Met de filosofen op weg naar Santiago

Boekrecensie Bomen over de weg naar Santiago – ‘Gewone bomen worden ongewone,’ schrijft pelgrim Ignace de Haes, die samen met zijn vrouw op Goede Vrijdag te voet de weg inslaat naar Santiago de Compostella. De Haes boomt over de bomen onderweg. Zij roepen allerlei gedachten bij hem op. Op een wonderlijke manier vertakken platanen, olijfbomen en cipressen zich. En op iedere tak is bij hem wel een filosoof te vinden die denkbeelden meegeeft over liefde, eenzaamheid, gastvrijheid, geloof, lijden, dood en verlossing.

Als lezer van zijn boek loop je mee met de 2500 kilometer filosofische avonturentocht richting eindpunt, de boom van Jesse in Santiago. Het gaat niet om de bestemming, maar om de weg erheen.

Gastvrijheid
Bomen over de weg naar Santiago vertelt over de pelgrimsweg van Den Bosch naar Santiago. De Haes en zijn vrouw ontmoeten veel gastvrijheid, niet alleen in kloosters maar ook bij particulieren. Ze komen veel pelgrims tegen die alleen op stap zijn, en soms ontmoeten ze elkaar weer op slaapplaatsen onderweg. Sommige bomen bieden ook gastvrijheid, aan de maretakken die erop groeien. Een pelgrim lijkt op een maretak: je maakt gebruik van de ander, want je bent te gast.

Als Ignace De Haes verdwaalt in de Ardennen stuit hij op een omgevallen boom waardoor hij een beekje kan oversteken en zo de weg terugvindt. Een wonder of toeval? Het doet de pelgrim aan synchroniciteit denken, aan Carl Jung. Bomen staan voor verbinding, zoals in Saint-Louis-en-l’isle waar twee platanen door aanraking van elkaars bladeren ‘met elkaar in de echt verbonden zijn: twee liefdevolle platanen’. Het is voor mensen ook de kunst de verbinding te blijven zoeken met elkaar, zegt De Haes.

Betekenis
Betekenis vindt De Haes in de bomen, dankzij verhalen. Zijn eigen verhalen en die van andere pelgrims. Het woord mare betekent ook verhaal. Toepasselijk omdat zowel de pelgrims als de gastvrouwen en -heren een verhaal hebben te vertellen. De pelgrim is onderweg van het oude naar het nieuwe, en reflecteert via de bomen zowel op het oude als op het nieuwe. Hij voelt ‘een mengeling van emoties die gepaard gaan met het afscheid van de naasten, het loslaten van het bekende en de nieuwgierigheid naar wat komen gaat’.

De stamboom van Jezus
Na de donkere Ardennen komt het lege Franse land verlaten over en de pelgrim voelt zich teruggeworpen op zijn eigen existentie. Het doet hem denken aan Albert Camus en Jean-Paul Sartre, die vinden dat je in essentie je zinloze bestaan zelf zin moet geven, wat een enorme verantwoordelijkheid met zich meebrengt. In de Dordogne doen de platanen hem denken aan de filosofen in Athene. Die discussieerden met elkaar onder deze bomen die meestal op centrale pleinen stonden. In Frankrijk wordt in hun schaduw nu jeu de boules gespeeld.

Een van de belangrijkste bomen is geen echte boom, maar een gebeeldhouwde. De boom van Jesse. Deze staat in Santiago bij de ingang van de kathedraal en laat de stamboom van Jezus zien. De boom is helemaal uitgesleten vanwege de vele handen die er eeuwenlang op zijn gelegd.

Socrates
Bomen over de weg naar Santiago is mooi vormgegeven. Een fraaie lay-out met veel foto’s en op iedere bladzijde cursiefjes met extra informatie over de route, ook weer met foto’s. In het boek vind je bespiegelingen over ontmoeting, alleen zijn en samenzijn, liefde en verlangen, over ruimte voor niet-weten, zingeving, troost en verzoening, leven en dood. Veelal zijn de beschouwingen gekoppeld aan de bomen op de weg naar Santiago. Dat maakt de weg boeiend.

Jammer is wel dat sommige bespiegelingen van de pelgrim weinig te maken hebben met de pelgrimsweg. Af en toe dwaal je mee af van die weg naar Santiago de Compostella en loop je ineens op zijwegen, weliswaar met (filosofische) herinneringen en gedachten.
Misschien komt dat omdat boven de boomgrens in de Pyreneeën een wolk hing, waarop Socrates naar hem keek, zegt De Haes. ‘Laat los die bomen,’ verzuchtte Socrates, ‘het verengt je blik. De wereld bestaat uit meer dan bomen alleen’.

Bomen over de weg naar Santiago | Ignace de Haes | 2019 | Berne Media | € 19,90
Beeld: cover Plantaardig (detail) – Boom Filosofie
Foto: De boom van Jesse (Leo Jacobs, santiago.nl)
(Oorspronkelijk gepubliceerd bij de Academie voor Geesteswetenschappen, Utrecht)

God en Ganesha in de Abdij van Berne

thomasenpaul2

Dialogen tussen Oost en West. ‘Zinzoekers zijn mensen die existentiële vragen durven te stellen,’ zeggen monnik Thomas Quartier en kunstenaar Paul van der Velde. En dat laten ze horen ook, gisteren in de Abdij van Berne in Heeswijk. Niet alleen in woord en vertelling, maar ook met ‘Sacred chants’, Gregoriaanse en oud-Hindi gezangen, samen met Geertruid Steenbakkers en Henry Vesseur. In de Dialoog tussen Oost en West raken Thomas en Paul gedreven met elkaar in gesprek onder leiding van Christoph Lüthy. De complete dialoog vind je terug op zo’n 200 bladzijden in hun – ook deze dag – gepresenteerde boek Zinzoekers, waarin voor beiden geldt dat er ‘binnen hun eigen fascinatie voor het vakgebied sprake is van een diep esthetische en existentiële bevlogenheid, zeker ook waar het de vorm van beleving betreft’.

