Geert Groote predikte Jezus’ leer en kreeg preekverbod

Het blijft verbijsterend hoe frequent de kerk systematisch tegen Jezus’ leer ingaat na het vroege christendom, vanaf het Eerste Concilie van Nicea (325), en nog altijd. Steeds weer duiken namen op van gelovigen en geestelijken die Jezus proberen te bevrijden van de Kerk. Toenemend verschijnen hierover nieuwe artikelen en boeken. Het is het directe gevolg van het institutionaliseren: het godsdienstig leven is vastgezet in een onwrikbare vorm, gegoten in dogma’s en wetten. “De kerk verliest dan het contact met veel gelovigen, omdat zij vervreemdt van die gelovigen,” schreef Trouw al in 1996 in de recensie van het boek In de kerk zie ik het niet zitten van J. Jonker.

In een korte biografie beschrijft hij, hoe hij (‘na vijftig jaar actief kerkelijk meeleven’) vervreemdt van de georganiseerde kerk. Dat komt, omdat hij het evangelie anders leerde verstaan en dus anders ging geloven, én omdat voor die geloofswijze geen plaats bleek te zijn in de kerk waarin hij zich altijd had bewogen: zijn persoonlijk geloof in Jezus en in de ‘op menselijkheid bedachte’ God botste met het kerkelijk bedrijf.’
(Trouw)

Geloven in en kennis nemen van de oorspronkelijke Jezus werd al snel onmogelijk gemaakt. De woorden van Jezus gingen ten onder aan de almacht van de geïnstitutionaliseerde Kerk. Van Jezus’ eigenlijke leer bleef niet veel over. Het vroege christendom werd overruled door de onfeilbare hiërarchie die de Kerk hervormde in ondoordringbaar gewapend beton. Volgens cultuurhistoricus Jacob Slavenburg is er zelfs ‘praktisch geen enkele overeenkomst tussen de kerken en de vroegchristelijke gemeenten’.

Veel kerken doen niet wat de mensen nodig hebben en handelen niet volgens de boodschap van Jezus. Er is een spanningsveld tussen de boodschap van Jezus en de autoriteit van de kerk. De kerk is te priesterlijk gestructureerd en leeft van de angst die mensen voor God hebben. Jezus’ bedoeling is de mensen te helen van de waanzin van hun angst. Hij leert de mens het vertrouwen dat goedheid en openheid mogelijk zijn.’
(Cultuurfilosoof, trendwatcher, docent, publicist, zingever Rinus van Warven, LinkedIn, 6 mei 2023)

De Duitse theoloog, psychotherapeut en schrijver Eugen Drewermann was ooit priester in de katholieke kerk en is ervan overtuigd dat veel kerken niet doen wat Jezus zou hebben gewild. Drewermann beschouwt religie als verbonden met het innerlijk van de mens en de verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament als verhalen ter inwijding van de menselijke ziel. De opvatting dat priesters en dominees bemiddelaars van het heil zijn houdt de angst van de mens voor God in stand. Van Drewermann verschijnt half mei: ‘God, waar bent u?’, uitgegeven door Van Warven.

Geert Grote (ook wel: Groote) (1340 – 1384), diaken (en korte tijd kanunnik in Utrecht: van 1371 tot 1374), wijdde zich jarenlang, voor, tijdens en na zijn kloostertijd, aan studie en gebed voordat hij ging prediken. Tot ver buiten de landsgrenzen werd hij bekend als grondlegger van de Moderne Devotie. Deze vernieuwingsbeweging stond voor een persoonlijke beleving van het geloof en een eenvoudig en oprecht leven.

Grote’s Moderne Devotie had – zoals op velen – ook grote invloed op Erasmus. In Lof der zotheid schreef hij spottend over misstanden in de Kerk. In Erasmus schrijft de Nederlandse historicus Sandra Langereis in een aantal hoofdstukken ook over de ‘stichter van de broederschap’ en ‘rijke burgemeesterszoon Geert Grote’. Zij vertelt dat bekering en opvoeding vanaf het prilste begin tot de kerntaken van de broeders hoorden. Grote trok rond als boeteprediker.

Na een paar jaar probeerde de Utrechtse bisschop hem monddood te maken door boetepredikers te laten oppakken aangezien Grotes donderpreken de bisschop behoorlijk in het nauw brachten. “Geen sterveling zou zijn zielenheil redden door op zondag goudgeld te doneren voor de verfraaiing van verdorven kerken en kathedralen om zich vanaf maandag weer uit te leveren aan alle denkbare aardse verlokkingen,” had Grote gepreekt op de winderige kerkpleinen van alle Hanzesteden in de IJsselvallei.’
(Uit: Erasmus, Sandra Langereis)

Thomas Kempis, de auteur van De imitatione Christi, schreef eveneens (een boek) over Grote: Leven van Geert Grote. Hierin schrijft Kempis onder meer dat:

Toen hij merkte dat er evenzeer prelaten van de kerk onder zijn regenstanders waren, die uit vijandige na-ijver zijn verkondiging verhinderden en door een sluw edict, week hij nederig terug voor hun woede en nijd, omdat hij het volk niet wilde ophitsen tot oproer tegen de clerus.’
(Uit: Leven van Geert Grote, Thomas Kempis)

Rondwandelingen Moderne Devotie Deventer: vanaf 20 mei t/m 21 oktober | ‘De Moderne Devotie is een hervormingsbeweging geweest in de 14e en 15e eeuw en ontstond uit het gedachtegoed van Geert Grote (1340-1384). Groote wordt wel gezien als de grootste burger die Deventer heeft voortgebracht en wiens invloed zich tot op de dag van vandaag nog steeds doet gelden.’ (Geert Groote Huis – rondleiding met Museumkaart: € 2,25) – De stichting Geert Groote Huis is niet verbonden aan enige levensbeschouwelijke stroming en concentreert zich op de cultuurhistorische betekenis van de persoon Geert Groote en de waarde van zijn ideeën in onze tijd.

