Pinksteren in een ge-fine-tuned universum


En weer bestaat waarschijnlijk God. ‘Er is een fysisch universum dat wordt geregeerd door een relatief beperkt aantal uniforme, stabiele en eenvoudige natuurwetten. Dit fysisch universum is ge-fine-tuned voor het ontstaan van bewuste vrije wezens, die door dit bewustzijn in staat zijn tot het voelen van pijn en plezier, verdriet en geluk…

…en die dankzij het relatief beperkt aantal universele, betrouwbare en simpele wetten eveneens de onmiddellijke gevolgen van hun concrete handelen in de wereld kunnen voorspellen, zodat zij, omdat ze tevens vrij zijn, in staat zijn tot het maken van moreel significante keuzes tussen het pijn doen of juist gelukkig(er) maken van elkaar.’

Een mooie Pinkstergedachte zou dit kunnen zijn. Bovenstaande werd onlangs uitgesproken door de Engelse godsdienstfilosoof en emeritus hoogleraar van de universiteit van Oxford, Richard Swinburne, tijdens zijn debat met filosoof en universiteitshoogleraar (Utrecht) Herman Philipse, geciteerd en verder verklaard door filosoof Emanuel Rutten in ‘Swinburne’s probabilistische case voor theïsme’ op het Filosofieblog.

Met ‘wezens’ doelt Swinburne op de mens. De ‘hypothese H’ van Swinburne is waarschijnlijk waar en dus (en weer) bestaat waarschijnlijk God.

Er is een noodzakelijkerwijs eeuwig, almachtig, alwetend en perfect vrij wezen (dat volgens Swinburne om deze redenen niet anders dan algoed kan zijn) dat bovendien enkelvoudig is. (Rutten)

Terug naar Pinksteren zelf. De kerk viert dan de uitstorting van de Heilige Geest over de apostelen. Met de Heilige Geest wordt bedoeld God Zelf in Zijn werkzame kracht.

Een algoed wezen (dat zelf onmogelijk anders dan het goede kan doen) zal dus wezens willen voortbrengen die over dit waardevolle vermogen beschikken. Maar dan dienen deze wezens wel een fysiek lichaam te hebben om moreel significante handelingen te kunnen verrichten, waardoor een fysisch universum noodzakelijk is. Bovendien dienen ze over bewustzijn te beschikken om ook de positieve en negatieve effecten van deze handelingen te kunnen voelen. (Swinburne)

Nog even verder stilstaan bij Pinksteren. De kerk legt dit feest uit in de zin dat zendelingen tot in de verste hoeken van de wereld moeten vertellen over Jezus. In deze nieuwe tijd zouden we ook de gedachte van Swinburne kunnen verspreiden. Jezus zou het trouwens absoluut met hem eens zijn geweest wat betreft het in alle vrijheid maken van een keuze elkaar pijn te doen of elkaar gelukkig(er) te maken. En natuurlijk vindt Hij dat we elkaar vooral gelukkig(er) moeten maken. Veel religies verspreiden immers de Gulden Regel: ‘Behandel anderen zoals je door hen behandeld wil worden,’ of anders geformuleerd: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet’.

De geest van God wil via de mens volkomen gestalte krijgen, de mens kan zich op Hem ook ‘fine-tunen’. Zijn geest lijkt mij overal in de mens aanwezig en uit zich in alle mooie dingen waartoe de mens in staat is. Eigenlijk is het altijd Pinksteren. Het proces van fine-tunen gaat door.

Zonder een algoed wezen dat de intentie en mogelijkheid heeft om wezens te scheppen die moreel significant kunnen kiezen tussen goed en kwaad is het erg onwaarschijnlijk dat er een fysisch universum bestaat dat is ge-fine-tuned voor het ontstaan van dergelijke wezens. (Swinburne)

De geest van God vind je vooral terug in de wetenschap die alle wonderen van deze wereld bestudeert en begrijpelijk wil maken. (En daardoor niet minder wonderlijk.) De mens op zich is al een wonder. Bij ieder nieuw begrijpen van wat er zich in ons universum afspeelt, komen we weer een stukje dichter bij God. Het is zoals de pionier van de wetenschappelijke methode, Francis Bacon (1561 – 1626), al zei: ‘Weinig wetenschap verwijdert van God, veel wetenschap brengt tot Hem terug.’

Zie: Swinburne’s probabilistische case voor theïsme

Illustr: bewusstseinssprung2012.blogspot.com