‘Stop de waanzin. Help mij te leven’


Waardig leven en sterven

De noodkreet van hoogleraar Ethiek van de Gezondheidszorg, Theo Boer, klinkt heftig: “Stop de waanzin. Help mij te leven in plaats van de handdoek in de ring te gooien.” Het hernieuwde D66-wetsvoorstel zegt ouderen die willen sterven, te helpen. Maar volgens Boer, in Trouw, knaagt dat voorstel ‘aan ons aller bereidheid van de moeilijkste tijden nog iets te maken’. – Willen ouderen ècht dood is de vraag. Hebben zij inderdaad het gevoel dat de maatschappij hen niet meer nodig heeft? Dat zij als ouderen ondergewaardeerd worden?

‘Natuurlijk heeft dit iets medemenselijks: sommige mensen zien huizenhoog op
tegen het leven in de laatste levensfase’

(Theo Boer)

Suïcidepreventie
Gooit D66 de handdoek in de ring, in plaats van ouderen boven de 75 helpen te leven? En waarom, zo vraagt Boer zich ook af, word je als je 55 of 65 bent en wil sterven naar de suïcidepreventie-lijn 113 doorverwezen? ‘Die leeftijdsgrens van 75 jaar is ook nog eens discriminerend naar anderen met een persistente doodswens. Kennelijk is het lijden van jongere volwassenen niet ernstig en hun doodswens niet invoelbaar genoeg.’

 ‘Gaande generatie’ van boomers
Met dit wetsvoorstel wordt een complete generatie – een ‘gaande generatie’ van boomers die uit miljoenen mensen bestaat – weggezet. ‘Wilt u sterven? Weet u het zeker? Want wat ons betreft kunnen wij zonder u.’ Het kan niet anders of hiermee wordt de toch al voortgaande onderwaardering van ouderen en van ouder-zijn geïmpliceerd.’
(Theo Boer, Trouw, 10 11 2023)

Hulp bij leven en sterven
Het probleem dat Theo Boer in Trouw schetst, is niet eenvoudig. In onze maatschappij willen we – of hebben we de menselijke plicht – mensen bij te staan. Sommige mensen willen hulp om te leven, anderen willen juist hulp bij sterven. Dat geldt voor alle leeftijden. Als je jong, of ouder, en suïcidaal bent, loop je voor hulp tegen muren aan, om er uiteindelijk vanaf te springen.
Dat wordt mede veroorzaakt door een schrikbarend tekort aan zorgverleners. Palliatieve zorg wil een zo goed en prettig mogelijk leven bieden aan mensen die niet meer genezen. Ook voor die zorg zijn nauwelijks mensen. Mantelzorgers worden zelf ziek.

Verwarde mensen
Tot 2009 werkte ik bijna veertig jaar lang in de zorg, van lichamelijke tot psychische zorg, van ziekenhuis tot psychotherapeutische kliniek. Overal ontmoette ik mensen die beter wilden worden, maar zag ook velen lijden aan het leven. Sommigen kregen nauwelijks een goede behandeling, zeker in de ‘oude psychiatrie’: velen – nu verwarde mensen genoemd, en overal op straat te vinden – vonden daar veilig onderdak. Maar meer ook niet. Therapeutische hulp was daar nauwelijks. Patiënten kwamen de dag door met ‘behulp’ van tranquillizers of psychofarmaca, sluimerend, en met bezigheidstherapie. In de loop der jaren zag ik de hulpverlening wel op alle niveaus sterk verbeteren, maar de laatste decennia is de zorg finaal uitgekleed.

Zelfredzaam zijn?
Bejaarden- en verpleegtehuizen zijn vrijwel opgeheven. Mensen moeten immers zo lang mogelijk zelfstandig leven, ‘zelfredzaam zijn’, maar dat wordt op hoge leeftijd onleefbaar. De (thuis)zorg kan de hulp niet meer geven: er zijn steeds minder hulpverleners. Opvang in een tehuis is onmogelijk geworden: ze worden niet eens meer gebouwd. En niet alleen vanwege stikstofproblemen, maar door jarenlang verkeerd (geen) overheidsbeleid, beleid zonder visie op lange termijn.

