‘De laatste reis zal ongelooflijk zijn’

De literatuurstudie ‘De (bijna-)dood ontrafeld‘ ontrafelt een leven na de (bijna-)dood die elke verwachting te boven gaat en dat ‘als ‘laatste reis’ werkelijk on-geloof-lijk zal zijn’. En toch is het geen ‘sciencefiction of thriller’ laat drs. Maureen Venselaar weten na tien jaar studie en veldonderzoek naar de (bijna-)dood. De auteur bestudeerde de Fibonacci-code die onder meer leidde tot de ontdekking van het ontstaan van (de onderlinge relatie) van twee universums. ‘Een leven na de (bijna-)dood is te verklaren op basis van fysische en astrofysische fenomenen’.

‘Het is ‘ontheologisch’ om levensbeschouwing
gescheiden te houden van de wetenschap’
(Maureen Venselaar)

Een en ander klinkt wonderlijk, maar de grondige informatie en uitwerkingen die dit boek ten beste geeft over de Fibonacci-code die de rekenkundige basis vormt voor de gulden snede, is fascinerend.

De gulden snede, ook bekend als de ‘goddelijke verhouding’ of ‘goddelijke verdeling’ en het ‘gulden getal’ (phi), zien we terug in de zadenmotieven van planten, bijenstambomen, piramiden, gotische kathedralen, kunstwerken uit de renaissance, het menselijk lichaam en in schelpen, om een paar voorbeelden uit de oneindige reeks fenomenen te noemen.’
(Uit: De geheime code, Priya Hemenway – andere citaten hieronder uit: De (bijna-)dood ontrafeld)


Gulden snede / Fibonacci-code in onze werkelijkheid

De Fibonacci-code vormt in de context van het leven na de (bijna-)dood een wonderlijk mysterie. Hiermee gaat Venselaar op zoek naar de ‘gps-coördinaten’ van de hemel en probeert ‘de onsterfelijkheid te bewijzen’. Dit klinkt fantastisch, naar fantasy, maar de veronderstellingen zijn – met illustraties en foto’s – stapsgewijs goed te volgen.

De code verwijst naar de ontdekkingen door Leonardo Fibonacci, een Italiaans wiskundige uit de middeleeuwen. Hij ontdekte dat er een aantal geheimen verborgen was in een bepaalde reeks cijfers: (0), 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89 enzovoort en dat de reeks de basis vormde voor de gulden snede.’

De Fibonacci-code geeft ook inzicht in het astrale universum en de onderlinge verhouding tussen het astrale en het kenbare universum. De code kan gekoppeld worden aan het beeld van twee universums die elkaars spiegelbeeld zijn en elkaars tegenovergestelde (polariteit), en zo een zandlopermodel vormen.

Venselaar twijfelt er nauwelijks meer aan dat we het leven na de (bijna-)dood moeten zien in het licht van een reis naar de uiterste regionen van ons universum. Het beeld van twee cyclonen/tornado’s die tezamen een soort zandloper vormen, blijkt te worden gemeld door sommige mensen met een bijna-doodervaring:

Tevens zag ik voor mij een gigantische vorm als twee cyclonen bovenop elkaar in de vorm van een zandloper. Het bovenste systeem bewoog met de klok mee, het onderste systeem tegen de klok in. (…) Waar de twee cyclonen elkaar hadden moeten raken, maar dat niet deden, kwamen de vreemdste lichtstralen die ik ooit gezien had, tevoorschijn’.


Gemini Telescoop fotografeert een hemelse zandloper

Die ‘zandloper’ zouden wij kunnen zien als we voor de hemelpoort staan. We staan dan werkelijk voor een soort deur, het smalste deel van de zandloper. De deur die BDE’ers ervaren zal waarlijk een doorgang blijken te zijn naar een andere ruimte, met andere dimensies in een totaal ander universum.

Deze deur is voor ons, als we ‘dood’ zijn, een onomkeerbare doorgang/tunnel tussen twee universums.(…) ‘Want als we sterven, zullen we – zonder enige twijfel – aan de andere kant tevoorschijn komen, en een nieuw onsterfelijk lichaam ontvangen, overeenkomstig de geheimen van de Fibonacci-code.’


Dit tablet van Shamash (Babylon) heeft de vorm van de gulden rechthoek
en vertelt over de bovenaardse relaties tussen mensen en God

Nu lijkt het idee van het bestaan van meerdere universums ver gezocht, maar we zien dit toch ook terug binnen het domein van de levensbeschouwing (van het hindoeïsme) en van de wetenschap (astrofysica).’

De auteur trekt conclusies over de hemel en het leven na de dood en ging daarvoor op zoek naar overeenkomsten tussen levensbeschouwing, de empirie van het paranormale (de BDE) en de natuurwetenschap.

