Simultaan wetenschappelijk denken en religieus geloven

Copernicus Planisphere
John Worrall zegt in Science Discredits Religion: ‘Wetenschap en geloof zijn in onverzoenlijk conflict met elkaar… Het is volstrekt onmogelijk om en fatsoenlijk wetenschappelijk te denken en een waarachtig religieus gelovige zijn.’ Duidelijk iemand die te plaatsen is binnen het conflictmodel waarin de interactie tussen wetenschap en religie wordt beschreven. Gelukkig zijn er ook nog andere modellen.

In de middeleeuwen waren theologie en natuurfilosofie versmolten in één systeem van kennis. Nu heb je religie en wetenschap. En hoe wordt tegenwoordig de relatie tussen wetenschappelijk en religieuze kennis het liefst beschreven? ‘Aanvullend’ of ‘complementair’. Samen kunnen ze niet door één deur, maar door twee verschillende deuren komen ze toch in dezelfde kamer en zitten ze aan één tafel. Kunnen ze het eens worden?

Tegenpolen kunnen in ieder geval lekker tegen elkaar tekeer gaan binnen het Conflictmodel. Zo’n beetje wat Worall zei. Nog altijd een populair model. Met een knipoog van Richard Dawkins die als fervent aanhanger van dit model ooit zei dat hij religies het compliment geeft dat hij ze als wetenschappelijke theorieën beschouwt en… God als een concurrerende verklaring ziet voor feiten over het heelal en het leven.

‘In het algemeen geldt dat er conflicten ontstaan wanneer wetenschap of religie zich ‘expansionistisch’ opstellen en doen alsof ze vragen kunnen beantwoorden die rechtens behoren tot het andere onderzoeksdomein.’ (G&W)

miracle
D
an het NOMA-model: Niet-Overlappende Magisteria. Dan zijn wetenschap en religie met heel verschillende vragen bezig: er kan niet eens sprake zijn van conflict! Wetenschap houdt zich dan met feiten bezig en religie met vragen over ethiek, waarde en doel. Ook niet onbelangrijk. Maar als een van de kritiekpunten wordt gesteld dat wetenschap haar succes heeft te danken aan de beperkte aard van haar vragen. Maar zelfs dat beperkte repertoire brengt feiten aan het licht die voor veel wetenschappers religieuze betekenis hebben:

Paul Davies bijvoorbeeld, een kosmoloog die geen traditioneel religieus geloof aanhangt, merkte dat de fraaie fijnregeling van de wetten die de structuur van het heelal beschrijven hem noopte om religieuze verklaringen in overweging te nemen.’ (G&W)

De Fusiemodellen. Die gaan verder dan theologie doordat ze stellen dat de inhoud van wetenschap mede de inhoud van religie levert, en vice versa. Maar ja, dat neemt dan weer het gevaar met zich mee dat je religieuze overtuigingen baseert op gangbare wetenschappelijke theorieën. Wetenschappelijke ontwikkelingen echter, gaan soms snel… en dan is je religie al gauw achterhaald.

Als alle ware kennis uiteindelijk onderdeel is van dezelfde werkelijkheid, hoe kunnen deze domeinen dan ooit gescheiden zijn? Deze wereldbeschouwing heeft boeken opgeleverd die betogen dat bijvoorbeeld de kwantummechanica bepaalde raakvlakken heeft met oosters religieus gedachtegoed, wat dan een voorbeeld is van de ‘fusie’-benadering.’ (G&W) 

Tot slot het Complementariteitsmodel. Dit model stelt dat wetenschap en religie dezelfde werkelijkheid benaderen vanuit verschillende invalshoeken, en dat ze verklaringen bieden die geenszins met elkaar concurreren maar eerder elkaar aanvullen. Dat komt er op neer, dat als je bijvoorbeeld het menselijk individu wil begrijpen, een heleboel wetenschappelijke vakgebieden nodig hebt, die elkaar ook niet beconcurreren, maar aanvullen. Hetzelfde geldt voor onze hersens en verstand: dat is ook een complementaire relatie. 

Wetenschappelijke beschrijvingen van neuronale gebeurtenissen die plaatsvinden bij hersenactiviteit, zijn complementair met de ‘ik’-taal van het persoonlijk handelen, dat een afspiegeling is van het bewuste menselijke denken. Onze voorstelling van het menselijk persoon-zijn verschraalt wanneer wij het ene niveau negeren ten koste van het andere.’ (G&W) 

Dit model wordt het meest vruchtbaar genoemd. Mensen die denken dat de kennis die hun eigen specialisme levert de enige kennis van belang is, zouden hun blik moeten verbreden en niet zo bekrompen moeten zijn. Duidelijk?!

Denis Alexander schrijft over de voors en tegens van de vier modellen in het Faraday-paper Interactie tussen religie en wetenschap: vier modellen, gepubliceerd en vertaald door ForumC en te vinden bij Geloof en Wetenschap.

De interacties tussen religie en wetenschap zijn divers en complex, zowel historisch gezien als in onze dagen. Wie de feiten wil begrijpen, kan baat hebben bij modellen. Dit paper vergelijkt vier belangrijke modellen die zijn ontwikkeld om interacties tussen wetenschap en religie te beschrijven. Van elk model worden de sterke en de zwakke kanten belicht. De conclusie luidt dat ‘complementariteit’ het meest vruchtbare model is om de relatie tussen wetenschappelijke en religieuze kennis te beschrijven.’ (G&W)

Lees ook de andere Faraday-papers: steeds helder geschreven en beslist de moeite waard.

Denis_AlexanderDr. Denis Alexander (foto: CC BY-SA 3.0) is directeur van het Faraday Institute for Science and Religion en Fellow van St. Edmund’s College, Cambridge. Ook is hij Senior Affiliated Scientist aan The Babraham Institute te Cambridge, waar hij eerder voorzitter van het Molecular Immunology Programme en hoofd van het laboratorium voor Lymphocyte Signalling and Development was.

Alexander is tevens redacteur van het blad Science & Christian Belief en auteur van Rebuilding the Matrix – Science and Faith in the 21st Century (Lion, 2001).

Zie: Interactie tussen religie en wetenschap: vier modellen

Cartoon: © Sidney Harris – sciencecartoonsplus. com

Illustr: humanistischecanon.nl – Copernicus Planisfeer. De Pool Nicolaus Copernicus wijdde zich aan het einde van zijn leven als kanunnik aan de studie van de antieke sterrenkundigen. Zijn hoofdwerk, De revolutionibus orbium coelestium, Over de omwentelingen van de hemelse sferen verscheen in 1543, het jaar van zijn dood.