Waardig sterven
Onze inzet is altijd dezelfde gebleven: waardig sterven moet voor iedereen boven de 75 jaar mogelijk zijn,’ zegt [D66-Kamerlid Anne-Marijke] Podt. ‘Ik besef heel goed dat er veel mensen zijn in het land die het ongelooflijk spannend vinden dat wij zelfbeschikking mogelijk willen maken. Terwijl anderen de voorstellen niet ver genoeg vinden gaan. Je moet deze discussie zorgvuldig voeren.’
(Wilma Kieskamp, Trouw, 6 11 2023)

Waardig leven
Waardig sterven zou voor velen mogelijk moeten zijn; maar eigenlijk zou waardig leven op de eerste plaats moeten staan. Zò’n wetsvoorstel zou zoden aan de dijk zetten: mensen krijgen dan echt zelfbeschikkingsrecht. Over hun leven, over hun sterven, over waardig oud worden, zonder het gevoel te krijgen dat je er niet meer toe doet als oudere. Woningen en tehuizen horen ook bij dat waardig leven. En als je dan uiteindelijk het tijdelijke met het eeuwige wisselt, kom je hopelijk ook op waardige wijze in die andere wereld terecht.

Restauratie van Nederland
N
a vele jaren van beleid zonder visie, heeft Nederland restauratie nodig: het land weer terug in goede staat. Nu de verkiezingen naderen, zou het mooi zijn als mensen bewuster dan ooit gaan stemmen – zelfbeschikking! – op partijen die op restauratie en waardig leven (bestaanszekerheid!) gericht zijn. Dat zal jaren duren, maar doorgaan op de huidige destructieve wijze van overheidsbeleid, zal de situatie slechts verergeren. Soms moet de onderste steen boven. Om uiteindelijk iedereen de kans te geven menswaardig te leven. En te sterven.
Stop de waanzin, help het leven. 🌱

Beeld: Herfst in Utrecht Leidsche Rijn, 10112023, PD
Tekening: zorgenvoormorgen.org
Cartoon: rws.be – ZAK, huistekenaar van De Morgen, tekende uit sympathie en ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van RWS deze cartoon

‘Ik wil geen dekentjes over mijn geest’

Psychiaters zien psychische afwijkingen als lichamelijke ziektes die je met medicijnen kunt verhelpen. Voor een deel klopt dat, dus voor een deel is het een zegen, zegt schrijver Maarten van Buuren. Het nadeel vindt hij, dat er nu al te makkelijk wordt gedacht: ‘Ha, dat is depressie, daar hebben we een pil voor’. Het probleem wordt weggemedicaliseerd, vervolgt hij.

‘De ­autist, de schizofreen en de depressieveling hebben net als ieder ander een patroon opgebouwd om zich te kunnen weren in het leven en niet overspoeld te worden door alle gevaren die hen omringen’
(Maarten van Buuren)

Ben je onrustig of angstig? Daar hebben we een middeltje voor. Angstremmers. En inderdaad, mensen zitten weer rustig in hun stoel. Het is heerlijk om van je angsten verlost te zijn. Maar je maakt ook het probleem onzichtbaar waarvan die angst het signaal was.

Net als jij en ik
In het artikel Een psychische afwijking is het gevolg van eigen keuzes in Filosofie Magazine interviewt filosofiedocent Lianne Tijhaar (o.a. Hogeschool voor Toegepaste Filosofie Utrecht & Hogeschool Utrecht) Van Buuren over zijn depressies. Dit naar aanleiding van zijn nieuwe boek De gek als medemens. Hoe we onszelf in de waanzin leren kennen.