De Hanze Experience 2023: (15 april – 31 december) – De oude Mariakerk is het kloppend hart van het Hanzejaar in Deventer. De Hanze Experience voert je in een kwartier durend schouwspel mee over de IJssel, de levensader van Deventer en zet voet aan wal in middeleeuws Deventer. In de Experience ontdek je via indrukwekkende beeldprojecties, meeslepende muziek en boeiende verhalen de belangrijkste Hanze-historie van de stad: zo komen de handelsrelaties, jaarmarkten, culturele bloei, maar ook de religieuze aspecten van middeleeuws Deventer aanbod: Ook Geert Grote kom je daarin weer tegen.

Bronnen:
*
Hij zag het niet meer zitten in de kerk| Trouw | 10 juni 1996
*
‘In de kerk zie ik het niet zitten’ – Een poging tot herstel van het gesprek | J. Jonker | Kampen (Kok) | 1996
*
Het verguisde christendom- oorsprong en teloorgang van de vroegste ‘kerk’ | Jacob Slavenburg | Walburgpers, Zutphen | 2016 |
*
Moderne Devotie | KRO-NCRV
*
Erasmus | Sandra Langereis | De Bezige Bij | 2021
*
Leven van Geert Grote |  Kokboekencentrum Uitgevers Utrecht

Foto Museum Geert Grote Huis Deventer: PD (29 04 2023)

Florence, de bakermat van de Renaissance

RELIFILOSOFIE op ZOMERSTAND BOEKRECENSIE: Het Renaissancewonder (En EXTRA: Wat vooraf ging aan de Renaissance in Italië) – Een schitterende uitgave, met veel in voortreffelijke kleurendruk uitgevoerde fresco’s en schilderijen, van cultuurhistoricus Jacob Slavenburg. Woorden zijn nauwelijks in staat de waardering te verwoorden die dit boek verdient.

De fresco’s en schilderijen laten zien – vaak tot in verrassend detail – wat cultuurhistoricus Jacob Slavenburg vertelt over de ‘overrompelende wereldliteratuur’.

Het geeft de oorsprong van een nieuw mens- en wereldbeeld weer: ‘Een tijd waarin mens- en wereldbeeld fundamenteel veranderden. Een tijd waarin beeldende kunst en literatuur een huwelijk aangingen.’ De fresco’s en schilderijen laten zien – vaak tot in verrassend detail – wat cultuurhistoricus Jacob Slavenburg vertelt over de ‘overrompelende wereldliteratuur’.

‘Onthullende wijsheid’
En overrompelend is het. De Renaissance gaat echt voor de lezer leven. De keuzes die Slavenburg maakt zijn bijzonder interessant. Zelfs al weet de lezer al een en ander over dit ‘kantelpunt in de westerse geschiedenis, waarvan wij de erfenis dragen’, dan toch ontdekt hij nieuwe ‘onthullende wijsheid die humanistische filosofen toegankelijk hebben gemaakt’. Terecht zegt de auteur dat ‘hun nieuwe ideeën een blijvende invloed hebben gehad op de hele Westerse cultuur’.

Verandering mens- en wereldbeeld
Met de legendarische Egyptische wijze Hermes Trismegistus, de leraar van de ‘goddelijke’ Plato, wandel je mee door vrijwel het hele boek. Een belangwekkend geschrift van Hermes, de grondlegger van de joodse literatuur en oervader van de Griekse wijsheid, blijkt in handen te zijn gekomen van Cosimo de’ Medici, oprichter van de Accademia Platonica: Het Corpus Hermeticum. De vondst ervan levert een ‘uiterst belangrijke bijdrage aan de verandering van het mens- en wereldbeeld. Meer nog dan de Plato-vertalingen’.

Apostolisch Paleis Vaticaanstad
Als je goed zoekt (zie beeld boven deze recensie), zie je Hermes op het bekendste werk van Rafaël, De School van Athene. In zijn linkerhand heeft hij het geschrift Corpus Hermeticum. Dit is een van de vele interessante voorbeelden waarmee Slavenburg de diepte ingaat. Dan kom je eveneens te weten dat de vertaler van Hermes’ geschrift, Marsilio Ficino, naast Hermes staat. In het midden, onder de poort, herken je natuurlijk al Plato en Aristoteles. De School van Athene is te vinden in het Apostolisch Paleis in Vaticaanstad.


Dichter, schrijver en filosoof Giovanni Pico della Mirandola (1463 – 1494)
‘symbool van jeugd en talent, van passie en rebellie’

Humanistische inzichten
Vanzelfsprekend is ook dichter, schrijver en filosoof Giovanni Pico della Mirandola – kortweg Pico – overal te vinden in Het Renaissancewonder. De auteur noemt hem ‘een kampioen in het uitdragen van het hermetisch gedachtegoed’. Samen met andere filosofen van naam zorgt Pico in de vijftiende en zestiende eeuw voor een grote verbreiding van humanistische inzichten. De ‘jonge graaf die het durft op te nemen tegen de paus’ doet een geslaagde poging alle godsdiensten bijeen te brengen in één leer door zijn benadering van verschillende filosofieën. ‘Zijn doel is te komen tot een eenheidsvisie op waarheid’.

