‘De laatste reis zal ongelooflijk zijn’

De literatuurstudie ‘De (bijna-)dood ontrafeld‘ ontrafelt een leven na de (bijna-)dood die elke verwachting te boven gaat en dat ‘als ‘laatste reis’ werkelijk on-geloof-lijk zal zijn’. En toch is het geen ‘sciencefiction of thriller’ laat drs. Maureen Venselaar weten na tien jaar studie en veldonderzoek naar de (bijna-)dood. De auteur bestudeerde de Fibonacci-code die onder meer leidde tot de ontdekking van het ontstaan van (de onderlinge relatie) van twee universums. ‘Een leven na de (bijna-)dood is te verklaren op basis van fysische en astrofysische fenomenen’.

‘Het is ‘ontheologisch’ om levensbeschouwing
gescheiden te houden van de wetenschap’
(Maureen Venselaar)

Een en ander klinkt wonderlijk, maar de grondige informatie en uitwerkingen die dit boek ten beste geeft over de Fibonacci-code die de rekenkundige basis vormt voor de gulden snede, is fascinerend.

De gulden snede, ook bekend als de ‘goddelijke verhouding’ of ‘goddelijke verdeling’ en het ‘gulden getal’ (phi), zien we terug in de zadenmotieven van planten, bijenstambomen, piramiden, gotische kathedralen, kunstwerken uit de renaissance, het menselijk lichaam en in schelpen, om een paar voorbeelden uit de oneindige reeks fenomenen te noemen.’
(Uit: De geheime code, Priya Hemenway – andere citaten hieronder uit: De (bijna-)dood ontrafeld)


Gulden snede / Fibonacci-code in onze werkelijkheid

De Fibonacci-code vormt in de context van het leven na de (bijna-)dood een wonderlijk mysterie. Hiermee gaat Venselaar op zoek naar de ‘gps-coördinaten’ van de hemel en probeert ‘de onsterfelijkheid te bewijzen’. Dit klinkt fantastisch, naar fantasy, maar de veronderstellingen zijn – met illustraties en foto’s – stapsgewijs goed te volgen.

De code verwijst naar de ontdekkingen door Leonardo Fibonacci, een Italiaans wiskundige uit de middeleeuwen. Hij ontdekte dat er een aantal geheimen verborgen was in een bepaalde reeks cijfers: (0), 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89 enzovoort en dat de reeks de basis vormde voor de gulden snede.’

De Fibonacci-code geeft ook inzicht in het astrale universum en de onderlinge verhouding tussen het astrale en het kenbare universum. De code kan gekoppeld worden aan het beeld van twee universums die elkaars spiegelbeeld zijn en elkaars tegenovergestelde (polariteit), en zo een zandlopermodel vormen.

Venselaar twijfelt er nauwelijks meer aan dat we het leven na de (bijna-)dood moeten zien in het licht van een reis naar de uiterste regionen van ons universum. Het beeld van twee cyclonen/tornado’s die tezamen een soort zandloper vormen, blijkt te worden gemeld door sommige mensen met een bijna-doodervaring:

Tevens zag ik voor mij een gigantische vorm als twee cyclonen bovenop elkaar in de vorm van een zandloper. Het bovenste systeem bewoog met de klok mee, het onderste systeem tegen de klok in. (…) Waar de twee cyclonen elkaar hadden moeten raken, maar dat niet deden, kwamen de vreemdste lichtstralen die ik ooit gezien had, tevoorschijn’.


Gemini Telescoop fotografeert een hemelse zandloper

Die ‘zandloper’ zouden wij kunnen zien als we voor de hemelpoort staan. We staan dan werkelijk voor een soort deur, het smalste deel van de zandloper. De deur die BDE’ers ervaren zal waarlijk een doorgang blijken te zijn naar een andere ruimte, met andere dimensies in een totaal ander universum.

Deze deur is voor ons, als we ‘dood’ zijn, een onomkeerbare doorgang/tunnel tussen twee universums.(…) ‘Want als we sterven, zullen we – zonder enige twijfel – aan de andere kant tevoorschijn komen, en een nieuw onsterfelijk lichaam ontvangen, overeenkomstig de geheimen van de Fibonacci-code.’