Het gaat nadrukkelijk niet over eigen schuld. Net als ieder ander, zegt Van Buuren, heeft ‘de depressieveling’ een patroon opgebouwd om zich te kunnen weren in het leven en niet overspoeld te worden door alle gevaren die hen omringen.

‘Dat hebben ze weliswaar op een manier gedaan waardoor ze nu in grote moeilijkheden terecht zijn gekomen, maar niet op een wezenlijk andere manier dan jij of ik.’
(Maarten van Buuren)


Ludwig Binswanger

‘Ik was gewoon niet meer’
Van Buuren schreef al eerder over zijn depressie in Kikker gaat fietsen (2008). In De gek als medemens brengt hij filosofische verdieping aan, na het lezen van het werk van de Zwitserse psychiater Ludwig Binswanger. Binswanger ontwikkelde in de jaren vijftig een nieuwe benadering van de psychiatrie, gebaseerd op de existentialistische filosofie.

‘Je valt in een depressieput. Een ervaring van vernietiging. Je kunt niet meer bestaan. Je belandt in een zijn-storing. Dat is moeilijk uit te leggen, want de mensen zien je gewoon lopen. Dat was het grote misverstand. Ik ben een sportman. Lichamelijk was ik zo gezond als een vis. Mensen keken naar mij en zeiden: niks mis met jou, je moet gewoon in de poten komen. Terwijl ik op dat moment niet meer bestond. Ik was gewoon niet meer.
(Maarten van Buuren)

Bewustzijn nooit leeg
Pas later begreep Van Buuren wat filosofen als HusserlHeidegger en Sartre met ‘intentionaliteit’ bedoelen. [Het idee van intentionaliteit houdt – volgens Husserl – in dat het bewustzijn nooit leeg is: het is altijd gericht op iets en daardoor een bewustzijn van iets. (PD)] 

‘Het ‘zijn’ is altijd ergens op gericht. ‘Zijn’ is een dynamiek. ‘Zijn’ is je uitwerpen in de richting van iets wat je beoogt. Op het moment dat ik in die put van een depressie gleed en mijn bestaan ophield, kon ik mij niet meer uitstrekken in de tijd. Ik leefde niet meer in de toekomst en niet meer in het verleden. Mijn bestaan werd gereduceerd tot een oneindig doordruppelen van momenten van heden.’
(Maarten van Buuren)


Over het leed dat leven heet

Geen dekentjes
Van Buuren verdraagt het idee dat hij onder de medicijnen zit niet, ondanks dat medicijnen hem bij zijn eerste depressiecrisis op de been hebben geholpen.’

‘In mijn ervaring is die medicatie een soort dekentje dat over mijn geest wordt gelegd – en ik wil geen dekentjes over mijn geest. Ik wil dat het werkt zoals het werkt, omdat ik denk dat al die prettige vonkjes in mijn hoofd die ik voel na mijn eerste kop koffie ’s morgens ook worden uitgevlakt als ik antidepressiva slik.’

Leven hernemen
Daarna kwam voor Van Buuren de vraag: waar komen die patronen vandaan die me op de knieën hebben gedwongen?

‘De medicatie heeft mij op het spoor gebracht waarop ik mijn leven kon hernemen. Maar de medicijnen hebben mijn probleem niet opgelost. Toen ik doorkreeg dat mijn problemen teruggaan tot mijn jeugd in Maassluis en dat aan mijn therapeut vertelde, zei hij: ‘Daar beginnen we niet aan. Mijn bedoeling is om u nu weer op de been te helpen, zodat u uw dagelijks leven weer kunt oppakken’.’
(Maarten van Buuren)


Maarten van Buuren

Jezelf leren begrijpen
In De gek als medemens wil Van Buuren die patronen – ‘die zitten diep, ze komen voortdurend terug’ – doorgronden door terug te gaan naar de oorspronkelijke keuzemomenten in zijn vroege jeugd. Hij zegt er geen beter mens van te zijn geworden, maar wel heeft hij zichzelf beter leren begrijpen.

