Neurotransmitters als troost of God, misschien

Boekrecensie van: Op een andere planeet kunnen ze me redden, Lieke Marsman. – Een filosofische queeste naar misschien toch, God. Sprankelende essays en bevlogen (dagboek)verslagen. De auteur als zoeklicht, gevoed door latente spirituele gevoelens die sterk opleven bij de dood voor ogen van de ernstig zieke filosoof en Dichter de Vaderlands 2021-2022. ‘En zo sijpelde de filosofie toch ook de behandelkamer in. Want wie bepaalt wat zinloos lijden is, en wat niet?’ (Update jui 2025: Dichter Lieke Marsman ontvangt dit jaar de Constantijn Huygens-prijs voor haar hele oeuvre.)

‘Hoe gehecht je ook bent aan je eigen rationele wereldopvatting en hoezeer je ook een atheïstische opvoeding hebt genoten, onder de hogedrukspuit van een naderende dood houdt je rationaliteit het niet lang uit’
(Lieke Marsman)

God, misschien
M
et God, misschien, direct na Voorwoord, laat Marsman je onmiddellijk uitnodigend in haar wereld toe. Ze wil, na lang getwijfel, ‘inzichtelijk maken welke dagelijkse praktijken er ten grondslag liggen aan de geestelijke veranderingen’ die zij beschrijft. Een sterke ouverture, waardoor je weet dat je het tot en met de finale wil beleven. Filosoof en psycholoog William James treffen we hier al een paar keer aan. James zullen we nog vaker tegenkomen.

‘Enige tijd later lees ik dat William James, grondlegger van het moderne denken over religieuze ervaringen, drie kenmerken van de geloofstoestand onderscheidt: een gevoel van vrede, een gevoel van waarheid, en de wereld die als nieuw schijnt.’
(Lieke Marsman)

‘Ik móét me wel richten tot God, al heb ik op dat moment nog geen idee wat die ‘God’ voor mij inhoudt. Dat besef dat mijn oude ideeën ontoereikend waren was voor mij trouwens wel een openbaring, eentje die gepaard ging met een enorme last die van mijn schouders viel. Die openbaring herhaalt zich sindsdien bijna wekelijks. En iedere keer is het alsof ik iets vrijer kan ademen, of de uitzaaiingen in mijn longen nou groeien of niet.’
(Lieke Marsman)

‘De wereld is alles wat het geval is’
N
atuurlijk niet onverwacht dat denkers langskomen bij de speurtocht van Marsman. De auteur kent er velen. Filosofen geven antwoord of een begin van antwoord. Zoals taalfilosoof Wittgenstein. Met de Tractatus waarin hij zegt: ‘De wereld is alles wat het geval is.’ In Marsmans woorden: ‘Ik ben het geval. Ik besta.’
Verrassend legt zij Wittgenstein naast de roman Wittgensteins minnares van de Amerikaanse schrijver David Markson. Het spreekt haar aan dat Wittgensteins minnares ‘één lange mislukte poging is om het onuitspreekbare uit te spreken’. Marsman leest hierin de gedachten van hoofdpersoon Kate, die op een ‘oude typemachine typt wat er maar in haar opkomt’.

‘In het boek is er niemand die Kate hoort, niemand die haar rooksignalen beantwoordt. Maar buiten het boek zijn wij er, lezers die hoofdpersonen en hun schrijvers laten voortbestaan zolang we kunnen. Ook na hun dood.’
(Lieke Marsman)


Lieke Marsman

‘Waarover men niet kan spreken…’
M
arsman schrijft in het essay Allemaal kevers over deze zin in de Tractatus: ‘Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen’. Dat is juist wat Marsman niet doet en niet wil. De essentie van haar boek! Zij schreeuwt het uit. En dat helpt.

‘Voor mij onderstreept het juist de essentie van Wittgensteins minnares, een die het best denkbare antwoord op Wittgenstein vormt. We kunnen soms helemaal niet zwijgen over de dingen waarover we niet kunnen spreken! Er zijn trauma’s die zo groot zijn dat niets ze recht doet en toch hebben we de taal nodig om in ieder geval een poging te doen, een allereerste schreeuw.’
(Lieke Marsman)

‘Maar voor mij was het alles’
E
en boek dat je niet kan wegleggen, een magneet. Eerlijk, open en mooi van taal. De auteur praat tegen zichzelf en de lezer zal luisteren. Marsman typt, net als Kate, eveneens wat er maar in haar opkomt. Intuïtief, recht uit haar angstig hart. Zij denkt mee met andere filosofen die haar van alles te zeggen hebben en denkt erover door. Steeds vanuit haar spirituele gevoel, over leven nu en (na) de dood.