Renaissance als kantelpunt
Pico’s ‘glanzende lofrede op het humanisme’, Oratio de hominis dignitate (Over de waardigheid van de mens) behoort volgens de auteur tot ‘het mooiste dat de wereldliteratuur heeft voortgebracht’. ‘Van onschatbare waarde voor het nageslacht’. Grote humanisten als Pico’s tijdgenoten Thomas More, Johannes Reuchlin en Desiderius Erasmus, dragen zijn gedachten verder uit. Slavenburg zegt terecht dat ‘de enorme invloed van de herontdekte hermetische wijsheid in de era daarna’ ertoe geleid hebben dat we nu ‘zeker kunnen spreken over de Renaissance als een kantelpunt in de religieus/filosofische geschiedenis in het Westen’.

Verlicht mijn ogen,
oh buitenaardse geesten,
en ik zal de wonderen

van jullie stad aanschouwen,
waar God voor hen

dingen plaatsen
die het oog niet zag,
het oor niet waar nam,
de geest niet dacht.

Pico della Mirandola
Uit: Heptaplus (Verhandeling over de zeven dagen van de schepping)

Levendige geschiedenis
Met de introverte Hermes Trismegistus en de levenslustige Giovanni Pico della Mirandola brengt Slavenburg kunstuitingen en wereldliteratuur bij elkaar, samen met heel veel kunstenaars, zoals Sandro Botticelli, Domenico Ghirlandaio, Leonardo da Vinci, Rafaël Urbinas en Michelangelo Buonarroti. ‘Als je die samenhang begrijpt, zie je bij het tot je nemen van de literatuur beelden voor je van beroemde renaissancekunstwerken. En bij het bekijken van de beelden hoor je als het ware op de achtergrond de onthullende wijsheid die toegankelijk is gemaakt door de renaissancefilosofen’. De auteur zegt niets te veel, zijn boek verhaalt een ‘levendige geschiedenis van mensen die in dat bijzondere tijdvak leefden’.

‘Nimf van uitmuntende schoonheid’
En die levendigheid kom je ook tegen in soms poëtisch geschreven zinnen, bijvoorbeeld als de auteur schrijft over de Primavera (‘voorjaar’) van Botticelli,waar ‘de wind van de vroege lente waait over het land en groei en bloemen voortbrengt’; en een citaat van Ficino over de gunstige invloed van planeet Venus, waarvan hij de kwaliteiten vergelijkt met het begrip ‘humanitas’, want humanitas ‘is een nimf van uitmuntende schoonheid geboren uit de hemel’; of, weer bij Botticelli, waar Cupido staat voor de nog ‘blinde’ zinnelijke liefde. Zijn pijltjes zijn gericht op de middelste van de drie gratiën, die ‘de aardse liefde sublimeert tot een “hemelse” liefde’.

Het Renaissancewonder: reisgids
Het Renaissancewonder
gaat over zo veel meer. En vooral anders dan je in standaardwerken over de Renaissance tegenkomt. Het geeft inderdaad de oorsprong weer van een nieuw mens- en wereldbeeld, de herontdekte hermetica, en de verbinding van dit alles met de kabbala. ‘Dat werkt door tot op de dag van heden’, zegt de auteur.
Je zou zo afreizen naar Florence: de bakermat van de Renaissance, en Rome. Om daar de vele fresco’s en schilderijen in het echt te bekijken. Met als reisgids Het Renaissancewonder. Dan kom je absoluut extra verrijkt terug.  


Op de omslag: Simonetta Vespucci (Botticelli)

Het Renaissancewonder – Bakermat van een nieuw mens- en wereldbeeld | Jacob Slavenburg | 2021 | Hardback |  Walburgpers | 184 pag. | € 24,99 | Slavenburg schreef een groot aantal boeken over de geschiedenis van filosofie, religie en de hermetische traditie.

Fresco: School van Athene, de Kamers van Rafaël, Apostolisch Paleis Vaticaanstad Rome (Publiek domein Wikimedia Commons)
Giovanni Pico della Mirandola: Sandro Botticelli (PhiloSophia – larchetipo.com)

EXTRA

Wat vooraf ging aan de Renaissance in Italië


Detail De School van Athene – links: Zoroaster (Zarathustra)?

‘Het idee dat vele culturen hebben bijgedragen aan de filosofie werd tijdens de Renaissance erkend. Een bewijs daarvan is het schilderij van Rafaël, De school van Athene, (1513), waarop niet alleen Griekse filosofen staan, maar ook Hermes Tresmegistes, Plotinus, Averroes, en waarschijnlijk ook Zoroaster. Het idee van Philosophia Perennis, of Eeuwige Filosofie, stond centraal in het filosofische denken van de Renaissance’.
(Embassy of the Free Mind, Amsterdam)


House of Wisdom (1237)

De Renaissance begon in Baghdad’

‘In de meeste geschiedenisboeken wordt de Europese Renaissance beschreven als een heropleving van de Griekse en Romeinse literatuur, architectuur en filosofie, nadat oude manuscripten waren teruggevonden in kloosters. De waarheid is echter complexer, en eigenlijk interessanter. Aristotelische, Platonische en Neoplatonische ideeën verhuisden van Athene en Alexandrië naar Harran, in het huidige Turkije.

