Het verlangen ons (niet) te bevrijden van religie

De Nederlandse worsteling met religie springt in het oog wanneer je grasduint in het recente nieuws, de opinies en de (journalistieke) duidingen van zaken die onze samen­leving bezighouden. ‘Paradoxaal genoeg blijkt juist de drang om ons te bevrijden van religie ons verlangen ernaar te bevestigen’. – Journalist en schrijver Jasper van den Bovenkamp en godsdienstfilosoof en theoloog Taede Smedes stellen bij Reporters Online dat we – anders dan statistici beweren en ondanks onszelf – hartstikke religieus zijn.

Dan moet je wel voorbij het clichédebat over God en zijn gevolg willen kijken, zeggen zij. De suggestie dat er in Nederland nauwelijks nog aan religie wordt gedaan – zoals het CBS stelt – heeft enige relativering nodig.

Menig godsdienstwetenschapper wees er al op dat dat te kort door de bocht is. Religie is niet identiek aan godsgeloof. Religiositeit speelt zich de laatste jaren steeds vaker in minder vaste vormen ook buiten de heilige gebouwen af.’

Kerkelijke hoogtijdagen worden ingeruild voor vieringen van ‘levensgebeurtenissen omdat we door het jaar heen tóch behoefte hebben aan betekenisvolle en gemeenschappelijk beleefde markeringsmomenten’. Theoloog Stefan Paas ziet nog meer ‘levensgebeurtenissen’ en twittert:

Er ontstaat langzaamaan een seculiere feestkalender, die te herkennen is aan telkens terugkerende discussies het jaar door: rondom vuurwerk, paaseieren, de uitgelekte miljoenennota en Zwarte Piet.’

In de huidige maatschappelijke discussies over genderongelijkheid, dierenrechten, racisme, klimaat en de macht van witte heteroseksuele cis-mannen onderscheiden degenen die daarin het hoogste woord voeren, zich nauwelijks van de godsdienstige fundamentalist in fanatisme en vasthoudendheid, eindeloos gedrein, bekeringsdrang en een totale ongevoeligheid voor nuance. Bekeringsijver en de neiging tot moraliseren liggen daarbij als een relict op onze postchristelijke schouders.

Van schuld – ‘dat oer-religieuze mechanisme waarmee mensen enigszins van hogerhand in bedwang werden gehouden’ – lijken we nog lang niet verlost, merkt Wilfred M. McClay ironisch op in het Amerikaanse academische tijdschrift The Hedge­hog Review.

Eens leefden we in de veronderstelling dat met Gods dood de schuldvraag automatisch zou verdwijnen en in principe zou alles dan zijn toegestaan. Maar het tegendeel is gebleken. McClay constateert dat we schuldiger zijn dan ooit tevoren. Vanwege onze ecologische voetafdruk, het slavernijverleden, discriminatie en genderongelijkheid, om maar iets te noemen.’

Het grote probleem, aldus Van den Bovenkamp en Smedes, is echter dat we met onze schuld nergens meer naartoe kunnen.

Kon God voorheen nog wel dienen als afvoerputje van onze morele tekortkomingen, nu we hem morsdood hebben verklaard, kijken we schuldig in de spiegel waarin we alleen onszelf zien staan. Die schuld kan verstikkend werken. Een passende formule voor vergeving, zoals de kerk die ooit bood, ontbreekt.’

En als we van die zonde verlost willen worden, zullen we dat zelf moeten doen. We zullen zelf ons paradijs moeten creëren, om het in de woorden van de Vlaamse psychiater Dirk De Wachter te zeggen. Zijn analyse in een notendop:

Ons leven op aarde is het paradijs. We moeten het hier leuk hebben, het leven is een feestje, een evenement, een festival, we moeten er alles uithalen. De Wachter ziet in zijn eigen praktijk steeds meer patiënten die daardoor depressieve klachten hebben ontwikkeld. We vinden er eigenlijk geen bal aan, aan ons zelfbedachte aardse paradijs. Om het een beetje vol te kunnen houden, gaan we massaal aan de antidepressiva.’

