechterhelft, omdat vooral deze (anders dan de linker helft, waar controle hoog scoort) wordt geleid door onze zielenkracht in de richting van vrolijkheid, verjonging, levendigheid, (zelf)vergeving, moed, passie, pure liefde en overgave aan onze authentieke kracht. De ziel is een en al (levens)kracht en wil zich manifesteren via het hart en het lichaam. Zij denkt niet, maar voelt via innerlijk weten en via intuïtie.’ 

David_Bohm‘Nieuwe Einstein’ David Bohm
Feddema verwijst in het tweede deel naar theoretisch fysicus en ‘nieuwe Einstein’ (foto: wikimedia) David Bohm, die stelde dat er een soort impliciete orde is die het substraat van de expliciete werkelijkheid vormt, een orde van energie die het bewustzijn zelve is, en voorts dat ook materie ontstaan is uit aggregaten van bewustzijnsenergie.

De antropoloog stelt dat de beperking tot de ratio en/of de zintuigen te meer eenzijdig is, nu de psychologie na Freud en Jung ten lange leste geaccepteerd is als wetenschap en daarmee ook vast kwam te staan dat naast ons waak- en creatief bovenbewustzijn we een groot en invloedrijk onderbewustzijn hebben, dat verbonden is met de omringende geestelijke wereld, door Carl Jung het Collectief Onbewuste genoemd.

‘Creatief en spiritueel van belang is dat we het dualistisch denken in tegenstellingen aan het overstijgen zijn en gaan in de richting van eenheidsbewustzijn.’

Zie: Hoe valide is het materialistisch paradigma nog? (1) (Zinweb)

Hoe valide is het materialistisch paradigma nog? (2) (Zinweb)

Gerelateerd: Een authentiek Godsbesef dat haaks staat op dat van Antoine Bodar (vangodenenmensen)

Illustr: blokvijf.nl

Een wetenschappelijk argument voor de eeuwigdurende ziel


De documentaireserie ‘Through The Wormhole’ gaat over existentiële vragen en de geheimen van het heelal. Wat er gebeurt als we sterven, wat ons tot unieke wezens met een bewustzijn maakt en of er leven is na de dood.  Morgan Freeman 
is de presentator. Hij vertelt over de geheimen van de kosmos die aan gene zijde van het wormgat liggen en vraagt zich af of er een vonk in ons doorleeft nadat ons lichaam is gestorven.
‘De zoektocht naar de waarheid is een speurtocht naar de ziel.’

Hieronder geef ik summier – en slechts gedeeltelijk – weer wat er in de documentaire ter sprake komt in het eerste deel: ‘Is there life after death?’. We zien neurochirurg Eben Alexander (foto: Trouw) die meningitis kreeg. Na zeven dagen hersendood te zijn geweest, ontwaakte hij uit zijn coma.
Hij vindt zijn bijna-doodervaring die hij toen had lastig te verklaren vanuit een neurowetenschappelijk standpunt en zegt dat er geen goede neurofysiologische verklaring is voor bijna-doodervaringen.

Dr Stuart Hameroff van de Universiteit van Arizona bestudeert het bewustzijn en is ook anesthesist.

‘Onder narcose dromen mensen niet. Er is geen bewustzijn, geen besef van tijd. Narcose neemt het bewustzijn weg, maar het brein blijft actief.’

Hameroff raakte geobsedeerd door het verband tussen hersenactiviteit en bewustzijn en kwam  in contact met natuurkundige Roger Penrose. Samen ontwikkelden ze een theorie hoe het brein werkt. Die vormt een wetenschappelijk argument voor een eeuwigdurende ziel. De kern ervan vormen volgens hen de microtubuli in de hersencellen. Ze denken dat ze de ‘boordcomputers van de cel’ vormen. En deze verwerken informatie op moleculair niveau.
Volgens Hameroff en Penrose stellen neuronen ons in staat om als kwantumcomputer te werken.

Volgens sommige geleerden spelen kwantumprocessen een rol bij bewustzijn. De neuronen in de hersenen zijn verbonden ondanks hun onderlinge afstanden. Volgens Hameroff (foto: dailygrailen Penrose hebben veranderingen in de microtubuli in één cel gevolgen voor microtubuli in een andere.

Maar dat is nog niet alles. Volgens de kwantumtheorie kan elk punt in de ruimte, zelfs lege ruimte, informatie bevatten.

‘Op het laagste niveau bevindt zich kwantuminformatie. Ze hangen samen en de één beïnvloedt de ander.’

De microtubuli kunnen verstrengeld raken met de wereld buiten het brein. Net zoals deze neuronen zijn verstrengeld, kan het bewustzijn verstrengeld zijn met de wereld buiten het brein. Volgens Hameroff bestaan onze zielen uit iets fundamentelers dan neuronen. Ze bestaan uit stof waaruit het universum is gebouwd.

‘Ik denk dat de voorloper, het protobewustzijn, wellicht al sinds de Big Bang aanwezig is.’

Dat lijkt op het geloof van boeddhisten en hindoes dat het bewustzijn onderdeel is van het universum.  Misschien is er verder niets in het universum. Als het bewustzijn een kwantumproces is kan dat het raadsel van de bijna-doodervaringen oplossen.

‘Stel dat het hart stopt met slaan en de bloedsomloop stopt. De microtubuli raken hun kwantumtoestand kwijt. Maar de informatie in de microtubuli kan niet worden vernietigd. Die verspreidt zich over de rest van het universum. Als de patiënt wordt gereanimeerd keert de kwantuminformatie terug en heeft hij een bijna-doodervaring. Als de patiënt daarentegen overlijdt, is het mogelijk dat de kwantuminformatie buiten het lichaam voorbestaat als ‘ziel’.’