Dit tablet van Shamash (Babylon) heeft de vorm van de gulden rechthoek
en vertelt over de bovenaardse relaties tussen mensen en God

Nu lijkt het idee van het bestaan van meerdere universums ver gezocht, maar we zien dit toch ook terug binnen het domein van de levensbeschouwing (van het hindoeïsme) en van de wetenschap (astrofysica).’

De auteur trekt conclusies over de hemel en het leven na de dood en ging daarvoor op zoek naar overeenkomsten tussen levensbeschouwing, de empirie van het paranormale (de BDE) en de natuurwetenschap.

Veel astrofysici, zoals Dijkgraaf, Guth, Hawking, Linde, Rees, Smolin (…) menen allemaal dat het bestaan van meerdere universums (=multiversum) mogelijk is. En daarmee houden ze onbewust de deur open voor mijn visie op de (bijna-)dood.’

Venselaar verheldert alle mysteries van de Fibonacci-code. Haar literatuurstudie is veelomvattend en bevat ook citaten uit levensbeschouwingen. Zij vindt het ‘ontheologisch’ om levensbeschouwing gescheiden te houden van de wetenschap. Daarbij heeft zij het niet over ‘God’, maar over ‘diegene die / datgene dat ten grondslag ligt aan alles en iedereen, en waar alles van uitgaat’.

Met betrekking tot het levensbeschouwelijke domein heb ik een studie gedaan naar geschriften uit het taoïsme, hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en de islam (ten aanzien van ideeën over onder andere God/het Allerhoogste, het hemelse rijk, de kosmos, het leven na de (bijna-)dood en wonderverhalen). Tevens bestudeerde ik het boek van Coppes, Bijna-doodervaringen in relatie tot de vijf grote religies.’

De (bijna-)dood ontrafeld telt 463 intrigerende pagina’s. Niet in de laatste plaats door de ervaringen van BDE’ers. Helpend is de uitgebreide woordenlijst die veel begrippen verhelderend toelicht, maar ook de vele honderden noten die, behalve uitleg geven, tevens verwijzen naar de literatuur waarvan de auteur gebruik heeft gemaakt. Daarnaast noemt zij ook haar uiteenlopende informatiebronnen en is er een trefwoordenregister.

De (bijna-)dood ontrafeldin het licht van de Fibonacci-code | Maureen Venselaar | Uitgeverij Akasha | ISBN 9789460150425 | 463 pagina’s | Geïllustreerd – gedeeltelijk in kleur | € 26,50

Drs. Maureen Venselaar begon in 2000 een langdurige detailstudie naar BDE met als doel om meer inzicht te krijgen in het fenomeen – inclusief de neurologische en bovennatuurlijke verklaring – om een non-dualistisch verklaringsmodel te ontwikkelen in relatie tot de (astro)fysica en de levensbeschouwingen. Haar theorie zou voor het eerst in de geschiedenis alle BDE-kenmerken kunnen verklaren. Zij ontving lovende (inter)nationale recensies en publiceerde haar studie o.a. in 2014 bij Studium Generale van de TU Delft.

►Tip: De geheime code – de gulden snede als goddelijke verhouding in kunst, natuur en wetenschap | Priya Hemenway | Hardcover | 9789057649936 | Librero | 2012 | 203 pagina’s | vanaf € 9,50 (tweedehands)

Beeld: propemortem.nl
Beeld gulden snede: medium.com
Beeld ‘zandloper’: Gemini Zuid fotografeert de planetaire nevel CVMP 1 in het sterrenbeeld Circinus – Passer. Credit: The international Gemini Observatory/NSF’s National Optical-Infrared Astronomy Research Laboratory/AURA (2020 – kuuke.nl)
Beeld Tablet van Shamash: (Zuid-Irak, negende eeuw v.Chr.) – Uit: De geheime code

Pim van Lommel en de cloud van bewustzijn (4)

Lorentzian Wormhole Creative Commons Licence. Free to use.

De kerngedachte van de nieuwe bijna-doodervaring-theorie is gebaseerd op statements van gerenommeerd natuurkundige, wiskundige en kosmoloog Stephan Hawking en (astro)fysicus Neil de Grasse Tyson. Geesteswetenschapper Maureen Venselaar: ‘Wij mensen bestaan uit sterrenstof en zijn onderdeel van het universum en worden altijd bepaald door natuurwetten, bij leven en (bijna)dood.’ Via deze revolutionaire invalshoek werd zij grondlegger van de (astro)fysische BDE-theorie en vond zij treffende overeenkomsten tussen de verschillende onderzoeksterreinen.