‘Krijgen we onder grote druk als het ware een zintuig bij dat een werkelijk bestaande bovennatuurlijke wereld kan waarnemen – of zorgt zulk verdriet alleen voor wat extra neurotransmitters die ons als troost een beetje voor de gek houden? Eén ding is zeker: het verlangen naar bovennatuurlijke krachten op zulke momenten is echt.’
(Lieke Marsman)

‘Mijn eigen ervaring in de Veluwse bossen is, als ik die zo teruglees, niet heel indrukwekkend. Je liep door de modder, en toen had je het gevoel dat God bij je was? That’s it? Maar voor mij was het alles.’
(Lieke Marsman)

‘Misschien is God daar?’
I
n een ander essay, Een tweede bekering, vertelt Marsman dat de ruimte haar altijd mateloos heeft gefascineerd. Misschien is God daar? Een van haar lievelingsfilms is Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey. Ze vertelt over haar fascinatie voor ufo’s. Onderstaand beeld is een van haar favorieten. Met (vertaald) nieuwspamflet dat onder meer stelt: ‘Wat deze tekenen betekenen, dat weet alleen God.’

Een van Marsmans favoriete ufo’s: Hemels fenomeen boven Neurenberg, 14 april 1561

Westerse wetenschap
‘I
n het kielzog van de ufo’s’ vlogen paranormale zaken haar leven binnen. Zoals uittredingservaringen, bijna-doodervaringen, universeel bewustzijn. En ook wetenschappers die opeens iets meemaken waardoor uitgangspunten van de westerse wetenschap volledig op losse schroeven komen te staan. ‘Het idee van een universeel bewustzijn klinkt aanlokkelijk.’ Er zijn momenten dat zij erin gelooft.

‘Het strookt met het beeld dat ik van God heb, een aanwezige afwezigheid die altijd en overal is en alles mogelijk maakt, maar eenieder wel zijn eigen wil gunt. Op andere momenten zit ik hier met mijn lichaam dat overduidelijk een hoopje falende materie is, geen God te bekennen, en kan ik er helemaal niets mee.
Mijn geloof is als een foton dat tegelijk golf en deeltje is, maar waarvan je altijd maar een van de twee toestanden kunt waarnemen. (…) Wat vaststaat is dat ik het heerlijk vind om in ieder geval tussen de verschillende opties te kunnen schakelen. Ik ben liever geen laser maar een zoeklicht.’
(Lieke Marsman)

Op een andere planeet kunnen ze me redden | Lieke Marsman | dagboek/essays | Uitgeverij Pluim | 4 februari 2025 | 252 pagina’s | € 24,99 | E-book € 14,99

Beeld: Detail cover Op een andere planeet kunnen ze me redden
Foto Lieke Marsman: Zomergasten VPRO 2022
Beeld Hemels fenomeen boven Neurenberg, 14 april 1561: The Public Domain Review

‘De werkelijkheid is alles maar bovenal niet redelijk’

Volgens godsdienstfilosoof en theoloog Taede Smedes heeft Dichter des Vaderlands Lieke Marsman geen wetenschapsfilosofische of logische exercities nodig om de onredelijkheid van de werkelijkheid in te zien. Op boeiende wijze gaat Smedes – in zijn recensie over het programma Zomergasten – in op het thema werkelijkheid in relatie met redelijk en onredelijk denken. En op ergens in geloven en zingeving.

‘Lieke Marsman zat in een behoorlijk dal, worstelde met vragen over leven en dood, maar als iemand die atheïstisch was opgevoed had ze geen taal meegekregen om aan die worsteling woorden te geven’

Smedes doet rake observaties over belangrijke thema’s die Jeanine Abbring laat liggen in het gesprek met Lieke Marsman. ‘Vooral de zaken die met zingeving te maken hadden, kregen door Abbrings aanpak geen diepgang.’

Filosoof Marsman schreef onder meer de dichtbundel In mijn mand waarin zij de grootste thema’s die het menselijke bestaan kenmerken behandelt: de waarde van het leven en de plek van de dood in een mensenleven. Marsman zelf is ernstig ziek.

‘Hoe leef je met een levensbedreigende ziekte? Hoe verandert dat je blik op de wereld, op wat van waarde is, op wat je je herinnert en het verloop van de tijd? En hoe verhoud je je tot de wereld in dergelijke omstandigheden? Trek je je eruit terug, of laat je je juist gelden en houd je die wereld een spiegel voor? Lieke Marsman kiest resoluut voor het laatste.’ 
(Uit: In mijn mand)

Alles draait volgens Smedes om zingeving en Marsmans zoektocht daarnaar. Zij spreekt onder meer over haar belangstelling voor ufo’s en dat haar ufo-belangstelling mede opkwam in een tijd waarin ze met zingeving worstelde. Ook heeft Marsman religieuze ervaringen gehad.