U heeft één slagtand, een groot lichaam, u bent ontstaan uit puur goud. U heeft een grote buik, grote ogen, ik prijs u, Ganesha. Uw rijdier is een muis, snoepjes eet u telkens uit uw hand. Uw oren zijn als waaiers, de heilige draad hangt naar beneden. U heeft de gestalte van een dwerg, u bent de zoon van de grote Shiva. U neemt al mijn problemen weg. Ik prijs u, liggend aan uw voeten.’ (Ekadantam – hymne op Ganesha in Sanskriet)

En die beleving wordt gedeeld. In de kerk van de abdij klinken de hymnen en de psalmen door de goede akoestiek extra mooi. Vooral de oud-Hindi hymnen en traditionele hymnen in het Sanskriet, door Paul melodieus gereciteerd, ervaar ik als van een ontroerende schoonheid. Voor mij nieuw, naast het voor mij bekendere Gregoriaans, dat minstens zo prachtig klinkt. Ik vind het een vorm van ‘lived religion’, geleefde religie, zoals de auteurs praktijken en ervaringen van religie verwoorden in Zinzoekers.

Domus mea, domus orationis vocabitur, dicit Dominus: in ea omnis, qui petit accipit: et qui quaerit, invenit et pulsanti aperietur. (GR 402)  ‘Er staat geschreven: ‘Mijn huis moet een huis van gebed zijn.’ Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan.’ (Mt. 21,13; 7,8)

In Zinzoekers zijn de benedictijner monnik, theoloog, religiewetenschapper, schrijver, spreker en musicus Thomas, en hoogleraar Aziatische religies en kunstenaar Paul, in een voortdurende dialoog. Ze leggen elkaars betrokkenheid – zo schrijven zij op de cover – bij christelijke en oosterse spiritualiteit naast elkaar en wisselen hun ervaringen uit met pelgrimages, rituelen, kunst en cultuur. ‘Het is een soort laboratoriumexperiment waar hopelijk veel lezers zich in herkennen en hun eigen verhalen in teruglezen.’ Voor elke zinzoeker – zoals ik – zouden het ‘bronnen van inspiratie kunnen zijn door zowel de verschillen als de verrassende parallellen’.

In Zinzoekers (met opvallend mooie zwart-wit illustraties van fotograaf Ted van Aanholt), schrijft Thomas er voor mij als opdracht in: ‘Voor Paul, verbonden in zinzoeken. Pax!’ – en Paul pent iets in het Sanskriet dat ik nog moet vertalen of het moet: ‘Veel succes!!’ betekenen, dat staat eronder. Thomas en Paul leggen de nadruk niet zozeer op zin, maar op het zoeken. Alleen de Inleiding al geeft inspiratie genoeg om van de dialoog in zeven hoofdstukken te zullen genieten. Wat wil je ook met titels als De kunst van het zinzoeken; Wegen van zinzoekers; Geregeld zinzoeken; Biografieën van zinzoekers; Ruimte voor het zinzoeken; Zinzoeken ritualiseren en Reflecteren op het zinzoeken. In een van mijn volgende blogs kom ik hier zeker op terug.

De bijeenkomst zelf is inspirerend genoeg voor de bijna honderd bezoekers. De vrolijke uitbundigheid van Thomas werkt aanstekelijk, hij praat met heel zijn lijf, hij komt handen te kort om zijn woorden kracht bij te zetten. Het valt niet eens meer op dat hij een ingetogen monnikengewaad draagt, plus capuchon. En dan Paul, die een prachtig goudkleurig Indiaas jasje draagt – een waarop David Bowie jaloers geweest zou zijn. Ook bij hem uitbundigheid, wel wat ingetogener dan Thomas, maar hij is, net als Thomas, zeer gevat, en ook niet wars van een grapje. En dan zijn prachtige Sanskriet recitatie… Dit valt trouwens op: de vrolijkheid en de hartelijkheid waarop de monniken – en een zuster – en Paul – met elkaar omgaan. En allen stralen passie uit.

Thomas pakt ineens zijn mondharmonica erbij om twee wel heel andere ‘chants’ te begeleiden. Iedereen, ook de bezoekers – zij het zachtjes en voorzichtig – zingen aan het einde van de bijeenkomst mee met Where have all the flowers gone, long time passing? en: How many roads must a man walk down.

zinzoekers
N
a afloop is het vol in boekhandel annex café Berne bij de abdij. Spirituele boeken te over natuurlijk, maar Zinzoekers gaat als warme broodjes – of als koude Berne biertjes – over de toonbank. Thomas en Paul hebben schik in het signeren van hun boek. Dat doen ze ook al met vrolijke geestdrift. Als een mens nu nog niet geïnspireerd raakt… Ik zoek mijn weg terug naar huis, met extra zin in zoeken. Maar, zoals een van de monniken zei: ‘Zoeken is ook gevonden worden.’ En Paul zegt: ‘Zoek nooit. Zet een stap en ga verder…’

Zinzoekers | Paul van der Velde en Thomas Quartier | © Berne Media | 2018 | uitgeverij abdij van berne | bernemedia.com | Fotografie: Ted van Aanholt | Vormgeving Garage BNO | €17, 90

Foto:
Thomas en Paul vertellen door, ook aan de signeertafel… (
© PD)