Veel astrofysici, zoals Dijkgraaf, Guth, Hawking, Linde, Rees, Smolin (…) menen allemaal dat het bestaan van meerdere universums (=multiversum) mogelijk is. En daarmee houden ze onbewust de deur open voor mijn visie op de (bijna-)dood.’

Venselaar verheldert alle mysteries van de Fibonacci-code. Haar literatuurstudie is veelomvattend en bevat ook citaten uit levensbeschouwingen. Zij vindt het ‘ontheologisch’ om levensbeschouwing gescheiden te houden van de wetenschap. Daarbij heeft zij het niet over ‘God’, maar over ‘diegene die / datgene dat ten grondslag ligt aan alles en iedereen, en waar alles van uitgaat’.

Met betrekking tot het levensbeschouwelijke domein heb ik een studie gedaan naar geschriften uit het taoïsme, hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en de islam (ten aanzien van ideeën over onder andere God/het Allerhoogste, het hemelse rijk, de kosmos, het leven na de (bijna-)dood en wonderverhalen). Tevens bestudeerde ik het boek van Coppes, Bijna-doodervaringen in relatie tot de vijf grote religies.’

De (bijna-)dood ontrafeld telt 463 intrigerende pagina’s. Niet in de laatste plaats door de ervaringen van BDE’ers. Helpend is de uitgebreide woordenlijst die veel begrippen verhelderend toelicht, maar ook de vele honderden noten die, behalve uitleg geven, tevens verwijzen naar de literatuur waarvan de auteur gebruik heeft gemaakt. Daarnaast noemt zij ook haar uiteenlopende informatiebronnen en is er een trefwoordenregister.

De (bijna-)dood ontrafeldin het licht van de Fibonacci-code | Maureen Venselaar | Uitgeverij Akasha | ISBN 9789460150425 | 463 pagina’s | Geïllustreerd – gedeeltelijk in kleur | € 26,50

Drs. Maureen Venselaar begon in 2000 een langdurige detailstudie naar BDE met als doel om meer inzicht te krijgen in het fenomeen – inclusief de neurologische en bovennatuurlijke verklaring – om een non-dualistisch verklaringsmodel te ontwikkelen in relatie tot de (astro)fysica en de levensbeschouwingen. Haar theorie zou voor het eerst in de geschiedenis alle BDE-kenmerken kunnen verklaren. Zij ontving lovende (inter)nationale recensies en publiceerde haar studie o.a. in 2014 bij Studium Generale van de TU Delft.

►Tip: De geheime code – de gulden snede als goddelijke verhouding in kunst, natuur en wetenschap | Priya Hemenway | Hardcover | 9789057649936 | Librero | 2012 | 203 pagina’s | vanaf € 9,50 (tweedehands)

Beeld: propemortem.nl
Beeld gulden snede: medium.com
Beeld ‘zandloper’: Gemini Zuid fotografeert de planetaire nevel CVMP 1 in het sterrenbeeld Circinus – Passer. Credit: The international Gemini Observatory/NSF’s National Optical-Infrared Astronomy Research Laboratory/AURA (2020 – kuuke.nl)
Beeld Tablet van Shamash: (Zuid-Irak, negende eeuw v.Chr.) – Uit: De geheime code

Carl G. Jung en de confrontatie met het onbewuste

Recensie Het Rode Boek van C. G. Jung –  Liber Novus is het levenswerk van Jung en dit zag als Het Rode Boek in september 2019 het licht. Daar de kleur van de leren omslag van het oorspronkelijke Liber Novus rood is, kreeg het al gauw deze naam. Het werk telt 581 bladzijden en is door de uitgever verrijkt met het inleidende en uitgebreide hoofdstuk Liber Novus, door Jung-expert Sonu Shamdasani. Dit geeft een indrukwekkende kijk op het leven en werk van Jung en biedt een welkome achtergrond bij het lezen. De ontwikkeling van Jung wordt er boeiend in beschreven. Het Rode Boek zelf bestaat uit drie delen, drie boeken, en daarvan geef ik een korte indruk om enigszins een beeld te krijgen van de inhoud.

Mooi van taal
D
e betekenis en bedoeling van Jungs teksten zijn niet altijd direct duidelijk. Soms moeten ze bezinken en overdacht worden. Ze zijn mooi van taal, waarvoor een compliment voor de vertaler, Hans Huisman, hier op zijn plaats is. In de noten geeft hij duidelijk uitleg en legt verantwoording af voor zijn vertaling.
Het enorme aantal noten in Het Rode Boek (1027!) is een indrukwekkend boek op zich. Behalve de vele verwijzingen naar aanvullende literatuur en verhelderingen bij de tekst krijg je extra inzicht in de wereld waarin Jung zich verdiept, zoals onder meer de vele filosofen die hij leest; over kunst; psychologie; zijn mandala’s; briefwisselingen met Freud; de Gnosis; Boeddha; Thomas a Kempis; verwijzingen naar teksten uit de Bijbel en seminars die hij volgt.