Enkele voorbeelden 
Het moment van uittreden als wezen van licht bleek te matchen met de grote emissie van fotonen (=kwantalicht) rond de bijna-dood van een organisme (vastgesteld door o.a. neuro-wetenschappers St. Pierre en Persinger). De ervaring van het open gaan van een gat, met daarachter een tunnel en licht, bleek feilloos samen te vallen met de (astro)fysische kennis over de vervorming van de ruimtetijd, zwarte gaten en wormgaten. En het gevoel bij een grens tot stilstand te komen, met een waarnemingshorizon rond zwarte gaten. En tot slot, ook de immense ‘zandloper’ die sommige BDE-ers zien, en die kinderen beschrijven als een hele grote diabolo of vlinder, bleek uitzonderlijke overeenkomsten te hebben met onder andere een van de kosmologisch modellen van het universum (met een opponent universum) door de NASA, en bijvoorbeeld met die van theoretisch natuurkundige Michio Kaku.

Reizen langs planeten
Venselaar voegt daaraan toe dat fotonen door natuurwetenschappers soms al gekoppeld worden aan bewustzijn, maar ook dat ze te maken hebben met informatie-overdracht (dit zou dan informatie zijn vanuit het zogenaamde fysieke lichaam naar het lichtlichaam, want BDE-ers zeggen dat zij ondanks hun buitenlichamelijke ervaring toch ‘dezelfde’ blijven); met lichtsnelheid (BDE-ers zeggen letterlijk afstand te krijgen van hun fysieke lichaam); en van de aarde, en uiteindelijk te reizen met een snelheid die niet te meten is in lichtjaren. (NB. Ook National Geographic onderstreept dat BDE-ers soms aangeven zelfs langs de planeten te reizen).

Bewustzijn en leven zijn gradueel
Op deze wijze vond Venselaar (die zeker niet de pretentie heeft dat haar theorie geen fouten bevat, of dat deze alle puzzelstukjes van de BDE bevat) tientallen overeenkomsten, en hangt zij het werkmodel aan dat bewustzijn en leven gradueel zijn in, allereerst, de ruimte en, vervolgens de tijd, afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden, zoals hartstilstand/reanimatie. Leven en bewustzijn zijn dus niet óf aan de fysieke óf metafysieke werkelijkheid gekoppeld.

Big Picture
Op basis van het feit dat deze werkelijkheden tezamen de Big Picture vormen, en geen te (onder)scheiden realiteiten zijn, en op basis van een nauwkeurige analyse van de BDE, stelt Venselaar dat bewustzijn en leven een shift kunnen ondergaan. En deze shift is van gebónden aan ruimte én tijd (via ons fysieke lichaam), naar steeds minder gebonden aan 1. ruimte 2. tijd (via het buitenlichamelijke lichtlichaam). De volledigheid van de BDE, alsook de diepte ervan, worden volgens Venselaar bepaald door de ernst van het te lijden trauma. Dit is ook de mening van o.a. gerenommeerde BDE-experts dr. R. Moody en dr. M. Morse.

Een theoretische volledige BDE
Ten slotte onderscheidt Venselaar, als het om een theoretische volledige BDE gaat, vijf fasen (die in principe vloeiend in elkaar overgaan). De vijf fasen zijn 1. Het loskomen van het lichaam 2. De heenreis (met o.a. de tunnelervaring) 3. de voorlopige eindbestemming (in het licht) 4. De terugreis 5. De hernieuwde eenwording met het fysieke lichaam. Hierbij benadrukt zij dat niet iedereen zich een (volledige) BDE herinnert, maar dat wij wel via de BDE zonder enige twijfel inzicht krijgen in dat er meer is tussen ‘hemel en aarde’, en dat die laatste reis wellicht inderdaad een hemelse réis is, en dat de essentie van al wat is: liefde is.

Update Beeld 26 08: Lorentzian Wormhole – Creative Commons Licence. 

* Met medewerking en dank aan Maureen Venselaar – Update 29 08: Zie ook De nabij-de-doodervaring  (theoloog Rinus van Warven; en geesteswetenschapper Maureen Venselaars boek: De bijna-dood ontrafeld in het licht van de Fibonacci-code.)

