‘De islam gaat imploderen en dat zal gewelddadig zijn’

islam.jpg

‘De Koran is op dit moment de gevaarlijkste illusie’, zegt Maarten Boudry in het magazine EOS. Al eerder zei hij bij Liberales dat de gevaarlijkste illusie de letterlijke interpretatie is van wat er neergeschreven staat: juist ‘de overtuiging dat illusies, en met name godsgeloof, goedaardig en onschuldig zijn, is zelf een gevaarlijke illusie’. Politiek wetenschapper Annie Laurent stelt nu bij Didoc dat de islam onverbiddelijk ineen zal storten en dat dit ‘groot leed zal veroorzaken voor de moslims en voor degenen die in hun nabijheid leven’.

Ik zeg niet dat de islam morgen zal ineenstorten, maar wel dat hij zal ineenstorten, onverbiddelijk, en dat zal groot leed veroorzaken voor de moslims en voor degenen die in hun nabijheid leven. Het zal decennia duren en zich vertalen in vreselijke conflicten! Een van de krachten van de islam is dat hij zich belast met heel de mens. Het is een erg omlijnde religie, waarin het geweten niet aangesproken wordt. Iedere persoon die dit kader verlaat zal een diepe existentiële crisis meemaken.’

Annie Laurent is schrijfster, journaliste en specialist op gebied van het Midden-Oosten, en heeft een master in Internationaal Recht. Zij haalde een doctoraat in politieke wetenschappen met haar thesis over ‘Libanon en zijn omgeving’. In het artikel De zwakheid van de islam beschrijft Laurent de hedendaagse islam als een religie ten prooi aan een diepe crisis die zelfs zijn bestaan op losse schroeven zou kunnen zetten.

De islam wordt op dit ogenblik ernstig in vraag gesteld. De moslims hebben overal ter wereld toegang tot het internet, zelfs in Saoedi-Arabië. Zij zien andere denkwijzen, andere manieren om de religie te begrijpen. Een deel ervan leeft in landen met christelijke wortels, en dat vertaalt zich natuurlijk naar vragen over hun eigen oorsprong. Sommigen ergeren zich met name aan de aanspraak van de islam om heel hun leven te beheersen met willekeurige voorschriften. Ieder jaar zijn er in Marokko jonge mensen die op de pleintjes eten in volle ramadan en zo het religieus verbod naast zich neerleggen. Zij worden trouwens regelmatig opgepakt door de politie.’

Geweld is een teken van zwakheid!’ antwoordt Laurent als Didoc stelt dat in vele landen zoals Irak, Saoedi-Arabië of Pakistan de islam steeds strenger wordt, en vaak gewelddadig. Niettemin stelt zij dat er een interessante ontwikkeling gaande is, al is zij niet optimistisch over een ‘zachte overgang’ van de islam.

Er is een interessante ontwikkeling aan de kant van wat men ‘de nieuwe denkers van de islam’ noemt. Ik denk aan Abdelmajid Charfi, auteur van ‘De islam tussen boodschap en geschiedenis’. Een andere Tunesiër, Mohammed Charfi, had een leerstoel onder Ben Ali en heeft ‘Islam en vrijheid’ geschreven. Maar vaak worden zij slecht onthaald! In tegenstelling tot wat men vaak denkt, is het nog moeilijker voor hen geworden om zich te uiten sinds de Arabische lente. Zoals Nasr Abou-zeid, die als afvallige verbannen werd en naar Nederland moest vluchten, zei: het lot van deze intellectuelen stemt mij niet optimistisch over een ‘zachte overgang’ van de islam.’

Zie: De zwakheid van de islam

Illustr: Fubar.mobi

‘De waarachtige gelovige is een twijfelende, zoekende gelovige’

Geloven

‘De waarheid is dat ik verre van duidelijk kan zijn, zelfs al zou ik het willen. Ik stel mezelf gerust met de gedachte dat vaststaande ideeën verdacht zijn en zekerheden niet bestaan. De waarachtige gelovige is voor mij een twijfelende, zoekende gelovige. Geloofs-weters wantrouw ik.’ – Dit zegt journaliste Nuweira Youskine, in haar artikel Geloven tussen moskee en disco, in het boek Geloven, spirituele denkers uit de hele wereld getuigen, onder redactie van Jürgen Mettepenningen.

