Bij de vrije wil gaat het om de intenties

De vrije wil bestaat niet, zegt de neurowetenschap, want ons brein neemt al een besluit voordat we iets doen. Filosoof en psycholoog Lieke Asma zegt echter: ‘De vrije wil bestaat wél’. Asma vindt het hoog tijd om de intenties van mensen serieuzer te nemen. Zij pleit ervoor op zoek te gaan naar de werkelijke beweegredenen van mensen bij hun handelingen – naar hun intenties dus – en die te bestuderen. In 2018 promoveerde Asma aan de VU Amsterdam op een proefschrift over wetenschappelijk onderzoek naar vrije wil.

Als je uitgaat van een wereldbeeld waarin alles passief is en dingen alleen gebeuren omdat ze door andere dingen worden veroorzaakt, is het geen verrassing om te ontdekken dat de vrije wil niet bestaat,’ zegt ze. ‘Dan vind je wat je al wist.’
(Lieke Asma)

Een duidelijk voorbeeld van strikt wetenschappelijke denken over de vrije wil noemt Asma het beroemde experiment dat de Amerikaanse neurowetenschapper Benjamin Libet in de jaren tachtig uitvoerde.

Hij gaf een aantal proefpersonen de opdracht om op willekeurige momenten hun pols te bewegen en ging vervolgens na hoeveel tijd er zat tussen de wil om te bewegen en de hersenpuls die de beweging in gang zette. Tot zijn verbazing bleek dat de puls eerst kwam en de wil om te bewegen pas daarna. De vrije wil is een illusie, concludeerde hij.’


Lieke Asma

Asma – dit jaar genomineerd (shortlist) voor de Socratesbeker – wil best aanvaarden dat de puls eerst kwam en de wil pas daarna, alleen betwijfelt zij of de setting ervan representatief is voor de dagelijkse realiteit waarin we als handelende wezens leven.

Het experiment is zo opgezet dat er een bepaalde structuur ontstaat: niemand heeft een reden om het anders te doen. Terwijl handelen uit vrije wil impliceert dat je op een hoger niveau beseft wat je aan het doen bent, dat je redenen hebt om zus of zo te handelen. Een polsbeweging maken heeft daar gewoon niets mee te maken.’

Libets onderzoeksresultaten vormen volgens Asma daarom geen argument tegen het bestaan van de vrije wil.

Wanneer ik met een wetenschappelijke bril van buitenaf kijk naar wat iemand aan het doen is, zie ik een causale opvolging van gebeurtenissen. Alleen doet die helemaal geen recht aan hoe iemand zijn handelingen zelf ervaart of aan de rationele structuur van die handelingen.’

Asma vindt het dus hoog tijd om de intenties van mensen serieuzer te nemen. Zij wil weten waarom mensen doen wat ze doen, en op welke gronden, in plaats van hen alleen van buitenaf te beschouwen.

Beweren dat alleen objectief en neutraal onderzoek naar gebeurtenissen die van buitenaf te meten zijn waardevol is, vind ik vreemd. Dan verdwijnt niet alleen de vrije wil, maar ook bijna alles wat in ons sociale leven waardevol is.’

Op de vraag van filosoof en journalist Marnix Verplancke (Filosofie Magazine) hoe je dan bepaalt wanneer je iets uit vrije wil doet, antwoordt Asma:

Door je af te vragen waarom je iets doet. Wat vind ik hier eigenlijk goed of waardevol aan? Als je daar een eerlijk antwoord op kunt geven zonder iets goed te praten, heb je de vrijheid gevonden. Uiteindelijk gaat het erom dat op het hoogste niveau al je handelingen deel uitmaken van een goed leven. Wanneer je leven alleen maar bestaat uit reactiviteit in de zin van: ik heb zin in een zak chips, dus ik eet een zak chips, dan zit er maar weinig vrije wil in.’

Zie: Filosoof en psycholoog Lieke Asma: ‘De vrije wil bestaat wél’ (Filosofie Magazine, 03 / 2022)

Lieke Asma schreef Mijn intenties en ik. Filosofie van de vrije wil  | Boom filosofie | Paperback | November 2021 | ISBN 9789024443062 | 240 blz. | € 22,50 | ‘Wetenschappers beweren maar al te graag dat de vrije wil niet bestaat. Maar weten diezelfde wetenschappers wel wat ze precies bedoelen met het begrip ‘vrije wil’? De fundamentele vragen over de aard van de vrije wil komen volgens filosoof en psycholoog Lieke Asma in de wetenschap veel te weinig aan de orde. In Mijn intenties en ik laat ze zien dat grondig filosofisch onderzoek noodzakelijk is voor een goed begrip van de vrije wil.‘ (Tim Michiels, Filosofie Magazine)

Foto goudvis wil uit de kom, en springt: koornbusiness.nl
Foto Lieke Asma: theyoungphilosophers.org.

Tip! SG: Science Café over Vrije Wil: 9 mei 20.30 – 22.00 uur.
In Tivoli Vredenburg Utrecht gaat het gesprek over de vrije wil met filosoof dr. Niels van Miltenburg (UU), neuropsycholoog prof. Sarah Durston (UMC Utrecht) en psychiater en filosoof prof. Gerben Meynen (UU). Toegang gratis – vol is vol.

‘Het is een eeuwenoud vraagstuk: bestaat de vrije wil? De nieuwste onderzoeken uit de neuropsychologie laten zien dat ons brein al een besluit neemt voordat we iets doen. De vrije wil lijkt een illusie. Maar ligt het echt zo simpel? Wat betekent dit voor de verantwoordelijkheid die we dragen voor ons eigen gedrag? Kunnen criminelen bijvoorbeeld nog wel gestraft worden voor hun misdaden als de vrije wil niet bestaat?’ 