Van daaruit verhuisden ze naar Bagdad, waar deze heidense ideeën verenigbaar moesten worden gemaakt met een monotheïstische godsdienst: De Islam. Deze nieuwe ideeën reisden vervolgens naar Caïro en Cordoba in Al Andalus. De Latijnse vertalingen van deze Arabische werken veroorzaakten een intellectuele revolutie in Parijs, vanwaar het zich verplaatste naar Italië, waar zij de filosofische Renaissance in gang zetten’.
(Academy of The Free Mind)

De Academy of The Free Mind organiseert donderdag 13 APRIL 2023 in de ‘Grote Sael van de Embassy of the Free Mind’ de lezing: De Renaissance startte in Baghdad (taal: Engels) | Koert Debeuf, professor Midden-Oosten Studies – (zijn doctoraat behandelde de invloed van de Arabische filosofie op de Europese filosofie en waarom deze verdween uit de Europese boeken van de geschiedenis van de filosofie ) – Universiteit Brussel
(Het café van de ambassade is geopend vanaf 18:15. De lezing begint om 19:30. Van 20:30-21:00 is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Daarna kan je nog in het café terecht voor een drankje.)

Beeld Zoroaster: wikimedia commons – United States
Beeld House of wisdom: Academy of The Free Mind

Gerelateerd: Geen vrijdenkers maar Vrije Geesten (Over de Embassy of The Free Mind / De Ambassade van de Vrije Geest) (godenenmensen.com)
Update 26082024 (lay-out); juli 2025 (lay-out, foto, poëzie Pico)

Fascinerende geschiedenis van de westerse esoterie

Boekrecensie – Esoterie is kennis van de werkelijkheid met behulp van inzicht in de bovenzinnelijke wereld. Het is de tegenhanger van natuurwetenschappelijke kennis, die is gebaseerd op waarnemingen, logica en verifieerbaarheid. – Voor wie zich nog weinig verdiept heeft in esoterie kan Geschiedenis van de westerse esoterie een indrukwekkende inwijding zijn. Het boek behandelt een groot aantal esoterische stromingen. De lezer wordt ingewijd in een ‘zo volledig mogelijk én toegankelijk overzicht van de rijke westerse esoterische traditie door de eeuwen heen’. En daarmee zeggen de auteurs niets te veel.

‘Van de lezer vragen wij een open opstelling: ‘Just say oh, don’t say no!’
(John van Schaik, Jacob Slavenburg)

Esoterische werkelijkheidsbeleving
D
e auteurs, godsdienstwetenschapper dr. John van Schaik en cultuurhistoricus dr. Jacob Slavenburg, schetsen hoe Plato van mening was dat de waarheid/werkelijkheid in de geestelijke wereld is te vinden en hoe vanaf de achttiende eeuw het rationele/materialistische paradigma ging domineren. Wat in de Oudheid algemene en openbare kennis was wordt vanaf dan weggezet als ‘obscuur, zweverig en buiten het mainstream-denken staande’. Dat betekende dat een aanzienlijk deel van het religieuze sindsdien wordt genegeerd. Historici en andere wetenschappers blijven daardoor onwetend van de omvangrijke westerse esoterische traditie. Neem de Bijbel; die alleen al staat bol van de ‘esoterische werkelijkheidsbeleving’.

Wiskunde
V
erhelderend vind ik de vergelijking van esoterie met wiskunde. Niet gauw zullen mensen wiskunde obscuur, zweverig of niet-mainstream noemen. Toch kan voor velen ook wiskunde esoterisch en onbegrijpelijk zijn. Wiskundige formules blijven esoterisch (geheim) totdat je er kennis van krijgt door middel van inzicht (gnosis). ‘Kennis verkrijgen kan iedereen. Dat is openbaar. Inzicht verkrijgen: daar moet je iets voor doen.’

Oorspronkelijke eenheid
V
anaf het moment dat de mens uit het paradijs is geworpen zoekt hij de weg terug naar de oorspronkelijke eenheid. Die zoektocht loopt van de verre Oudheid, waar de geschiedenis van de westerse esoterie begint, tot de Nieuwe Tijd. In de Oudheid al trachtte de mens de breuk tussen ‘boven en beneden’ te herstellen. In de Nieuwe Tijd uit dit streven zich in het besef dat gevoel en intuïtie belangrijker zijn dan ratio, geld en macht. Of, zoals de auteurs stellen: ‘Nooit is de “esoterische werkelijkheidsbeleving” uit de westerse cultuur verdwenen’.

De vier pijlers van esoterie
D
e geschiedenis van de westerse esoterie begint dus in de verre Oudheid. Vier kenmerken zijn de rode draden door alle eeuwen heen: religie, kosmologie, magie en alchemie. Religie is per definitie verbonden met gnosis, met inzicht. Ze is tegelijk filosofie en theologie. Kosmologie is kennis van de hemellichamen, waarin astronomie en astrologie samenvallen, en wordt gezien als kennis van het goddelijk plan. De oude wereld is doortrokken van magie en onlosmakelijk verbonden met kosmologie en religie. In de alchemie (de voorloper van de moderne scheikunde) zijn religie, kosmologie en magie eveneens met elkaar verbonden.


Jacob Slavenburg (li) en John van Schaik

Fascinerende stromingen
I
Geschiedenis van de westerse esoterie komen deze kenmerken steeds weer terug, in allerlei vormen. Met de kennisname van de ‘esoterische werkelijkheidsbeleving’ gaat voor de lezer een bijzonder boeiende wereld open. Het voert te ver om de talrijke opmerkelijke mensen en fascinerende stromingen te noemen. Om een idee te geven noem ik slechts enkele hoofdstuktitels, zoals Esoterie in het Oude Egypte, Ketterse kerken langs de zijderoute, Natuurfilosofie in de Renaissance, De joodse esoterie, Esoterie in de Gouden Eeuw, Vital spirit of elektriciteit? en Het spirituele in de kunst.

