Want wie is er nou geen Vreemdeling?

De Vreemdeling breekt in ons leven in, provoceert en irriteert. Filosoof, religiewetenschapper en theoloog Laurens Ten Kate zegt: ‘De stem van de vreemdeling spreekt blijkbaar niet vanzelf, en haar horen, naar haar luisteren, brengt mensen in verlegenheid. Hoort die verlegenheid bij onze ‘wereldtijd’? Recentelijk, of al heel lang? Die vragen wil ik onderzoeken, in gesprek met vele denkers die al met zo’n onderzoek begonnen zijn.’
Beschouwing van het boek Wereldtijd van Laurens ten Kate door gastblogger Rudi Holzhauer, Erasmus School of Law, retired.

‘De stem van de vreemdeling spreekt blijkbaar niet vanzelf, en haar horen, naar haar luisteren, brengt mensen in verlegenheid. Hoort die verlegenheid bij onze ‘wereldtijd’? Recentelijk, of al heel lang?’
(Laurens ten Kate)

Vreemd vooraf, met ook wat verbinding.
Vreemde Vrijheid was de titel van de oratie van Laurens ten Kate (Universiteit voor Humanistiek Utrecht – UvH) in 2016. Ik zat daar toen in de zaal. Ik volgde alles aandachtig, ik kon alles ook goed volgen, maar doordringen deed het allemaal pas veel later.
Dat is voor mij Laurens ten Kate. Wat hij wil overbrengen is zo groot dat er eigenlijk geen woorden voor zijn. Waarbij het woord ‘vreemd’ veel gebruikt wordt (door hem). Ik lees nu UvH als ‘Universeel vreemde Herkomst’.

‘De vreemdeling’
Wereldtijd is ook zo’n woord en zo’n boek. Het is in beginsel niet te vatten. ‘Vreemd’ krijgt hier invulling als ‘de vreemdeling’. Waarbij Ten Kate vanuit zijn achtergronden de relatie tussen religie en migratie onderzoekt, verkent en toegankelijk maakt.
Religie en wetenschap is al vele eeuwen onderwerp van studie. Religie en migratie is ingegeven door ‘bewegingen’ in de sferen van religie en migratie. Min of meer recente bewegingen. Meer of minder controversiële bewegingen.

Verbinding
‘Een goede mentale volksgezondheid is “dat iedereen er mag zijn”. Daarvoor is het nodig dat mensen meer voor elkaar openstaan, vertelt hij. ‘Dat vergt een spirituele ontwikkeling.’ Dit is zelfs mogelijk voor instanties: je hebt er alleen wel de juiste houding voor nodig. Mensen moeten zich bewust zijn van hun eigen universum, zodat ze op zoek kunnen naar het universum van de ander. Friedrich [in: Vangnet voor vrienden] zelf veroordeelt niet. Hij is altijd op zoek naar wat iemand beweegt.’

Dat gaat van ‘vreemd’ naar nog algemener. En komt niet eens uit het boek van Ten Kate, maar uit een recent rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). Zie de verbinding tussen zijn boek en dat rapport. Het citaat is overigens opgetekend in een gesprek onder Vangnet voor vrienden in hoofdstuk 4 van het rapport van die Raad: ‘In hoofdstuk 4 zet de RVS uiteen wat er nodig is om de mentale volksgezondheid te verbeteren. We pleiten voor meer ruimte voor de waarden van verbinding, verscheidenheid en vertraging’. Laurens ten Kate had het ook zo kunnen schrijven. Met een voetnoot naar Hartmut Rosa.

Vreemde Vrijheid
Die V die zegt het allemaal. Niet alleen Vreemde Vrijheid, niet alleen Vluchteling en Vreemdeling, niet alleen Verlichting en Verduidelijking, maar ook Voorspelbaarheid en Verlossing. Daar kun je acht boeken over schrijven. Het ‘VEET’ nog even door.

Vier delen
Het boek bestaat uit Vier delen, met de Volgende Vermeldingen. Deel I gaat over Vrije tijd (een Verkenning). Deel II gaat over Vreemde tijd (een Verdieping). Deel II over Wereldtijd (ook een Verdieping). En Deel IV over Verwonderde tijd (ofwel Verbeelding). Ofwel er is een Verkenningsgedeelte (Opening en de hoofdstukken 1 en 2), twee delen Verdieping (hoofdstukken 3-5 en hoofdstuk 6) uitkomend bij een Verbeeldingsgedeelte (hoofdstukken 7-15).

Levinas
Het gaat er voor Ten Kate in dit boek om de wereld te (leren) begrijpen via de vreemdeling. Het boek heet Wereldtijd omdat het gaat over die wereld waarin we de ander ontmoeten (blz. 15). Wie is de vreemdeling en wat is de wereld, zijn vragen die Ten Kate opneemt met de Franse filosoof Levinas en diens werk Totaliteit en oneindigheid uit 1961. Hij ziet dat werk als het startschot voor andere denkers die hij bespreekt, zoals Hannah Arendt, Jacques Derrida en Jean-Luc Nancy.
Ten Kate neemt ons mee door de vreemde wereld waarin Levinas ons binnenleidt: de wereld die ons thuis is en die ons tegelijkertijd ontsnapt. (blz. 19) Hij gaat na hoe de wereld een plek is waar mensen als vreemdelingen wonen, voor zichzelf, voor elkaar, voor de wereld, en dat we dat vreemdelingschap moeten uithouden en op waarde schatten. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 van Deel I gaat hij ver terug in de tijd, want de wereld is naar zijn inzicht al heel lang een vreemde plek. (blz. 20).


Laurens ten Kate bij zijn recent verschenen boek

Van A naar Z
Van de Axiale tijd of de Aufklärung naar een Zeitenwende. De axiale tijd wordt in de recente wetenschap minder als een definieerbare tijdperiode beschouwd dan als een modus, een fundamentele voorwaarde van onze tijd die zijn oorsprong vond, breed genomen, in en rond dat laatste millennium BC. De huidige axiale theorievorming interpreteert axiale wending liever als een continu proces dan als een tijdperk met een begin en een einde.
Dit alles in aanmerking genomen geeft Ten Kate de voorkeur aan de term ‘non-axiaal’ boven ‘preaxiaal’, om elke suggestie van een historische chronologie (voor en na, pre- en post-) te vermijden. Het is heel goed mogelijk dat axiale en non-axiale kenmerken de hele menselijke evolutie bepalen, waarbij ze elkaar wederzijds beïnvloeden en transformeren, elkaar soms versterken en soms tenietdoen of minstens ondermijnen (zoals bij een historische breuk). (blz. 86-87).