‘Zonder beweging geen nieuw denken’

Veluwe29062020

Neuropsycholoog Erik Scherder zou dat Friedrich Nietzsche zo nazeggen als hij op het filosofenpad met hem mee zou wandelen. Scherder is ervan overtuigd dat wandelen goed is voor het brein. Nietzsche ook, en dan vooral voor het denken. Niet alleen bìnnen filosoferen, maar denkend eropuit trekken. Je brein moet je fit houden om goed te kunnen denken, beter denken zelfs. Nieuw denken ontwikkelen. Scherder houdt dus de hersenen fit, Nietzsche haalt daar dan nieuwe ideeën uit. De ISVW wandelde mee onder ‘de rode plu van Nietzsche’.

Dringend advies
D
e ISVW organiseert sinds 2016 zomerse wandelweken, onder meer op landgoed Den Treek, en ging ook aan de wandel met Nietzsche. Een verslag vol gedachten is dan ook een vreugde om te lezen in nummer 51 van iFilosofie. Wandelen is meer dan een luchtje scheppen in de pauze van een filosofiecursus.

Nietzsche geeft het dringende advies geen ideeën aan te nemen die niet zijn ontstaan ​​door een vrije beweging in de open lucht en waarin niet de spieren doorklinken.’

De auteur van het artikel Onder de rode plu van Nietzsche, filosoof Eric Brinckmann, verwijst naar hem als Nietzsche zegt dat het buiten, in zijn boeken, ‘beleefbaar’ moet zijn. Dat lukt alleen maar, stelt Nietzsche, omdat de taal met de wandelaar de ledematen strekt, ze vrij, beweeglijk en elastisch wordt. De mens die zichzelf centraal stelt in plaats van de aarde, scheidt zich af, zet de aarde op afstand, exploiteert haar overmatig en raakt er zo steeds verder van verwijderd.

Het wandelen zelf beschouwt hij [Nietzsche] als een manier om aansluiting te houden bij het natuurlijke levensproces, om te aarden: om de overweldigende vitaliteit van het leven buiten te laten resoneren met de rijke expressie van binnen. Expressie in jezelf dus. De moderne levensstijl houdt de mens ervan af, stelt de mens centraal in plaats van de aarde. Ze stelt hem boven de natuur en ontaardt hem daardoor van datgene waar hij een onlosmakelijk onderdeel van is.’

Overweldigende vitaliteit
Z
o’n 95% van ons leven brengen we door in binnenruimtes, zegt de auteur, zodanig dat we er niet eens meer bij stil staan dat we nauwelijks buiten komen.

Volgens Nietzsche is de moderne wereld daarom uit het ritme van het leven geraakt en tot decadentie vervallen, van het Latijnse decadere, wegvallen, in dit geval naar een lager niveau. In Nietzsches termen: van de overweldigende vitaliteit die het buiten te bieden heeft naar een vegetatieve toestand. We hebben het dierlijke in ons, dat buiten rijpt, begrijpt en absorbeert, gedood of gekooid.

Al wandelend fantaseert en citeert Brinckmann Nietzsche die zich naar hem omdraait en zegt dat hij moet ophouden zichzelf zo’n fantastisch ego te voelen!

Iedereen! Leer stap voor stap het vermeende individu van je af te werpen! Hoe? Boven mijn en dijn uit! Kosmisch gewaarworden!’

‘De laag van Usselo’
N
ietzsche lijkt niet alleen met zijn voeten op aarde te wandelen – zo lees ik dit bijzondere wandelverslag – maar is ook met zijn hoofd bij de kosmos. De auteur weet niet of hij die kosmische gewaarwording helemaal begrijpt, maar vindt wel een aanknopingspunt op een plek in Usselo in Twente waar ooit zand werd gewonnen. Tijdens het graven kwamen er resten van een bos uit het Allerød te voorschijn, aldus de auteur, een warme fase na de laatste ijstijd die plotsklaps weer in een koude periode verviel. Een zwart laagje in het zandpakket is er te zien, op de donkere streep in de steilrand langs het water: verkoold materiaal, resten van bosbranden die 12.000 jaar geleden over grote delen van het noordelijk halfrond woedden.


Nog enkele invloedrijke wandelende denkers: Heraclitus, Zhuang Zi, Cusanus, Dionysius de Kartuizer, Hobbes – met een inktpot aan zijn wandelstok – Rousseau, Goethe, Emerson, Thoreau, Wittgenstein en Heidegger. (ISVW)


In dat laagje is een verhoogde concentratie van het scheikundig element iridium aangetroffen, een aanwijzing dat het weleens om een komeetinslag kan gaan: er zou ooit een kosmische ramp hebben plaatsgevonden die ‘de laag van Usselo’ deed ontstaan. Twee jaar geleden werd dat bevestigd: toen vonden geologen een enorme krater onder de Hiawatha-gletsjer in Groenland die, zoals het zich nu laat aanzien, precies 12.000 jaar oud is.

Kosmisch gewaarworden, in de kracht en de proportie van een komeet die op aarde inslaat, dat is een sterk beeld! Vernietiging en terugveren, na de brand de kou en daarna weer het leven. Dit geweld accepteren betekent geen vage versmelting met ‘het Al’ of dat soort gepraat, maar dat je zonder twijfel voeling krijgt met het immense dat je omvat.’ 

Zie:
Onder de rode plu van Nietzsche (Eric Brinckmann, iFilosofie)

Beeld: PD, 29062020