Nieuw elan?
I
n het midden van de negentiende eeuw valt het doek voor welke vorm van esoterie of spiritualiteit dan ook. Andere geluiden klinken: Darwin verkondigt dat de mens van de aap afstamt, Het Nieuwe Testament wordt weggezet als mythe en het idee dat er alleen materie is wordt heersend. Maar in de tweede helft van de negentiende eeuw en de overgang naar de twintigste begint de esoterie aan een nieuw elan. Onder meer de theosofie doet haar intrede, met Helena Blavatsky als grondlegster. Een van haar lijfspreuken luidt: ‘Er is geen godsdienst hoger dan de Waarheid’. Tegen het einde van de negentiende eeuw laten ook magische inwijdingsorden van zich horen, zoals de vrijmetselarij en de romantische natuurfilosofie. Ook ontstaan er nieuwe bewegingen, zoals het neo-katharisme, de neo-tempeliers en de neo-graalbeweging.

De inspirerende twintigste eeuw
H
et laatste deel van Geschiedenis van de westerse esoterie beschrijft ‘De inspirerende twintigste eeuw’, met stromingen waarover velen wel iets over hebben gehoord, zoals de antroposofie, de psychologie van Carl Gustav Jung, de leringen van Gurdjieff over de innerlijke mens en de spirituele nalatenschap van Ouspensky. Het symbolisme wordt geboren ofwel kunst als uitdrukkingsmiddel voor de geest. Wat  betreft de Nieuwe Tijd besteden de auteurs aandacht aan onder andere de hippies, de kabouterbeweging, new age, ufo’s en eco-spiritualiteit. Wel zijn zij auteurs teleurgesteld over het esoterische landschap van de Nieuwe Tijd: zij noemen deze periode ‘verschrikkelijk onoverzichtelijk’. Bovendien lopen ‘door de toenemende individualisering de kerken leeg en neemt het ledental van esoterische verenigingen af’. De auteurs vragen zich af of er anno nu nog plaats is voor traditionele religieuze en esoterische instituties.

Geschiedenis van de westerse esoterie| John van Schaik en Jacob Slavenburg | Uitgeverij van Warven | 713 blz. | € 44,99 | Deel I: Bronnen – deel II: De eerste vijf eeuwen – deel III: De middeleeuwen – deel IV: Renaissance en Gouden Eeuw – deel V: Verlichting en Romantiek – deel VI: De zinderende negentiende eeuw – deel VII: De inspirerende twintigste eeuw.

‘Er zijn mensen die zich afvragen wat de schreeuw van Edvard Munch op de cover doet van een boek over esoterie. Ik heb me dat ook afgevraagd toen de auteurs dit schilderij voorstelden. Toen me werd uitgelegd dat de figuur op het schilderij reageert op de schreeuw van de natuur, werd het me duidelijk. Munch is een esotericus….net als velen van ons. Als we luisteren naar wat er binnen ons leeft, horen we ook wat de ons omringende wereld vertellen wil. Blavatski, Swedenborg, Blake, Munch en vele, vele anderen, ze komen allemaal voorbij…. Teveel om op te noemen.’ (Rinus van Warven)

Tip! Zie ook: Hét geschiedenisboek over de westerse esoterie: “Het schrijven hiervan is een soort afsluiting” (Koorddanser)

Foto Jacob Slavenburg en John van Schaik: Koorddanser
Eerder gepubliceerd bij de Academie voor Geesteswetenschappen, Utrecht
Update 09 04 2025 (Lay-out)

Koninkrijk van God is in u, maar niet in de NBV21

RELIFILOSOFIE op ZOMERSTAND – Op nr. 3 van Topberichten 2025: – Op de vraag van de farizeeën wanneer het Koninkrijk van God zal komen, antwoordt Jezus volgens de Herziene Statenvertaling: ‘Het Koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze. En men zal niet zeggen: Zie hier of zie daar, want, zie, het Koninkrijk van God is binnen in u.’ Toch zegt Jezus in het Thomasevangelie dat ‘het Koninkrijk van God binnen in jullie’ is. In de BasisBijbel staat eveneens: ‘het Koninkrijk van God is binnenín jullie’. Niet zo gek dat auteur Susan Smit en tekstdichter Jan Rot zich dat ook zo herinneren: ‘Het koninkrijk van God is in u’. Een van de NBV21-vertalers, Cor Hoogerwerf, betitelt dat onterecht als ‘spookcitaat’.

Totaal twaalfduizend correcties en wijzigingen zijn er in de NBV21 te vinden. Sommige commentaren spreken van een vertaling die ‘prekerig, platgeslagen, niet meer poëtisch, en zielloos’ is.

De Farizeeërs vroegen aan Jezus wanneer het Koninkrijk van God zou komen. Jezus antwoordde: (20) “Het Koninkrijk van God komt niet zó, dat je het kan zien. (21) Je zal niet kunnen zeggen: ‘Kijk, hier is het,’ of: ‘Kijk, daar is het!’ Want het Koninkrijk van God is binnenín jullie.” (Lukas 17)
(Basisbijbel)

Entos: ‘binnen in u’
Sommige theologen stellen dat het Griekse woord entos dat in sommige Bijbels vertaald wordt met ‘binnen uw bereik’, ook vertaald kan worden als ‘binnen in u’. Wie er dan beslist tot ‘binnen uw bereik’ in plaats van ‘binnen in u’ blijkt helaas afhankelijk van de toevallige theologen en de tijdgeest. Totaal twaalfduizend correcties en wijzigingen zijn er in de NBV21 te vinden. Sommige commentaren spreken van een vertaling die ‘prekerig, platgeslagen, niet meer poëtisch, en zielloos’ is.