Dromen, visoenen en fantasieën
I
n het Eerste Boek, Liber Primus: De weg van wat komen moet, doet Jung ervaringen op via talrijke dromen, visioenen en fantasieën. Hij denkt onder meer na over de essentie van God, en beschrijft ook hoe hij zijn eigen ‘goddelijke waanzin’ te boven komt. Jung beschrijft zijn ‘ondraaglijk innerlijke dwang’ om in contact te komen met zijn ziel, met wie hij lange gesprekken voert. Zijn ziel leidt hem vele dagen rond in de woestijn van zijn eigen Zelf.
Mooi vind ik vooral het onderscheid dat hij beschrijft tussen de ‘Geest van het hier en nu’ en de ‘Geest van de diepten’, met wie hij ook in gesprek gaat. Dit thema komt in het Tweede Boek terug. De Geest van het hier en nu gaat uit van nut en waarde, en de Geest van de diepten voert naar het domein van de ziel. De Inleiding Liber Novus meldt dat de opgave van Jung is beide geesten met elkaar te verzoenen. Dit zou uiteindelijk het hoofdmotief vormen van zijn daaropvolgende wetenschappelijke werk.

Poëtisch beschreven avonturen
L
iber Secundus is het Tweede Boek: De voorstellingen van hen die dwalen. Hierin beschrijft Jung onder meer negen avonturen in veelal mooie, poëtische zinnen. De vertellingen met verschillende fantasiefiguren staan voor de inhouden van het collectief onbewuste. Jung wil die integreren in het bewustzijn.
Hij ontmoet bijvoorbeeld De Rode. Is dat de duivel, vraagt Jung zich af. Het gaat dan over de Hel die voor iedereen anders uitwerkt: ‘al het weerzinwekkende en walgende is jouw eigenste Hel’.
In een sprookjesachtige vertelling over een ontmoeting in een kasteel, heeft hij een gesprek met een tenger, doodsbleek meisje. Maar Jung ziet haar schoonheid, haar gezicht straalt, in haar ziet hij de schoonheid van de ziel.
Op een nacht ontmoet Jung een landloper die over zijn leven vertelt en die nacht overlijdt. Jung ziet ‘de hand des doods’ op hem liggen. Hij denkt hierover na en vindt dat de dood het verschrikkelijke van het leven onthult. De overleden man is naar de maan vertrokken, ‘de verzamelplaats van vertrokken zielen’. Een mooie gedachte vind ik de opmerking van Jung dat ‘uiterlijk sterven’ beter is dan de innerlijke dood. Daarom zoekt hij de plek van het innerlijk leven.
De kluizenaar die Jung vervolgens ontmoet staat symbool voor ‘het alleen zijn en het innerlijk leven’. Hij wil zichzelf vinden, maar volgens Jung nog meer ‘de veelvoudige betekenis van Het Heilige Boek’. De man leest de Evangeliën steeds opnieuw en legt uit dat sommige zaken zich als nieuw voordoen en hem zelfs op nieuwe gedachten kunnen brengen.


Fantasie weegt niets
Veel mooie vertellingen volgen, waarin Jung meer ontmoetingen heeft, zoals met ‘de meest strenge vorst van de lege wereldruimte’, de ‘koude stilte van het steen’: de Dood. Hierin filosofeert Jung over leven en dood ‘die in ons een balans moeten vinden’.
Ook ontmoet hij Izdubar, de stier-mens, met wie hij filosofeert over sterven, waarheid en wetenschap. Jung dwaalt een aantal dagen met hem door het land. Maar Izdubar is enigszins verlamd en heeft hulp nodig. Jung wil hem dragen en doordat hij Izdubar als een fantasie ziet, is de stier-mens zo licht als een veertje, want een fantasie weegt niets. En zo gaan zij samen op zoek naar hulp.

Pleroma

In het Derde Boek, Liber Tertius: Nader Onderzoek, gaat Jung zelfkritisch in gesprek met zijn ‘broeder Ik’, en daarmee doelt hij op het ego met al zijn egoïstische eigenschappen. De stem van zijn ziel laat zich ook weer horen. Deze openingsparagraaf is voor Jung de ontmoeting met de schaduw, waarover hij zegt dat als je ‘in staat bent je eigen schaduw te zien en de kennis inzake de schaduw te verdragen’ (…) dat je dan tenminste het persoonlijk onbewuste aan de oppervlakte hebt gebracht.  
Een groot gedeelte van Liber Tertius gaat over het Pleroma (‘Volheid’) en daarmee brengt Jung, mede door de introductie van magiër Philemon – in een negental preken van de magiër tot de doden – de lezer naar de wereld van de Gnosis.

