Hawking was dankbaar voor ‘groots ontwerp universum’

Universum

Stephen Hawking zegt in zijn boek De antwoorden op de grote vragen dat we dit ene leven hebben om het grootse ontwerp van het universum te kunnen waarderen en dat hij daar bijzonder dankbaar voor is. Opmerkelijk dat hij het over ‘ontwerp’ heeft. Iets of iemand moet dat dan ontworpen hebben, maar daar wil Hawking niet aan. Niemand heeft het heelal geschapen, zegt hij en niemand bepaalt ons lot. Als dat waar zou zijn, zou Hawking zelf niet eens bestaan, want als het heelal niet ontworpen is, dan hij ook niet. Dan was er niets. Fascinerend is het wel om zijn visie te volgen, zijn antwoorden op de grote vragen.

Was Hawking zo eigenwijs dat hij zelfs na zijn dood op 14 maart 2018 nog het bestaan van God ontkende? God zelf maakte dit wereldkundig via zijn Twitteraccount: ’It’s only been a few hours and Stephen Hawking already mathematically proved, to My face, that I don’t exist’. Eigenlijk had de geleerde God toen juist kunnen bedanken voor dat ‘grootse ontwerp van het universum’. 🙂

Geloof ik? Ieder van ons staat het vrij te geloven wat hij of zij wil en naar mijn mening is de eenvoudigste verklaring dat er geen god is. Niemand heeft het heelal geschapen en niemand bepaalt ons lot. Dat leidt me tot een diepgaand inzicht: er is dan vermoedelijk ook geen hemel en hiernamaals. Volgens mij is geloven in een hiernamaals slechts wishful thinking. Er is geen enkel bewijs voor en het gaat in tegen alle wetenschappelijke kennis. Ik denk dat we na onze dood terugkeren tot stof. In één opzicht leven we echter door, en dat is door onze invloed en in onze genen die we aan onze kinderen doorgeven. We hebben dit ene leven om het grootse ontwerp van het universum te kunnen waarderen en ik ben daar bijzonder dankbaar voor.’ (Uit: De antwoorden op de grote vragen)

De kosmoloog en natuur- en wiskundige uit zijn dankbaarheid al in het eerste hoofdstuk: Bestaat er een God?, van zijn laatste – door zijn dochter Lucy voltooide – werk. In dit, deze maand verschenen De antwoorden op de grote vragen, stelt hij dat de wetenschap steeds vaker antwoorden geeft op vragen die altijd op het terrein van de godsdienst hebben gelegen. Dan is het ook niet zo gek dat hoogleraar Geesteswetenschappen, René van Woudenberg, in zijn prijswinnend essay in de NRC, stelt dat rationele wetenschappers die nieuwsgierig zijn, bewijs kunnen zoeken voor het bestaan van God. Op een gegeven moment komt dat antwoord, geen bewijs weliswaar, maar een cumulatie van argumenten dat je er eigenlijk niet meer onderuit kan. Zie bijvoorbeeld de artikelen van wiskundige en filosoof Emanuel Rutten.

Tegenwoordig geeft de wetenschap betere en samenhangender antwoorden, maar mensen zullen zich altijd aan een godsdienst vasthouden omdat die troost biedt, terwijl ze wetenschap niet vertrouwen of niet begrijpen.’ (Uit: De antwoorden op de grote vragen)

Hawking vertelt dat een paar jaar geleden er een kop op de voorpagina van The Times stond die luidde: ‘God heeft het universum niet geschapen,’ aldus Hawking.’ Er stond een illustratie bij het artikel – een tekening van Michelangelo – van een kwaad kijkende God. En een foto van hemzelf met zelfvoldane blik.

Het leek wel een duel tussen ons. Maar ik heb helemaal niets tegen God. Ik wil niet de indruk wekken dat ik met mijn werk het bestaan van God wil bewijzen of ontkrachten. Mijn werk gaat om het vinden van een rationeel kader om het heelal te begrijpen.’ ’ (Uit: De antwoorden op de grote vragen)

Hawking verklaart alles met natuurwetten. Die komen dan blijkbaar ook zomaar uit het niets. Volgens hem is de ontdekking van deze wetten de grootste prestatie van de mensheid, want het zijn deze wetenschappelijke of natuurwetten die ons zullen vertellen of we een god nodig hebben om het heelal te verklaren.