Ziel weggerationaliseerd
Het tienkoppig team van vertalers lijkt de ziel niet echt aantrekkelijk meer te vinden. Die lijkt wel weggerationaliseerd door de brede (wetenschappelijke) basis voor vertaalkeuzes. Ettelijke malen is de Bijbel vertaald en telkens worden er wijzigingen aangebracht.
Voortschrijdend inzicht kan er wellicht ooit toe leiden dat over zeventien jaar de ‘NBV38’ zal spreken van het ‘Koninkrijk van God dat in u’ is. Nieuwe inzichten zijn immers al binnen het bereik van de mens via onder meer de Nag Hammadi-geschriften. Luther schreef trouwens ook al: ‘Das Reich Gottes ist inwendig in euch’ (in de oorspronkelijke Luther-vertaling).

Anders dan de kerkelijke overlevering
In Het Evangelie van Thomas, dat opdook in 1945 in de Nag Hammadi-geschriften, is de rol die aan Jezus wordt toegekend geheel anders dan die van de kerkelijke overlevering. Onder wetenschappers bestaat volgens cultuurfilosoof Bram Moerland de heersende opvatting dat Thomas een onafhankelijke tekst is, en dus niet achteraf uit de nieuwtestamentische evangeliën is samengevat.

Logion 3: ‘Jezus heeft gezegd: Indien zij die u leiden u zeggen: ziet, het Rijk is in de hemel, dan zullen de vogels van de hemel u vóór zijn; indien zij u zeggen: ziet, het is in de zee, dan zullen de vissen u vóór zijn. Maar het Rijk, het is het binnenste en het is het buitenste van u.
Wanneer gij uzelf zult kennen dan zult gij gekend zijn en zult gij weten dat gijzelf de zonen van de levende Vader zijt. Maar indien gij uzelf niet kent, dan zijt gij in armoede en gijzelf zijt armoede.’
(Uit: Het evangelie van Thomas)

‘Jezus-woorden’
De ‘oer-Thomas’, aldus Moerland, zou zijn opgetekend zo’n tien jaar na de dood van Jezus. Het zijn de geheime woorden die Jezus de Levende gesproken heeft, opgeschreven door Didymus Judas Thomas. Deze gegroepeerde ‘Jezus-woorden’ behoren volgens cultuurhistoricus Jacob Slavenburg tot de oudste tradities van het christendom.


NBV21

Zielloos
In de oude Bijbel kan je lezen: ‘Wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won maar schade leed aan zijn ziel?’ Echter in de NBV21 staat nogal prozaïsch: ‘Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als dat ten koste gaat van zijn leven?’ Martine Oldhoff, die onlangs cum laude promoveerde op een zoektocht naar de ziel, vindt dat terecht wat platgeslagen, zielloos. Ook in de Bijbel in gewone taal, van NBG de Bijbel, komt de ziel in de Psalmen nauwelijks meer voor, zegt Oldhoff. ‘Dat is wel een gemis, hoor.’

‘Onder gods vleugel’: piano?
De vertalers van de NBV21 houden duidelijk niet van poëzie. In het Nederlands Dagblad zegt theoloog en schrijver Ad van Nieuwpoort dat zij te veel willen uitleggen. Volgens het bijbelblog van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) waren de vertalers bang dat vleugel begrepen zou worden als piano(!):

’Zo zegt Boaz in Ruth 2 vers 12 dat zij onder Gods vleugels is komen schuilen. Verderop, in hoofdstuk 3 vers 9, staat er nu: ‘laat mij bij u schuilen’, want de vertalers vinden het te moeilijk als Ruth zegt ’Spreid uw vleugel over mij uit’. Dat vind ik echt onbegrijpelijk. Datzelfde woord ‘vleugel’ stáát er in het Hebreeuws gewoon. Dat is poëzie! In het dagelijks leven gebruikt iedereen zulke metaforen. Nee, ook deze editie is een prekerige vertaling. Dat vind ik niet wenselijk.’
(Ad van Nieuwpoort)

Spookcitaat: Het spookcitaat van Susan Smit en Jan Rot (NBG de Bijbel, 18 november 2021)
Beeld NBV21 De Bijbel Kunsteditie: Met kunstwerken uit de Lage landenNederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBV)
Cartoon: (Deel uit strip Anton Dingeman van Pieter Geenen, Trouw – 23 november 2021)
Beeld NBV21 De Bijbel – Literaire editie: Omslag, met het schilderij Agnus Dei van de Spaanse kunstenaar Francisco de Zurbarán 1640 – Cover NBV21
Upgrade augustus 2025: (Lay-out, illustr., herstel links, tekstverduidelijking)

Zelfkennis, hoe doe je dat?

wouter.berns.de.hemelsnijder.56.x.35.acryl.op.paneel

‘Zelfkennis blijkt telkens een sleutel,’ zegt Jacob Slavenburg in het voorwoord van De droom van Ha’adam van psychosociaal therapeut Harold Stevens. ‘Als kind tuurde Stevens gefascineerd naar de sterrenhemel en vroeg zich af: ‘Waar houdt het heelal op? En als het dan ophoudt, wat zit daar dan achter…?’ Hij besefte dat zijn verstand te beperkt was om de werkelijkheid waarin wij ons bevinden te kunnen verklaren. Hij worstelde met vragen als: ‘Waarom leef ik eigenlijk en heeft mijn bestaan een doel, een zin? Wordt er iets van mij verwacht?’