Tot slot
L
iber Novus moet je eigenlijk langzaam lezen en herlezen om alles tot je door te laten dringen. Denk ook aan de kluizenaar die Jung uitlegt dat je dan steeds wat nieuws ontdekt en het nieuwe gedachten oplevert. Dit boek, samen met anderen lezen en bespreken, of/en er workshops en lezingen over volgen, zal het inzicht en verdieping ervan zeker versterken.   

Het Rode Boek | Carl Gustav Jung | Derde druk mei 2020 | Hardcover | Uitgeverij Van Warven | september 2019 | 581 pagina’s | € 38,50

Beeld: Carl G. Jung (verkenjegeest.com)

(Eerder geplaatst bij de Academie voor Geesteswetenschappen, Utrecht)

Doodgaan is wakker worden

Boekrecensie Het geheim van Elysion – 45 jaar studie naar nabij-de-doodervaringen (NDE), over ‘bewustzijn in liefde zonder waarheen’. Dit boek gaat over meer dan alleen over mensen die een nabij-de-doodervaring beleven. Natuurlijk vind je persoonlijke verhalen over NDE, maar ook worden eraan verwante ervaringen beschreven, zoals levenseinde-ervaringen en buitenlichamelijke ervaringen. Een spontane ervaring wordt gemeld, zomaar uit het niets, en als ‘Ander-Leven-Ervaring’ beschreven. En dan zijn er nog, niet te onderschatten, dromen, (sterfbed)visioenen en andere bewustzijnstoestanden. Aandacht wordt eveneens besteed aan NDE in oude culturen. Wetenschappelijk onderzoek rond NDE komt ruim aan de orde.

Bewustzijn
Trefwoord in dit boek is bewustzijn. Bewustzijn in relatie met de functie van de hersenen. De NDE is een ‘overweldigende confrontatie met de onbegrensde dimensies van ons bewustzijn’, zoals Pim van Lommel het formuleert. De gedachte hierbij is dat bewustzijn onze wezenlijke essentie lijkt te zijn. Op het moment dat wij ons lichaam, de fysieke wereld verlaten, bestaan wij als zuiver bewustzijn, voorbij tijd en ruimte en zijn we opgenomen in pure, onvoorwaardelijke liefde.

Wetenschap
De overheersende gedachte in de wetenschap is nog altijd dat bewustzijn voortkomt uit het lichaam, uit de hersenen: het brein als de bron van alle mogelijke bewustzijnstoestanden. Wetenschappelijk onderzoek rond NDE wordt kritisch gevolgd, zowel de beperkingen ervan als de verschillende onderzoeken zelf. Toch leiden de onderzoeken tot een wetenschappelijk debat, niet meer over of NDE’s bestaan, maar of ze ‘ingelijfd’ kunnen worden binnen het dominante wetenschappelijke wereldbeeld. De andere gedachte is dat ‘het materialisme niet in staat is gebleken zijn bewering hard te maken dat stoffelijke hersenen bewustzijn/geest produceren’. Een nieuw denkbeeld, dat steeds meer steun krijgt, heet ‘belovend materialisme’: het denkbeeld van ‘een mentale, niet-stoffelijke, wereld die met de stoffelijke wereld interacteert.

NDE-ervaringen
De Zwitserse psychiater C. G. Jung heeft ook ervaringen met NDE en noemde die ‘doodsvisioenen’. Hij vergeleek het met andere visioenen en heldere dromen. Het Rode Boek bevat er voorbeelden van. In Het geheim van Elysion krijgt Jung terecht een plaats, naast vele buitengewone ervaringen van anderen.
Het hindoeïsme is ook bekend met NDE. In de Vedische geschriften uit het oude India hebben ze het echter niet over NDE, maar wordt heel intrigerend van ‘wakker worden’ gesproken in plaats van ‘doodgaan’. Een ‘nabij-het-wakker-wordenervaring’.
Er zijn ook geschreven getuigenissen van NDE uit de achtste eeuw in Tibet. Of nog ouder, bepaalde teksten uit de Bijbel verwijzen er eveneens naar. Het gaat dan over ‘verblind worden door een licht uit de hemel’. Paulus verwijst naar visioenen en openbaringen ‘die de Heer ons schenkt’. Het Oude Testament beschrijft de droom van Jacob over een ladder die ‘helemaal tot de hemel reikte’.

Het geheim van Elysion
D
e titel van het boek verwijst naar de Griekse mythologie, waarin ‘Elysion’ de aanduiding is voor de verblijfplaats van de gelukzaligen, de ‘Elysese velden’. Een relatie met NDE is gevonden in de Minoïsche cultuur: je kon alleen in Elysion komen na een levensbedreigende ervaring van bijvoorbeeld vuur of bliksem.
Door de vele verhalen van mensen die een NDE beleefden, lees je zowel verschillende als overeenkomstige ervaringen van mensen die een blik werpen in een andere dimensie, door sommigen hemel genoemd. Het idee van het hiernamaals wordt gevoed doordat NDE’ers soms hun overleden dierbaren ontmoeten. Zelfs dierbaren waarvan ze, na hun ‘terugkeer’ op aarde, hoorden dat die een dag tevoren waren overleden.