Als je aanvaardt, zoals ik, dat de natuurwetten vastliggen, dan duurt het niet lang voordat je de vraag stelt: welke rol speelt God hierin? Dit maakt een groot deel uit van de tegenstelling tussen wetenschap en godsdienst, en hoewel mijn visie daarop de krantenkoppen heeft gehaald, is het feitelijk een eeuwenoud conflict.’ (Uit: De antwoorden op de grote vragen)

Men kan God definiëren als de belichaming van de natuurwetten, zegt hij in zijn boek.

Dit is echter niet zoals de meeste mensen denken over God. Zij denken aan een mensachtig wezen, met wie je een persoonlijke band kunt hebben. Als je naar de enorme omvang van het heelal kijkt en in ogenschouw neemt hoe onbetekenend en toevallig het menselijk leven is, dan lijkt dat hoogst onwaarschijnlijk.’ (Uit: De antwoorden op de grote vragen)

StephenHawking thedrum.com

Ook zegt Hawking dat hij het woord ‘God’ in onpersoonlijke zin gebruikt, net als Einstein deed voor de natuurwetten, dus het kennen van Gods denken is het kennen van de natuurwetten. Hij voorspelt dat we tegen het einde van deze eeuw Gods denkwijze kennen.

De vraag of God bestaat voor de wetenschap vindt Hawking een geldige vraag omdat het per slot van rekening niet meevalt om een belangrijker, of fundamenteler mysterie te bedenken dan wat of wie het heelal heeft geschapen en nu beheerst.

We kunnen de natuurwetten gebruiken om op zoek te gaan naar de oorsprong van het heelal en erachter komen of het bestaan van God de enige manier is om die te verklaren.’ (Uit: De antwoorden op de grote vragen)

Hawking vertelt op een manier alsof het maken van het universum een fluitje van een cent is. Zo zegt hij, is – ondanks de complexiteit en de verscheidenheid binnen het heelal of het universum of de kosmos, wat je wilt – gebleken dat je voor het maken ervan slechts drie ingrediënten nodig hebt. Hij noemt dan massa, energie en ruimte. En zelfs niet eens drie, want massa is energie en andersom. Alsof we die ingrediënten, als een God(!),  zomaar even uit het niets uit de lucht plukken…

deantwoordenopdegrotevragen
M
aar ook dat legt Hawking helder uit, en dan gaat het vervolgens over een kuil die ontstaat als je een bergje maakt. Dat bergje staat voor het heelal. Om het bergje op te kunnen werpen, graaft hij een gat in de grond. Hij maakt dus niet alleen een berg, hij maakt ook een kuil, en dat is eigenlijk een negatieve uitvoering van die berg. De grond die lag waar nu de kuil is, is berg geworden, dus alles is in evenwicht. Dit is het principe achter wat er aan het begin van het heelal gebeurde.

Het betekent dat, als de som van het heelal nul is, God niet nodig is geweest om het te scheppen. Het heelal hebben we helemaal gratis gekregen.’ (Uit: De antwoorden op de grote vragen)

Het is spannend en fascinerend, dit hoofdstuk. Hawking blijft een en ander helder uitleggen. Hij komt uiteindelijk zelfs tot de conclusie dat het heelal zichzelf heeft geschapen. Dat is toch wel heel opmerkelijk. Zo zou God zichzelf toch ook geschapen kunnen hebben, denk ik dan. Het heelal, dat is God. Hoe Hawking dit zelf precies bedoelt, legt hij verder uit in Bestaat er een God? en nog negen andere hoofdstukken.