Al deze vaagheden bij elkaar maken dan toch een ruwe schets van mijn geloofsvisie mogelijk, bestaande uit een onderbouw en een bovenbouw. De onderbouw is gegoten in een dunne laag van islamitische geloofsbeginselen. De bovenbouw is gestoeld op de bestudering van islamitische bronnen en een snufje mystiek.’ (Youskine)

Youskine denkt open en boeiend over haar spiritualiteit. Met 45 anderen, waaronder Anselm Grün en Joris Vercammen, geeft zij een getuigenis van haar spirituele denken. Maar ook kom je een zenmeester uit Japan tegen, een Pakistaanse sjeik, of een Finse lutheraanse professor. Als je bij uitgever Lannoo naar dit boek zoekt, kan je een inkijkje nemen en zo de bijdragen lezen van Youskine (Geloven tussen moskee en disco) en Jean Vanier (Elkaar in broosheid dragen).

Misschien heb ik maar één werkelijke overtuiging, die erin bestaat dat er een God is die een bestemming voor elke mens heeft. Hij is de motor van het leven: het godsvonkje in ons allen en tegelijkertijd onmetelijk ver boven ons verheven. Voor iedere ziel bestaat de mogelijkheid om verder te groeien. Dat is uiteindelijk waarom we op deze aarde zijn, of we dat nu beseffen of niet.’ (Youskine)

Voor Youskine is het een overtuiging die zij iedereen zou gunnen. Maar ze vraagt zich wel af hoe zij dit idee bij anderen moet aanprijzen als zij zelf nog worstelt met de vraag wat dit concreet betekent. Niettemin doet zij een poging. Haar schrijven leest als een meeslepende autobiografie, je wilt weten hoe haar zoektocht naar God verloopt, van moskee naar discotheek.

En zo gaat het in haar zoektocht over haar jeugd, haar identiteit, haar broers, haar oudoom Hazrat Inayat Khan (de stichter van het ‘westers soefisme’), en haar vader die van mening was dat een religieus besef de eerste trede is naar de spirituele ontwikkeling van de mens en dat dit religieus besef handen en voeten kan krijgen door het volgen van een godsdienst.

Pas veel later realiseerde ik me dat deze concrete toepassing van godsdienstige rites een waardevolle opstap had gevormd. Deze islamitische grondbeginselen vormden de basis van waaruit we ons een weg zouden kunnen banen naar het meer overkoepelende soefisme.’ (Youskine)

Aan de universiteit van Leiden ging ze via een omweg uiteindelijk islamologie studeren. In Leiden werd enerzijds, zoals het hoort vanuit de universiteit, haar kritische geest ontwikkeld en de bestudering van de bronnen gestimuleerd en anderzijds leerde zij daar ook de vriendin kennen die de grootste invloed zou hebben op haar religieuze en spirituele ontwikkeling.

Ze vroeg me een keer, toen we elkaar net kenden, welk geloof ik eigenlijk aanhing. Ik werd (en word nog altijd) een beetje nerveus van die vraag. ‘Tja,’ mompelde ik dus, ‘daar kan ik nooit zo goed antwoord op geven.’ ‘Maar je naam, je afkomst … Je bent toch gewoon moslim?’ Ik keek haar hulpeloos aan. ‘Ik denk het niet’, antwoordde ik. Ze begreep er niets van. ‘Geloof je in God, één God?’ ‘Ja.’ ‘Geloof je in Mohammed als de laatste profeet?’ ‘Ja.’ ‘Nu, dan ben je dus moslim’, besloot ze kordaat. Ik heb me nooit thuis gevoeld bij dat etiket en dat doe ik nog steeds niet.’ (Youskine)

Youskine is nu zo ver dat zij het veel boeiender vindt eens te kijken wat zij zélf nu precies uit haar wereldse en spirituele zoektocht haalt. Soms is ze dan op zoek naar regels en houvast, soms op zoek naar bandeloosheid en verdoving. – Het lezen waard. En in het boek nog 45 andere spirituele denkers.

