In de vrijzinnige lezing ‘Opnieuw beginnen – Radicale theologie tussen vrijzinnigheid en orthodoxie’ houdt theoloog Frits de Lange een pleidooi voor een Jezus voor a/theïsten, voor mensen die niet in een bovennatuurlijk mensachtig Opperwezen geloven, die naar zijn believen ingrijpt in deze wereld. Een Jezus voor religielozen, randkerkelijken en leden van de ‘Kerkelijke Alumnivereniging’. ‘De God van het theïsme is misschien dood, maar Jezus leeft.’
Op zoek naar de mens Jezus, geholpen door het kritische onderzoek van de moderne Bijbelwetenschap. We weten niet zo gek veel van de historische Jezus, maar genoeg om mateloos door hem geboeid te raken. Zijn parabels en aforismen intrigeren en choqueren. Zijn radicale ethiek confronteert ons met onszelf. Zijn wijsheid inspireert ons. Deze joodse rabbi bedreef filosofie zoals de Griekse Cynici dat deden: wijsheid in de vorm van een performance. We proberen we een scherper beeld te krijgen van Jezus van Nazareth als denker en doener. (Jezus – de filosoof | Frits de Lange)
De Lange stelt dat volgens Bonhoeffer het christendom om Jezus draaide, en is de kerk, hoe je het wendt of keert, in beginsel een Jezusbeweging die eventueel zonder religie kan, maar niet zonder Jezus. De theoloog houdt het bij Bonhoeffers vraag naar hoe Christus heer kan worden van religielozen. Zijn stelling is dat Christendom, orthodox dan wel vrijzinnig, alleen recht van bestaan heeft als Jezusbeweging.
‘Christelijk geloof is een eindeloze her-neming, een her-haling van wat ooit begon in en rond deze mens Jezus. Een voortdurend bij hem opnieuw beginnen. Dit is dan voor mij vrijzinnig christendom: een geloof dat niet gebonden is aan het dogma, maar zich alleen laat binden door de geest van Jezus zelf.’
De afstand tot Jezus – De Lange betrekt ook Albert Schweitzer in zijn betoog – is historisch onoverbrugbaar, maar de ‘geest van Jezus’ is blijkbaar present en spreekt hem direct aan. ‘Jezus leeft’ als jij bereid bent net als hij je leven weg te geven voor het Rijk van God. Om de ‘bijzondere denker’ Jezus te kennen en te begrijpen heb je geen geleerdheid nodig, alleen de hartstocht voor het Rijk van God.
‘De historische Jezus confronteert Schweitzer met het dwaze verlangen naar de onmogelijke hoop dat het morgen met deze wereld beter gaat. En de liefde voor al wat leeft als de uitdrukking daarvan. Jezus geloofde echt dat God zelf tussenbeide zou komen om het Rijk te realiseren; daarin vergiste hij zich. Daarin was hij nog een traditionele theïst die hoopte op goddelijke interventie. Wij beseffen nu dat we het zelf naderbij moeten brengen.’
Je kunt alleen de echte Jezus ontmoeten, ontdekte Schweitzer, als je je bewust bent van zijn radicale vreemdheid, waarin hij zich aan je begrip onttrekt – en dat alleen door hem te laten terugkeren tot zijn eigen geschiedenis hij deelgenoot kan worden van de jouwe.
‘Laat christelijk geloof telkens opnieuw beginnen bij en met Jezus van Nazareth (of bij wat we van hem weten) en ga dan na of je gehoor wil geven aan het appel dat deze Jezus op je doet.’
Volgens De Lange hebben kerkelijke theologen niet langer het monopolie op de betekenis van Jezus: in het post-christelijk tijdperk raken ook seculiere onderzoekers en historici in hem geïnteresseerd.
‘Ook al weten we niet wie hij precies was, we kunnen toch relatief zeker zijn van de soort van dingen die hij zei, het soort handelingen die hij verrichtte, de soort persoon die hij was.’
Jezus, gekleed en gepositioneerd als cynisch filosoof (Museo Nazionale Romana) – (FdL)
De Lange verwijst naar Robert Funk van het Jesus Seminar die de hele christelijke traditie tot nu toe eigenlijk ziet als een geschiedenis van verval, waarin de radicaliteit van Jezus constant is afgezwakt, tegenstemmen zijn gesmoord en afwijkende visies verketterd.
‘Wie zijn leven verliest omwille van het Rijk van God die zal het behouden’ – als dat de radicale levenswet is die Jezus praktiseerde, dan zijn veel mensen trouw aan hem geweest, binnen en buiten de christelijke traditie, bewust of onbewust.’
En religie is daarvoor geen voorwaarde; sterker nog: zij kan je ernstig daarbij hinderen, aldus De Lange. Godsdienst kan een geleider zijn naar de geest van Jezus, maar kan de ontmoeting met hem ook onmogelijk maken. De historische Jezus vraagt om permanente religiekritiek.
Wat de opbrengst van historisch onderzoek over de mens Jezus voor ons betekent, is aan jou en mij – en niet aan de historicus, zegt De Lange, maar evenmin aan de theoloog.
‘Het ergste wat je immers met de radicale vreemdheid van Jezus kunt doen is haar onschadelijk maken in een leer over Christus, een christo-logie. Als we toch niet aan theologie kunnen ontkomen – en ik doe de hele tijd hier al niks anders – laat het dan een apofatische christologie zijn, een die begint en eindigt met zwijgen. De herinnering aan Jezus kan nooit een levensbeschouwing, leer, traditie of religie worden, zonder dat ze het gevaar loopt dat ze wordt afgeplat, versimpeld, gedomesticeerd – verraden. Elke keer als dat gebeurt, wordt het tijd om weer opnieuw te beginnen.’
Zie: Opnieuw beginnen. De Vrijzinnige Lezing, 16 maart 2018
Beeld: © Grey Olsen