Bron: De antwoorden op de grote vragen | Stephen Hawking | Spectrum | € 19,99

Foto Stephen Hawking: thedrum.com

Beeld: Ocean

‘Er is iets dat bestaat, dus God bestaat’

universum

Het ‘onsterfelijke gerucht’ is geen onbelangrijk gegeven omdat daardoor wordt aangetoond dat er in de mensheid een heel wijd verbreid en spontaan bewustzijn bestaat, dat ons bestaan en dat van het hele universum iets is dat gratis geschonken wordt. – Dat zegt theoloog Manuel Cabello in de paragraaf Redelijk inzicht: de wegen vanuit het universum naar God, in Geloven vandaag?, waarin hij op zoek gaat naar uitgewerkte filosofische argumenten voor het bestaan van God door het universum als uitgangspunt te nemen.

Over het ‘onsterfelijk gerucht’ zegt hij dat er in onze intelligentie een intuïtief besef is – dat meer of minder duidelijk kan zijn – van het feit dat alles wat bestaat, ooit zal verdwijnen en er net zo goed niet kan zijn, en dat er daarom Iemand moet zijn die een verklaring geeft voor het waarom van de wereld en van de mens.

Deze intuïtie is al eeuwen geleden vastgelegd in de uitspraak: Aliquid est, ergo Deus est (er is iets dat bestaat, dus God bestaat). De filosofische argumenten die worden aangevoerd om het bestaan van God aan te tonen zijn niets anders dan een uitwerking en een vertaling in abstracte termen van deze allereerste intuïtie van het intellect – die wijd verbreid is in de geschiedenis van de mensheid tot op de dag van vandaag, als ze tenminste niet wordt verstikt door een bepaalde levenswijze of ideologie.’

Cabello verwijst naar de big bang theorieën waarvan bijna alle natuurkundigen gebruik maken als basis van hun werk, ook al staat de geldigheid ervan voor hen niet definitief vast. We moeten ons er dan ook niet toe verleiden die niet vaststaande wetenschap te gebruiken als argument voor het bestaan van God.

Wil men aantonen dat de wereld is geschapen door zich te beroepen op de big bang theorie, dan moet men een onomstotelijk bewijs leveren voor deze theorie, en men moet ook nog aantonen dat er vóór de big bang niets was – en dat krijgt men in de natuurkunde niet voor elkaar.’

Over de stelling dat het universum wellicht zichzelf heeft geschapen, zegt Cabello dat het gezonde verstand én de filosofie – die in het verlengde zou moeten liggen van het gezonde verstand –ons klip en klaar vertellen dat het onzinnig is om het te hebben over een schepping zonder schepper.

Als er ‘op een gegeven moment’ niets zou bestaan, zelfs niet God, dan zou er op geen enkel moment iets kunnen bestaan. Ex nihilo, nihil fit: niets komt voort uit het niets, luidt een oud gezegde in de filosofie.’

Als we echter stellen, zegt Cabello, dat het universum eeuwig duurt zonder dat er een God is, waarbij dat universum de macht heeft om de oorsprong te zijn van leven en bewustzijn, dan maken we van dat universum zelf een God; weliswaar een onpersoonlijke God tot wie we niet kunnen bidden, maar toch een echte God.

En als het [universum] geschapen is, dan moet er zich aan het begin van de serie oorzaken die aan het universum ten grondslag liggen, een wezen bevinden dat wél onmisbaar is omdat er zonder dat wezen niets zou kunnen bestaan. Dit onmisbare wezen is per definitie God.’

De wereld is volgens de theoloog samengesteld uit het geheel of de combinatie van de individuele dingen die er deel van uitmaken en geen van die delen bezit in zichzelf de volledige reden van zijn eigen bestaan.

Al die delen zijn op de een of andere manier afhankelijk van een oorzaak die buiten hun eigen bestaan ligt. Daarom toont de ervaring ons geen enkel voorbeeld van een werkelijkheid waarvan de bestaansreden in die werkelijkheid zelf is gelegen, en dus zal het geheel van die werkelijkheden – het universum dus – ook niet zelf de grondslag van zijn eigen bestaan bezitten. Daarom ontkomen we er niet aan om te veronderstellen dat er een bestaansreden van deze wereld is die buiten deze wereld is gelegen.’

