Natuurwetenschappers stellen dat elke overtuiging niet door redenen wordt veroorzaakt maar door een bepaalde hersentoestand. ‘Wij zijn ons brein’, zeggen ze. Dat heet fysicalisme. Als het waar is kan het fysicalisme geen gebruik maken van begrippen als intentie, verlangen, besluit, bedoeling, wens en mening om te verklaren waarom wij ons op een bepaalde manier gedragen.
Hersenwetenschapper Dick Swaab betoogt dat het gedrag van mensen helemaal kan worden verklaard op grond van de natuurkundige en chemische reacties die in de hersenen plaatsvinden. Er is geen ziel, er is geen geest, er is geen ‘ik’. De hersenwetenschap (neuroscience) heeft de ziel (soul) overbodig gemaakt. Theoloog dr. G.A. (Gert) van den Brink stelt echter in het RD: ‘Mens is meer dan alleen zijn brein’.
Van den Brink vraagt zich af of iedere mens een ziel heeft die los van het lichaam kan (voort)bestaan, of dat de geest van de mens slechts een bijproduct is van chemische processen.
‘De klassieke filosofie, de grote wereldgodsdiensten en ook onze intuïtie erkennen dat er naast stof of materie een tweede component is die fundamenteel niet tot materie kan worden herleid, namelijk geest. Ook de meeste hedendaagse theologen huldigen deze opvatting, die wordt aangeduid als dualisme.’
De meeste moderne filosofen en de meerderheid van de natuurwetenschappers stellen daarentegen dat de werkelijkheid uiteindelijk slechts uit één component bestaat, een component die allereerst onderzoeksvoorwerp is van de natuurwetenschappen (fysica). Zelfbewustzijn, intenties en verlangens zijn volgens het fysicalisme bijproducten van natuurlijke processen.
‘Ongeveer zoals de verf op een doek een schilderij doet ontstaan, zo ontstaat de menselijke geest vanuit neurologische processen. Consequentie van deze visie is uiteraard dat een mens niet kan voortbestaan zonder hersenactiviteit. Er is dus geen leven na de dood. Evenmin kunnen er lichaamsloze personen (God, engelen, geesten) bestaan.’
Het boek Neuroscience and the Soul: The Human Person in Philosophy, Science, and Theology laat volgens Van den Brink zien dat het gesprek beslist nog niet ten einde is.
‘Willam Hasker en Eric LaRock wijzen erop dat er voor alle waarneming een waarnemer nodig is. Er moet een subject, een individu, een ‘ik’ bestaan. Zo’n ‘ik’ is volgens het fysicalisme echter niet mogelijk. Maar als er geen waarnemer is, is er geen waarneming, en zonder waarneming kan ook de natuurwetenschap niet bestaan.’
Wie beweert dat mentale handelingen (bijvoorbeeld wilsbesluiten) geen veroorzakende kracht hebben, moet volgens Van den Brink de vrije wil ontkennen, ontneemt elk mens zijn verantwoordelijkheid, en schiet uiteindelijk zichzelf in zijn voet.
‘Als elke overtuiging niet door redenen wordt veroorzaakt maar door een bepaalde hersentoestand, geldt dat ook voor de overtuiging dat het fysicalisme correct is. Dan heeft het dus geen zin redenen voor deze overtuiging aan te dragen, aldus Richard Swinburne.’
Neuroscience and the Soul: The Human Person in Philosophy, Science, and Theology | Thomas M. Crisp, Steven L. Porter & Gregg A. Ten Elshof (eds.) | uitg. Eerdmans | Grand Rapids | 2016 | ISBN 978 0 8028 7450 4 | 284 blz. | $ 38,-
Zie: ‘Mens is meer dan alleen zijn brein’
Beeld: Foto op omslag Neuroscience and the Soul