Op 31 augustus 2019 om 14.00 uur geeft cardioloog Pim van Lommel een – voor iedereen toegankelijke – lezing bij de Academie voor Geesteswetenschappen in Utrecht. 

Pim van Lommel en de cloud van bewustzijn (3)

volle.maan.in.steenbok.inspirerend.leven.nl

Natuurlijk is er kritiek. Bijvoorbeeld van arts en neurobioloog Dick Frans Swaab, wiens beeld van de werkelijkheid deterministisch en materialistisch is. Fysische en chemische processen in onze hersenen maken – volgens Swaab – wie wij zijn en die bieden geen ruimte voor een vrije wil of een ziel. BDE-er Jim van der Heijden bespreekt uit het boek Wij zijn ons brein van Swaab de acht pagina’s over de BDE. Swaab schrijft daarin over de ‘pseudowetenschappelijke verklaringen van de bijna-doodervaring’.’

Bijzondere bewustzijnservaringen
H
et artikel van Jim van der Heijden komt uit Civis Mundi en is op de site van Van Lommel te vinden, onder de titel: Niet-materialistisch wereldbeeld als uitgangspunt, dan pseudowetenschap?. Van der Heijden onderzoekt de herkomst van bijzondere bewustzijnservaringen. Hierover schreef hij Onvergankelijk! en Het kleine bijna-bij-de-dood boekje. Het gaat hem er niet om wie volledig gelijk heeft, ‘dat heeft Swaab niet, Van Lommel niet, ik niet en u, beste lezer, ook niet’.

Op het kennen van de enig echte waarheid zijn wij mensen sowieso niet gemaakt. We kunnen voorkeuren hebben ten aanzien van verklaringen van de bijna-doodervaring en tegelijk beseffen dat de gekozen positie onjuist kan blijken te zijn. Spijkerhard geachte materialistische visies blijken helemaal zo hard niet te zijn en visies die door materialisten als vaag en paranormaal zijn afgedaan blijken aan kracht te winnen. Waar het in dit geval wel om gaat is dat Swaab zo verblind is door zijn eigen gelijk en aversie tegen niet-materialistische visies – die voor hem gepersonifieerd worden door Van Lommel – dat hij in deze paragraaf van zijn boek een weinig verheffend schotschrift heeft geproduceerd in plaats van het aantal zeer interessante pagina’s dat van iemand met zijn achtergrond mag worden verwacht.’ (Van der Heijden)

Kevin Nelson
A
ndere kritiek komt uit een blog (op persoonlijke titel) van Maarten Keulemans, chef wetenschap van de Volkskrant, in NewScientist, dat ‘over ideeën schrijft die de wereld veranderen’. Precies tien jaar nadat de Nederlandse cardioloog Pim van Lommel de medische wereld verbaasde met een wetenschappelijk artikel over bijna-doodervaringen haalt, volgens Keulemans, de Amerikaanse neuroloog Kevin Nelson, een autoriteit op het gebied van bijna-doodervaringen, hard uit naar Van Lommels studie. Volgens Nelson is het brein allerminst fysiek dood tijdens bijna-doodervaringen maar levend en bewust.

Volgens Nelson is de bijna-doodervaring zelf goed te verklaren. Zo komt het gevoel van uittreding uit het lichaam dat patiënten soms melden, doordat een brein in crisis niet meer goed in staat is om het gevoel van ‘zelf’ samen te stellen uit de diverse gewaarwordingen die de hersenen registreren. Voor de meer spirituele kant van de ervaring – het gevoel naar een hiernamaals te reizen – komt Nelson met een nieuwe verklaring. Volgens hem ontstaat deze ‘illusie’ doordat het nog wakkere brein in de droomstand springt, in iets wat neurologen een ‘REM-intrusie’ noemen, (waar BDE-ers dan gevoeliger voor zijn dan andere mensen).’ (Keulemans) – [Rem-intrusie gaat om sterke auditieve of visuele ervaringen, vlak voor het inslapen. Het moment van Rem-intrusie is te vroeg voor de echte REM-slaap.]