Over de chaos aan het begin, de big bang, vraagt Cabello zich af wat voor evolutie er in staat kan zijn geweest om een wereld voort te brengen die zo welgeordend is als de onze?

Met andere woorden, kan de rationele ordening die wij waarnemen de resultante zijn geweest van blinde automatische krachten die hun spel speelden gedurende het evolutieproces van het universum, of moet die rationele ordening vooraf hebben bestaan om dit evolutieproces te sturen?

Hoe kan de materie, die per definitie niet intelligent is, stelt Cabello, het bestaan verklaren van het universum dat wij kennen, vanaf het wonder van het kleinste celletje tot het grootse schouwspel van het ‘hemelgewelf’ met zijn duizenden miljoenen melkwegstelsels? De theoloog verwijst naar Einstein, die van het wonder van de kenbare  structuur van het universum sprak:

‘Weliswaar worden de axioma’s van deze [zwaartekracht]theorie opgesteld door de mens, maar het feit dat men erin slaagt zulk een theorie te ontwerpen veronderstelt een mate van ordening van de objectieve wereld die je op voorhand helemaal niet zou mogen verwachten. Daarin ligt het wonder, en hoe meer we te weten komen, hoe groter het wonder wordt. Hierin ligt het zwakke punt van de positivisten en de professionele atheïsten die zich gelukkig prijzen omdat ze niet alleen menen dat ze met volledig succes de wereld van goden hebben bevrijd, maar ook denken dat ze hem van de wonderen hebben beroofd. Het vreemde is dat wij ons ermee tevreden moeten stellen dat we het wonder erkennen zonder dat er een geldige weg is die wij kunnen bewandelen om verder te gaan dan dat.’ (Einstein in: Geloven vandaag?)

De Belgische filosoof en theoloog André Léonard vond Einsteins reactie teleurstellend omdat hij weigert de uiteindelijke consequenties onder ogen te zien van het bestaan van dit ‘wonder’ en doet alsof dit wonder van kenbare structuur op zichzelf zou kunnen voortbestaan zonder een Intelligentie die dit wonder concipieert en realiseert. De reactie van Joseph Ratzinger was destijds: ‘Door de rationele ordening van de Schepping heen kijkt God ons zelf aan.’ Volgens Cabello maakt Ratzinger vaak gebruik van de weg van de rationele ordening van het universum om tot God te komen.

Het gehele grote evolutieproces vanaf het ontstaan van het universum tot op heden, lijkt Cabello geprogrammeerd en hij vraagt zich af wie dat programma heeft ontworpen en welke ingenieur  daarachter zit.

Het lijkt er daarom dus op dat het universum in al zijn aspecten en ook de aarde zorgvuldig zódanig zijn geconcipieerd dat ze het menselijke leven konden huisvesten. Dit feit wordt aangeduid met de term ‘antropisch principe’. Hebben we hier te maken met een onwaarschijnlijk toeval of met een in het oog springende manifestatie van de goddelijke voorzienigheid? Nogmaals, de wetenschap is niet in staat ons antwoord te geven op deze vraag.’

Zie: Redelijk inzicht: de wegen vanuit het universum naar God – in: Geloven vandaag? 

Andere artikelen over Geloven vandaag?:
1. ‘Een zwijgende God is onvoorstelbaar’
2. Het onsterfelijke gerucht dat God bestaat

Geloven vandaag? – Christendom en moderne rede | Manuel Cabello | 2017 | Uitgeverij De Boog | ISBN 9789062570645 | 224 pagina’s | Paperback | € 13.50 | E-book € 8.80 | Leesproef

Beeld: Een afbeelding van het universum door het WMAP – NASA / WMAP Science Team – map.gsfc.nasa.gov – Deze afbeelding van het heelal bevat het oudste licht uit het universum. De ovale vorm is een projectie van het hele heelal. De afbeelding bevat zoveel details dat het deze tot de meest belangrijke wetenschappelijke ontdekking sinds jaren maakt. Dit kosmisch portret is in 2003 gemaakt met de Wilkinson Microwave Anisotropy Probe (WMAP). Een van de grootste verassingen is dat de afbeelding data geeft van de eerste generatie sterren die 200 miljoen jaar na de Big Beng hun licht uitzonden. Astronomen zeggen op basis van deze data dat het heelal 13,7 miljard jaar oud is, met een foutpercentage van 1%. (verblijfopaarde.nl)

Heeft God iets met het leven te maken?