Het gevoel van schuld speelt een rol, namelijk de schuld jegens man, vrouw en gezin door het niet kunnen vinden van een balans tussen privé en werk. Met uiteindelijk vaak een burn-out tot gevolg. De oplossing zoeken we in consumeren. ‘Het is het gevoel van leegte dat ons doet consumeren.’ Maar uiteindelijk openbaart zich daarin juist des te schrijnender de leegte van ons bestaan.
Eveneens komt het verlangen naar het paradijs op aarde ook tot uiting in de extreme hang naar zuiverheid.

Ons voedsel moet vandaag vooral echt en puur zijn, vegetarisme wordt ingeruild voor het extremere veganisme, het handelen van bedrijven en over­heden moet transparant zijn en ons hele persoonlijke voorkomen liefst zo authentiek mogelijk.’

René ten Bos – destijds ‘Denker des Vaderlands’ – beschouwt in Trouw deze hang naar zuiverheid als een religieuze trek:

Natuurlijke zuiverheid is zo’n belangrijk gevoel geworden, het lijkt bijna een vervanging te zijn voor het geloof in God. Die vergoddelijking van de zuiverheid verklaart ook waarom de huidige discussie niet alleen speelt in religieuze, maar zeker ook in seculiere kringen: niet de wil van God is hier doorslaggevend, maar onze hang naar zuiverheid. Dat geeft weer aan dat de scheiding tussen een religieus en een atheïs­tisch wereldbeeld minder groot is dan we meestal veronderstellen.’

De religieuze ontwikkelingen die we tot dusver beschreven, zeggen Van den Bovenkamp en Smedes, hebben een hoog gehalte aan constructie: het is de mens die ze probeert te maken, te realiseren, precies om de controle en het overzicht te kunnen bewaren.

Maar aangezien menselijke constructen feilbaar zijn, stellen alle traditionele religies dan ook dat ze illusies zijn – en misschien staan die religies ons moderne mensen daarom ook zo tegen, omdat ze ons confronteren met ‘een waarheid’ die we liever niet onder ogen zien.’

Zie het uitgebreide artikel: We denken dat we steeds minder religieus zijn, maar – spoiler alert – dat is helemaal niet zo (Reporters Online, 2 december 2021) of via Blendle

Beeld: Daria Nepriakhina (Pixabay)

Onstuitbaar religieus zonder God?

vrijzinnigen.nl

Redt religie het inderdaad zonder kerk en God, zoals Jasper van den Bovenkamp en Taede A. Smedes stellen in We blijven onstuitbaar religieus, in Trouw van 6 juli 2019? Zonder kerk waarschijnlijk wel, maar zonder God? Zelfs als we ‘voorbij het clichédebat over God en zijn gevolg willen kijken,’ zal religie zonder God geen religie meer genoemd kunnen worden, maar eerder ongebreideld consumeren.

Ooit redeneerde Kuitert God helemaal weg, dat gebeurt nu opnieuw door journalist en voormalig hoofdredacteur van het christelijke opinieblad De Nieuwe Koers, Van den Bovenkamp, en theoloog en godsdienstfilosoof Smedes. Leegte is wat overblijft. En die moet opgevuld worden met eeuwig consumeren. Dat vult nooit.

De oplossing? Consumeren: ‘Het is het gevoel van leegte dat ons doet consumeren.’ Maar uiteindelijk openbaart zich daarin juist des te schrijnender de leegte van ons bestaan.’  (Van den Bovenkamp, Smedes)

Anton.Dingeman.Trouw1
A
ls religie niet meer ‘identiek wordt gesteld aan godsgeloof’, is het geen religie meer. Een ‘religieus aura’ toeschrijven aan het falen van een zwemmer is een schrijnend voorbeeld van het van god losgeraakt zijn, zoals het CBS-rapport aantoont. In zijn verbeelding sloot theoloog Harry Kuitert (1924 – 2017) zich voor God af. In de rede vond hij  Hem niet, dus gelooft hij niet in Hem. ‘God is niet van kennis, maar van verbeelding,’ vond Kuitert. ‘God is een gedachte van mensen. Geloven is alles behalve kennis.’

