De Australische filosoof Douglas Gasking liet zien dat als we ‘bestaan’ als eigenschap zouden rekenen, men op dezelfde wijze zou kunnen bewijzen dat God niet bestaat. Richard Dawkins verwijst naar hem in zijn boek God als misvatting. Gasking stelt dat een bestaande God niet het grootste wezen zou zijn dat men kan bedenken, want een nog geduchter en ongelofelijker schepper zou een God zijn die niet bestaat.
Douglas Gasking (foto: University Melbourne) stelt dat als we veronderstellen dat het universum het product is van een bestaande schepper, wij een grootser wezen kunnen bedenken, namelijk een schepper die alles schiep zonder te bestaan.
Zijn redenering luidt:
‘De schepping van de wereld is de meest wonderbaarlijke prestatie die voorstelbaar is. De verdienstelijkheid van een prestatie is het product van (a) haar intrinsieke hoedanigheid en (b) van de bekwaamheid van haar schepper. Hoe groter de onbekwaamheid (of de handicap) van de schepper, hoe indrukwekkender de prestatie.
De meest geduchte handicap voor een schepper zou diens niet-bestaan zijn. Derhalve, als we veronderstellen dat het universum het product is van een bestaande schepper, kunnen wij een grootser wezen bedenken, namelijk een schepper die alles schiep zonder te bestaan.
Een bestaande God zou derhalve niet het grootste wezen zijn dat men kan bedenken, want een nog geduchter en ongelofelijker schepper zou een God zijn die niet bestaat.
Ergo: God bestaat niet.’ (Wiki)
Een en ander is te lezen op een boeiende Wikipagina over Godsbewijzen en anti-Godsbewijzen. Overigens zijn daar een aantal bronnen voor beweringen niet gegeven. Wie ze kent, mag ze aanvullen.
De Lachende Theoloog, docent filosofie Jan Riemersma (foto: JR), stelt trouwens dat voor ieder logisch Godsbewijs er een logisch anti-Godsbewijs is, omdat we niet beschikken over een meta-logische rekening die ons helpt een keuze te maken tussen de Godsbewijzen en de anti-Godsbewijzen.
‘De godsdienstwijsgeer kan daarom met de beste wil van de wereld niet beweren dat hij het bestaan van God bewezen heeft. Meent hij, op grond van één godsbewijs (dat bovendien nog nader onderzocht wordt) dat God bestaat, dan gaat hij zijn boekje te buiten.’ (JR)
De godsdienstwijsgeer betoont zich volgens Riemersma dan een intellectuele oplichter en verwijst naar de kritiek van Daniel Denneth op de theorie van Alvin Plantinga (foto: Wikipedia).
‘Het is alsof je een schaakpartij probeert te winnen door nieuwe, onduidelijke spelregels te gebruiken (bijvoorbeeld dat je op de vijftiende zet alle stukken op het bord opnieuw mag ordenen: het is dan gemakkelijk om de zwarte koning mat te geven). De beste schakers van de wereld hebben geen verweer tegen een dergelijke aanpak van de problemen.’ (JR)
Riemersma stelt dat het eigenlijk onbetrouwbare filosofie is en dat de naturalist gelijk heeft als hij er bezwaar tegen maakt. Hij zegt aan het slot van zijn artikel De Godsdienstwijsgeer als Oplichter:
‘Toch zijn dit praktijken waarop men met name godsdienstwijsgeren gemakkelijk kan betrappen. Wie mild is, neemt het hen niet kwalijk: de schoorsteen moet roken en de wijsgerige problemen zijn groot.’ (JR)
Waaruit ik de conclusie trek dat Douglas Gaskings bewijs dat God niet bestaat, ook rammelt. En Goddank stelt Riemersma elders in een blog dat wij (beneden, pd) God alleen zelf kunnen bedenken als er boven écht iets is…. 🙂
Zie:
Godsbewijs (Wikipedia)
De Godsdienstwijsgeer als Oplichter (Jan Riemersma)
Alles van Beneden is van Boven (Jan Riemersma)
Foto: Atheist Memes (Facebook)