
Friedrich Nietzsche (1844-1900), de Duitse filosoof die de dood van God proclameerde, zag in zijn tijd al de sloopkogel van het atheïsme woest om zich heen slaan. Hoewel vrijwel niemand in Nietzsches tijd begreep wat de dood van God betekende, voorzag Nietzsche de gevolgen van deze tragedie. – Aldus Camiel van der Graaf in zijn artikel Hoe Nietzsches antichristelijke filosofie het atheïsme verwoestte. ‘Nietzsche maakt als geen ander duidelijk wat de uiterste en logische consequentie is van het atheïsme.’
‘Een consequentie die zelfs voor atheïsten, trots als ze zijn op hun acceptatie van de ‘meedogenloze onverschilligheid’ van het universum, te huiveringwekkend is’
(Camiel van der Graaf)
‘De dood van God, of het niet meer geloven in God, betekende het einde van het geloof in het bestaan van het bovennatuurlijke. Er is – in de woorden van Nietzsche – geen ‘Hinterwelt’, dus geen hemel, geen transcendent bestaan boven of naast ons zintuiglijk waarneembare bestaan. Laat staan dat uit het bovennatuurlijke het ‘Goede’ of het ‘Ware’ geopenbaard kan worden.’
Socrates
Van der Graaf verwijst met het ‘Goede’ en het ‘Ware’ [en het ‘Schone’] naar Socrates en stelt dat de dood van God het einde betekende van bijna 2500 jaar geloof. Dat met Socrates begon met het geloof in het ‘Goede’ en het ‘Ware’ die zich aan ons geopenbaard zouden hebben vanuit een andere, bovennatuurlijke wereld.

Socrates onderwijst de Atheense politicus Alcibiades
Volgens de auteur legt Nietzsche de vinger op de zere plek: als er geen ‘Hinterwelt’ is, bestaan er ook geen universele waarden, en bestaat er geen universele, absolute en objectieve grondslag voor goed of kwaad.
‘Wat goed of kwaad is, hangt af van de willekeurige definitie die daaraan in een specifieke samenleving gegeven wordt, in een bepaalde tijd en op een bepaalde plaats.’
Meedogenloze onverschilligheid
De religieuze waarheid zou dan vervangen kunnen worden door een andere waarheidsvinding. Van der Graaf geeft als voorbeeld de waarheidsvinding door de wetenschappelijke methode van Richard Dawkins.
‘De ingebeelde, ja zelfs potentieel ‘gevaarlijke’ religieuze waarheid moet plaatsmaken voor objectieve waarheidsvinding door middel van de ratio en de wetenschappelijke methode. De wetenschappelijke methode neemt Dawkins’ ‘meedogenloze onverschilligheid’ van de natuur als uitgangspunt.’
Want, zo stelt Dawkins in River Out of Eden: A Darwinian View of Life: het universum dat we waarnemen heeft precies de eigenschappen die we mogen verwachten als er in wezen geen ontwerp, geen doel, geen kwaad, geen goed is, niets anders dan meedogenloze onverschilligheid.
‘De natuur is niet wreed, alleen meedogenloos onverschillig. Dit is een van de moeilijkste lessen die mensen kunnen leren. We kunnen niet toegeven dat de dingen noch goed noch slecht zijn, noch wreed noch vriendelijk, maar gewoon ongevoelig – onverschillig voor al het lijden, zonder enig doel.’
‘Een doortrapte en verderfelijke pseudo-christen’
Nietzsches antwoord daarop – al zo’n 150 jaar geleden – klinkt voor velen wellicht toch onverwacht en verrassend. En zelfs vernietigend voor de fiere atheïst. Van der Graaf meldt dat de wetenschappelijke atheïst, die van de machtige bovenklasse verwacht dat zij zich dient te onderwerpen aan wetenschappelijk bewezen waarheden, volgens Nietzsche zelfs ‘een doortrapte en verderfelijke pseudo-christen’ is.
‘Die wetenschapper is aanhanger van een slavenmoraal bij wie de dood van God kennelijk nog niet is doorgedrongen. De heersende klasse bepaalt zelf wel welke ‘waarheid’ zij accepteert. Als er geen universele moraal is, dan heerst de machtigste.’
De machtigste dient niet de waarheid
De machtigste dient niet de waarheid. De waarheid dient de machtigste… Nietzsche ontmaskert hier, zo stelt Van der Graaf, de wetenschappelijke atheïst als iemand die de christelijke slavenmoraal voortzet onder een andere noemer. Als iemand die universele waarden vanuit de denkbeeldige Hinterwelt opnieuw introduceert. Als iemand die de machtspositie van de heersende klasse op doortrapte wijze ondergraaft.