Wakker worden
Het geheim van Elysion is prachtig uitgegeven, heeft korte overzichtelijke hoofdstukken en een mooie, praktische lay-out. Het verleidt tot lezen, en eenmaal aan begonnen, blíjf je lezen. En ook al ken je Eindeloos bewustzijn van Pim van Lommel, een intrigerende wereld gaat nog verder open. Het idee van doodgaan komt in een fascinerend daglicht te staan. Als je het boek uithebt, is het gevoel van dat er (veel) meer is tussen hemel en aarde behoorlijk versterkt. Bij de dood houdt het duidelijk niet op, er is continuïteit van leven en dood. Dood is een overgang – geen einde – naar een ‘hoger leven’, een wakker worden. Dat wordt duidelijk in dit boek. Ons bewustzijn is niet eindig, maar eindeloos. Doodgaan is wakker worden.

Het geheim van Elysion | Uitgeverij Van Warven | Redactie: Rudolf H. Smit / Rinus van Warven | 3 september 2020 | ISBN 978 94 93175 44 0 | NUR 728 | € 32,50

Gerelateerd: ‘Bewustzijn in liefde zonder waarheen’ (godenenmensen.com) Over dit artikel op mijn blog van 1 september 2020 was uitgeverij Van Warven goed te spreken en daarvoor stuurde zij mij gratis Het geheim van Elysion. Dit leidde tot bovenstaande boekrecensie over deze fascinerende uitgave.

Foto: © NRC (bewerking: PD)

Parapsychologie nog altijd pseudowetenschap

MichielVanElkHansGerdingAVG

Bij de Academie voor Geesteswetenschappen (AVG) in Utrecht gaf neurowetenschapper Michiel van Elk, bekend van Extase, waarin hij zijn experiment met de ‘godhelm’ en andere religieuze ervaringen beschrijft, een lezing, waarna hij in gesprek ging met een docent bij de AVG, parapsycholoog en filosoof Hans Gerding, bekend van Wilde beesten in de filosofische woestijn: filosofen over telepathie en andere buitengewone ervaringen. Duidelijk werd die middag dat de psychologie in de visie van Van Elk niet veel opheeft met de parapsychologie. Het stuit in ieder geval nog altijd op weerstand in academische kringen. Je vindt het niet terug in de mainstream van de psychologie.

Op de universiteit kan je geen parapsychologie studeren. Er bestaat geen zelfstandige parapsychologische wetenschap, hooguit is het een onderdeel van de empirische psychologie, als te bestuderen verschijnsel. Religieuze ervaringen worden er bestudeerd, maar wat moet je met dat paranormale, of hoe onderzoek je bewustzijn, hoe kan je dat meten? Toch vertelde Van Elk zelf uitgebreid over zijn eigen vreemde ervaringen die hij niet wetenschappelijk kan verklaren, maar voor hem betekenisvolle ervaringen opleverden. Of hem minstens als betekenisvol toeval voorkwamen. De mens heeft nu eenmaal de neiging of betekenis te geven aan toeval.

Van Elk kwam zo eens ver afgelegen terecht in een hut, waar ceremonieel thee werd gedronken en hij mee werd gevoerd naar bizarre taferelen. Zo zat hij in Amsterdam en het andere moment in een of andere Arabische stad. Van Lommel heeft gelijk, dacht hij zelfs bij bepaalde ervaringen. Die vertelde dat het menselijk brein soms op een televisieontvanger lijkt en ‘afgestemd kan worden’ op verschillende universa of bewustzijnstoestanden. Van Elk kreeg bizarre visioenen waarvan hij soms dacht wat moet ik ermee, maar hem ook diep inzichtelijke ervaringen gaven.

Zo zag de neurowetenschapper eens in een visioen de Terugkeer van de Verloren Zoon van Rembrandt. Als vader van twee kinderen keek hij vanuit het perspectief van de vader en voelde het visioen als een persoonlijke boodschap. Of kwam dat vanuit het emotionele zelf? Ook vertelde hij hoe psychedelische ervaringen kunnen bestaan. De verschillende hersengebieden die anders nooit met elkaar communiceren, doen dat onder invloed van paddo’s of andere hallucinogenen ineens wel. Dan krijg je bizarre ervaringen. Dat is niet spiritueel, want je tript op kortsluiting. Er is geen sprake van een of andere Hogere Realiteit.