Cultuurhistoricus Slavenburg zegt dat Stevens diep ingaat op de kwestie van het lijden.

Waarom lijden we? Is er een uitweg uit het lijden? Boeddha hield zich daar al intensief mee bezig. Zoveel eeuwen verder is er nog geen eensluidend antwoord. Harold is op zoek gegaan naar de kern. In heldere taal geeft hij aan dat er een innerlijk conflict aan ten grondslag ligt, wat weer te maken heeft met het (on)vermogen tot zelfreflectie. Zelfkennis blijkt tekens een sleutel.’

Waar komt het kwaad vandaan? Waarom lijdt een mens, waarom lijdt een kind? Welke God, als die al zou bestaan, laat zoiets nu toe? Gedreven vanuit deze nieuwsgierigheid en zijn eigen ziektegeschiedenis als kind, ging Harold Stevens op zoek naar antwoorden.

Op zoek in boeken, oude wijsheidsgeschriften en uiteindelijk ook op zoek binnen in zichzelf. Er begon hem iets te dagen. Zou er een mechanisme schuil kunnen gaan achter het leven? Een mechanisme dat dat alles zou kunnen verklaren? En zou kennis van dit mechanisme mogelijkheden kunnen bieden om het leven gemakkelijker en verlichter te kunnen ervaren? Zijn doel werd om het bestaan van dit mechanisme te onderzoeken, te duiden en eventueel te onderbouwen.’
(Uitgeverij Van Warven)

Slavenburg vertelt in zijn voorwoord ook dat in het vragenuurtje na zijn lezingen er altijd veel vragen waren. Vragen over ‘technische’ zaken, over in welke taal die teksten waren geschreven of waarom ze verstopt werden en pas onlangs waren ontdekt, of waarom ze niet in de Bijbel zijn opgenomen. Daar kon hij wel mee uit de voeten. Maar soms was er ook de vraag: ‘maar zelfkennis, hoe doe je dat’? Dan viel hij even stil. Dat was wat moeilijker uit te leggen. Hij vertelde dan vaak wat over antieke inwijdingswegen, maar eigenlijk had hij dan het gevoel dat hij langs de buitenkant bleef. Hij moest de diepte in. Eigenlijk begon daar pas zijn studie:

Over die diepte heeft Harold Stevens een indringend boek geschreven, gedreven door zijn eigen zoektocht naar het hoe en waarom van het bestaan. Want naast de vraag ‘wie ben ik’ ligt ook de vraag ‘waarom ben ik hier’. Wat is de zin of het doel van mijn aanwezigheid hier en nu. De zingevingsvraag wordt door vele mensen in stilte gesteld en door filosofen getracht te beantwoorden. Harold is de weg ingeslagen om het bestaan van een onderliggend mechanisme van het leven te onderzoeken en te duiden. Hij gebruikt daar niet alleen zijn eigen ervaringen voor – het is geen egodocument – maar maakt in zijn onderzoek dankbaar gebruik van oude wijsheidsgeschriften, en eveneens van modern empirisch onderzoek, zoals de kwantumfysica*.’ (Jacob Slavenburg)

Zelfkennis blijkt hierbij een sleutel te zijn van een slot die velen willen openen,’ zegt recensent Nicole Vrielink. Echter zelfkennis alleen blijkt onvoldoende voor de staat van diepgang waarin De droom van Ha’adam zich bevindt, en Vrielink verwijst naar de pagina waar Stevens schrijft: ‘Het leven duwt mij middels de confrontaties die ‘ik’ in mijn werkelijkheid ervaar, steeds terug in de richting van de oorsprong’ (p.57).

Deze confrontaties, ook wel de ervaring van lijden, blijken een belangrijk doel te hebben die vaak over het hoofd gezien worden. Daarnaast blijkt ook deze oorsprong volgens Stevens niet zo simpel te bereiken. Natuurlijk verzet en een poging tot zelfbehoud zijn hierbij obstakels die maar moeilijk te overwinnen zijn.’  

Volgens de kwantumfysica wordt de werkelijkheid verstoord door waarneming. Wat wij waarnemen, is dus per definitie niet meer dat wat het was vóór de waarneming. De uitkomst van een meting, dus ook dát wat wij zintuiglijk waarnemen, vertelt ons nooit de waarheid (zie in het hoofdstuk: De functie en oorsprong van de werkelijkheid).

De droom van Ha’adam | ISBN 9789493175099 | Uitgeverij Van Warven | Verschenen 02-12-2019 | 170 pp | Paperback | Genre: Theologie, Esoterie & Filosofie | €20,00 |

dedroomvanha'adamdam
“S
tevens’ schrijfstijl valt in het kort te omschrijven als weloverwogen, kalm en zinnig. Beïnvloed door zijn uitgebreide onderzoek, waarvan de indrukwekkende bronnenlijst is toegevoegd, weet hij zijn gepaste geleerdheid in rust over te brengen op de lezer. Dit leest prettig en wekt het vertrouwen van de lezer op. Daarnaast weet hij ook zodanig door te dringen waardoor tussentijdse overdenkingen onvermijdelijk zijn; hierdoor moet alleen wel echt de tijd genomen worden voor dit boek. Stevens ligt met dit boek de steen van de veer op, waardoor deze dankzij zijn van nature verlichte staat in staat is om tamelijk onbelemmerd te kunnen gaan waar het hoort te zijn. Het is een bijzonder boek met diepgang, waarin zowel mentale als emotionele uitdaging te vinden is.
(Uit recensie door Nicole Vrielink)