Bronnen o.a.:
*
Een psychische afwijking is het gevolg van eigen keuzes (Filosofie Magazine, 2022)

* De gek als medemens. Hoe we onszelf in de waanzin leren kennen | Maarten van Buuren | paperback | Lemniscaat | prijs: € 19,99 | ISBN: 9789047714484 | NUR: 730 |
‘Wat maakt ons mens? Dit is een van de grote vragen van de filosofie. Volgens Maarten van Buuren is het antwoord te vinden in de waanzin. Als een lachspiegel toont de waanzin wat er gebeurt als de fundamenten onder het menszijn wegvallen.

In De gek als medemens laat Van Buuren ons uitgebreid in deze spiegel kijken. Hij doet dat aan de hand van casestudies uit het werk van de Zwitserse psychiater Ludwig Binswanger, waarin patiënten en hun behandelingen worden beschreven. Wat de mens tot mens maakt blijkt uit de momenten dat zijn wereld vorm en samenhang verliest, hij uit het vangnet van zijn sociale contacten valt en zichzelf kwijtraakt. De gek als medemens is een onderzoek naar het verband tussen waanzin en existentie en de manier waarop deze begrippen elkaar wederzijds definiëren.’ (Lemniscaat)

Beeld Maarten van Buuren: Chris van Houts (Trouw, 2020)
Beeld Ludwig Binswanger: Stretto – Magazine voor kunst, geschiedenis, filosofie, literatuur en muziek (België)
Update 21-10-2024 (layout) / november 2025 (Lay-out)

De gunstige effecten van spirituele psychotherapie

Sinds Sigmund Freud religie een kleine honderd jaar geleden als ‘collectieve waan’ bestempelde, bleven artsen en wetenschappers ver weg van het spirituele. ‘Of God onze mentale gezondheidscrisis kan oplossen – dat valt nog te bezien. Maar de kansen die spiritualiteit biedt voor klinisch gunstige effecten, en de vraag van patiënten naar spirituele behandeling, zijn alvast goede redenen om erin te geloven.’ – Dit zegt David Rosmarin, klinisch psycholoog en universitair hoofddocent aan Harvard Medical School, in zijn artikel Waarom de psychiatrie Gods hulp nodig heeft, in Psyche & Brein.

In de psychiatrie is spiritualiteit lange tijd aan de kant geschoven. Toch kan aandacht voor spiritualiteit een wezenlijk verschil maken voor psychiatrische patiënten. Dat blijkt uit een experiment (‘SPIRIT’) aan het Mclean Hospital, een psychiatrisch ziekenhuis in Massachusetts.
Volgens Rosmarin verging in de VS één groep het afgelopen jaar mentaal beter dan tevoren: zij die ten minste een keer per week (virtueel of fysiek) een religieuze dienst bijwoonden.

Van hen beschreef 46 procent zijn mentale gezondheid als ‘uitstekend’, tegenover 42 procent een jaar eerder. Voormalig Congreslid Patrick Kennedy en journalist Stephen Fried schreven het al in hun boek A Common Struggle: de twee meest ondergewaardeerde behandelingen voor mentale aandoeningen zijn liefde en geloof.’

De psycholoog stelt dat omdat gezondheidszorgprofessionals alledaags spiritueel gedrag en ervaringen ten onrechte loskoppelen van wetenschap en klinische praktijk we blind blijven voor mogelijke spirituele oplossingen. Terwijl onderzoekers een verband hebben aangetoond tussen geloof en de dikte van de hersenschors, die mogelijk beschermt tegen depressie.

Uit mijn eigen onderzoek blijkt dat geloven in God samenhangt met betere resultaten bij de behandeling van acuut psychiatrische patiënten. Uiteraard kun je patiënten een geloof in God niet voorschrijven. Maar patiënten die lijden, zouden in elk geval de mogelijkheid moeten krijgen om spiritualiteit in hun behandeling op te nemen.’