Religie en migratie
De vreemdeling koppelt Ten Kate aan migratie. En ook aan de huidige zgn. asielcrisis, met alle geweld (incl. Gaza) en alle eenzijdigheden die daarmee op ons pad komen. Dat stukje in het boek (blz. 25-37) leest als kritische krantencolumns. De politiek, de religies, de academische wereld, pop- en rockteksten komen voorbij. Het boek van Hein de Haas over migratiemythes werkt dan inzichtelijk. En: ‘Het zou dus kunnen dat meer dan veertig jaar neoliberalisering van de politiek in westerse landen deze spanning tussen vrijheid en verbinding voor velen onleefbaar heeft gemaakt?’ (blz. 37).

Vrijheid ‘een toverwoord’
Het Pinksterverhaal brengt de christelijke godsdienst naar binnen. Over Jezus van Nazareth die op aarde als een vreemdeling rondzwerft en in de huizen van mensen verblijft. De taal wordt universeel. Met het Bijbelboek Handelingen komt het dilemma vrijheid en verbinding binnen. Jezelf zijn en ergens bij horen. (blz. 41). Ten Kate noemt vrijheid een ‘toverwoord’, op basis van tien jaar onderzoek naar het vrijzinnig gedachtengoed. Met daarin een botsing tussen twee talen: de religieuze en de seculiere. Die elkaar niet per se uitsluiten. (blz. 50).

Spreekt vrijheid vanzelf, of toch niet?
In zijn boek ontdekt Ten Kate het tegendeel. Neoliberalisme en populisme, de Capitoolbestormers, de coronacrisis – overal staat onze vrijheid centraal. Als dilemma. ‘We staan allen voor dit dilemma dat de geest van Pinksteren ons inblaast: lieten zijn vuurtongen ons immers niet tegelijkertijd ons zelf zijn (‘moedertaal’) en ons blootstellen aan de wereld door ‘buiten onszelf te zijn’? Maar zou het dilemma dan meer zijn dan een patstelling, en ons een kans bieden? De kans om een band aan te gaan met degene met wie ik helemaal geen band heb, met de vreemdeling?” (blz. 56).

Vluchteling als heilige indringer
‘Heilig’ verwijst van oudsher naar iemand die buiten de gemeenschap staat. De heilige is de indringer. Op een schilderij van Caravaggio: ‘Caravaggio is alleen geïnteresseerd in de mens. Hij heeft van alle schilders het scherpste oog voor wat de verschijning van het hemelse voor gewone stervelingen betekent: ze raken erdoor ontzet.’ (blz. 66).
Anno de vluchtelingencrisis 2015 zien we de vluchteling als de heilige indringer die de Europese werkelijkheid ‘overvalt’, verandert, en ja, misschien ook laat ‘ineenstorten’. (blz. 69). Kan men van elkaar gescheiden zijn – dat wil zeggen volledig vreemd voor elkaar – en toch een band hebben? En zo ja, wat voor band zou dat dan kunnen zijn? (blz. 71). Antwoord: een scheidingsband ofwel een ‘bond of separation’.

Rudi Holzhauer
Want wie is er nu geen migrant en dus geen vreemdeling?
Daar werd ik zelf mee geconfronteerd door de mooie opdracht die Ten Kate in mijn exemplaar van Wereldtijd schreef. Want ja – met een Duitse moeder en wonend in Spanje ben ik dus die ‘migrant bij uitstek’. En waar koningin Maxima in 2007 meldde dat ‘de Nederlander niet bestaat’, doelend op een behoorlijke diversiteit in identiteiten, geven David de Boer en Geert Janssen in hun boek De Vluchtelingenrepubliek aan dat de overgrote meerderheid van in Nederland wonenden een migratieachtergrond heeft. Ooit gekomen als vluchteling. Naar die Republiek. Daar is niets bijzonders aan. Allemaal ooit Vreemdelingen. Allemaal ooit Indringers. Inmiddels allemaal behoorlijk Verbonden.

Lees hier vervolg van deze bijdrage: ‘Een spirituele revolutie’
RELIFILOSOFIE vangodenenmensen.com

Beeld: deBalie Amsterdam
Foto Laurens ten Kate: Universiteit voor Humanistiek
Foto: Hans van Velzen – Trots laat Laurens ten Kate zijn recent verschenen boek zien. Wie meer wil weten over zijn ideeën doet er goed aan dit boek ‘Wereldtijd’ te lezen, over de blik van de vreemdeling die, zoals iedereen, verlangt naar verbondenheid.
Foto Rudi Holzhauer: (Moslim Archief)

Wereldtijd |Essay over de vraag van de vreemdeling | Laurens ten Kate | Boom

Jongeren zoeken houvast, maar ‘opnieuw geboren worden’…? 

Ben je jong en zoek je in de kerk naar houvast, duidelijkheid, structuur of zelfs overgave? Dan zoek je het buiten jezelf! Is het dan beter voor je om ‘bij jezelf naar binnen’ te gaan? Mysticus Meister Eckhart zei zeven eeuwen geleden: ‘Waarom zoek je het buiten je? Waarom blijf je niet in jezelf en grijp je niet aan wat goed is in jezelf? Jullie dragen immers de hele waarheid wezenlijk in je?’. In je! De hele waarheid! Is dat voor jou, als jongere, niet te veel van het mystieke?

Jongeren van rond de twintig zijn geloviger en gaan meer naar de kerk dan de generatie voor hen, blijkens het recente onderzoek God in Nederland. Ze zoeken houvast en vinden dat dan meer en meer in de (protestantse) kerken’
(Wim Davidse)

‘Ik-verlies’
Die overgave en houvast kunnen jongeren, volgens Wim Davidse, bij de mystici zoeken. Want veel jongeren kennen al vormen van overgave, zegt hij: ‘In de disco, de overgave aan de muziek met de harde beats, ze gaan uit hun dak’.

‘Maar ook buiten de disco geven ze zich over aan muziek, blijkens de oortjes die veel van hen dragen. Ze kunnen zich overgeven aan drank en drugs. Veel jongeren kennen dus al verschillende vormen van tijdelijk ‘ik-verlies’.’
(Wim Davidse)

Je ‘bestaansgrond’
E
ckhart zegt het wat mystiekerig: ‘God is onze bestaansgrond’. Zoiets als ‘bestaanszekerheid’? Geeft die grond houvast? En in die bestaansgrond moet je dan ‘bij jezelf naar binnen gaan’. In Eckharts woorden: ‘in het “verborgene” vind je het beeld van God dat je in jezelf draagt’. Je hoeft dus niet naar buiten.