Beeld: Wouter Berns – De cover van De droom van Ha’adam werd gemaakt op basis van het schilderij De hemelsnijder (acryl op paneel, 56 x 35 cm, 2018)

Parels van de westerse esoterie

WesterseEsoterie2

Vier cursusavonden vanaf woensdag 16 september 2020 over De verlossing van Faust; over De Grote Ingewijden; over Het Oude Egypte, bakermat van het Jonge Christendom, en over het Evangelie van Thomas, brontekst van de gnosis. Tjeu van den Berk, Bram Moerland, Jacob Slavenburg en Hein van Dongen. Vier grote kenners van de westerse esoterie in één cursus bij de Academie voor Geesteswetenschappen in Utrecht. 

De verlossing van Faust
Volgens musicus en filosoof Hein van Dongen houdt, net als andere grote literaire werken, het drama Faust ons een spiegel voor – maar ook een weg naar bevrijding uit onze situatie. Over het belang van de archetypische figuur Faust schreef Jung ooit: ‘Niet Goethe schiep Faust, maar Faust schiep Goethe’. En misschien moeten we nog verder gaan: de chronisch onvoldane heer Faust schiep ook de moderne westerse mens.

De volksverhalen van de alchemist Faust, die zijn ziel aan de Duivel verkoopt, zijn waarschijnlijk in de late middeleeuwen ontstaan. Goethe (1749-1832) verwerkte deze verhalen tot een klassiek drama. Hij heeft het grootste deel van zijn leven, met al zijn inzichten in de menselijke psyche, aan het boek gewerkt. 

De Grote Ingewijden
Cultuurhistoricus Jacob Slavenburg legt het accent van het tweede college op de evolutie van de mensheid, waarbij inwijdingen altijd een belangrijke rol hebben gespeeld: er loopt een gouden draad door de mensheidsgeschiedenis van inwijdingen. Vroeger gingen deze gepaard met veel (geheime) rituelen. In deze tijd, waarin de mensheid een grote bewustzijnssprong meemaakt heeft de inwijding een heel ander karakter. Wat kan de mens vandaag doen om tot bewustzijn te komen? Is het daarvoor nodig dat je wordt ingewijd?

De titel van het college is ontleend aan een boek van Edouard Schuré, Les grands initiés (De Grote Ingewijden) uit 1889. Het behelst de biografieën van Hermes, Jezus Christus, Krishna, Mozes, Orpheus, Pythagoras, Plato en Rama. In zijn boek behandelt Schuré onder meer onderwerpen als de mysterieuze dageraad van het prehistorische Europa.

Het Oude Egypte, bakermat van het Jonge Christendom
In dit college gaat theoloog Tjeu van den Berk terug naar de bronnen van de Nijl. De mythe van Christus blijkt een geschenk van de Nijl. Niet in het orthodoxe Jeruzalem, het klassieke Athene of het wettische Rome maar in de smeltkroes van het hermetische Alexandrië ontstonden de grote mythen van het jonge christendom. Daar ontleenden een groep niet-orthodoxe joden, zij het meestal onbewust, hun identiteit aan een drie duizend jaar oude Egyptische religie.

Hebben we ons niet eens afgevraagd waar die typisch onjoodse thema’s vandaan komen in het christendom: een drie-ene godheid, een vader die een zoon voortbrengt, een kind dat uit een maagd geboren wordt, een god die mens is, sterft, afdaalt in de onderwereld en na drie dagen verrijst? Al deze archetypische symbolen kwamen niet uit het beeldloze Judea maar uit het beeldrijke Oude Egypte. De evangelist zei het al: ‘Uit Egypte heb ik mijn Zoon geroepen.’

Evangelie van Thomas, brontekst van de gnosis
Filosoof Bram Moerland verzorgt het vierde college. Hij zegt dat het een opzienbarende vondst in 1945 was, die van een kruik vol gnostische teksten uit de eerste eeuwen. In één keer bijna vijftig tot dan onbekende manuscripten. We kennen ze nu als de Nag Hammadi-geschriften. En daaronder trok één tekst meteen de meeste aandacht, het Evangelie van Thomas. Vrijwel meteen ontstond daarover een felle strijd. Werd Thomas geschreven lang na de teksten uit het Nieuwe Testament, als een soort vervalsing? Of is het omgekeerd, en dateert Thomas van vóór de teksten in het Nieuwe Testament? Bevat Thomas misschien zelfs het oorspronkelijke boodschap van Jezus en is het Nieuwe Testament een latere verbastering daarvan?

Dat is de arena waarbinnen zich de strijd om de datering van het Thomas evangelie afspeelt. Het belang van die datering is groot. De rol die in Thomas aan Jezus wordt toegekend is namelijk heel anders dan die van het Nieuwe Testament. In Thomas wordt niet gesproken over de kruisdood van Jezus, terwijl de kruisdood van Jezus in het traditionele kerkelijke christendom de hoofdrol speelt. Het is onmiskenbaar duidelijk dat in Thomas een geheel andere visie op de betekenis van Jezus tevoorschijn komt. Wat is die andere visie op Jezus van het Thomas evangelie?

Informatie en inschrijven: Parels van westerse esoterie (16, 23, 30 september, 7 oktober 2020) 

Beeld:
Met de klok mee: Tjeu van den Berk, Bram Moerland, Jacob Slavenburg, Hein van Dongen (Compositie: PD, foto’s: AVG)

UPDATE: 08092020