Geloven. Spirituele denkers uit de hele wereld getuigen | Jürgen Mette­penningen (red.) |
uitg. Lannoo | Tielt (Blg) | 2015 | ISBN 978 90 209 36575 287 blz. | € 29,90

Afkomstig uit een achtenswaardige familietraditie met wortels in India, is de in Nederland geboren Nuweira Youskine (1977) tegenwoordig actief als schrijfster, journaliste en columniste. Daarvoor studeerde ze Islamologie aan de Universiteit Leiden. Met de intentie voorbereidend promotieonderzoek te verrichten, vertrok zij in 2003 naar Damascus, Syrië, verbleef daar twee jaar en liep nog een half jaar stage op de Nederlandse ambassade in Amman, Jordanië. Eenmaal definitief terug in Nederland ging zij aan de slag voor diverse media. Ze laveert als moslima tussen loyaliteit aan haar roots en kritische zin in een samenleving vol vragen. Zelf heeft ze het over het geloof als een schakelaar die doorstroming mogelijk maakt, en over een gaatje boren richting God. Dat gaat niet vanzelf, maar het maakt geloven er niet minder boeiend om. Het is volgens Nuweira een zoektocht, van moskee tot discotheek. Ze voelt zich in beide thuis. Haar geloof is niet te begrijpen zonder de achtergrond van de familie ter sprake te brengen. Maar ook niet te begrijpen zonder de afstand die ze ervan genomen heeft. (Uit: Geloven)

Wetenschap en creationisme kruisen de degens

crocoduck (2)

Hans Degens, universitair hoofddocent in Muscle Cell Physiology aan Manchester Metropolitan University, antwoordt op Geloof & Wetenschap op Het fundament en het faillissement van het creationisme van Dirk van der Wulp, student master wijsbegeerte aan de Universiteit Antwerpen. De student schreef dit omdat het debat tussen aanhangers en tegenstanders van de evolutietheorie weer oplaait.

Het artikel van zijn hand luidt: Faillissement intelligent ontwerp en schepping! Echt waar? Hij laat weten dat creationisten de Bijbel inderdaad zien als onfeilbare openbaringsbron en noemt dat toepasbaar op alle christenen.

Creationisten zijn er inderdaad van overtuigd dat Genesis 1 een creatio ex nihilo laat zien en geen geleidelijke ontwikkeling van het leven. (…) In weerwil van de wetenschap, maar door Goddelijke openbaring (Mattheus 16:15-17), geloven wij in de maagdelijke geboorte en wederopstanding van Jezus. ’

In weerwil van de wetenschap’. Dan zou je zeggen discussie gesloten, want het gaat hier om Goddelijke openbaring. Daar is geen wetenschap tegen gewassen. Degens verwijst vervolgens naar een radicaal citaat dat door atheïsten als wapen in de handen kan vallen.

Die Christenen die het scheppingsverhaal als een mythe of allegorie zien ondermijnen de rest van de Schrift, want als er geen Adam was, was er geen zondeval; en als er geen zondeval was, dan is er geen hel; en als er geen hel is, dan is er geen enkele reden voor Jezus als tweede Adam en vleesgeworden zaligmaker, gekruisigd en opgestaan… Evolutie is daarmee het krachtigste wapen om het Christelijk geloof te vernietigen!’

Vernietigen zelfs. Alsof je IS hoort. (Citaat uit: A. J. Mattill in Three Cheers for the Creationists, Free Inquiry 2(Spring), p. 17, 1982.) Heftig. Degens citeert ook Lewontin, New York Review of Books, 1997. Ook niet mis. Het geeft op een andere manier te denken. Evolutionisten, aldus Degens, erkennen een tunnelvisie te hebben:

‘…wij zijn gedwongen door onze a priori acceptatie van materialistische oorzaken, een apparaat van onderzoek en een serie concepten te creëren, die een materialistische uitleg tot gevolg hebben, ongeacht hoe contra-intuïtief of raadselachtig het is voor de niet ingewijde. Inderdaad, dat materialisme is absoluut, want we kunnen geen goddelijke voet binnen de deur laten.’

Tja, dan wordt het openbaring versus materialisme. Oftewel creationisme versus wetenschap. Dat levert niet veel op en dat zie je ook als je het debat volgt. Waar leidt het toe? Van der Wulp zei al in zijn artikel:

Wanneer ‘creationisme’ een wetenschappelijke theorie is, dan kan en moet zij getoetst worden aan gangbare criteria van de natuurwetenschappen en doet zich de vraag voor of zij zich wel houdt aan het methodologisch naturalisme. Ook is dan het de vraag of creationisme, gezien haar bijbelvisie, wel kritisch genoeg kan zijn naar haar eigen resultaten, nu deze op grond van dezelfde bijbelvisie immers als geopenbaarde waarheid al vaststaan.’