‘Ze had te horen gekregen dat ze ongeneeslijk ziek was, waarbij ze niet wist hoelang ze nog te leven had. Ze zat in een behoorlijk dal, worstelde met vragen over leven en dood, maar als iemand die atheïstisch was opgevoed had ze geen taal meegekregen om aan die worsteling woorden te geven. Ze wendde zich tot de Bijbel, die haar cultureel het meest nabij stond. Ze verdiepte zich in nabij-de-doodervaringen.’


‘Oneindigheid van tijd houdt me overeind nu.
Hoe lang de dag ook leek, het was een snipper.
Hoe kort de dag ook lijkt, er is nog tijd.’

Lieke Marsman

Smedes verwijst naar getwitter over Marsmans fascinatie voor ufo’s: te buitenissig en te onredelijk. Hadden ze een punt, vraagt hij zich af. Integendeel, ze hebben het punt volledig gemist, vindt hij. Recensent Jan Postma, in De Groene Amsterdammer, ziet volgens Smedes waar het bij Marsman om draait als hij schrijft:

‘Ze was kwetsbaar en onzeker en onbeschaamd onredelijk. Ze liet zien dat voor wie grip probeert te krijgen op het lot alle middelen gerechtvaardigd zijn. ‘Het is ook gewoon oké om ergens in te geloven en dat het dan niet waar is,’ zei ze.’
(Jan Postma)

Smedes is van mening dat het misschien zo is dat iemand, die de onredelijkheid van de werkelijkheid letterlijk aan den lijve heeft ondervonden, ineens als door een verlichtingservaring ziet dat de werkelijkheid alles maar bovenal niet redelijk is. Hij verwijst naar The Dappled World van wetenschapsfilosoof Nancy Carwright. In dat boek verdedigt ze de stelling dat de werkelijkheid niet redelijk is, maar ten diepste chaotisch en onredelijk.

‘De natuurwetten die wij menen te ontdekken zijn eilanden van orde in een verder onredelijk en chaotisch universum.’
(Carwright)

Marsman heeft die onredelijkheid in haar lichaam zitten, die woekert en knaagt en poogt om haar juist dat te ontnemen wat ze zo liefheeft: het leven. Aan het slot van de recensie, die wat mij betreft de verdieping is van zoals Zomergasten had moeten zijn, zegt Smedes:

‘Als je de onredelijkheid van het bestaan lichamelijk ondergaat, en daarmee de beperkingen inziet van de menselijke redelijkheid die vergeefs grip probeert te krijgen en zich bij tijd en wijle wentelt in de illusie door wetenschappelijke kennis grip te hebben –
hoe onredelijk is het dan voor Marsman om in God te geloven of te geloven in een voortbestaan van bewustzijn na de lichamelijke dood of te geloven dat we wellicht bezocht worden door buitenaardse beschavingen die ons ver vooruit zijn? Sterker nog, welke kleingelovige zal dan nog durven beweren dat juist zij onredelijk is?’

Zie:
* Zomergasten: Lieke Marsman (VPRO)

* Lieke Marsman in Zomergasten, 14 augustus 2022 (Taede Smedes – Sinds september 2022 verbonden aan de de Radboud Universiteit als docent Systematische Theologie bij de Faculteit Theologie)
*
In mijn mand | Lieke Marsman | 08-08-2022 | Uitgeverij Pluim | 53 Pagina’s | € 24,99

Beeld: Installatiekunst Meyke de Leeuw: ‘Iedereen heeft een ander beeld van de werkelijkheid’
Foto Lieke Marsman: Twitter

UFO’s? Buitenaardsen bestaan gewoon niet

alien_music_buitenaardse-extraterrestrials_ontbijt_fruehstueck_breakfeast

Buitenaardsen hebben met hun spirituele wetenschap het overzicht over de wereld. Voor academici is dat moeilijk te verkroppen.’ Dat zegt dr. ir. Coen Vermeeren, hoofddocent lucht- en ruimtevaarttechniek en directeur van Studium Generale Delft. ‘Van de honderdduizenden meldingen van vliegende schotels en UFO’s is 95 procent gemakkelijk te verklaren. Wat moeten we met de overige 5 procent?’ vraagt hij zich af.