Van Elk vertelde over zijn nep-godhelm. (Er bestaat een echte, die ook werkt als die uitstaat.) Op het Lowlandfestival in de zomer van 2016 werd geëxperimenteerd met de nep-godhelm met nutteloze draadjes en ducttape. Deelnemers werden dus genept – waarover ze later wel werden ingelicht. Het onderzoek richtte zich op hoe snel mensen een ‘goddelijke’ ervaring krijgen als de omstandigheden voor suggestie optimaal worden gemaakt. Sommige deelnemers deden een spirituele ervaring op. In de echte godhelm zit een magneet om het brein in de ‘godstand’ te krijgen. Iets waarvan de Amerikaanse experimentele psycholoog Michael Persinger (Universiteit van Ontario in Canada) overtuigd schijnt te zijn. Het zou te maken hebben met het verstoren van het contact tussen de twee hersenhelften.

Je moet vooral kijken naar de gevolgen die ervaringen hebben, vindt Van Elk. En dan blijkt uit veel onderzoeken dat spirituele ervaringen over het algemeen heel gezond zijn. Mensen zitten lekkerder in hun vel, ze zijn minder depressief en leven zelfs langer. Dan zou je je af kunnen vragen of die ervaringen corresponderen met een transcendente werkelijkheid. Maar hij vindt die vraag eigenlijk niet relevant. Spiritualiteit doet blijkbaar heel veel mensen goed.

De godhelm is een kwestie van suggestie en verwachting. En dat leidt soms tot bizarre ervaring als zwaarder wordende armen, die ook nog eens versmelten met de tafel waarop ze liggen. Of er klinken stemmen, bijvoorbeeld een ‘gids’ die iets vertelt over aankomend moederschap. Een blinddoek versterkt de suggestie. Blijkbaar verzinnen onze zintuigen van alles als ze geen input krijgen. Van Elk heeft het over ons brein als voorspelmachine. Zien we niets, dan komt er toch wat. Misleiding dus. Een verzinmachine eigenlijk. Bij een vrouw verdwenen dankzij de godhelm haar tinnitusklachten. Voor hoe lang vertelt het verhaal niet..

Al die ervaringen vanuit de psychologie vindt Van Elk wel begrijpelijk, maar hij heeft zo zijn twijfel over die bizarre ervaringen van mensen. ‘Het zit allemaal in ons brein,’ zo citeert hij hersenwetenschapper Victor Lamme. Van Elk vindt de vraag wat doen de ervaringen met ons, belangrijker dan of ze echt of suggestie zijn. We moeten er ons niet op blind staren. Liever kijkt hij naar de vruchten van de ervaringen. Word je er bijvoorbeeld een aardiger mens van? Religieuze en spirituele mensen zitten volgens onderzoeken beter in hun vel, zijn gezonder en gelukkiger. Ze leven ook langer, zorgen beter voor hun omgeving. Mensen zijn ontspannen, ervaren vermindering van stress, willen goed zijn voor de gemeenschap en zoeken verbondenheid. Dat ervaren mensen bij religie en spiritualiteit. Van Elk ziet dat ook gebeuren als je opgaat in de natuur, langs oceanen wandelt of van kunst geniet. Dat tilt je uit boven de alledaagse werkelijkheid.

Een paradigmaverandering ziet de neurowetenschapper niet gebeuren, zegt hij op een vraag van Gerding. Er is geen echte ruimte voor parapsychologie, er is geen werkmodel voor. Hij gelooft niet in parapsychologie. ‘De één miljoen dollar voor een echte parapsychologische ervaring is nog steeds niet geclaimd’. Hoe kom je aan echte informatie en overdracht van ervaringen? Toch, zegt Gerding, worden er massaal paranormale fenomenen en religieuze ervaringen gerapporteerd. Van Elks antwoord is dat onderzoekers graag willen publiceren en roemen zich dan op de fantastische uitkomst van een onderzoek, maar doen dat dan op basis van slechts 15 ervaringen. Dat is niet echt wetenschappelijk, maar omdat uitkomsten soms spectaculair klinken, komen ze in de krant. Maar of dat wetenschap is? En hoe belangrijk is het eigenlijk om parapsychologie te bewijzen? Liefde hoeft toch ook niet bewezen te worden?

Naschrift. In Nederland bestaat de Dutch Society for Psychical Research (SPR): een aantal verenigingen in diverse landen richten zich op de bevordering van het wetenschappelijk onderzoek naar wat in bredere kring ‘paranormale verschijnselen’ wordt genoemd. De allereerste SPR werd in 1882 in Engeland opgericht. De bekende psycholoog William James stond aan de wieg van de Amerikaanse SPR die twee jaar later het licht zag. De grondlegger van de experimentele psychologie Prof. dr G. Heymans was medeoprichter van de Nederlandse SPR.