20170412_Helmich3

‘Nieuw centrum onderzoekt oorsprong van leven en het universum’ kopt Science LinX van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) in het eerste deel van een serie artikelen over het Origins Center, een virtueel centrum waarin wetenschappers uit diverse disciplines samenwerken. Astrochemicus Frank Helmich zegt hierover:

Er ontstaan al allerlei nieuwe verbindingen. Zelf heb ik bijvoorbeeld al kennis gemaakt met onderzoekers van Levenswetenschappen hier in Groningen, zoals hoogleraar ecologie Han Olff en theoretisch bioloog Franjo Weissing.’ Als sterrenkundige, betrokken bij verschillende grote projecten zoals de infrarood ruimtetelescoop Herschel, komt Helmich doorgaans weinig biologen tegen. Maar vanwege zijn achtergrond in astrochemie en exoplaneten zijn er wel degelijk gemeenschappelijke interesses.’

Hoe is het leven op aarde ontstaan en hoe werkt evolutie?’ ‘Kunnen we een synthetische cel bouwen?’ ‘Is er leven op andere planeten?’ ‘Wat is de oorsprong, geschiedenis en toekomst van het universum?’ Dit zijn een paar van de vragen, grote vragen, die zijn ingediend voor de Nationale Wetenschapsagenda, een project dat in 2015 is gestart om er achter te komen wat de Nederlandse bevolking wil weten.

In 2015 mochten alle Nederlanders onderzoeksvragen voor wetenschappers bedenken. Veel van die vragen gingen over de oorsprong en ontwikkeling van het leven, van de aarde en van het universum. Die vragen zijn nu gebundeld in een onderzoekroute voor de Nationale Wetenschapsagenda. Astrochemicus Frank Helmich, die werkt bij SRON Ruimteonderzoek en het Kapteyn Instituut van de RUG, is de projectleider van deze route in de opstartfase.’

SchemaRoute4

Wat je niet verwacht is dat er ook gesproken wordt over de vraag of God iets te maken heeft met de oorsprong van het leven, zowel op aarde als in het heelal. Het Origins Center wil ook – zo meldt hun schema – buitenaards leven vinden, wellicht vinden ze dan God? Die kan, als Hij transcendent is, boven- of/en buitenaards zijn. De vraag of God er iets mee te maken heeft, wordt werkelijk gesteld bij het Origins Center. Echter, komen er dan (wetenschappelijke) antwoorden? Ik lees nergens of er een theoloog of filosoof aan het RUG-onderzoek naar de oorsprong van het universum meewerkt. Maar misschien komt het antwoord van iemand van Levenswetenschappen.

Het idee is dat die vragen is dat ze nieuwe onderzoeksprogramma’s gaan opleveren waarvoor de overheid extra geld beschikbaar zal stellen. De ruim elf duizend vragen zijn daarom gegroepeerd in 25 ‘onderzoekroutes’. Een daarvan, Route 4, kreeg als naam De oorsprong van het leven – op aarde en in het heelal. Deze route moet de hierboven genoemde vragen aanpakken en nog meer, waaronder de vraag of God er iets mee te maken heeft.’

Zie: Nieuw centrum onderzoekt oorsprong van leven en het universum

Illustraties: Origins Center

Er wordt ook een tweedaags symposium georganiseerd: ‘Fundamentals of Life in the Universe’, op 31 augustus en 1 september in Groningen.

‘Wiskunde is een eigenschap van het universum’

2013SL_Math

Is wiskunde een verzinsel of één van de bouwstenen van het universum? Een universum waar wiskunde een belangrijk deel van is, is voorspelbaar te maken. Sterker nog, een aantal wiskunde-ontdekkingen bleken later heel nuttig te zijn voor kosmologie of relativiteitstheorie. Aan de andere kant, als wiskunde puur iets is van onze hersenen, dan kan dat weer veel zeggen over de mogelijkheden van ons brein om orde en structuur te vormen in chaotische dingen.