Non-lokale ruimte is een metafysische ruimte
T
heoretisch herkende Van Lommel zich in de visie van psycholoog William James (1898). De hersenen zijn daarbij slechts ontvangststation van bewustzijn (zoals – ter vergelijking – een radio geen muziek bevat, maar deze ontvangt via radiogolven).
Prof. dr. E. Laszlo (2005) en Van Lommel (2011) actualiseerden dit idee. Volgens Van Lommel is er sprake van een eindeloos bewustzijn, dat altijd continue buiten het lichaam is, en niet aan tijd en ruimte geboden. Deze non-lokale ruimte is volgens hem een metafysische ruimte. Desondanks geeft Van Lommel te kennen dat deze theorie nog niets kan verklaren over het hoe, wat en waarom van de BDE (mei 2013, Capelle aan de IJssel).

Sterk dualistisch wereldbeeld
G
elijktijdig was ook geesteswetenschapper drs. Maureen Venselaar met een onderzoek bezig (1995 – 2005). Zij analyseerde honderden bijna-doodervaringen via empirisch onderzoek en literatuurstudie, alsook de twee bestaande verklaringsmodellen. Ze stelde vast dat deze allebei deels onjuiste analyses en conclusies bevatten, kenmerken onbesproken laten, en een sterk dualistisch wereldbeeld weerspiegelen.

Non-dualistische werkelijkheid
V
enselaar ging daarentegen uit van een non-dualistische werkelijkheid, op basis van het gedachtegoed van bekende fysici, zoals Max Tegmark en Tom Campbell. Zij beschouwen de fysieke en metafysieke werkelijkheid als één geheel, en stellen dat ze tezamen één realiteit vormen, die we deels kennen en deels (nog) niet. Dualisme is een illusie, en volledig achterhaald. Op basis daarvan was Venselaars hypothese dat de BDE dus niet óf neurologisch/fysiek is óf te koppelen is aan een metafysieke / bovennatuurlijke werkelijkheid.

Strikt materialistische kijk
N
elson is samen met o.a. de Nederlandse prof. dr. D. Swaab, aanhanger van de neurologische verklaring van de bijna-doodervaring. Het brein produceert bewustzijn en ook de BDE. Van Lommel zette zich echter af tegen deze strikt materialistische kijk op de BDE en bewustzijn en de werkelijkheid, en plaatste duidelijke kanttekeningen bij het heersende wetenschappelijke paradigma. En met zijn onderzoek, in samenwerking met drs. Meijers en drs. Van Wees, zette hij de BDE goed op de kaart, en richtte eveneens stichting Merkawah op voor mensen met bijna-doodervaringen (soms ook nabij-de-doodervaringen genoemd, ofwel NDE).

Interdisciplinaire studie
H
et onderzoek van Venselaar leidde tot een interdisciplinaire studie waarin zij de empirie van de BDE en fenomenen uit de (astro)fysica (alsook uit de neurowetenschap en geesteswetenschap) naast elkaar heeft gelegd. Uitgangspunten waren de BDE-criteria door prof. dr. Bruce Greyson en de WCEI van prof. dr. Kenneth Ring, alsook het wetenschappelijk principe van het Scheermes van Ockham. Dit houdt in dat als er meerdere hypothesen zijn die een verschijnsel zouden kunnen verklaren, dat dan dat verklaringsmodel gekozen moet worden dat het meest recht doet aan het verschijnsel, waarbij de minste aannames zijn en, zoals Albert Einstein het eens zei, geen ervaringsfeiten worden opgeofferd (zoals, in deze, bijvoorbeeld het gevoel úit het lichaam te gaan en afstand te krijgen van de aarde).

Morgen laatste deel (4) op dit blog: De kerngedachte van de nieuwe BDE-theorie 

Bronnen o.a.:
* Bijna-doodarts Van Lommel krijgt er alsnog van langs
* Niet-materialistisch wereldbeeld als uitgangspunt, dan pseudowetenschap?
* De bijna-doodervaring
* De bijna-dood ontrafeld 
* De nabij-de-doodervaring
* Met medewerking van en dank aan Maureen Venselaar

Beeld:
inspirerendleven.nl

De nabij-de-doodervaring

BDEStudiumGeneraleTUDelft

Theoloog Rinus van Warven van Netwerk Nabij-de-Dood-ervaringen, spreekt niet van de ‘bijna-doodervaring’ maar geeft de voorkeur aan de term ‘nabij-de-doodervaring’ (NDE), omdat de dood een heel lastig begrip is. ‘De mensen om wie het gaat zijn wel in de buurt van de dood, nabij de dood, maar niet bijna dood’. Het betreft inderdaad niet de bijna-doodervaring, maar de ervaring nabij-de-dood.

