
Filosoof en promovendus Emanuel Rutten publiceerde gisteren digitaal zijn proefschrift A Critical Assessment of Contemporary Cosmological Arguments: Towards a Renewed Case for Theism. Rutten onderzoekt hierin kosmologische argumenten. In dit blog een korte schets van de samenvatting die hij daarin weergeeft.
Eerste oorzaak
In het eerste gedeelte van zijn dissertatie – waarvan de verdediging plaatsvindt op 20 september in de VU Amsterdam – analyseert Rutten zowel klassieke als hedendaagse kosmologische argumenten. In het tweede gedeelte ontwikkelt hij een nieuw argument voor het bestaan van een eerste oorzaak van de wereld.
Tegenwerpingen
Rutten bespreekt een groot aantal denkbare objecties (tegenwerpingen) tegen zijn nieuwe argument voor het bestaan van een eerste oorzaak, waaronder alle besproken objecties tegen de klassieke argumenten en tegen de hedendaagse argumenten. Hij toont onder meer aan dat zijn argument niet op gespannen voet staat met theïsme. Er volgt namelijk niet, zoals hij uiteenzet, dat de afgeleide eerste oorzaak niet God kan zijn.
Uiteindelijk bereikt hij de conclusie dat er een noodzakelijk bestaand en bewust en vrij wezen bestaat dat geldt als de eerste oorzaak van de werkelijkheid en dat een dergelijk uniek wezen kan met recht God genoemd worden.
Ook toon ik aan dat het argument niet op gespannen voet staat met theïsme. Er volgt namelijk niet, zoals ik uiteenzet, dat de afgeleide eerste oorzaak niet God kan zijn.
Immaterieel bewustzijn
Aan het eind van zijn dissertatie presenteert Rutten nog een drietal aanvullende argumenten voor de claim dat de eerste oorzaak van de wereld inderdaad geen levenloos ding is, maar een immaterieel bewustzijn, geen ‘iets’ maar een iemand.
Subjectkarakter
Indien kennis over de wereld in laatste instantie geen kwestie is van louter formele mechanische ontdekking, maar van innerlijke begripsvorming, van het subjectief vertrouwd raken met oftewel het persoonlijk verstaan van de wereld, dan is het redelijk om te veronderstellen dat de grond van de wereld zelf evenmin een formele mechanische natuur heeft, maar in plaats daarvan ten diepste eveneens een subjectkarakter heeft.Geen iets, maar een iemand
Precies omdat ieder menselijk subject een waardigheid heeft die boven die van levenloze objecten uitgaat, volgt uit de transitiviteit van de waardigheidsrelatie, samen met de premisse dat alles wat bestaat ofwel een subject ofwel een object is, dat de ultieme ontstaansoorzaak van de wereld geen levenloos ding is. De oorsprong van de wereld moet daarom, net zoals ieder mens, subjectkarakter bezitten. Zij is dus geen object, maar een subject. De eerste oorzaak van de wereld is geen iets, maar een iemand.
God bestaat
Het derde argument bestaat uit twee premissen. Uit beide premissen, dus enerzijds ‘alles wat mogelijk waar is, is mogelijk kenbaar’, en anderzijds ‘Het is onmogelijk te weten dat God niet bestaat’, volgt deductief de conclusie dat God bestaat in alle mogelijke werelden. God bestaat dus metafysisch noodzakelijk.
Vele objecties
Aan het eind van zijn dissertatie bespreekt Rutten ook de vele objecties tegen dit argument en laat hij zien dat geen van deze objecties standhoudt. Het is volgens hem niet onmogelijk te weten dat God bestaat.
Neem immers een mogelijke wereld waarin God bestaat. In deze wereld bestaat er wel degelijk een subject dat weet dat God bestaat, namelijk God zelf. Het is dus niet onmogelijk te weten dat God bestaat.
Vliegend spaghettimonster
En volgens de filosoof is het helemaal niet onmogelijk te weten dat het vliegend spaghettimonster niet bestaat.
Beschouw namelijk een mogelijke wereld waarin God bestaat en waarin God besluit niets te scheppen, of waarin God besluit exact één causaal inert object te scheppen ongelijk aan een vliegend spaghettimonster. In deze mogelijke wereld is er wel degelijk een subject dat weet dat het vliegende spaghettimonster niet bestaat, namelijk God zelf. Het is dus helemaal niet onmogelijk om te weten dat het vliegende spaghettimonster niet bestaat.
Zie: Towards a Renewed Case for Theism (met achterin de samenvatting.)
Rutten geeft hier zelf een – zeer beknopte – samenvatting van de inhoud.
De openbare verdediging van het proefschrift vindt plaats op donderdag 20 september om 11:45 in de aula van het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit in Amsterdam.