Boeiende gedachten van vier wetenschappers op de site van kennislink.nl in het artikel Waar komt de wiskunde vandaan? Kennislink brengt een actueel filosofisch vraagstuk met nieuwe ontdekkingen: is wiskunde een eigenschap van het universum of is het een verzinsel van ons brein om orde te scheppen? Vier wetenschappers gaan op uitnodiging van de Kavli-stichting in discussie.

‘Eén van de fysici, Max Tegman van het MIT, heeft een theorie dat het universum inherent wiskundig is. Daarmee bedoelt hij dat de opbouw van alles begint bij wiskunde en daarom ook zo goed met wiskunde beschreven kan worden. Dan doelt hij natuurlijk voornamelijk op de formules die natuurkundigen gebruiken voor de bewegingen van de planeten, de paraboolboog van een geworpen bal of de rare kwantumeffecten. Maar inderdaad, met wiskunde is de wereld te beschrijven of zelfs na te bootsen.’ 

theorderoftime

Simeon Hellerman, collega-natuurkundige, deelt Tegmans idee.

‘Veel natuurkundigen geloven in het idee dat het hele universum in een formule te vatten is. Dat is ook waar het standaardmodel voor dient.’ Het standaardmodel probeert alle soorten minideeltjes, waar alles uit bestaat, zo in te delen dat ze bij elkaar passen en alle natuurkunde kunnen verklaren. Dat het Higgs-boson, dat onlangs werd ontdekt, bestaat, is een bevestiging van de wiskunde. Higgs berekende namelijk al een tijd terug dat het deeltjes moest bestaan volgens de regels van de wiskunde. Dat het universum zich vormt naar wiskunde, is een aanwijzing dat het wel degelijk inherent wiskundig is.’

Het doet me denken aan een illustratie in het astronomieboek van de Franse astronoom Camille Flammarion (1842 – 1925). Hij was ook geofysicus en schrijver, en bestudeerde de dubbelsterren, de maan en de planeet Mars. Op de illustratie (theorderoftime.com) zie je een monnik die onder de hemelkoepel doorkijkt, alsof hij ziet hoe het universum draaiende wordt gehouden. Op het plaatje zie je onder meer tandraderen en wielen. Alsof een of ander gigantische machine de wereld draaiende houdt. Daar is wiskunde voor nodig, wellicht één van de bouwstenen van het universum.

‘Met een beetje fantasie kan men wat de monnik aan gene zijde te zien krijgt, ook inpassen in Flammarions ware interesse. Hij zag als zijn levenstaak te bewijzen dat het leven universeel is, dat het universum doordrongen is van intelligentie en goedheid, dat de mensheid kon hopen op vooruitgang en dat de astronomie zou worden tot de universele overkoepelende wetenschap.’  

Zie: Waar komt de wiskunde vandaan?

en: De monnik en de hemel

Illustr: kavlifoundation.org
Update 20 03 2024: lay-out

Het absolute begin van het universum


Het universum heeft een absoluut begin gehad. Promovendus aan de VU Emanuel Rutten heeft een a priori argument voor de these dat het universum een absoluut begin heeft gehad. Het argument is a priori in de zin dat het geen beroep doet op de resultaten van de positieve vakwetenschappen, zoals de fysica of kosmologie. Het bestaat uit twee premissen:

1. Het is onmogelijk dat er op hetzelfde moment oneindig veel objecten bestaan. 2. Als het onmogelijk is dat er op hetzelfde moment oneindig veel objecten bestaan, dan is het ook onmogelijk dat op enig moment een oneindige tijdsduur verstreken is.

Filosoof Rutten legt vervolgens uit dat uit beide premissen volgt dat het onmogelijk is dat op enig moment een oneindige tijdsduur verstreken is en dat het universum een eindige tijdsduur geleden moet zijn ontstaan, waaruit volgt dat het universum is begonnen te bestaan: zij heeft een absoluut begin gehad.