Bron: Dies Natalis bij de Academie voor Geesteswetenschappen, Utrecht | Werfkelder/Cultuurtheater De Witte Lely | Utrecht | 16 februari 2019

Foto: Michiel van Elk (li) en Hans Gerding © PD

De hemel in kaart of de mysteries van het hiernamaals onderzocht

hemelinkaart
De zeventiende-eeuwse wetenschapper Emanuel Swedenborg was de eerste moderne wetenschapper die de hemel als een bestaande plek beschouwde, en de eerste die hem in kaart probeerde te brengen. Eben Alexander verwijst onder meer naar hem in zijn boek De hemel in kaart, dat afgelopen oktober verscheen. ‘Swedenborg was bijzonder geïnteresseerd in de hersenen en heeft jaren besteed aan het zoeken van de locatie van het bewustzijn; de fysieke locatie van wat in zijn tijd nog ziel werd genoemd.’

Na het verschijnen van Na dit leven door dezelfde schrijver, waren er volgens de uitgever mensen die de bijna-doodervaringen waarover hij schreef, afdeden als onmogelijk. Maar er waren nog veel meer lezers die hem schreven dat zijn verhaal hen diep raakte, op allerlei vlakken. In De hemel in kaart deelt Alexander enkele van de verhalen die hem zijn verteld, en linkt deze aan wat de grote spirituele tradities, wereldreligies en filosofen op de wereld ons vertellen over de reis van de ziel. Alexander over de hemel:

De plek is zo echt als de kamer, het vliegtuig, het strand of de bibliotheek waar je nu bent. Er zijn objecten in aanwezig. Bomen, velden, mensen, dieren. Zelfs (als we de Openbaringen uit de Bijbel of de twaalfde-eeuwse Perzische visionair Suhrawardi of de twaalfde-eeuwse Arabische filosoof en mysticus Ibn ‘Arabi moeten geloven) hele steden. 

De Perzische mysticus Najmoddin Kobra schreef, in een taal die schitterend is door zijn onverschrokken directheid, dat de hemel niet de ‘zichtbare lucht daarboven’ is. ‘Er zijn,’ zo zei hij, ‘andere hemelen, die dieper, subtieler, blauwer, puurder, helderder, ontelbaar en onbegrensd zijn.’ Bedoelde hij echt andere hemelen?  Ja, dat bedoelde Kobra.’ (Uit: De hemel in kaart) 

taedeasmedes


Godsdienstfilosoof, theoloog en schrijver Taede A. Smedes (foto: TAS) schreef er op zijn blog een recensie over De hemel in kaart. Hij bleef sceptisch in zijn recensie maar zei open te staan voor de mogelijkheid dat er werkelijk meer is, dat de werkelijkheid groter en dieper is dan ons denkvermogen – dat immers altijd van onze materiële hersenen gebruik maakt – kan vatten.

Een bijna-doodervaring wordt door Alexander in dit boek beschreven analoog aan een inwijdingsritueel uit de oude mysteriegodsdiensten, die ook in het teken van de eigen dood en de opstanding stonden. Volgens Alexander hadden die mysteriegodsdiensten al een idee dat de werkelijkheid groter en dieper is dan het oog kan waarnemen, de hand kan voelen of het oor kan horen.

Dat steeds meer mensen ervoor uitkomen dat ze soortgelijke ervaringen hebben gehad, betekent voor Alexander dat er een soort van bewustwordingsproces gaande is, een transformatie van het menselijk bewustzijn, die echter heel langzaam en met veel tegenwerking verloopt. Dit zijn uiteraard ideeën die verder niet te verifiëren zijn. Toch vond ik de analogie met mysteriegodsdiensten prikkelend en interessant.’ (TAS)

dehemelinkaartVolgens Smedes brengt dit boek vooral troost voor mensen die hier en nu met pijn en in verdrukking leven, die rouwen om een overleden naaste, en houdt dit boek vooral lessen voor levenden in, wil het vooral zin geven aan wat er hier en nu gebeurt, het idee dat wie en hoe wij zijn opgenomen is in een groter, alomvattend en zinvol geheel dat onze individuele levens overstijgt en waar we via het denken of door wetenschappelijk onderzoek geen grip op kunnen krijgen.


Een diepgaander begrip en verdere interpretatie zullen een grondige herziening vereisen van onze ideeën over bewustzijn, causaliteit, ruimte en tijd. Sterker nog, een aanzienlijke versterking van de natuurkunde, die de realiteit van het bewustzijn (ziel of geest) volledig omarmt als de basis van alles, is nodig om het diepe mysterie in de kern van de kwantumfysica te overstijgen.’ (Uit: De hemel in kaart)

Zodra de wetenschap niet-fysieke verschijnselen gaat onderzoeken, zal zij in tien jaar meer vooruitgang boeken dan in alle voorgaande jaren van haar bestaan samen. – Nikola Tesla (1856–1943)’ (Uit: De hemel in kaart)

De hemel in kaart – Een neurochirurg onderzoekt de mysteries van het hiernamaals | Eben Alexander met Ptolemy Tompkins | Oorspronkelijke titel The Map of Heaven | © 2014 by Eben Alexander MD | Vertaling Fabe Bosboom | Omslagontwerp: Pinta Grafische Producties | © 2014 | A.W. Bruna Uitgevers B.V. | Amsterdam | ISBN 978 94 005 0408 0 | nur 728 