‘Over het leven zegt Eckhart: “Ik leef omdat ik leef. Dat komt omdat het leven vanuit zijn eigen bestaansgrond leeft en opwelt uit zichzelf, daarom leeft het zonder waarom in het zichzelf levende leven”.’
(Wim Davidse)

Jezus kent Zijn Vader
Toch klinkt het voor een jongere als een nogal eenzaam gebeuren. Jezus zocht die eenzaamheid ook, is vaak het antwoord. Hij luistert dan naar de stem van Zijn Vader. Veel jongeren weten van Jezus weinig of niets: “Stel je voor dat mensen denken dat ik stemmen hoor!”. Jezus kan bij zichzelf naar binnen gaan, omdat hij ‘weet’ dat daar Zijn Vader is. Dat klinkt als een voorrecht, of mazzel. Veel jongeren komen binnenin slechts donkere leegte tegen. Dan maar de disco, drank en muziek om even geen last van jezelf te hebben. ’s Nachts in bed voel je in je eentje hooguit een misselijke leegte die allesbehalve houvast geeft.

Eenzaam
I
n de Bijbel staat iets over ‘Gods liefde die zich heeft geopenbaard aan mensen door het zenden van zijn Zoon, opdat wij zouden leven door Hem’. Jezus moet erachter gekomen zijn dat hij door God, Zijn ‘eigen Vader’, gezonden is. God heeft dat natuurlijk zelf in Jezus geopenbaard. Lekker makkelijk, zou je zeggen. Jongeren vandaag de dag kennen geen God als Vader, kennen misschien hun eigen vader (of moeder) niet eens (meer). Dat zal erg eenzaam voelen.

‘Mystiek? Wat is dat nou weer?’
W
im Davidse vraagt zich af of mystiek en ervaringen van mystici tegemoet zouden kunnen komen aan de behoefte aan zingeving en aan houvast onder jongeren. “Mystiek? Wat is dat nou weer? En mystici? Kan je iets leren van mystici?” Hoe breng je mystiek en mystici naar jongeren toe? Toch via kerk of klooster?

Loslaten
D
aarbij gaat het ‘kort gezegd om “ik-verlies” en overgave aan wat meer is dan jezelf, aan het “Hogere”, aan God of hoe je dat wilt noemen’:

‘Maar dat ‘ik-verlies’ is in de mystiek natuurlijk ingrijpender, dat vergt vaak een lange weg om dat ‘ik’ te leren kennen en los te laten.’
(Wim Davidse)

‘Van hoge geboorte’
‘W
aar is die weg?’, vraagt menig jongere. ‘En hoe lang is die weg? Moet ik op dat pad mezelf leren kennen en daarna mijn “ik” loslaten? “Ik-verlies” door drank en drugs, laat ik graag los, ik kots het wel uit of neem nog een shotje om me weer wat beter te voelen.’ Voor menig jongere klinken de woorden van Davidse nogal mistig.

‘Mystiek en mystici kunnen hen leren los te komen van zo’n afhankelijkheid. ‘Je bent een mens van hoge geboorte,’ leerde Meister Eckhart bijvoorbeeld. Dat zou toch interesse kunnen wekken bij jongeren.’
(Wim Davidse)

‘Moet ik weer naar school?’
J
ongeren voelen zich geen ‘mens van hoge geboorte’. “Wat wordt daar nu weer mee bedoeld?” Hoe wekt zo’n uitspraak interesse op bij jongeren? “Toch naar kerk of klooster? Wie is Meester Eckhart? Op school waren er geen meesters die zo heetten. Moet ik weer naar school?”

Qatbladeren
O
f is dit misschien helpend: Geestelijk verzorger Marga Haas schreef God en ik, wij zijn een. Davidse verwijst naar haar. Dit zou een ‘mooie kijk op je wezenlijke identiteit’ geven. Hoe komt dat binnen bij jongeren? Het boekje bevat veertig uitspraken van Meister Eckhart, met daarbij overdenkingen van Marga Haas. Elk citaat mag je proeven en er een dag op herkauwen. (Wel beter dan op qatbladeren.)

‘Hoe je moet leven’
U
itspraken van Eckhart over ‘hoe je moet leven’ en over je ‘wezenlijke identiteit’, zijn volgens Davidse:

‘Net onderwerpen waar jongeren tegenwoordig zo mee bezig zijn. Kennismaken met Eckhart, zijn uitspraken ‘proeven’ vergt natuurlijk een goede begeleiding. Maar misschien kunnen jongeren dan beter bij zichzelf naar binnen gaan dan bij een kerk.
(Wim Davidse)


Wim Davidse schrijft eveneens dat er meer in je is: Er is meer in ons – leren van de mystici

‘Je wezenlijke identiteit’
Jongeren zoeken houvast. Goede begeleiding is nodig, zegt Davidse. Kan dat via een boek? Houvast aan een boek kan een beginnetje zijn, maar lezen over ‘je wezenlijke identiteit’ van een mysticus, veertig dagen als houvast? Net als Jezus in de woestijn, maar jij dan in Kootwijkerzand, eenzaam lezend in Eckhart? Ondertussen vasten, insecten eten en hopelijk een bronnetje waaruit wat water welt. Ja, dan kom je jezelf wel tegen.