Door zijn onderzoek weet de psycholoog dat veel seculiere personen toch ergens in geloven. Daarom peilt hij bij al zijn patiënten hun spiritualiteit. Een patiënt vertrouwde hem toe dat ze wel in God geloofde, en dat ze bovendien geloofde dat ze op de wereld was gezet met een specifiek doel. Hij wijdde drie sessies aan die denkbeelden, en in die korte tijd vond de patiënt opnieuw meer hoop dat ze de moeilijkheden in haar leven kon overwinnen. Haar symptomen van depressie namen af.

Spirituele zorg heeft trouwens niet alleen een gunstig effect op gelovigen. Het merendeel van de patiënten die uit vrije wil de behandeling ‘SPIRIT’ volgden, had geen religieuze overtuiging. Blijkbaar gaan veel niet-gelovigen toch op zoek naar spiritualiteit, vooral in tijden van nood. Opmerkelijk is dat uit het SPIRIT-experiment bleek dat patiënten beter reageren op de behandeling wanneer die wordt gegeven door clinici zonder religieuze gezindheid…

Seculiere behandelaars zouden dus betere resultaten kunnen behalen met een spirituele interventie. Dat was een verrassende bevinding, maar het is goed nieuws, want psychiaters zijn als groep het minst religieus van alle artsen.’

Zie: Waarom de psychiatrie Gods hulp nodig heeft (Psyche & Brein, 28 oktober 2021 – Blendle)

Beeld: Gert Altmann – Pixabay

Unieke toegang tot de geest van CG Jung

Onlangs verschenen The Black Books van psycholoog en psychiater Carl Gustav Jung. Een reeks notitieboekjes met zwarte kaften, waarin Jung van 1913 tot 1932 schreef, zijn het resultaat van een zelfexperiment dat hij z’n ‘confrontatie met het onbewuste’ noemde: een engagement met zijn fantasieën, die hij in kaart bracht. Jung betitelde ze als zijn ‘zwarte boeken’. Jung-expert Sonu Shamdasani spreekt over The Black Books op 30 mei tijdens een online symposium, georganiseerd door het Jungiaans Instituut, in samenwerking met de stuurgroep Jungiania, de C.G. Jung Vereniging Nederland – IVAP, en de Vrije Universiteit Amsterdam.

Het Rode Boek putte uit materiaal dat in The Black Books was opgenomen tot 1916, maar Jung bleef er decennia lang in schrijven. The Black Books werpen licht op de uitwerking van Jungs persoonlijke kosmologie en zijn pogingen om inzichten uit zijn zelfonderzoek naar zijn leven en relaties te belichamen. 
Prachtig gepresenteerd, met een onthullend essay van Sonu Shamdasani, en zowel vertaalde als facsimile-versies van elk notitieboekje, bieden deze onmiskenbaar heilige boeken (Times Literary Supplement) een uniek portaal naar Jungs geest en de oorsprong van de analytische psychologie.’
(VU)

The Black Books (‘Notebooks of Transformation’), tot nu toe het belangrijkste ongepubliceerde werk van Jung, worden gepresenteerd in een prachtige, zevendelige dooscollectie met een essay van Shamdasani ― verlicht door een selectie van Jungs levendige visuele werken ― en zowel vertaalde als facsimile-versies van elk notitieboekje, bieden The Black Books een uniek portaal naar Jungs geest en de oorsprong van analytische psychologie.

In 1913 startte C.G. Jung een uniek zelfexperiment dat hij zijn ‘confrontatie met het onbewuste’ noemde: een verbintenis met zijn fantasieën in een wakende staat, die hij in kaart bracht in een reeks notitieboekjes die The Black Books worden genoemd . Deze intieme geschriften werpen licht op de verdere uitwerking van Jungs persoonlijke kosmologie en zijn pogingen om inzichten uit zijn zelfonderzoek naar zijn leven en persoonlijke relaties te belichamen. The Red Book putte uit materiaal opgenomen van 1913 tot 1916, maar Jung bewaarde de notitieboekjes nog vele decennia actief.’
(The Black Books)

Professor Sonu Shamdasani houdt op 30 mei een korte inleiding tot de fascinerende Black Books van Jung, ter gelegenheid van de recente publicatie van de boeken. Deze ‘intieme persoonlijke aantekeningen van Jung geven een verbluffend inzicht in zijn psyche en ontwikkeling, en zijn veel te lang verborgen gebleven voor het publieke oog’.

