‘Religie was in de oudheid niet gestoeld op één enkele theorie die door alle gelovigen onderschreven diende te worden. Er was in plaats daarvan een levendige competitie tussen verschillende ideeën en theorieën over de goden. Feitelijk is er ook in onze tijd natuurlijk geen sprake van één enkele theorie. Ook nu strijden gelovigen met elkaar over de juiste invulling. Misschien is het verschil met de oudheid, dat destijds ideeën naast elkaar konden bestaan, waar mensen nu geneigd zijn te denken dat de eigen theologie de enig juiste is.’
Bovenstaande zegt theologe Helene Timmers, in een recensie in Volzin, van Leven met de goden – Religie in de oudheid, van historica Inger N.I. Kuin, onderzoeker en docent Oude Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen.
‘Het religieuze leven in de klassieke oudheid werd gekenmerkt door meer fascinerende tegenstellingen. Ruimte voor verandering en de afwezigheid van dogma gingen gepaard met een grote nadruk op het correct uitvoeren van religieuze gebruiken. Een hoge mate van religieuze diversiteit en tolerantie ging hand in hand met hevige debatten over wat ‘correcte’ religie was en wat bijgeloof. De cultus van een nieuwe, ‘geïmporteerde’ godheid kon in korte tijd opbloeien, terwijl sommige heilige plaatsen of festivals honderden jaren lang belangrijk bleven. Hoe kunnen wij vanuit de moderne tijd deze complexe materie het beste benaderen, en hoe gingen mensen in de oudheid zelf met deze contradicties om?’ (Volzin)
Timmers zegt dat we het tegenwoordig heel belangrijk vinden dat iemand ‘het juiste’ gelooft. In de oudheid daarentegen was het juist heel belangrijk om de correcte rituele handelingen te verrichten. Voor degenen die denken dat het juiste geloof in de oudheid niet belangrijk was, omdat het geloof in goden destijds vanzelfsprekend was, heeft historica Inger Kuin een hoofdstuk in Leven met de goden toegevoegd over twijfelaars, critici en ongelovigen. Ook 2000 jaar geleden deden zij van zich spreken.
Het is weinig verrassend dat we in de klassieke oudheid geen term aantreffen die we kunnen vergelijken met het ‘ietsisme’, maar de categorieën atheïst en agnost zijn eveneens lastig om terug te vinden in de context van antieke religie. Het woord ‘atheïst’ komt van het Griekse woord atheos, wat letterlijk ‘apart van god’ betekent. Toch werd de term aanvankelijk vaker gebruikt om mensen te beschrijven die de verkeerde god of goden vereerden, dan mensen die het bestaan van welke god dan ook ontkenden. Het woord ‘agnost’ heeft etymologisch gezien Griekse wortels – het is verwant aan het werkwoord gignōskō, dat ‘weten’ betekent – maar de benaming heeft in specifiek religieuze zin geen parallel in de oudheid.’ (Uit: Leven met de goden, § 8: twijfelaars, critici en ongelovigen)
Overal goden heet het tweede hoofdstuk waarin Kuin de stamboom van de klassieke goden schetst en een bonte stoet aan goden langs paradeert. Zoals eerder religie, vindt Timmers, blijkt ook god een moeilijk te definiëren concept: ‘Ruimdenkend waren de mensen in de oudheid wel: in het overzicht van Atheense goden is ook de ‘god van de vreemdelingen’ opgenomen. Kom daar nu nog maar eens om!’
Na de vermelding van theos xenikos (god van vreemdelingen) zijn vijf letters weggevallen. Het is dus niet duidelijk of het hier gaat om een beschermgod van vreemdelingen en gasten, aangehaald bijvoorbeeld in Plato’s Leges (879e), of om een specifieke uitheemse god wiens naam we niet meer kunnen achterhalen. (Uit: Leven met de goden, § 2: Overal goden)
In de inleiding van Leven met de goden vraagt Inger Kuin zich af of er wel religie was in de oudheid en vindt de vraag wat de Romeinen en Grieken eigenlijk geloofden erg moeilijk te beantwoorden. Hiervoor haalt ze de invloedrijke antropoloog Clifford Geertz erbij met zijn boek The Interpretation of Cultures (1973), hoewel Geertz volgens Kuin nog steeds een bepaalde vorm van ‘geloof’ vereist als onderdeel van religies, terwijl bijvoorbeeld in de oudheid religieuze handelingen vaak juist veel belangrijker waren. Ook Religion Explained (2001) van Pascal Boyer wordt er door de historica bijgehaald. (foto: metdeneusindeboeken.blogspot.com)
Het menselijk brein is door evolutie zo gevormd dat het van nature geneigd is religieuze concepten te genereren en door te geven. Omdat voor hem religieuze concepten sowieso universeel zijn maakt hij zich niet druk over een definitie. Deze benadering roept echter onmiddellijk de vraag op hoe ons brein dan toch in staat is tot twijfel, ongeloof en atheïsme. Hier heeft Boyer tot nu toe nog geen bevredigend antwoord op geformuleerd. (Uit: Leven met de goden, § 2: Overal goden)
Volgens Timmers heeft Kuin tussen de regels door over hedendaags geloof en moderne theologie ook het een en ander te melden, want door het klassiek gedachtengoed naast hedendaagse ideeën te zetten, krijg je volgens haar wel scherper oog voor de eigenaardigheden van onze huidige tijd.
In hoofdstuk over twijfelaars, critici en ongelovigen zegt Kuin dat we zullen zien dat er wel degelijk allerlei schakeringen waren tussen wel en niet in de goden of in ‘iets’ geloven, maar de scheidslijnen tussen de verschillende opvattingen hielden verband met de filosofische scholen en werden niet op zichzelf gedefinieerd en afgebakend.
De afwezigheid van hokjes in dit opzicht ging gepaard met levendige inhoudelijke debatten over wie of wat de goden waren en wat ze voor ons kunnen betekenen. De eerste sporen van deze debatten vinden we terug in vroege kritieken op de manier waarop de goden zijn weergegeven in de poëzie van Homerus en Hesiodus, waarmee het belang van deze werken binnen de antieke religie wordt onderstreept. (Uit: Leven met de goden, § 8: twijfelaars, critici en ongelovigen)
Bron: Leven met de goden. Religie in de oudheid | Amsterdam University Press B.V., Amsterdam 2018 | ISBN: 9789462984806 | 05-03-2018 | 172 pag. | € 14,99 | /9200000090807648/ | E-book: € 6,99 | Van twijfelaars tot fanatieke gelovigen die de nacht in de tempel doorbrengen, in de hoop op een bezoekje van de god – ook in de oudheid had je religieuzen in alle soorten en maten. Met vlotte pen brengt Inger Kuin de antieke religie tot leven, waarbij ze ook oog heeft voor de vroegste filosofische kritieken op mythologie en religieuze praktijken. (Joke J. Hermsen)
Zie ook: Inger N.I. Kuin: Leven met de goden. Religie in de oudheid (Volzin)
Beeld: Mars en Venus van het Huis van Mars en Venus (Casa de Marte e Venere), Pompeï (muurschildering), Romeins, (1e eeuw n.Chr.) / Museo Archeologico Nazionale, Napels, Italië