Bronnen:
* Ongrond – Meister Eckhart voor jongerenWim Davidse
* God en ik, wij zijn één – Veertig dagen met Meester Eckhart | Marga Haas | Meinema, 2e druk, 2017 | ISBN 9789021143828 | € 14,99 | E-book € 5,99 | Het is een tijdloze boodschap, zegt Marga. Nog steeds actueel voor wie zoekt naar verdieping, naar een anker, naar innerlijke vrede. Zij probeert je op weg te helpen: ‘Het bestaat uit een verzameling van veertig korte citaten uit het werk van Meester Eckhart, bedoeld voor evenzoveel dagen. Lees en herlees elke ochtend het citaat van de dag. Leer het uit je hoofd, schrijf het op een briefje, draag het boekje mee en lees het citaat later op de dag nogmaals en nogmaals – kortom: proef het citaat en ‘herkauw’ het gedurende de dag. Bij elk citaat hoort ook een zeer korte overweging. Die is bedoeld voor ’s avonds. In deze overweging deel ik met je wat het citaat bij mij oproept en wat het mij brengt. Dat de weg zich voor je opent!’
* Trouw: Voor het eerst zijn jongeren geloviger dan de generatie voor hen

Beeld: José van Eldik
Meister Eckhart: reddit.com: Christian Mysticism

Het Geheelal draait tot in eeuwigheid voort


Astronoom Copernicus

Filosoof Harald Weidmann werkt aan de dialoog tussen filosofie, kunst en wetenschap. In een glashelder betoog over de zoektocht van de mens verhaalt hij over de crisis in het christelijke middeleeuwse wereldbeeld als gevolg van de Copernicaanse revolutie in de 16de eeuw. ‘Een verhaal met een verrassende hoofdrol voor religie en spiritualiteit, en met onmiskenbare parallellen met onze huidige tijd.’

‘Het Geheelal bevestigt de werkelijkheid en beantwoordt feilloos de middeleeuwse vraag waartoe wij op aarde zijn: Waar leven wij voor?’

‘In filosofie en kunst zien we de contouren van een nieuwe wereld ontstaan. Dit is geen geleidelijke ontwikkeling, maar een worsteling waarin de mens op zoekt gaat naar nieuwe fundamenten voor zijn bestaan nu de oude hun geldigheid steeds meer verliezen. Nietzsche heeft deze toestand gemunt met zijn uitspraak over de dood van God.’
(Harald Weidmann)

Het zoekende zelfbewustzijn
W
eidmann vertelt in zijn lezing Modernisme en het nihilisme met prachtige lichtbeelden van bijbehorende kunstwerken, veel meer dan ik hier weergeef. Over hoe kunst het zoekende zelfbewustzijn van de mens weerspiegelt. En Nietzsche: hij laat ‘De dolle mens’ uitroepen dat God dood is: ‘Wij hebben Hem vermoord!’. Het Humanisme tracht een antwoord te geven. Het geloof in grote verhalen verdwijnt…

‘Een zoektocht die de moderne kunst voorgoed veranderde. De indrukwekkende kunst vertelt het verhaal van een wereld die zichzelf opnieuw moest uitvinden. Een verhaal met een verrassende hoofdrol voor religie en spiritualiteit, en met onmiskenbare parallellen met onze huidige tijd.’
(Harald Weidmann)

Middeleeuws wereldbeeld
H
et middeleeuws wereldbeeld kan je niet primitief noemen omdat het gebaseerd is op kennis van geschriften uit de klassieke Oudheid, op de Bijbel en op de eigen waarneming. Het Geheelal biedt houvast: de natuurlijke orde en de maatschappelijke orde verenigd. Een werkelijkheid bevestigd door de dan aanwezige kennis én door kerk en kathedraal.

‘Tijdens de eerste lezing bespreek ik de crisis in het christelijke middeleeuwse wereldbeeld als gevolg van de Copernicaanse revolutie in de 16de eeuw. De gevolgen van het heliocentrisch wereldbeeld en de daarop volgende natuurwetenschappelijke ontdekkingen, leiden in samenhang met de opkomende industrialisatie vanaf de 18de eeuw tot een breuk in de Europese cultuurgeschiedenis.’
(Harald Weidmann)

Copernicaanse wending
A
ls het christelijke wereldbeeld in gruzelementen valt, eerst in de steden en later op het platteland, ondergaan de gelovigen een schokkende zingevingscrisis. Daarvóór ligt alles nog rotsvast door dé kernwaarde van de middeleeuwen: het christendom. Op middeleeuwse kaarten is Jeruzalem het middelpunt van de aarde. Alles gericht op kerk en het hiernamaals. Copernicus is de boosdoener: de aarde is niet het middelpunt, maar de zon.


De Natuurkunde van het Geheelal, ‘Die mane dapper en snel’, 1465-70

Nihilisme
E
r moet een nieuwe basis voor de samenleving komen, maar hoe? De macht van de kerk wankelt en neemt af. Intussen dringt de industrialisatie tot alles door. Waartoe wij op aarde zijn, weet niemand meer. Die vraag wordt opnieuw gesteld: Waar komen we vandaan, waar gaan we heen? Wat is nog echt van waarde? Er is verdriet om het verlies van de schoonheid van de aarde als gemeenschappelijk wereldbeeld. En buiten de aarde is er niets. Nihilisme dreigt.

‘En toch beweegt ze!’
A
stronoom en filosoof Galileo Galilei vindt een halve eeuw later ondersteunend bewijs voor Copernicus’ heliocentrische theorie. De aarde is het onbewogen middelpunt van het universum, zo luidt echter de leer van de Rooms-Katholieke kerk. De Inquisitie veroordeelt Galilei in 1616 voor ketterij en geloofsdwaling. ‘Eppur si muove’, roept hij desalniettemin uit als hij het vonnis hoort: ‘En toch beweegt ze!’ Ontwikkelingen gaan steeds sneller. Ook door Darwins ontdekkingen is God niet langer de ‘Great Creator’.


Wassily KandinskyOlga Frobe-KapteynSybold van Ravesteyn

Fascisme als ‘nieuw ideaal’
Kunst weerspiegelt ook milieuvervuiling en exploitatie van de aarde. Industrialisatie dicteert het werk door machines. Massaproductie vervreemdt arbeiders van hun werk. Zij verliezen hun autonomie aan de lopende band. ‘Versnelling’ is het Leitmotiv. Het wordt hét thema van het Futurisme: beweging. Van de weeromstuit komt het fascisme op, als ‘nieuw ideaal’. Dat leidt tot de Eerste Wereldoorlog.

‘In De tweede lezing richt ik me op een aantal van de kunststromingen die na de Eerste Wereldoorlog en tijdens het Interbellum het licht zien: van constructivisme en suprematisme tot dada en surrealisme. Aan de hand van kunstwerken uit die periode, waaronder een aantal werken uit de expositie, laat ik zien hoe de crisis in de Europese cultuur zich verder verdiept.
(Harald Weidmann)

Modernisme en het nihilisme
D
e eerste lezing was op 12 februari 2025. In Museum Catharijneconvent geeft Weidmann op 6 maart 2025 de tweede lezing, ook los te volgen van de eerste. Afgelopen vrijdag startte de bijbehorende tentoonstelling Tussen Hemel en Aarde: Kunst en religie in het interbellum.