Sonu Shamdasani (geboren in 1962) is een in Londen gevestigde auteur, redacteur en professor aan het University College London. Zijn geschriften richten zich op Carl Gustav Jung (1875-1961) en beslaan de geschiedenis van de psychiatrie en psychologie vanaf het midden van de negentiende eeuw tot de huidige tijd. Shamdasani redigeerde voor de eerste publicatie ook een ander belangrijk werk van Jung: The Red Book, dat is gebaseerd op The Black Books.’ 
(VU)

In Het Rode Boek van Jung dat in 2019 verscheen, schreef Shamdasani een uitgebreide en heldere inleiding. Jung wordt hierin beslissend genoemd in het ontstaan van de moderne psychologie, psychotherapie en psychiatrie en een groot aantal internationale beroepsuitoefenaren in de analytische psychologie werken onder zijn naam.

De jaren, waarin ik de innerlijke voorstellingen volgde,
vormen de belangrijkste tijd van mijn leven,
waarin zich alles, wat wezenlijk was, voordeed.
Toen begon het en de latere details zijn slechts
aanvullingen en verduidelijkingen.
Mijn volledige latere werkzaamheden bestonden uit het bezig zijn
om dát verder uit te werken, wat in die jaren uit het onbewuste
was losgebroken en mij bijna had overspoeld.
Het was de oerstof voor een levenswerk.’

(C.G. Jung, 1957, in: Het Rode Boek)

The Black Books | C.G. Jung, Sonu Shamdasani | Taal: Engels | Hardcover | Slipcased Edition | oktober 2020 | 1648 pagina’s | Uitgever W W Norton & Co | € 232,99 | Vertaling Martin Liebscher, John Peck

Voor aanmelding Symposium zie:
Jungiaans InstituutZondag 30 mei 11 – 13 uur online (€ 10,-)

YOUTUBE: The Black Books by C.G. Jung

Beeld: Tree of Life door CG Jung (uit: The art of C.G. Jung)
Update 11042024

‘Iedereen is met zingeving bezig’

ZingevingVolkenkundeLeiden (1)

Bespreken van levensvragen doe je niet bij de psycholoog. En toch liggen die vragen altijd ten grondslag aan psychische klachten. Cultuurvorser en journalist Jolanda Breur is op voortdurende zoektocht naar antwoorden op existentiële vragen. Over zingeving is dan ook veel te vinden op haar website. Voor Vrij Nederland schreef zij Bespreek de zin van het leven ook eens met een psychiater. Maar of dat zin heeft? ‘Iedereen is bewust of onbewust met zingeving bezig.’

Gij zult uw leven zin geven, maar niet bij ons, zo lijkt het. Nog altijd wringt het tussen de psychologische hulpverlening en zingeving.’ (Breur)

De zin van het leven ga je nooit vinden,’ zegt voormalig universitair hoofddocent klinische psychologie Martin van Kalmthout. ‘Je kunt je beter afvragen waarom je zoekt.’ Immers, de zingevingsvraag stellen kan wijzen op angst en een poging de oplossing voor je problemen buiten jezelf te vinden. Je moet dus eerst bij jezelf terecht. Trouwens, zin- of betekenisgeving zijn nog altijd taboe voor een deel van de aanbieders in de psychologische hulpverlening.

Het is volgens een woordvoerder geen thema voor de leden. Daarvoor ga je niet naar een psycholoog – althans, niet naar deze universitair geschoolde achterban. Het instituut heeft daarom weinig op met mediagenieke psychiaters die zingeving verkondigen.’