Friedrich Nietzsche (1844-1900)
Na de Tweede Wereldoorlog en de gruwelijkheid van de Shoah laat de seculiere intellectuele klasse – die decennialang dweepte met Nietzsche – het Nietzscheaanse vallen. Volgens de geallieerden waren de daden van de nazi’s dermate verwerpelijk, dat die in strijd zouden zijn met iets als het ‘natuurrecht’, dat nog boven de door mensen gemaakte wetten zou staan. Van der Graaf: ‘Daar is potdorie die Hinterwelt weer!’
Rechten van de mens
De auteur verwijst vervolgens naar de Verenigde Naties die direct na de Tweede Wereldoorlog aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werkten.
‘We hoeven niet verder te lezen dan de allereerste zin in de Preambule van die verklaring, om te begrijpen dat het atheïsme een tragische dood is gestorven en de Hinterwelt springlevend is. De tekst luidt: “Overwegende, dat erkenning van de inherente waardigheid en van de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensengemeenschap grondslag is voor de vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld;” ’
‘De dood van God heeft nooit plaatsgevonden’
Geen hoger transcendent criterium?
“Inherente waardigheid”? “Gelijke en onvervreemdbare rechten” van elk mens? De auteur vraagt zich nu van alles af:
‘Het universum wordt volgens Dawkins toch geregeerd door niets anders dan ‘meedogenloze onverschilligheid’? Er is toch helemaal geen hoger, transcendent criterium van goed of kwaad waaraan wij door mensen gemaakte regels, onze wetten, die door de machtigste instantie worden uitgevaardigd, kunnen toetsen? Volgens de atheïstische logica vinden wetten toch uitsluitend hun rechtvaardiging in de (al dan niet democratische) machtsuitoefening door de toevallige heersers in een samenleving?’
Het atheïsme is zo dood als een pier
Van der Graaf: ‘Kennelijk toch niet… Wat regeert dan in plaats van de ‘meedogenloze onverschilligheid’?
‘Geldt dan alsnog universeel dat elk mens, waar dan ook, wanneer dan ook, waardevol is en dat de zwakken beschermd moeten worden tegen uitbuiting door de sterken? Het unanieme antwoord van de verlichte Westerse mens is nu een onomwonden ja. De Hinterwelt, de hemel, God zelf, heeft glorieus overwonnen. Macht moet gebonden worden aan ‘gerechtigheid’. Het atheïsme is zo dood als een pier.’

Dankzij Nietzsche, aldus de auteur, weten we hoe de waarachtige atheïst (in tegenstelling tot de wetenschappelijke atheïst) behoort te denken: het is de onvoorwaardelijke acceptatie van een verwerpelijke, christelijke slavenmoraal, gebaseerd op de illusie van het bestaan van een transcendente, goddelijke wereld.
‘Nietzsche maakt als geen ander duidelijk wat de uiterste en logische consequentie is van het atheïsme. Een consequentie die zelfs voor atheïsten, trots als ze zijn op hun acceptatie van de ‘meedogenloze onverschilligheid’ van het universum, te huiveringwekkend is.’
Hinterwelt terug van nooit weggeweest
De verlichte Westerse mens, ‘de trotse rationalist, die gebogen stond over het graf van God, gaat nog steeds over tot de orde van de dag, levend in de waan van het wetenschappelijke atheïsme,’ zegt Van der Graaf tot slot.
‘Maar het lijkt er steeds meer op dat de dood van God nooit heeft plaatsgevonden. Alsof de meeste mensen nog steeds diepgelovige christenen zijn, die de Hinterwelt als vanzelfsprekende realiteit aanvaarden. Alsof de Hinterwelt terug is van nooit weggeweest, alsof het vanzelfsprekend is dat ‘mensenrechten’ echt bestaan.’
Zie:
* Hoe Nietzsches antichristelijke filosofie het atheisme verwoestte (7 december 2023, katholiek.nl)
* Nietzsche – ‘De dolle mens’
Beeld Nietzsche: Maartje de Sonnaville (Filosofie Magazine)
Beeld Socrates: François-André Vincent – Frans kunstschilder uit de neoclassicistische school (Historiek)
Foto Nietzsche: De Bezieling
Beeld atheïsme: Landelijk Expertisecentrum Sterven