De wetenschap heeft moeite met de ziel als kwantumcomputer. Maar Hameroff denkt dat onderzoek zijn beweringen staaft. Kwantumeffecten sturen aantoonbaar diverse biologische processen: van de vogeltrek tot fotosynthese en onze reuk.

‘Niemand heeft de theorie serieus aangevallen. Hij staat nog altijd. Nieuwe bewijzen steunen de ideeën die we 15 jaar geleden postuleerden. Maar we weten nog altijd niet waar het bewustzijn vandaan komt of wat ermee gebeurt als we sterven. Als we het bewust zijn konden meten, konden we antwoorden formuleren. Wellicht kan dat binnenkort. Eén geleerde dringt door in onze geest in de hoop het mentale patroon te ontdekken die maakt wat we zijn.’

Freeman stelt dat als de ziel zelfbewust is, hij niet is voorbehouden aan de mens. Een mier heeft er wat van, een kwal iets meer, een hond nog meer. Hoe meer intellectueel vermogen, hoe meer ziel. Zo varieert het zielsniveau van dier tot dier en van mens tot mens.

Volgens Alexander zou je op basis van bijna-doodervaringen denken dat het bewustzijn functioneert buiten het lichaam om. Hameroff en Penrose (foto: wiki) denken dat de kwantumaanpak van het bewustzijn kan verklaren waarom we hier zijn, of er een leven na de dood is, of we reïncarneren en of het bewustzijn na onze dood voortbestaat.

Alexander heeft de overtuiging – en hij weet het zeker – dat onze zielen buiten dit aardse bestaan voortleven. Dat is de ware realiteit. Daar komen we achter als we deze aarde verlaten.

Freeman voegt daaraan toe dat we uiteindelijk allemaal achter de waarheid komen.

Bron: ‘Through The Wormhole: season two,  with Morgan Freeman. ‘Is there life after death? DVD-Video – nbdbiblion.nl – bestelnummer: 2012.17.4364.

‘De onsterfelijke ziel bestaat niet’


Theoloog Huib Godding zegt dat in de nieuwe catechismus wordt gezegd dat de hele mens sterft, maar in Gods hand blijft. ‘De Bijbel is een geloofsboek en zegt volgens hem niets over een onsterfelijke ziel, wel over een levenswind die ingeblazen wordt. Van oudsher denken mensen dat het lichaam sterft en dat de ziel blijft bestaan. Een lichaam functioneert niet zonder ziel. Lichaam en ziel vormen een eenheid.’

‘Van het Oudnederlands Woordenboek van voor 1200 tot in onze tijd staat bij het woord ziel dat die onsterfelijk is. Pas in het handwoordenboek Nederlands van Van Dale uit 1996 komt een kentering. Het laatste woord is nog niet gezegd over dit onderwerp.’ (Leids Nieuwsblad)

Wat voor kentering? Dat de ziel niet langer onsterfelijk is? Dan heb ik blijkbaar een bijzondere uitgave van de Dikke Van Dale, de dertiende druk uit 1999. Die omschrijft de ziel onder meer als:

‘In bespiegelende of godsdienstige zin opgevat als een hoger beginsel, van goddelijke oorsprong en onsterfelijk geacht, rechtstreeks door God geschapen.’

Volgens de dominicaan André Lascaris, gepromoveerd in de theologie in Oxford, is de oorsprong van dit beeld van een te scheiden lichaam en ziel vooral te vinden in het erfgoed van de Griekse wijsbegeerte waarin gedacht werd dat heel de werke­lijkheid uit een hoger en uit een lager element bestaat. ‘De mens had een hoger element in zich, de ziel, die on­sterfelijk was, en een lager element, het sterfelij­ke lichaam.’ Het lijkt de dominicaan beter niet het bestaan van een onsterfelijke ziel aan te nemen.

‘Als er een toe­komst is voor de mens na zijn dood bij God, betekent dit in mijn ogen dat bij de dood de relatie met God blijft bestaan. God houdt deze relatie in stand en vanuit die relatie ontspringen dan opnieuw de relaties met anderen. Met andere woorden; de verrijzenis vindt plaats op het moment van onze dood. Want de verrijzenis is geen reanimatie van een lijk, maar een nieuw bestaan met God.’

Volgens de site erstaatgeschreven.nl wordt in de Bijbel het woord onsterfelijk maar één keer gebruikt. Het woord onsterfelijkheid wordt vijf keer gebruikt. Geen enkele keer wordt één van deze woorden gebruikt om een onderdeel van de mens te beschrijven dat altijd blijft leven.
Teksten, die verwijzen naar onvergankelijkheid/onsterfelijkheid, zijn óf omschrijvingen voor God, óf ze beschrijven een geschenk van God aan de mens. Onsterfelijkheid is geen eigenschap, die de mens uit zichzelf heeft.

Huib Godding
(foto: Flickr – Jan Slotboom)

Huib Godding houdt een lezing met discussie over de ziel op maandagavond 26 november in de derde lezing van de lezingenserie van de Leidse Studenten Ekklesia
Burggravenlaan 2, 20 uur
Leiden

Informatie is te vinden bij de Leidse Studenten Ekklesia. Eén avond is al geweest, over de ziel in de filosofie. De tweede lezing vindt plaats op 12 november, door prof. dr. Matthias Smalbrugge, over de ziel in de literatuur.

Zie: Is de ziel ter ziele?

en: Lichaam en ziel. Een on-Bijbels beeld

Gerelateerd: Gaat de deur naar het hiernamaals een stukje open?