Zo noemde Sander van Walsum het gebeuren in de Volkskrant ‘een meerdaagse hoogmis gecelebreerd op oevers van de Friese wateren’. Een paar dagen later was Van der Weijden een ‘moderne Christus’ en ‘messias’ en bleek zijn tocht ‘een onmenselijke missie’, waarna het verslag als ‘de reconstructie van een welhaast bijbelse vertelling’ verder ging.’ (VdB, T.A.S.)

Anton.Dingeman.Trouw2

God een gedachte van mensen… Denken we nu dat God een zwemmer is? Kerkelijke hoogtijdagen commerciële ‘levensgebeurtenissen? Ons ‘leven op aarde een paradijs’? ‘Natuurlijke zuiverheid een vervanging voor het geloof in God’? Dat het opperwezen te vervangen is door techniek? Wat een verbeelding.

Voor al minder mensen is God iets of iemand waarmee ze rekening houden. Maar ook hier bedriegt de schijn. Want het opperwezen verschijnt vandaag vooral in de gedaante van de techniek, iets waar ook historicus Yuval Noah Harari in zijn bestseller ‘Homo Deus’ al op wijst. Harari meent dat algoritmen de basis vormen van een nieuwe religie.’ (VdB, T.A.S.)

Anton.Dingeman.Trouw3

Alle vormen van hedendaagse religio­siteit,’ schrijven de auteurs, ‘lijken vooral bedoeld om onze autonomie te redden, om de controle te behouden’. ‘Een waarheid die we liever niet onder ogen zien’, vervolgen de auteurs die confrontatie met religie. Zij citeren de Poolse filosoof Leszek Kołakowski die religie een manier noemde om te aanvaarden dat het leven een onvermijdelijke nederlaag is. Bieden die inzichten ruimte?

Of, zoals de Poolse filosoof Leszek Kołakowski het formuleerde: ‘Religie is een manier om te aanvaarden dat het leven een onvermijdelijke nederlaag is.’ Als de hedendaagse religiositeit dát inzicht ruimte biedt, zal zij het zonder kerk en God wel redden. Maar tot die tijd blijven we met z’n allen gewoon klassiek gelovig, hoe heftig we ook spartelen.’ (VdB, T.A.S.)

Anton.Dingeman.Trouw4

Bij alles wat de auteurs schrijven is God geheel verdwenen en toch vinden zij Nederland ‘hartstikke religieus’. Waar is God in dat hele verhaal?
Terug naar Kuitert. Hij zegt dat geloven ook is: ‘onder de indruk zijn van de verbeelding’. Kunnen we God daar dan toch niet meer vinden? Kan de Nederlander met behulp van zijn verbeelding niet eens proberen verder te denken dan wat hem is geleerd of waar hij van overtuigd is? Dan maakt hij kans om echt ‘hartstikke religieus’ te zijn.


‘Ik kan alleen woorden ontmoeten, u niet meer.
Maar hiermee houdt het groeten aan, zozeer,
dat ik wel moet geloven, dat gij luistert;
zoals ik omgekeerd uw stilte in mij hoor.’


Een gedicht van Kuiterts lievelingsdichter, Gerrit Achterberg. – Dat gaat verder dan denken: daar waar God te vinden is. In stilte. God die de rede ver te boven gaat, en zeker ook ver boven dat bizarre ‘onstuitbaar religieuze’ waar de Nederlander zich mee bezig schijnt te houden.

Bron: We blijven onstuitbaar religieus (Trouw, Letter en Geest, 6 juli 2019)

Beeld: vrijzinnigen.nl

Strip:

AntonDingemanAnton Dingeman, Trouw (8 juli 2019)