
Drie filosofen zoeken een antwoord op de vraag of de mens in een tijd van ‘hormonen, neurotransmitters en hersenprocessen’ zonder geest kan. Zijn we ons brein of zijn we ons lichaam? ‘Nergens in de wereld komt de geest voor zonder dat er een lichaam is’. In een ‘bezield dossier over de geest’ van Filosofie Magazine vragen drie begeesterde denkers zich af of we zonder geest kunnen.‘De geest is de essentie van wat ons mens maakt.’
‘Al toont de liefde zich ook als een biologisch proces, het is onze geest die de emoties betekenis geeft’
(Désanne van Brederode)
Wijsgerige psychologie
Er bestaat een stroming in de wijsgerige psychologie die praten over de geest in termen van gevoelens, intenties en verlangens willen vervangen door objectieve termen uit de neurowetenschappen. Die stroming heet ‘eliminativisme’, waarvan de Amerikaanse Paul en Patricia Churchland de belangrijkste vertegenwoordigers zijn.
‘Een vrouw komt thuis bij haar man na een zware dag. ‘Paul, praat niet tegen me. Mijn serotonineniveau is tot een dieptepunt gedaald, mijn hersenen zitten vol glucocorticoïden, mijn bloedvaten zitten vol adrenaline en als ik geen endogene opiaten had gehad, was ik onderweg naar huis met de auto tegen een boom gereden. Mijn dopaminegehalte moet omhoog. Schenk me een glas chardonnay in.’
(Patricia tegen Paul)
Emoties
Filosoof Désanne van Brederode zegt hierover dat ‘als we als een neurowetenschapper naar de geest kijken, wordt alles extreem mechanisch’.
‘We kunnen verliefdheid wel uitleggen aan de hand van feromonen, stofjes in je hersenen en compatibele immuunsystemen, maar daarmee heb je doodverklaard wat liefde zo bijzonder maakt. Al toont de liefde zich ook als een biologisch proces, het is onze geest die de emoties betekenis geeft.’
(Désanne van Brederode)
Eliminativisten
Wetenschappelijke taal is doorgedrongen in ons alledaagse vocabulaire, schrijft Pieter Adriaens, hoofddocent filosofie KU Leuven, in This is mental!, een inleiding in de wijsgerige psychologie.
‘Zet de televisie aan en je hoort atleten praten over endorfines en endogene adrenaline. Eliminativisten zoals de Churchlands hopen dat we met neurologische termen objectief kunnen beschrijven wat het bewustzijn of de geest is. Net zoals chemici niet spreken van water en ijs, maar van H2O in vloeibare en vaste toestand.’
(Pieter Adriaens)

Fred Keijzer
‘Wij zijn ons lichaam’
Fred Keijzer, hoofddocent filosofie Rijksuniversiteit Groningen, onderzoekt de biologische basis van cognitie en stelt dat onze hersenen deel zijn van ons lijf en door dat lijf ook van de wereld.
‘Als we ons beperken tot neurologische processen verdwijnen wijzelf als vlezige, voelende, bewegende wezens uit beeld.(…)Nergens in de wereld komt de geest voor zonder dat er een lichaam is. In plaats van “wij zijn ons brein” kunnen we daarom beter “wij zijn ons lichaam” zeggen.’
(Fred Keijzer)
Geest is iets ‘relationeels’
Het nadeel van het neurofysiologisch denken leidt er volgens Keijzer toe dat een depressie soms wordt opgevat als een chemische onbalans in de hersenen. Volgens Adriaens is de geest iets ‘relationeels’. Veel geestesziektes vindt hij ‘relationele aandoeningen’.
‘Ze zijn op een complexe manier verweven met de interactie tussen individuen. Een voorbeeld is om emotie niet te zien als iets dat zich bevindt in het individu. Als ik kwaad word op iemand, dan zit de kwaadheid in de verhouding met die persoon.’
(Pieter Adriaens)

Désanne van Brederode
Ik ben niet ik
Volgens Désanne van Brederode is de geest de essentie van wat ons mens maakt. Zij haalt een gedicht aan van de Spaanse dichter en winnaar van de Nobelprijs Literatuur 1956, Juan Ramón Jiménez, omdat hij precies zegt wat de geest betekent:
Ik ben niet ik
Ik ben deze
Die naast me loopt en die ik niet zie,
die ik soms bezoek,
en die ik op andere momenten vergeet;
die kalm en stil blijft terwijl ik praat,
en die vergeeft, zachtjes, wanneer ik haat,
die loopt waar ik niet ben,
die zal blijven staan wanneer ik sterf.
‘Geweten’
Weten is volgens Van Brederode iets anders dan kennis. In ‘dat prachtige woord “geweten”’ ziet zij dat. Zij herinnert zich nog dat zij als jong meisje iets kleins had gestolen, een snoepje of zo.
‘Later in mijn bed voelde ik me daar ontzettend schuldig over. Al troostte mijn moeder me door te zeggen dat het helemaal niet erg was, toch voelde ik dat ik iets had gedaan wat ik niet had willen doen. Het weten dat maakt dat je een baan laat schieten om voor een naaste te zorgen of dat je doet besluiten toch te blijven vechten voor een relatie. Zelfs al verklaart de hele wereld je voor gek en je zelf ook niet kunt uitleggen waarom.’
(Désanne van Brederode)
Menselijke geest
Pieter Adriaens zegt aan het slot van het artikel dat de vraag wat de geest precies is nooit afdoende beantwoord zal worden.

Pieter Adriaens
‘Maar misschien is dat mysterie op zichzelf al voldoende reden om te blijven spreken van een menselijke geest.’
(Pieter Adriaens)
Bron:
Kan de mens zonder geest? (Emile Smits, in Filosofie Magazine, november 2025, dossier De Geest)
Beeld: Citylit.ak.uk – ‘A taste of philosophy’ – ‘Bij City Lit zijn we er trots op dat we mogelijkheden creëren voor mensen om samen te komen en hun leven te verrijken door te leren.’
Beeld Fred Keijzer: Youtube
Foto Désanne van Brederode: Filosofie Magazine
Foto Pieter Adriaens: Brainwash