Harald Weidmann
Bron: Lezing ‘Modernisme en het nihilisme’ deel 1 | 12 februari | Harald Weidmann

Tentoonstelling Tussen hemel en oorlog | 21 februari – 15 juni 2025 | Museum Catharijneconvent, Lange Nieuwstraat 38, Utrecht

Beeld: De Astronoom – ‘Copernicus de astronoom in gesprek met God’, schilderij van Jan Matejko (1872) –  (meisterdrucke.nl)
Beeld: Meester van Evert van Zoudenbalch, De Natuurkunde van het Geheelal, ‘Die mane dapper en snel’, 1465-70. Herzog August Bibliothek, Cod. Guelf. 18.2, Aug. 4o. Op de afbeelding: de personificatie van de maan met daarin Vrouwe Fortuna die verblindt door haar haren aan het rad draait. De stand van de maan houdt direct verband met het lot van mens.
Enkele kunstwerken Museum Catharijneconvent:
1. Strahlenlinien – Wassily Kandinsky, 1927. Collectie Museum Boijmans Van Beuningen
2. Portal of Initiation –
Olga Frobe-Kapteyn, 1920 – Eranos Foundation
3. Gestileerde Christusfiguur –
Sybold van Ravesteyn, Bijlage van De Gemeenschap, juli 1925 (collectie Van de Haterd)


Verwacht: Lezing ‘Modernisme en het nihilisme’ deel 2 | 6 maart 2025 14.00 uur – 15.30 uur |  Harald Weidmann | Gratis toegang met entreebewijs Museum Catharijneconvent
Harald Weidmann: reallygreatphilosophy.com ‘where philosophy meets…well, everything and everyone!’ | Harald Weidmann studeerde filosofie en bestuurskunde en werkte in diverse functies. Na een carrièreswitch richt hij zich op zijn passies: filosofie, antropologie en kunst, en geeft lezingen en workshops waarin deze disciplines samenkomen.

Update 27 februari 2025, 17.50 uur: (Astronoom en filosoof Galileo Galilei vindt een halve eeuw later ondersteunend bewijs voor Copernicus’ heliocentrische theorie.)
– Met dank aan Harald Weidmann.

Neurotransmitters als troost of God, misschien

Boekrecensie van: Op een andere planeet kunnen ze me redden, Lieke Marsman. – Een filosofische queeste naar misschien toch, God. Sprankelende essays en bevlogen (dagboek)verslagen. De auteur als zoeklicht, gevoed door latente spirituele gevoelens die sterk opleven bij de dood voor ogen van de ernstig zieke filosoof en Dichter de Vaderlands 2021-2022. ‘En zo sijpelde de filosofie toch ook de behandelkamer in. Want wie bepaalt wat zinloos lijden is, en wat niet?’ (Update jui 2025: Dichter Lieke Marsman ontvangt dit jaar de Constantijn Huygens-prijs voor haar hele oeuvre.)

‘Hoe gehecht je ook bent aan je eigen rationele wereldopvatting en hoezeer je ook een atheïstische opvoeding hebt genoten, onder de hogedrukspuit van een naderende dood houdt je rationaliteit het niet lang uit’
(Lieke Marsman)

God, misschien
M
et God, misschien, direct na Voorwoord, laat Marsman je onmiddellijk uitnodigend in haar wereld toe. Ze wil, na lang getwijfel, ‘inzichtelijk maken welke dagelijkse praktijken er ten grondslag liggen aan de geestelijke veranderingen’ die zij beschrijft. Een sterke ouverture, waardoor je weet dat je het tot en met de finale wil beleven. Filosoof en psycholoog William James treffen we hier al een paar keer aan. James zullen we nog vaker tegenkomen.

‘Enige tijd later lees ik dat William James, grondlegger van het moderne denken over religieuze ervaringen, drie kenmerken van de geloofstoestand onderscheidt: een gevoel van vrede, een gevoel van waarheid, en de wereld die als nieuw schijnt.’
(Lieke Marsman)

‘Ik móét me wel richten tot God, al heb ik op dat moment nog geen idee wat die ‘God’ voor mij inhoudt. Dat besef dat mijn oude ideeën ontoereikend waren was voor mij trouwens wel een openbaring, eentje die gepaard ging met een enorme last die van mijn schouders viel. Die openbaring herhaalt zich sindsdien bijna wekelijks. En iedere keer is het alsof ik iets vrijer kan ademen, of de uitzaaiingen in mijn longen nou groeien of niet.’
(Lieke Marsman)

‘De wereld is alles wat het geval is’
N
atuurlijk niet onverwacht dat denkers langskomen bij de speurtocht van Marsman. De auteur kent er velen. Filosofen geven antwoord of een begin van antwoord. Zoals taalfilosoof Wittgenstein. Met de Tractatus waarin hij zegt: ‘De wereld is alles wat het geval is.’ In Marsmans woorden: ‘Ik ben het geval. Ik besta.’
Verrassend legt zij Wittgenstein naast de roman Wittgensteins minnares van de Amerikaanse schrijver David Markson. Het spreekt haar aan dat Wittgensteins minnares ‘één lange mislukte poging is om het onuitspreekbare uit te spreken’. Marsman leest hierin de gedachten van hoofdpersoon Kate, die op een ‘oude typemachine typt wat er maar in haar opkomt’.

‘In het boek is er niemand die Kate hoort, niemand die haar rooksignalen beantwoordt. Maar buiten het boek zijn wij er, lezers die hoofdpersonen en hun schrijvers laten voortbestaan zolang we kunnen. Ook na hun dood.’
(Lieke Marsman)


Lieke Marsman

‘Waarover men niet kan spreken…’
M
arsman schrijft in het essay Allemaal kevers over deze zin in de Tractatus: ‘Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen’. Dat is juist wat Marsman niet doet en niet wil. De essentie van haar boek! Zij schreeuwt het uit. En dat helpt.

‘Voor mij onderstreept het juist de essentie van Wittgensteins minnares, een die het best denkbare antwoord op Wittgenstein vormt. We kunnen soms helemaal niet zwijgen over de dingen waarover we niet kunnen spreken! Er zijn trauma’s die zo groot zijn dat niets ze recht doet en toch hebben we de taal nodig om in ieder geval een poging te doen, een allereerste schreeuw.’
(Lieke Marsman)

‘Maar voor mij was het alles’
E
en boek dat je niet kan wegleggen, een magneet. Eerlijk, open en mooi van taal. De auteur praat tegen zichzelf en de lezer zal luisteren. Marsman typt, net als Kate, eveneens wat er maar in haar opkomt. Intuïtief, recht uit haar angstig hart. Zij denkt mee met andere filosofen die haar van alles te zeggen hebben en denkt erover door. Steeds vanuit haar spirituele gevoel, over leven nu en (na) de dood.