EbenAlexanderDr. Eben Alexander (foto: ebenalexander.com) werkt al meer dan vijfentwintig jaar als universitair neurochirurg, waarvan vijftien jaar aan Harvard Medical School in Boston. Hij schreef De hemel in kaart in samenwerking met Ptolemy Tompkins, redacteur voor de tijdschriften Guideposts en Angels on Earth en auteur van vier boeken. Zijn artikelen verschenen onder meer in Harper’s, The New York Times en The Los Angeles Times. Eben Alexanders eerste boek Na dit leven was een internationale bestseller. Het boek is vertaald in bijna veertig talen en wereldwijd werden er meer dan twee miljoen exemplaren verkocht.

Gerelateerd: Een wetenschappelijk argument voor de eeuwigdurende ziel

Zie ook: Neurochirurg Eben Alexander biedt troostrijke boodschap voor de levenden. (boekbespreking)

Illustr:
ad.nl

Massale rapportage van ongewone ervaringen


‘Uit enquêteonderzoek blijkt dat ongewone ervaringen massaal worden gerapporteerd. Mensen melden onder meer buitenlichamelijke ervaringen, helderziendheid, telepathie en voorschouw. Hoe reageren therapeuten, wetenschappers en filosofen? Hoe reageren de mensen die zulke ervaringen hebben, en met welke levensvragen brengen zij deze ervaringen in verband?’
– Het Leids Instituut voor Godsdienstwetenschappen organiseert op 9 december minisymposium: ‘Filosofie en Spiritualiteit: Wilde beesten in de filosofische woestijn’.

In alle tijden en culturen rapporteren mensen buitengewone ervaringen. Deze ervaringen zijn voor veel mensen belangrijk voor de manier waarop zij zich oriënteren op zichzelf, hun medemens en de wereld waarin zij leven. Deze ervaringen zijn door wetenschap en filosofie (nog?) niet getemd. Ze worden in leerboeken voor psychologie- en filosofiestudenten nauwelijks of hooguit in voetnoten genoemd.

En als ze besproken worden overheersen reductionistische en betekenisonderdrukkende ‘verklaringen’. Wie desondanks in de wijsbegeerte naar deze ervaringen op zoek gaat, wordt niet teleurgesteld. Grote filosofen blijken zich er niet alleen mee bezig gehouden te hebben, maar er ook verrassende ideeën over te hebben.

Parapsychologie als spiritualiteit?
‘Spiritualiteit’ kan worden beschouwd als aandacht voor de diepte en reikwijdte van onze ervaring. In de middeleeuwen waren het mystici, in de Romantiek occultisten en kunstenaars, eind 19e eeuw de eerste psychologen en begin 20e eeuw de fenomenologie, die deze diepte en reikwijdte hebben proberen te redden voor het intellectuele discours. Het is aan deze denkers en stromingen te danken dat de hedendaagse filosofie überhaupt nog enige interesse heeft voor ‘spiritualiteit’, en niet volkomen is weggezakt in het cerebrale spierballenvertoon van de analytische wijsbegeerte.

Is het misschien mogelijk om de zogenaamde ‘common sense’, waarvan zoveel hedendaagse denkers zeggen uit te willen gaan, te ontgrenzen in de richting van een ‘uncommon sense’? Richten de uitzonderlijke menselijke bewustzijnstoestanden die de parapsychologie bestudeert niet evenzovele vragen aan de strakheid van de grenzen van het ‘normale’, ‘rationele’ bewustzijn?

Psychical Research: een verdwenen geschiedenis
Psychical research was historisch onderzoek: onderzoek naar buitengewone ervaringen die concrete mensen in hun levensgeschiedenis hebben meegemaakt. Het vak is nu zelf een historisch verschijnsel geworden: de belangstelling van wetenschappers en filosofen voor dit onderzoek is goeddeels verleden tijd, de bevindingen lijken te zijn vergeten.

Het is opvallend dat dit vergeten onderzoek, dat zo discontinu lijkt te zijn met de wetenschappelijke cultuur, zelf juist de discontinuïteit van het geheugen onderzocht. In een tijd waarin alles transparant moet zijn en we zogenaamd ‘over alle informatie beschikken’ zijn we ons niet meer bewust van de selectiviteit van ons geheugen. Misschien is psychical research toch een wetenschap voor de toekomst.

Zie: Minisymposium Filosofie en spiritualiteit: “Wilde beesten in de filosofische woestijn”

9 december 2011 – Toegang gratis – 13.30-16.30 uur – Lipsiusgebouw, zaal 003 – Cleveringaplaats 1, Leiden – Tevens boekpresentatie van ‘Wilde beesten in de filosofische woestijn’