Die ervaringen waar we het over hebben, waren de hele mensgeschiedenis al bekend. Dan heet het verlichtende ervaring of mystieke ervaring, eenheidservaring. Er was een grote diversiteit aan namen voor. De term BDE is nu zo ingeburgerd, dat ik hem ook maar handhaaf. En als je de afkorting BDE dan toch wil uitleggen, doe dat dan met de woorden Bewustwording Door Ervaring.’ (Rinus van Warven)

De stichting Netwerk Nabij-de-Doodervaringen (sinds 1988) gebruikt de afkorting NDE, daar steeds meer mensen voorkeur hebben voor de term ‘nabij-de-dood’ in plaats van ‘bijna-dood’. Een nabij-de-doodervaring wordt door het netwerk omschreven als een geheel van indrukken tijdens een bijzondere bewustzijnstoestand die het gevolg is van een periode van klinisch dood zijn, een ernstige ziekte, een bijna fatale situatie of een stervensproces. Een NDE/BDE kan ook voorkomen bij hoge stress of diepe meditatie, of zelfs heel spontaan zonder enige aanleiding.

Mensen betrekken bij de NDE vaak het geloof of de gedachte dat er meer is dan dit leven. Blijkbaar is de dood een overgang naar iets anders; het leven gaat dóór. Zeker als mensen zoiets ervaren als ontmoetingen met overleden familieleden of zelfs met het Hogere. Dan kom je inderdaad al gauw bij God terecht, of bij het ‘Al’ zoals Eben Alexander het formuleert in Na dit leven. ‘Al’ staat dan voor God, Allah, Jehovah, Brahman, Vishnu, Schepper of Bron. Pim van Lommel heeft het woord ‘God’ in Eindeloos bewustzijn bewust niet gebruikt omdat iedereen er in onze cultuur zijn eigen concept erbij heeft.

Netwerk NDE organiseert landelijk en regionaal bijeenkomsten waar NDE’ers elkaar kunnen ontmoeten en hun ervaringen uitwisselen, en tracht door middel van tal van activiteiten de opgebouwde kennis van NDE’s en hun implicaties uit te dragen. Het Netwerk NDE schept en verbetert de mogelijkheden tot begeleiding van NDE’rs met hulpvragen. Ook bevordert en steunt deze stichting het wetenschappelijk onderzoek naar de nabij-de-doodervaring.

de_bijna-dood_ontrafeld

Het onderzoek gaat verder
Drs. Maureen Venselaar begon in 2000 een langdurige detailstudie naar BDE met als doel om meer inzicht te krijgen in het fenomeen – inclusief de neurologische en bovennatuurlijke verklaring – om een non-dualistisch verklaringsmodel te ontwikkelen in relatie tot de (astro)fysica en de levensbeschouwingen. Haar theorie zou voor het eerst in de geschiedenis alle BDE-kenmerken kunnen verklaren. Zij ontving lovende (inter)nationale recensies en publiceerde haar studie o.a. in 2014 bij Studium Generale van de TU Delft. Venselaar wil – net als Netwerk NDE – een handreiking bieden aan de optimalisering van de zorg voor BDE’ers, zowel intramuraal als extramuraal.


‘Zo’n 15 jaar geleden is Venselaar met de detailstudie naar de BDE begonnen, vanuit een integratie van het domein van de empirie van de BDE, de natuurwetenschap en ten dele de levensbeschouwing. Zij bestudeerde honderden bijna-doodervaringen en ontwikkelde uiteindelijk een geheel nieuwe BDE-verklaring. Deze duidt voor het eerst – op een consistente en coherente wijze – zowel de oude als nieuwe kenmerken. Tevens legt de nieuwe BDE-verklaring een absolute link met het naderen van het levenseinde en een mogelijk leven na de (bijna)dood. Daarnaast bepaalt de ernst van het trauma eveneens de diepte en volledigheid van de BDE. Ook onderscheidt Venselaar fasen in de BDE. Dit is – in grote lijnen – in overeenstemming met de visie van wereldwijd gerenommeerd BDE-deskundige dr. Moody, maar in tegenstelling tot de visie van drs. Van Lommel en prof. dr. Swaab. (2014 – Studium Generale TU Delft)