‘Krijgen we onder grote druk als het ware een zintuig bij dat een werkelijk bestaande bovennatuurlijke wereld kan waarnemen – of zorgt zulk verdriet alleen voor wat extra neurotransmitters die ons als troost een beetje voor de gek houden? Eén ding is zeker: het verlangen naar bovennatuurlijke krachten op zulke momenten is echt.’
(Lieke Marsman)

‘Mijn eigen ervaring in de Veluwse bossen is, als ik die zo teruglees, niet heel indrukwekkend. Je liep door de modder, en toen had je het gevoel dat God bij je was? That’s it? Maar voor mij was het alles.’
(Lieke Marsman)

‘Misschien is God daar?’
I
n een ander essay, Een tweede bekering, vertelt Marsman dat de ruimte haar altijd mateloos heeft gefascineerd. Misschien is God daar? Een van haar lievelingsfilms is Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey. Ze vertelt over haar fascinatie voor ufo’s. Onderstaand beeld is een van haar favorieten. Met (vertaald) nieuwspamflet dat onder meer stelt: ‘Wat deze tekenen betekenen, dat weet alleen God.’

Een van Marsmans favoriete ufo’s: Hemels fenomeen boven Neurenberg, 14 april 1561

Westerse wetenschap
‘I
n het kielzog van de ufo’s’ vlogen paranormale zaken haar leven binnen. Zoals uittredingservaringen, bijna-doodervaringen, universeel bewustzijn. En ook wetenschappers die opeens iets meemaken waardoor uitgangspunten van de westerse wetenschap volledig op losse schroeven komen te staan. ‘Het idee van een universeel bewustzijn klinkt aanlokkelijk.’ Er zijn momenten dat zij erin gelooft.

‘Het strookt met het beeld dat ik van God heb, een aanwezige afwezigheid die altijd en overal is en alles mogelijk maakt, maar eenieder wel zijn eigen wil gunt. Op andere momenten zit ik hier met mijn lichaam dat overduidelijk een hoopje falende materie is, geen God te bekennen, en kan ik er helemaal niets mee.
Mijn geloof is als een foton dat tegelijk golf en deeltje is, maar waarvan je altijd maar een van de twee toestanden kunt waarnemen. (…) Wat vaststaat is dat ik het heerlijk vind om in ieder geval tussen de verschillende opties te kunnen schakelen. Ik ben liever geen laser maar een zoeklicht.’
(Lieke Marsman)

Op een andere planeet kunnen ze me redden | Lieke Marsman | dagboek/essays | Uitgeverij Pluim | 4 februari 2025 | 252 pagina’s | € 24,99 | E-book € 14,99

Beeld: Detail cover Op een andere planeet kunnen ze me redden
Foto Lieke Marsman: Zomergasten VPRO 2022
Beeld Hemels fenomeen boven Neurenberg, 14 april 1561: The Public Domain Review

De wereld in de ban van goud

Goud is universeel het symbool van welvaart, macht, goddelijkheid en spiritualiteit. Helaas wekt dit edele metaal wereldwijd een onlesbare dorst op, een verlangen dat naties bouwt en vernietigt, mensen verrijkt en berooft, en de loop van de geschiedenis verandert. – Wereldmuseum Leiden is dit jaar In de ban van GOUD. ‘Bezoekers kunnen in zeven wonderbaarlijke en soms confronterende ruimtes ervaren hoe het eeuwige element, geboren uit sterrenstof, mensen wereldwijd en door tijden heen, drijft tot uitersten’.

‘Mensen dragen elke dag goud bij zich, want het zit in elke computer en mobiele telefoon’
(Wereldmuseum Leiden)

‘Miljarden jaren zit het goud diep verstopt in de aardkorst. Totdat het de interesse wekt van de bewoners van dezelfde planeet. De mens. Wij zoeken, graven en boren massaal naar goud, het meest begeerde element op aarde.

Hoe niets iets wordt
De tentoonstelling (t/m 26 oktober 2025) vertelt over het ontstaan van goud en moet daarvoor 13.8 miljard jaar terug in de tijd. De tentoonstelling begint in de kosmos, waar bezoekers getuige zijn van de geboorte van goud door het botsen van neutronensterren. Op muurgrote filmschermen zie je hoe niets iets wordt. Hoe de oerknal het universum vormde waarin wij nu leven. In al die jaren explodeerde en implodeerde van alles, storten sterren in, smolten de meeste subatomaire deeltjes, waarbij elementen ontstaan die nergens anders ontstaan, waaronder platina, zilver en… goud.

‘In de ban van GOUD vertelt het bredere verhaal. Met meer dan 436 objecten, variërend van historische artefacten tot hedendaagse kunstwerken van 19 kunstenaars uit 10 verschillende landen, wereldwijd, verkent de tentoonstelling de dualiteit van goud: hoe het zowel verbindt als verblindt, en hoe het zowel bewondering als verdeeldheid zaait.’

De conceptuele kunstenaar Sarah van Sonsbeeck laat met een boterham belegd met goud zien
wat iedere Nederlander op z’n bordje zou krijgen
wanneer je de Nederlandse goudvoorraad per persoon zou verdelen.

Status en imago
B
ezoekers krijgen ook inzicht in de donkere kant van de goudwinning die steeds destructievere gevolgen heeft voor onze planeet, en in hoe het groeiende verlangen naar status en imago in de samenleving, een obsessieve relatie tussen mens en materiaal in stand houdt. Grootschalige ontbossing en watervervuiling is onder meer het gevolg. En uitstoot van risicovolle chemicaliën zoals kwik: de gevolgen voor de natuur zijn vernietigend.

‘Deze thema’s sluiten nauw aan bij actuele maatschappelijke debatten over klimaatverandering, geopolitieke kwesties, kolonialisme, herkomstonderzoek en restitutie.’  

Op dit belangrijke gouden sieraad uit de Indo-Javaanse periode zijn drie wielen, sudarsanacakra, afgebeeld, die worden geassocieerd met de Hindoeïstische god Vishnu. Ook de twee Garuda’s boven aan weerszijden zouden kunnen verwijzen naar Vishnu. Vooral de monsterkop, kala, bovenaan het sieraad is opvallend. 

