‘God laat zich niet in een vacuüm persen’

doortoheaven
En wat is dat vacuüm dan? Volgens de Russische fysicus Yury Kronn komen daar alle beroemde vergelijkingen uit de natuurkunde vandaan, waarbij de invloed van alle andere energieën is uitgesloten. In dat vacuüm laat God zich niet persen. Zou die zich dan in de donkere materie bevinden? Immers, 4% is alles wat we kunnen zien, horen, bouwen, organiseren, meten en weten. Dan is er nog de 96% die we niet zien, maar alles schijnt te bepalen…

Natuurkundige dr. Alan Ross Hugenot stelt ook dat wat sterrenkundigen met hun telescopen hebben gezien slechts vier procent van het heelal omvat. De overige 96 procent bestaat uit donkere energie en donkere materie. ‘Dat is meer dan genoeg ruimte voor zowel ons bewustzijn als het hiernamaals,’ zegt Hugenot.

In The Optimist vraagt Jurriaan Kamp zich af of het realistisch is aan te nemen dat 96 procent geen enkele invloed op ons leven heeft. Yury Kronn, over wie Kamp schrijft, is ervan overtuigd dat alles wordt bepaald door de onbekende en nauwelijks begrepen energieën van die 96 procent van onze werkelijkheid.

In zijn onderzoek komt Kronn, verbonden aan de Quantum University, Honolulu, Hawaii, uit bij chi en prana, de ‘levenskracht van het universum’. Maar ook bij chakra’s, meridianen en mantra’s. Inmiddels vindt hij in zijn onderzoeken steeds meer bewijs voor ‘subtiele energie’: de term die steeds vaker opduikt als aanduiding voor die 96 procent van onze werkelijkheid. Het lijkt wel of new age terug is. Volgens The Optimist ontmoeten de werelden van spiritualiteit en wetenschap elkaar. De brug tussen ‘new age’ en de nieuwe wetenschap?

We kunnen die subtiele energie niet zien. We kunnen haar niet meten. Maar we weten dat zij bestaat, omdat we de effecten ervan op levenloze materie en levende wezens kunnen waarnemen. Zij beïnvloedt alles wat er is.’ (The Optimist)

Dit is in strijd met de reguliere natuurwetenschap: de donkere energie heeft geen enkele invloed op ons, is het idee. De reguliere wetenschap weigert volgens Kronn ernaar te kijken en bestempelt iedereen die dat wèl doet als pseudowetenschapper. Dat noemt hij een enorme vergissing.

Als je een vis vraagt wat de basisvoorwaarde voor zijn bestaan is, zal hij zeggen: ‘water’. In werkelijkheid is het echter de zuurstof die in het water is opgelost – zuurstof die hij niet kan zien of proeven – die hem in staat stelt te leven. Net zo, betoogt Kronn, is het de subtiele energie – en niet datgene wat we kunnen meten in die minuscule 4 procent van onze werkelijkheid – die de sleutel vormt tot ons bestaan.

Volgens The Optimist is de meest raadselachtige eigenschap van subtiele energie de interactie ervan met het bewustzijn. De menselijke geest is in staat subtiele energie te sturen en te instrueren om te doen wat zij wil. In het artikel in de papieren The Optimist staan veel voorbeelden van ervaringen met de subtiele energie.

En zo gaat het in The Optimist over chi-energie, dat tot de subtiele energie behoort; pranische geneeskunde; energetische methoden zoals reiki; homeopathie; aura’s; acupunctuur; foto’s van watermoleculen door de Japanse onderzoeker Masaru Emoto; piramiden; en Stonehenge en subtiele energievelden.

Kronn, die volgens The Optimist hecht aan de strenge wetenschappelijke normen waarmee hij werd opgeleid, ondanks het feit dat hij werkzaam is op een terrein dat door de wetenschap niet wordt erkend, heeft geen zin te wachten tot de wetenschap in staat is te bewijzen hoe subtiele energie werkt.

We kunnen niet verklaren wat er in het veld van subtiele energie gebeurt, maar voor de feiten die we tijdens experimenten vaststellen, kunnen we wel degelijk wetenschappelijk bewijs leveren.’

Kronn leeft en werkt sinds een jaar of twaalf in Medford, Oregon, waar hij zijn onderzoeksprogramma voortzet en steeds meer bewijs vindt voor het feit dat subtiele energie ‘de software van het leven’ bevat.

Zie:
* The Optimist, lente 2016 / Nr. 168
A Physicist’s View of the Afterlife: Weird Quantum Physics

Illustr: Concept image of a ‘door to heaven’ (Shutterstock)