Er hiermee is de cirkel rond. Toch is het boeiend om de (uitgebreide) discussie te volgen. Wat je ervan kunt leren is dat de wetenschap geen toereikend antwoord lijkt te hebben op het geloof in God en dat diehard gelovigen het scheppingsmodel met behulp van wetenschap (nog?) niet echt hard kunnen maken. En dan zijn er nog de weerleggingen van argumenten – plus de kritiek daar weer op – van zowel de evolutietheorie als het creationisme.

Misschien moet iedereen maar Het geheime dagboek van topnerd Tycho van Cees Dekker en Corien Oranje lezen? Om het oplaaien mee neer te laten slaan? Kinderboeken zijn soms zo verhelderend.

Zie:
* Het fundament en het faillissement van het creationisme
* Faillissement intelligent ontwerp en schepping! Echt waar?
*
Het geheime dagboek van topnerd Tycho

Illustr: Crocoduck – Creationistische komedie: wat creationisten doen om de evolutietheorie te ontkrachten. Tijdens een televisiedebat in 2007 toonde creationist Kirk Cameron een afbeelding van de zogenaamde ‘Crocoduck‘. Dit fictieve dier moest een tussenvorm voorstellen tussen de krokodil en de eend. Aangezien er nooit een fossiele ‘Crocoduck‘ gevonden is, klopt de evolutietheorie niet. (scientias.nl) 

Verdwijnt op school het vak religie?

schoolklasfoto123rf
Volgens Manuela Kalsky verdwijnt het vak religie als vak op school. Maar klopt dat wel? Zij verwijst naar de Schnabel-adviescommissie PlatformOnderwijs2032, die aan staatssecretaris Dekker van onderwijs een voorstel overhandigde over het toekomstig onderwijs in Nederland, waarin volgens Kalsky religie als vak op school niet voorkomt.

Kalsky vraagt zich hierbij af hoe blind de adviescommissie is. Afgelopen zondag schreef zij hierover op NieuwWij een blog, die de lezing weergeeft die zij eerder uitsprak in De Nieuwe Liefde in Amsterdam tijdens een bijeenkomst over Het seculiere experiment, een nieuw boek van sociaal- psycholoog Hans Boutellier.

‘Gezien de wereldwijde situatie voeden wij op deze manier wereldvreemde kinderen op. Hoe denk je in een geglobaliseerde wereld te kunnen functioneren, een post op buitenlandse zaken te bekleden, zonder iets af te weten van de religie in dat land?’ (Kalsky)

Bijzonder hoogleraar op de Edward Schillebeeckx leerstoel aan de VU, Kalsky, stelt dat het seculiere experiment heeft gefaald als er in het toekomstig onderwijs geen aandacht is voor religie en levensbeschouwing.

Dan heeft het namelijk datgene gedaan, wat het de godsdienst heeft verweten: het creëert een systeem dat de eigen visie verabsoluteert en aan de rest van de samenleving oplegt. In plaats van recht te doen aan de verscheidenheid tussen mensen, schept het een nieuw groot verhaal, een eenheidsconcept, waaraan iedereen zich zou moeten onderwerpen: de seculiere samenleving waarin geen ruimte is voor verschil in levensovertuiging, in ieder geval geen ruimte voor religie.’ (Kalsky)

De commissie stelt in zijn advies dat in een samenleving met een overweldigend informatieaanbod en steeds minder traditioneel houvast, bijvoorbeeld in de vorm van een godsdienst, mensen voor de waarden waarop ze zich baseren steeds meer op zichzelf en elkaar aangewezen zijn.

Maar geen ruimte voor religie? Dat zou nog best nog eens mee kunnen vallen, want de adviescommissie stelt voor om persoonlijke ontwikkeling in het hele onderwijsaanbod van de school gestalte te geven. Volgens de commissie kan dat vorm krijgen door vakken als filosofie, kunst, cultuur en levensbeschouwing.

Tegelijk is sprake van individualisering: burgers ontlenen hun identiteit steeds minder aan hun godsdienst. Op welke waarden baseren ze hun doen en denken? Het onderwijs van de toekomst besteedt niet alleen aandacht aan de waarden van de Nederlandse samenleving en het voortbestaan van de rechtsstaat. Het brengt leerlingen ook sociale vaardigheden bij, evenals kennis van en begrip voor andere culturen. In het toekomstige onderwijs ligt de nadruk meer dan nu op leren deelnemen aan de democratische samenleving en respect voor elkaar hebben.’ (Platform onderwijs 2032)

Zo ondervangt de commissie ruimschoots de angst van Kalsky dat het vak religie in de toekomst van school verdwijnt. Er komt genoeg voor terug. Vakken als levensbeschouwing, filosofie en cultuur zullen de plaats in nemen van het vak religie. Meer nog, religies zullen minstens terug te vinden zijn in het vak levensbeschouwing.

