
‘Ontmoeting met God of afgestemd zijn op het goddelijke, wat dus bij wijze van spreken op het Centraal Station kan plaatsvinden, maar ook op een stil moment in ons binnenste. Het heet ook wel een zich verbinden met je ziel, om je van daaruit krachtiger te manifesteren in de buitenwereld, dit omdat de ziel zoals we innerlijk weten er juist naar verlangt c.q. (via zijn keuze voor incarnatie) de missie voelt zich te manifesteren op aarde.’
Zo omschrijft antropoloog Hans Feddema religiositeit of spiritualiteit in zijn artikel Religie zonder God lijkt een achterhoedegevecht bij de IKON. Er wordt regelmatig geschreven over religie zonder God, dat net zo onmogelijk klinkt als een vierkante cirkel. Feddema zegt dan ook terecht dat het steeds meer doordringt dat de religiositeit, mystiek en de sterk opkomende postmoderne spiritualiteit, de kern van het menselijk bestaan raakt, namelijk de verhouding met de Oerwerkelijkheid of de relatie met het Absolute.
‘Er is kortom vandaag sprake van heel ander godsbesef, zoiets van ‘alles in God’ of ‘God in alles’, dus ook in ons als mens. Het ‘heilige’ gebeurt in de wereld, waardoor Godzoekers als Nietzsche niet langer in problemen zijn, maar veeleer een groot deel van de kerken, dat vast blijft houden aan bovengenoemd vrij autoritair godsbeeld ‘op afstand’ en tegelijk aan het beeld van de mens, als in principe ‘zich schuldig en dus klein moetende voelen’.’
Hans Feddema (foto: HF) heeft dan ook kritiek op het boek Religie zonder God, van Theo de Boer en Ger Groot (niet te verwarren met het boek met dezelfde titel van Ronald Dworkin) die religiositeit of spiritualiteit vergeten als een dimensie van religie. Liever ziet hij dat we dat we als magiër van ons eigen leven ja zeggen tegen het leven en tegelijk ons gedragen weten door een Dimensie die het aardse overstijgt.
‘De Boer en Groot hebben het echter niet over beleven, dus over religiositeit, maar vooral of alleen over religie, dat ze zien als een godsdienst met riten en sacramenten, maar waarbij geloof in of stellingen c.q. visies over een bovennatuurlijke realiteit ontbreekt. Het essentiële fenomeen religiositeit, spiritualiteit resp. mystiek/soefisme kom ik bij hen niet tegen.’
Volgens Feddema, antropoloog, oud-universitair docent, publicist en initiatiefnemer van het Filosofisch Cafe Leiden, willen de schrijvers van Religie zonder God aan religie blijven doen, maar dan zonder God. Hij doet daar niet aan mee, want hij denkt dat velen met hem juist blij zijn dat ze zich weer verbonden kunnen voelen met ‘het Mysterie in onszelf en in de wereld’.
‘Een Oerwerkelijkheid, die ik zie als universele Liefde. Blij dat ik door die verbondenheid met de Bron nu van binnenuit aan levenskunst en compassie kan doen zonder het vroegere ‘moeten’ van bovenaf en ook zonder de (te sterke) fixatie op de ‘ik’-individualiteit, waar we vaak mee kampen.’
Feddema stelt dat mystici wijzen voor het weer contact krijgen met je Bron op de weg naar binnen, dus het afgestemd proberen te raken op het Centrum binnen in ons, ook wel het spirituele hart genoemd.
‘Gaat het ook bij de al of niet boeddhistische meditatie daar niet om en bij de grote ziener Jezus, wiens geboorte we straks weer gaan herdenken, in wezen eveneens, als hij ons bij voortduring voorhoudt dat Gods koningschap niet ergens ver weg, maar ‘in ons’ is als kracht? Religiositeit of spiritualiteit noem ik dit.’
Zie: Religie zonder God lijkt achterhoedegevecht
Foto: PD (SpiritPhoto) Natuurgebied De Zanderij in Crailo in het Gooi tussen Hilversum en Bussum
Religie zonder God | 120 pagina’s | Paperback | ISBN: 9789491110054 |
Wat moeten we vandaag de dag aan met God en het hardnekkige verschijnsel ‘godsdienst’? Valt er nu nog iets redelijks te zeggen over transcendentie, het hart van de religie? Theo de Boer en Ger Groot – ooit leermeester en student – gaan hierover een gesprek aan vanuit een verschillende achtergrond (protestant en katholiek). De god van de rationele, natuurlijke theologie is gestorven, aldus De Boer, maar dat was maar één gestalte waarin mensen diens mysterie kunnen ondergaan. God is voor de religie helemaal niet zo belangrijk, voert Groot aan. Het leven krijgt allereerst betekenis door de ervaring van het ritueel.