‘Groots Goud’ neemt bezoekers mee naar een wonderbaarlijke schatkamer vol gouden objecten van koningen, keizers en religieuze leiders. Hier worden gouden kronen, tronen en juwelen getoond, evenals goddelijke altaren en offers die de spirituele en politieke macht van goud benadrukken.’

Ecologische voetafdruk
E
en interactieve wereldkaart toont de locaties van goudmijnbouw wereldwijd en nodigt bezoekers uit om bewustwording te vergroten over de realiteit van de ecologische voetafdruk van het winnen van goud. Veelal vindt goudwinning plaats in gebieden waar arbeiders onder erbarmelijke omstandigheden werken. Sebastião Ribeiro Salgado maakte in 1944 ‘krachtige foto’s’ van een goudmijn in de open lucht, in Serra Pelada in Brazilië. Hierin werkten vijftigduizend gravers in levensgevaarlijke omstandigheden.

‘Salgado verzuchtte: “Wat is het toch dat een saai, geel metaal mensen ertoe brengt om hun huizen te verlaten, hun bezittingen te verkopen, een continent te doorkruisen en hun leven, hun ledematen en verstand riskeren voor een droom?”.’


Hemelschijf van Nebra (1750 v.Chr.) waarop onder meer, ‘dicht bij elkaar’, het zevengesternte de Plejaden

Hemelschijf van Nebra
Een prachtige fotoprojectie is te zien van fotograaf Juraj Lipták: de Hemelschijf van Nebra. Een met goud ingelegde bronzen hemelschijf. Gemaakt rond 1750 v.Chr. en rond 1600 v.Chr. in de grond begraven als offer. Wat de schijf precies betekent, is volgens het museum nog niet duidelijk.
Religieuze voorwerpen zijn er ook te zien uitgeleend door Museum Catharijneconvent, zoals reliekhouders en liturgische objecten die de spirituele kracht van goud in het christendom en andere religies weergeven.

‘Maar het laat zien dat mensen in de bronstijd al een idee hadden van tijd en ruimte door naar sterren en planeten te kijken. Het gebruik van goud is niet alleen mooi, maar ook passend, want goud komt uit het heelal. Maar dat wisten ze toen nog niet.’

Bron: Wereldmuseum Leiden (tentoonstelling en persbericht)
Steenstraat 1, 2312 BS Leiden (vlakbij NS Leiden Centraal)


Foto illustratie Wereldmuseum Leiden: PD (26 januari 2025)
Foto Boterham belegd met goud: PD (26 januari 2025)
Sieraad versierd met een monsterkop: Goud; Java, Indonesië; 1350-1400; aankoop G. Tillman; TM-1278-7: PD (26 januari 2025)
Foto De Hemelschijf van  Nebra (Saksen-Anhalt), ca. 1600 v.Chr., brons en goud: LDA Sachsen-Anhalt (de Volkskrant, 30 augustus 2022)

Drewermann bevrijdt Jezus van Bijbel en kerk

Theologische literatuur en kerk gaan veelal voorbij aan theoloog en psychotherapeut Eugen Drewermann. Maar wereldwijd spreekt zijn werk velen juist aan door het bevrijdend karakter ervan. Die bevrijding is duidelijk te vinden in Het geheim van Jezus van Nazaret. Bedoeld voor iedereen die een heldere toegang tot de mens Jezus zoekt. ‘Geen ijzeren waarheden maar beelden die mensen uitnodigen zichzelf en elkaar in het licht van een liefhebbende God te zien’.

‘Hoe je angst door vertrouwen kunt overwinnen is voor mij de kern van de boodschap van Jezus geworden’
(Eugen Drewermann)

Oude beelden spreken een nieuwe taal
Vertaler Bert L. van der Woude (Studiekring Drewermann Nederland) verwijst in Het geheim van Jezus van Nazaret naar het boek van de Nederlandse theoloog Okke Jager (1928-1992): Oude beelden spreken een nieuwe taal. Precies wat Drewermann nastreeft, zegt Van der Woude in het Voorwoord.

‘Met zijn kennis van dieptepsychologie en van de symbolische werkelijkheid is hij een inspirerende gids, die de beelden van het geloof opnieuw weet te duiden voor onze eigen tijd.’


Eugen Drewermann tijdens presentatie van zijn nieuwe boek Alleen door vrede, 2024

Erich Fromm Prize
Eugen Drewermann (1940) heeft een internationaal lezerspubliek. In 2007 ontving hij de Erich Fromm Prize voor zijn engagement voor de vrede. Godsdienstleraar Martin Freytag van het Remigianum gymnasium van Borken (Münsterland) was erg onder de indruk toen Drewerman in 2017 voor de middelbare scholieren een lezing gaf over Jezus van Nazaret. Dat leidde tot Het geheim van Jezus van Nazaret. 180 bladzijden lang blijf je, gefascineerd door de mens Jezus, de dialoog volgen tussen Freytag en Drewermann.

‘In Het geheim van Jezus van Nazaret is Drewermann erin geslaagd om bij de kern te blijven en zijn lezers een hart onder de riem te steken. In dit boek opent hij een ruimte van barmhartigheid in een vaak genadeloze wereld.’
(flaptekst)

Natuurwetenschappen
D
rewermann vertelt dat jonge mensen opgeleid worden in de denkvorm van natuurwetenschappen die hen binnen leidt in het wereldbeeld van de natuurwetenschappen. En dat dit haaks staat op de theologische opvatting van een God die natuurwetten buiten werking kan stellen. Zoals woord voor woord in de Bijbel staat.

‘Daarin komen we een God tegen die een wereld heeft ontworpen waarin alles doelgericht en rechtstreeks ontwikkelt tot aan een bepaald punt.’

Drieëenheid
V
olgens de auteur is de Bijbel niet geïnteresseerd in objectieve informatie: ze wil ons leven duiden en vormgeven. Dat is een heel ander niveau dan het opsommen van feiten. Godsdienstleraren echter moeten de theologie van de dogma’s, gedicteerd door de kerk, aan de leerlingen doorgeven. Zònder eigen interpretatie. Drewermann noemt als voorbeeld de ‘drie personen binnen die ene godheid’.

‘Probeer dat maar eens zonder moeite in een kinderbrein te krijgen Dat valt zelfs bij volwassenen niet mee. En als het dan uiteindelijk gelukt is, houdt men niet meer over dan een spel met woorden, die de logische ongerijmdheden van de voorgeschreven dogmatiek moeten overbruggen.’