Paul Schnabel, de voorzitter van het platform, benadrukte afgelopen januari al op de Nationale Onderwijs Tentoonstelling (NOT) dat het zeker niet alleen gaat om de cognitieve vakken, maar ook om burgerschap en persoonlijkheidsvorming; met daarbij aandacht voor waarden en ‘het hogere’. Bij dit laatste noemde Schnabel ook aandacht voor godsdienst.

N.B. Een recensie van Het seculiere experiment, door Enis Odaci, redacteur van NieuwWij, is hier te vinden.

Zie: Ik ben een seculiere theoloog (Manuela Kalsky)

Foto: 123rf

Zijn atheïstische kinderen guller en liever dan religieuze?

kinderen

Uit onderzoek van de universiteit van Chicago blijkt onder meer dat kinderen uit ongelovige gezinnen zich vrijgeviger gedragen dan hun religieus opgevoede leeftijdsgenootjes. De vraag is of het psychologisch onderzoek eigenlijk wel met geloof te maken heeft. De Volkskrant onderzocht het onderzoek, gepubliceerd in Current Biology, en komt tot de conclusie dat je voorlopig maar één ding kan concluderen: dat elk kind wel eens gul is. Met of zonder geloof. Culturele verschillen werden over het hoofd gezien.

‘Barmhartigheid, dat is iets waar religieuze groepen doorgaans mee etaleren. Geen wonder dus dat dit underdog-nieuws in de wereldwijde media een warm onthaal kreeg: The Guardian, de Telegraaf, maar ook de Volkskrant wijdden er een bericht aan. Was die aandacht terecht?’


Joop kopt zelfs: Religie maakt kinderen egoïstischer en gemener, en stelt dat opzienbarend onderzoek de aanname dat religie juist altruïsme en naastenliefde stimuleert, onderuithaalt.

De resultaten staan in schril contrast met het cliché dat het juist de religieuzen zijn die meer om hun naasten geven. Waarom dat zo is, is nog onduidelijk maar de onderzoekers komen wel met een mogelijke verklaring: juist omdat religieuze mensen van jongs af aan geleerd wordt dat ze ‘beter’ zijn dan anderen, zijn ze minder geneigd goed gedrag te vertonen.’

Scientias besteedt er aandacht aan en ook Welingelichte Kringen. De laatste stelt dat godsdienstige kinderen egoïstischer zijn en dat volgens de onderzoekers het geloof een negatieve invloed heeft op het altruïsme van kinderen.

In het algemeen wordt aangenomen dat kinderen die opgroeien met een religie altruïstischer en vriendelijker naar anderen toe zijn. Religie zou ook van belang zijn voor de morele ontwikkeling, maar die veronderstellingen worden nu op wetenschappelijke basis onderuit gehaald.’


Wetenschapsjournalist Ronald Veldhuizen, in de Volkskrant van afgelopen vrijdag, noemt de waarde van het onderzoek twijfelachtig en gerommel in de marges en stelt dat de vraag dan rest is in hoeverre dat margeverschil daadwerkelijk met geloof te maken heeft. Kinderen in ongelovige gezinnen zijn bijvoorbeeld vaak welvarender, en daar hielden de wetenschappers nauwelijks rekening mee.

Wat de wetenschappers ook over het hoofd zagen, waren de mogelijke culturele verschillen in hun steekproef: de kinderen kwamen uit Canada, Turkije, China, Jordaan, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika. Allemaal factoren die het gevonden verschil, dat toch al klein was, teniet kunnen doen. Eigenlijk kun je voorlopig maar één ding concluderen: dat elk kind is wel eens gul is. Met of zonder geloof.’ 

Het onderzoek zelf is niet slecht, want de gegevens van de 1170 kinderen zijn heus waardevol, maar conclusies over gulheid en een al dan niet religieuze opvoeding zijn hieruit niet te trekken. We beoordelen de claim daarom als ‘twijfelachtig’.’

Zie:
* Religie maakt kinderen egoïstischer en gemener
* Godsdienstige kinderen zijn egoïstischer 
* Zijn atheïstische kinderen guller en liever dan religieuze?