Het universum is een eindige tijdsduur geleden tot aanzijn gekomen. Deze conclusie is niet zonder theologische significantie. Zo verklaarde Stephen Hawking nog begin dit jaar, vlak voor een conferentie voor kosmologen in Cambridge, het volgende: ‘A point of creation would be a place where science broke down. One would have to appeal to religion and the hand of God…’

Hawking vervolgt op zijn eigen site: ‘…om te bepalen hoe het heelal zou beginnen.’ – En dan zijn we weer terug bij mijn vorige blog waarin hoogleraar sterrenkunde Heino Falcke verklaarde dat de oerknal nooit de oorsprong kan zijn. ‘Er was al iets. God is groter dan alles wat wij in kaart hebben gebracht en Hij houdt alles ‘in control’.’ – Hopelijk houdt God dan ook het einde ‘in control’, want alles wat begint, zal ook ooit eindigen.

Emanuel behaalde in 1994 een propedeuse in de economie aan de UvA, een master of science in de wiskunde in 1997 aan de TU Delft en een master of arts in de wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit in 2010. De laatste twee met het judicium cum laude. Begin 2010 begon Emanuel aan de Vrije Universiteit aan een promotie in de wijsbegeerte bij Prof. Dr. R. van Woudenberg.
Het werkterrein van Emanuel betreft primair ontologie, epistemologie en esthetiek. De titel van zijn dissertatie luidt: ‘A Critical Assessment of Contemporary Cosmological Arguments: Towards a Renewed Case for Theism’.

Zie: Een a priori argument voor de these dat het universum een absoluut begin heeft gehad (Emanuel Rutten)

en: My life in psysics (Stephen Hawking)

Foto heelal: Miniem stukje van de zichtbare hemel uitvergroot door de Hubble ruimtetelescoop (Nasa & ESA, 2004). Bijna ieder ellipsvormig puntje is een afzonderlijk sterrenstelsel met elk circa 100 miljard sterren. Alleen de weinige exact ronde puntjes zijn sterren van onze eigen melkweg die op de voorgrond staan. In iedere willekeurige richting ziet men ongeveer het zelfde beeld: een heelal gevuld met miljarden sterrenstelsels.  (NASA and the European Space Agency)

Foto: Emanuel Rutten (pd)

Ons universum is eerder ontworpen dan ‘natuurlijk’ gecreëerd


De discussie of het universum al dan niet een schepper heeft, en wie dat dan zou kunnen zijn, is een van de oudste in de menselijke geschiedenis. Onder de verschillende argumenten van gelovigen en sceptici is één mogelijkheid zo goed als genegeerd gebleven: de theorie dat het universum – met apparatuur die niet zo verschillend is dan welke de huidige wetenschappers beschikbaar hebben – door mensen als wijzelf gecreëerd werd.

Is ons heelal een intelligent ontwerp dat gecreëerd werd door een architect die de wetten van de natuurkunde in ons universum en alle aspecten van het leven op aarde beheerst? Of volstaan alle natuurlijke processen die op aarde heersen en die leven mogelijk maakten – met onder meer evolutie door natuurlijke selectie – om een verklaring te geven van hoe we er vandaag zijn? 

John Gribbin, een Britse wetenschapper en auteur van tientallen wetenschappelijke boeken – best gekend van ‘In Search of Schrödinger’s Cat’, zegt dat de schepper van het universum dichter bij mensen dan bij goden staat.

Er is enige ruimte om te spelen met de gedachte dat het heelal als een geheel ontworpen is. De moderne natuurwetenschap stelt immers dat ons heelal er eentje van vele is, een deel van een multiversum waar de verschillende regionen van ruimte en tijd verschillende eigenschappen kunnen hebben. Maar als ons universum door een technisch geavanceerde beschaving in een ander universum gecreëerd werd, dan kan de beschaving enkel verantwoordelijk geweest zijn voor de Big Bang, en verder niets.

Zie: Het universum als intelligent ontwerp (Grenswetenschap)

Illustr: posters.nl