De (bijna-)dood ontrafeld (2011) geeft volgens uitgever Akasha een geheel nieuwe, samenhangende visie op de (bijna-)dood, en neemt uniek stelling in de (controversiële) discussie in hoeverre de BDE neurologisch of bovennatuurlijk te verklaren is. De BDE is uitgangspunt voor de ontrafeling van het leven na de dood en licht een tipje van de sluier op van wat ieder van ons te wachten staat op het moment dat wij heengaan. Het stelt dat we geleidelijk de grenzen van ruimte en tijd achter ons zullen laten en ervaren dat we een verruimd bewustzijn hebben.

De Fibonacci-code geeft hierbij spectaculaire inzichten en draagt bij aan de verklaring van bekende kenmerken van de bijna-doodervaring zoals het zien van kleuren en van licht aan het einde van de tunnel, en van onbekende kenmerken zoals het zien van een immense zandloper. In totaal worden er tien kenmerken van de bijna-doodervaring voor het eerst beschreven. Deze zijn gebaseerd op de bestudering van honderden ervaringsverhalen.’ (Uit: De (bijna-)dood ontrafeld)

Venselaar is achttien jaar geestelijk verzorgster geweest. In haar werk kwam zij in aanraking met vragen rondom leven en dood en met bijzondere ervaringen zoals de (bijna-)dood. Vanuit deze praktijk is zij haar tienjarige literatuurstudie naar de (bijna-)dood begonnen.

Haar boek De (bijna-)dood ontrafeld bevat een geheel nieuwe en non-dualistische verklaring van de bijna-doodervaring via (astro)fysica, aan de hand van ervaringsverhalen en prachtige kleurenfoto’s. Het geeft ook aanbevelingen in relatie tot het persoonlijke en relationele leven, tot het (para)medisch (ethisch) domein (waaronder eerstelijnszorg, crisishulpverlening, de reikwijdte van bewustzijn, orgaandonatie), en tot het spirituele leven.’ (Uitgeverij Akasha)

Hoe alfa- en bètawetenschappen samenkomen
I
n een review wordt gezegd dat deze studie ook wordt gedragen door het Institute Of Noetic Sciences (IONS) en The Near Death Research Foundation (NDERF). Deze noemen het indrukwekkend, boeiend en enerverend. (Westbrook University, Virginia (USA). Bres vindt dat de nieuwe (astro)fysische verklaring van de bijna-doodervaring heel wat meer nieuws brengt ten opzichte van de oude bekende neurologische en bovennatuurlijke BDE-verklaring. Emeritus bijzonder hoogleraar prof. dr. P. Heydendael, Radboud Universiteit Nijmegen zegt: ‘Geweldig. Met ontzag. Krachtig hoe alfa- en bètawetenschappen samenkomen’.

Netwerk Nabij-de-Dood-ervaringen – Over nabij-de-doodervaringen (NDE), dood en sterven, het hiernamaals en reïncarnatie, hulptelefoon, hulpverlening, adviezen, lezingen, onderzoek, publicaties, het Netwerk NDE zelf en zijn activiteiten. (Vernieuwde website – 2019)

Drs. Rinus van Warven (1956) studeerde theologie met een specialisatie cultuurfilosofie en massacommunicatie. Na zijn studie is hij werkzaam geweest  voor tal van organisaties op het gebied van zingeving en spiritualiteit. Duurzaamheid, ontwikkelingssamenwerking en het raakvlak tussen media en cultuur hebben zijn speciale belangstelling.

Zie ook: Jacobine – NPO-televisie: Jacobine Geel in gesprek met cardioloog Pim van Lommel en met ervaringsdeskundigen Lucia Prinsen en Rinus van Warven.

De (bijna-)dood ontrafeld | Maureen Venselaar | Uitgeverij Akasha | 2011 | ISBN 9789460150425 | € 26,50 | ‘Het boek geeft een spectaculaire nieuwe visie op de bijna-doodervaring en unieke antwoorden. Het bevat een samenhangende visie met zeer treffende overeenkomsten tussen de empirie van de BDE, de natuurwetenschap en wereldbeschouwingen.’ (Uit een van de reviews)

Foto: Studium Generale TU Delft