Kerkelijke geloofsleer
A
ls kind maakt Drewermann mee dat een hele schoolklas van een klassiek gymnasium weigerde het voorgeschreven godsdienstonderwijs bij te wonen.

‘Het is duidelijk: wie begint met nadenken kan niet uit de voeten met het overgeleverde systeem van de kerkelijke geloofsleer.’

Bange kerk
D
oor zijn affiniteit met de zielzorg en psychotherapie wilde de priester zielzorger worden. Dat was destijds alleen mogelijk via een voltijds theologiestudie.

‘Ik ben priester geworden, niet om de kerk als ambachtelijk instituut te dienen maar om de boodschap van Jezus door te geven. Toen dacht ik nog dat dit binnen de kerk mogelijk zou zijn en geaccepteerd zou worden. Dat dit een vergissing was en dat de kerk juist bang is voor de boodschap van Jezus wist ik toen nog niet.’

Als priester werd Eugen Drewermann geacht de zonden van mensen te veroordelen. Toen bleek dat hij dat niet kon, kwam hij in problemen met de kerk. ‘Het grondprobleem van ons mensen is angst.’
(Trouw,2023)


Bergrede

Lichtend perspectief
J
ezus is voor Drewermann geen voorbeeld maar absoluut richtinggevend. Het geeft hem grond onder de voeten en gelooft dat hij met de Bergrede gelijk heeft en zal blijven houden. Deze overtuiging vormt het leven van de priester en ook wat hij als zin ervan begrijpt.

‘Niemand heeft zulke zinnen gesproken als Jezus: Gelukkig zijn de wenenden, de weerlozen, de armen en wie omwille van de waarheid worden vervolgd. Niemand heeft de mensen zo bij de hand genomen, en hen zelfs uit wat zij hebben misdaan, en uit hun vertwijfeling tot zichzelf teruggevoerd. Niemand heeft de mensen zo aangemoedigd om in hun eigen waardigheid te geloven tegen alle pogingen in om hen te vernederen.
Omdat dit zo is, is Jezus bij het lezen van de ochtendkrant de enige hoop, het enige lichtend perspectief en de wezenlijke grond om aan de dag te beginnen en tot in het absurde door te gaan.’  

‘Zachtjes over God’
D
e auteur bevrijdt de boodschap van Jezus van de dogmatische kerkelijke hiërarchie en Bijbel. In de mate waarin wij bij de oorspronkelijke woorden van Jezus proberen te komen, komt hij ons tegemoet, vertelt Drewermann. ‘Zelfs onder theologen zijn er maar weinigen die zich zo laten inspireren door Jezus van Nazaret’. Drewermann weet in heldere bewoordingen de beelden van het geloof opnieuw te duiden voor onze eigen tijd.

‘Wie zoals Drewermann over Jezus van Nazaret spreekt, moet het ook over God hebben. Hij doet dat op een poëtische manier en spreekt ‘zachtjes over God’, zoals de titel van één van zijn vele boeken luidt.’
(flaptekst)

Een gespannen verhouding
J
ezus en de kerk’ omschrijft Drewerman als een gespannen verhouding. In het diepgaande hoofdstuk hierover zegt hij dat Jezus juist niet heeft gedaan wat de gevestigde kerk tegenwoordig staande houdt: hij heeft geen instituut gevormd. Maar Jezus zou waarschijnlijk niet kunnen bestaan zonder een dragend systeem zoals de kerk. Iets of iemand moet toch doorgeven wie hij was en is? Structuur is nodig, of iets wat bemiddelt, een ‘brug tussen deze en gene zijde’.

‘Dat heeft Socrates gedaan. Van hem hebben we een belangrijk deel van de houding geleerd om Jezus zelf te interpreteren. (…) “Kerk” houdt in: Hoe iemand uiterlijk de dood ingaat, beslist niets over zijn leven. Maar hoe hij leeft, beslist alles voor God. God laat ons in de dood niet alleen. Op deze plaats sluit de cirkel zich tussen vertrouwen waarachtigheid.’

Kerk in Avondland
Als dat kerk is, dan hebben wij haar nodig, vervolgt Drewermann. Wanneer zij dat niet is en zichzelf in plaats van een middel te zijn tot doel verheft, verdient zij iedere vorm van kritiek.

De rots
Drewermann vertelt ook over de rots waarop de hele kerk is gebouwd, zoals in de koepel van de Sint Pietersbasiliek geschreven staat.

‘Alleen iemand die weet wie hij als mens is, kan de boodschap van Jezus doorgeven aan anderen. (…) Alleen zo laat de boodschap van Jezus zich overdragen. Daarop is zij gebaseerd. Dat is de rots, het fundament; al het andere is een spookbeeld en vervalsing.’

Het geheim van Jezus van Nazaret  | Eugen Drewermann | 2022 | Uitgeverij Van Warven | Paperback | blz. 180 | Vertaler Bert L. van der Woude (Studiekring Drewermann Nederland) | € 15,95 | E-book € 9,00 |‘In Het geheim van Jezus van Nazaret geeft Eugen Drewermann op een openhartige wijze inzicht in wat voor hem de essentie is van het christelijk geloof.’ (Van Warven) – In juni 2022 verscheen van Drewermann: God waar bent u?.

Eugen Drewermann (1940) ‘studeerde filosofie, theologie en psychoanalyse en werd in 1966 tot priester gewijd. Hij publiceerde meer dan tachtig boeken, trad op met de Dalai Lama en manifesteert zich nog steeds in het maatschappelijke debat in Duitsland en daarbuiten. Zijn kritiek op de autoritaire structuur en cultuur van de Rooms-Katholieke Kerk bracht hem in conflict met de hiërarchie, waarna hij in de jaren negentig werd geschorst als priester. In 2005 verliet hij, op zijn 65ste verjaardag, de kerk’. (Trouw, 2023)

Beeld: Honoré Daumier: Ecce Homo (omslagillustratie Het geheim van Jezus van Nazaret)
Beeld Eugene Drewermann: Studiekring Drewermann
Beeld Bergrede: Carl Heinrich Bloch 1834 – 1890 | ‘De Bergrede wordt wel de kern van het Nieuwe Testament genoemd. Voor velen is deze toespraak van Jezus over het koninkrijk door de eeuwen een bron van inspiratie geweest voor een radicaal leven.’ (levenindekerk.nl)