Godsdienstfilosoof en theoloog Taede A Smedes las het boek UFO’s bestaan gewoon – een wetenschappelijke visie van Vermeeren in een paar uur uit, maar is niet overtuigd. Hij had gehoopt dat zijn boek een doorwrochte en echt wetenschappelijke studie zou zijn naar het ufo-fenomeen, dat Vermeeren zijn expertise zou aanwenden om een aantal case-studies te analyseren.

‘Maar dit boek voldoet niet aan die verwachting. Ik vind dat erg jammer. Het boek is helaas niet veel meer dan een opsomming en samenvatting van zaken die ook op internet te vinden zijn, een bijeenraping en samenvatting van samenvattingen – maar dan zonder de kritische analyse en reflectie die noodzakelijk zou moeten volgen.’ 

smedes

Smedes (foto: T.A.S.) is anderzijds van mening dat de wetenschap ufo’s niet mag negeren. Hij schreef hierover in de Volkskrant, waarin hij stelde dat in Nederland vooral over ufo’s wordt gegiecheld en dat ten onrechte, want er zijn te veel curieuze fenomenen die niet zomaar terzijde kunnen worden geschoven.

‘Het is toch wel erg onwetenschappelijk als Vermeeren de mond wordt gesnoerd vanwege het gejammer van een ideologisch gedreven vereniging (Stichting Skepsis, pd) terwijl het wetenschappelijke probleem van onverklaarbare waarnemingen van fenomenen in het luchtruim onaangeroerd op tafel blijft liggen?’ 

De Skepter, van genoemde vereniging, heeft het over ‘complottheorieën van dr. Coen Vermeeren’ en stelt dat de wetenschapper vooral over het internet heeft gestruind voor zijn informatie. 

‘Buitenaardse aliens hebben een basis op de maan. Dat staat in een recent artikel van dr. ir. Coen Vermeeren, hoofddocent lucht- en ruimtevaarttechniek en directeur van Studium Generale Delft. Hij heeft voor zijn artikel nog veel meer onthullingen van internet gehaald.’ 

ufosbestaangewoon

Ook Smedes is dat opgevallen. Behalve dat Vermeeren zijn informatie vooral van internet haalt – blijkbaar is die onuitputtelijke bron onbetrouwbaar – is het natuurlijk erg onwetenschappelijk dat een wetenschapper bij vrijwel alle citaten geen bronvermelding geeft. 

‘Vermeeren baseert zich voor het overgrote deel op de enorme geruchtenmachine die sinds 2000 op internet op gang is gekomen, met name na Greers disclosure-persconferentie uit 2001. De bibliografie in het boek is karig, klassieke ufo-literatuur (zoals de tweedelige studie van Richard Dolan of de grote ufo-encyclopedie van Jerome Clark) blijft ongenoemd, en veel van de boeken die Vermeeren heeft geraadpleegd, zijn in eigen beheer uitgegeven of bij obscure uitgeverijtjes. (…) Maar de bizarre claims over complotten, schaduwregeringen, ancient aliens, buitenaardse constructies op de maan, etc. worden door individuen gedaan en vrijwel zonder objectief te checken documenten. Het mogen dan ‘officials’ zijn, het wordt mij toch te gortig om die claims slechts op basis van horen zeggen als waarheid te accepteren.’ 

Ook schrijft Vermeeren – volgens Smedes – dat één van de consequenties van een bewijs van ufo’s als buitenaardse bezoekers zou zijn dat ‘het religieuze huis’ zou instorten, immers:

‘Studies laten zien dat een meerderheid van de gelovigen zijn geloof zou opgeven als blijkt dat ET bestaat.’

De theoloog zegt benieuwd te zijn naar die studies, maar Vermeeren vermeldt geen bron. Hij vermoedt dan ook dat die studies niet bestaan:

‘Ik weet wel van een tamelijk recente studie door de ufoloog en Lutheraanse theoloog Ted Peters waaruit naar voren komt dat gelovigen buitenaards leven zouden verwelkomen als een verrijking en bevestiging van hun geloof.’ 

coenvermeeren

De verwachtingen van Smedes waren hooggespannen, maar zijn dus niet uitgekomen. Ergens nam hij het met zijn artikel in de Volkskrant zelfs op voor Vermeeren (foto: niburu), maar Smedes blijft – terecht – kritisch. En is uiterst teleurgesteld. Volgens Skepsis mogen we verwachten dat Coen Vermeeren in de toekomst nog wel vaker van zich zal laten horen, want hij voelt zich inmiddels door velen gesteund en heeft al veel contacten aangeknoopt met visionaire geestverwanten.