Illustr: solitude-sweetsolitude.blogspot.com

Religiekunde past prima in religieus-pluriforme maatschappij

Caravaggio
Volgens priester Anton ten Klooster spreekt in de wereld van de 21ste eeuw het merendeel van de bevolking geen neutrale taal als het om religie gaat: het is een diepgeworteld vertrouwen, een innerlijke overtuiging en een moreel richtsnoer. Hij is dan ook wars van het invoeren van een strikt neutrale beschouwing van religie: dat leidt volgens hem tot wereldvreemde burgers. Het omgekeerde is waar.

Ten Klooster reageert op vijf religiewetenschappers die onlangs in de NRC pleitten voor religieonderwijs omdat kennis van religie essentieel is om de wereld van de 21ste eeuw te begrijpen. Zij willen een vaste plek voor religiekunde in het voortgezet onderwijs omdat er nu te weinig aandacht is voor religie in het onderwijs: zo leren we de wereld en onszelf niet kennen.

Het helpt natuurlijk niet wanneer scholieren nauwelijks iets meekrijgen over religie. Inzicht in de verschillende vormen van de islam, jodendom en christendom is onontbeerlijk in een religieus-pluriforme maatschappij als Nederland.’ (NRC)

Volgens de vijf religiewetenschappers is het niet de vraag of je de toekomst van religie een warm hart toedraagt. Kennis van religie, net als kennis van Engels en economie, vinden zij noodzakelijk om de uitdagingen van de 21ste eeuw aan te gaan.

We kunnen ons hoofd niet in het zand steken en hopen dat religie als vanzelf verdwijnt. Daarom pleiten wij voor een vaste plek voor religiekunde in het voortgezet onderwijs.’ (NRC)

Promovendus aan Tilburg University Ten Klooster geeft een voorbeeld van waartoe een ‘vermeend neutrale beschouwing van religie kan leiden’ op de site NieuwWij. Hij noemt Dimitri Verhulst en zijn Bloedboek. Ten Klooster zag Verhulst bij Pauw.

De presentator en schrijver Dimitri Verhulst gingen, ongehinderd door kennis van zaken, in gesprek over de Bijbel. Los van de taal van de Bijbel, de cultuur waarin ze ontstaan is, en de geschiedenis van haar interpretatie, gingen ze los op het ‘Bloedboek’.’ (Ten Klooster)

Het voorbeeld van Verhulst geeft te denken, maar anders dan gesteld door Ten Klooster. Verhulst was heel (katholiek) gelovig tot zijn dertiende levensjaar, was ook ter communie gegaan en besloot op een avond niet meer te bidden. Hij is dus allesbehalve religieus neutraal opgevoed en toch komt hij tot een boek als Bloedboek. Zou hij religiekunde hebben gehad op school, dan zou hij wellicht juist veel meer begrepen hebben van religies en goden die er op de wereld zijn. Misschien is juist het indoctrineren van subjectieve religies fout: kinderen kunnen heel fanatiek worden voor dat ene geloof: want dat is ‘het ware’, dat hebben ze meegekregen als waarheid.

Religiekunde kan juist voorkomen dat er fanatisme opstaat omdat je dan veel meer begrijpt van religies en mensen die in God geloven. Verhulst zou het Bloedboek dan nooit geschreven hebben, omdat hij nuances zou hebben leren kennen. Maar ik kan me voorstellen dat een priester geen voorstander is van religiekunde; hij heeft natuurlijk liever dat het katholicisme gedoceerd wordt. Verhulst laat zien waartoe dat kan leiden. Tot wereldvreemde burgers.

Parijs afgelopen weekend laat meedogenloos zien hoe doodlopend fanatisme is. Ook binnen de islam kunnen gelovigen vervreemden indien zij  als enig ware religie de islam met de paplepel ingegoten krijgen: voor de moslim geldt eveneens dat als hij meer over andere levensbeschouwingen, religies en goden had geleerd, hij een genuanceerder beeld hiervan had gekregen. Religiekunde zou alle gelovigen minder wereldvreemd kunnen maken: de balken in eigen ogen eindelijk kunnen ontwaren in plaats van de splinter in die van de ander. Moeilijker te bestrijden zijn schijnheilige terreurorganisaties als IS, die de islam en Allah misbruiken om hun eigen barbaarse en goddeloze heerschappij te vestigen.

Zie:

Illustr: Het offer van Izak’ door Caravaggio. Olieverf op doek (204 × 135 cm) – ca. 1603 – Galleria degli Uffizi, Florence (statenvertaling.net)