Dan maar zoeken naar de dominees van het problematisch geestelijk leven. Breur komt dan uit bij Dirk De Wachter, Damiaan Denys en Paul Verhaeghe.

Zij zetten zingevingskwesties als ‘hoe te leven’ in een culturele context. Door de marginalisering van religie in Nederland en België zijn we niet meer in staat existentiële vragen te beantwoorden en lijden te verdragen, stellen ze.’

De Wachter en Verhaeghe pleiten hartstochtelijk om meer te kijken naar de ander. ‘We zouden meer elkaars psychiater moeten zijn.’ Dat klinkt toch weer religieus, doet weer denken aan de Bijbelse boodschap, zegt Breur. De Wachter stelt dan ook dat ons leven zonder echt contact met anderen niet goed gaat lukken.

Ook voor Verhaeghe is verbinding de sleutel. Een hoger doel moet mensen samenbrengen in een gemeenschap die slagvaardig de grote vragen ter hand neemt.’

Samen met de patiënt de mogelijkheden in zijn bestaan onderzoeken, zo zou de psychologische hulpverlening met vragen rond zingeving moeten opgaan. Maar die werkwijze is moeilijk te meten en daarom niet populair in de moderne psychiatrie. Kom je toch weer bij jezelf terecht, maar ‘mensen met zingevingsproblematiek zien geen heil in introspectie, verzuimen problemen in een betekenisvol kader te zetten, en zien geen verband met hun levensverhaal’.

Dan maar kunstmatige intelligentie erbij halen? Een adviesbureau wil speciale chatbots en apps. Maar intussen is er een markt voor zingevingsdominees. Maar Breur stelt dat de lezer mogelijk geen trek meer heeft in dat ‘doorgeschoten zelfverbeteringscredo’.

Psychotherapeut Femke Kok legt een link tussen zingevingsvragen en de eeuwige menselijke spanning tussen autonomie en verbinding. Om je daarin staande te houden, heb je een gezond psychologisch zelf nodig en dat ontwikkel je in relaties met anderen. ‘Emotionele afhankelijkheid is óók bevredigend en geeft intimiteit.’

Klachten’ hebben betekent leven,’ stelt Breur ten slotte, ‘waarmee lijden onlosmakelijk verbonden is. Aanleg en omstandigheden bepalen de portie die je toebedeeld krijgt. Ermee omgaan is het beantwoorden van de ultieme zingevingsvraag: waarom. Het antwoord is een dáárom.’

Ik sla Vrij Nederland dicht en leg door het ‘waarom’ direct verband met ‘leven zonder waarom’ van Meister Eckhart. Filosoof Welmoed Vlieger schrijft over deze middeleeuwse mysticus op haar website. Meer dan een mooie aanvulling op het verhaal van Jolanda Breur kan je daar vinden. Afgelopen week bezocht ik bij de Academie voor Geesteswetenschappen in Utrecht een lezing van Welmoed Vlieger.
– Lees hier mijn verslag: ‘Meister Eckhart, leven zonder waarom’

Meister Eckhart zegt in een van Vliegers artikelen:

Wie duizend jaar lang aan het leven zou vragen: waarom leef je? Die zou, als het kon antwoorden, niets ander te horen krijgen dan: ik leef omdat ik leef. Dat komt omdat het leven vanuit zijn eigen bestaansgrond leeft en opwelt uit zichzelf; daarom leeft het zonder waarom in het zichzelf levende leven. Wanneer een oprecht mens, die handelt vanuit zijn eigen bestaansgrond, de vraag kreeg: waarom doe je de dingen die je doet? zou hij, als hij het juiste antwoord gaf, enkel zeggen: ik doe die dingen om ze te doen.’

Zie:

* Bespreek de zin van het leven ook eens met een psychiater

* Leven zonder waarom – eenvoud bij Meister Eckhart

Foto: PD (Museum Volkenkunde Leiden, tentoonstelling ‘Helende Kracht’)