Ik denk dat vele geestverwanten zich inmiddels achter de oren krabben en het inmiddels wel gehad hebben met die buitenaardsen. Het is waarschijnlijk zo, zoals De Skepter schrijft, dat ‘Vermeeren zichzelf diskwalificeert als wetenschapper omdat hij het vermogen mist om zin en onzin van elkaar te onderscheiden’. Buitenaardsen bestaan gewoon niet.

Zie:

Coen Vermeeren: Ufo’s bestaan gewoon (boekbespreking) 

‘Wetenschap mag ufo’s niet negeren’ 

Bijval voor wetenschapper die bestaan UFO’s erkent

Boekpresentatie ‘UFO’s bestaan gewoon’ (+ video)

Ufo’s op de maan

Foto Maria Trepp: Intelligent buitenaards wezen (passagenproject.com)

Video: Dr.ir.Coen Vermeeren: Ufo’s – verleden en heden

(Update 18 04 2023)

Geloven in UFO’s die niet bestaan


Als wetenschappers zeggen dat UFO’s niet bewezen zijn, is dat net zo waar als een atheïstische dominee die zegt dat God niet bestaat. UFO’s bestaan of niet, God bestaat of niet en zolang de wetenschap geen bewijzen levert, kunnen we alleen maar in UFO’s of God geloven. Of zelfs geloven dat God niet bestaat, zoals de atheïstische dominee beweert. Hoe dan ook, wetenschappelijk bestaat God noch UFO.

En toch beweren velen dat ze God hebben gezien, Jezus, Maria, aliens, vliegende schotels en andere onverklaarbare fenomenen. Volgens Coen Vermeeren, directeur van Studium Generale en universitair hoofddocent aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek van de TU Delft, ‘cirkelen aliens rond de aarde in hun UFO’s en beschikken over revolutionaire technologieën die al onze aardse problemen (klimaatverandering, energie) kunnen oplossen.’

Wetenschappers baseren stellige uitspraken op harde bewijzen. UFO-gekkies trekken verregaande conclusies zonder enig concreet bewijs en eisen vervolgens dat wetenschappers aantonen dat het niet zo is. (Dap Hartmann)

Als wetenschapper steek je je nek uit als je zegt dat UFO’s bestaan. ‘Ik durf het publiekelijk te zeggen,’ zegt Vermeeren. Is dat zo bijzonder dan? UFO’s bestaan, dat zijn gewoon ‘unidentified flying objects’ die mensen soms (menen te) zien. Op het moment dat UFO’s geïdentificeerd zijn, bestaan ze echter al niet meer, dan zijn het gewoon astronomische of atmosferische verschijnselen, weerballonnen, vliegtuigen, vuiltjes op de lens of andere aardse verschijnselen.

Wetenschap of niet?
Een aardig discours is momenteel te volgen bij de theoloog Taede A. Smedes, die een discussie startte in de Volkskrant onder de titel: ‘Wetenschap mag UFO’s niet negeren’. En op zijn eigen blog. De hele discussie is terug te brengen tot ‘wetenschap of niet?’ Zo eenvoudig is het. Natuurlijk kun je UFO’s wetenschappelijk bestuderen en tot de conclusie komen dat ze niet bestaan of atmosferische verschijnselen zijn, net als God, die wetenschappelijk niet bestaat.

Dat UFO-waarnemingen meestal verklaard kunnen worden door natuurlijke verschijnselen als planeten, vogels, weerballonnen, militaire vliegtuigen, satellieten, het ISS en Thaise wensballonnen klopt inderdaad. Echter, 5 tot 10 procent van alle waarnemingen wereldwijd kunnen niet als zodanig verklaard worden, maar leveren wel genoeg fysieke aanwijzingen dat er iets aan de hand is dat om nadere bestudering vraagt. (Taede A. Smedes)

Geloven is een andere zaak, je mag in aliens geloven en in God, maar wat Vermeeren doet is niet wetenschappelijk. Als hij gelijk heeft, dan krijgt hij de Nobelprijs, zoals een van de commentaren in de discussie luidt. Als iemand wetenschappelijk aantoont dat God bestaat, dan krijgt hij of zij ook direct een Nobelprijs. Tot dan toe bestaat God noch alien, en is dat alleen maar een kwestie van geloven. En geloven bestaat, dat is wetenschappelijk bewezen.

Zie: ‘Wetenschap mag UFO’s niet negeren’ (Taede A. Smedes, Volkskrant Opinie)

En: “UFO-gekkie kan geen wetenschapper zijn’ (Dap Hartmann, Volkskrant Opinie)

En: ‘Wetenschap mag ufo’s niet negeren’ (blog Taede A. Smedes)

Illustr: boublog.nl