‘Het universum is wat niet groter gedacht kan worden’

HET ABSURDE UNIVERSUM, van Patrick Chatelion Counet, zullen veel lezers als overrompelend en absurd ervaren. Consequent ironisch schrijft de wetenschapsfilosoof en theoloog over ‘wetenschap’ en mystiek. ‘Wetenschap’ tussen aanhalingstekens want voor hem is wetenschap veelal fictie en fantasie. Toch is het een in alle opzichten uiterst boeiend essay, waarin de auteur bij wijze van samenvatting ‘in het besef dat ik daarmee het geloof in de wetenschap van velen ondermijn’, 95 absurdistische stellingen aan ‘de poort van het huidige wetenschapsgebouw’ spijkert. ‘God is een absurdum in het kwadraat’.

‘Dit boek is een uitnodiging om het mysterie te omarmen en te erkennen
dat geloof voortkomt uit het besef van het onverklaarbare’
(Het absurde universum)

Leibniz
Het absurde universum zag 7 maart 2024 het licht. De auteur heeft ‘absurd’ in zijn boek ‘zo eenvoudig als maar kan (sic) gedefinieerd als iets-wat-niet-kan’. Hij parafraseert wiskundige en filosoof Leibniz als hij zegt, dat het absolute weten stukloopt op de absurditeit dat dit universum – tegen alle logica in – er is, omdat het logischer ware geweest indien er niets was.

Het universum kán niet. Hetzelfde geldt voor God. Hij is hooguit de verdubbeling van het probleem: of hij is uit het niets voorgekomen of hij bestaat van eeuwigheid – beiden kunnen niet, dus God kan niet. Toch is er nog hoop voor God, want als iets wat onmogelijk is, toch bestaat – het universum -, waarom God dan niet?’
(Chatelion Counet)

Anselmus
Natuurlijk haalt de auteur Anselmus erbij. Anselmus van Canterbury voor wie ‘God een vat vol tegenstrijdigheden’ is, en ‘tegelijk het onwrikbare uitgangspunt waarover men kennis en inzicht dient te verwerven’. In 1077 formuleerde de middeleeuwse theoloog een definitie van God. Voor Chatelion Counet geldt de uitspraak van Anselmus: ‘God is wat niet groter gedacht kan worden’ met enige (atheïstische) aanpassing ook voor het universum:

Mutatis mutandis: het universum is wat niet groter gedacht kan worden.’
(Chatelion Counet)


Anselmus van Canterbury

Anselmiaans-nostalgische God
Chatelion Counet stelt over de theorie van parallelle universa dat die inhoudt dat er naast het onze nog andere universa bestaan.

Maar dan nog lachen we met de theoloog uit Canterbury al deze universa in hun gezicht uit omdat ze binnen het ene totaal vallen dat we anselmiaans-atheïstisch universum noemen of anselmiaans-nostalgische God!’
(Chatelion Counet)

Kosmologie
Chatelion Counet filosofeert er ironisch op los, en stelt dat als er iets vóór de oerknal bestond, dit eveneens tot het anselmiaanse universum behoort.

Kosmologie is geen natuurkunde. Kosmologie is logica en theologie.’
(Chatelion Counet)

Een voortdurend NU
Onder een artistieke weergave van Einsteins gedachte-experiment over relativiteit, is onder meer zijn commentaar:

Ik help u uit de droom: Einstein relateert (dat is de betekenis van relativiteit) waarneming aan de snelheid in het inertiaalstelsel* van de waarnemer, maar dat neemt niet weg dat alles in het heelal sequentieel simultaan gebeurt. Eenvoudiger gezegd: er is (‘is’ in de zin van zijn en bestaan) geen verleden en toekomst. Er bestaat alleen een voortdurend NU, een simultaan heden. Ook al kunnen u en ik dat niet gelijktijdig waarnemen.’
(*Intertiaalstelsel: een assenstelsel dat met constante snelheid voortbeweegt, of stilstaat, PD)


Patrick Chatelion Counet ‘Wij scheppen een universum naar ons eigen beeld’

Het kind van de theologie
De auteur noemt zijn boek filosofisch. ‘Over wetenschap. Over wat we weten, denken te weten en niet weten’. Met veel toepasselijke, originele foto’s met bijschriften en schema’s. En ruim vijftig bladzijden bibliografie en dito eindnoten. Met ook weer absurde en ironische verwijzingen, zoals naar Herman Finkers, waarmee Chatelion Counet het hoofdstuk Fysica, het kind van de theologie begint.

Vóór God was er niets, en Maria is zijn moeder.’
(Herman Finkers)

Geloof dat begrip zoekt
De auteur zegt de oude kerkvaders niet te begrijpen als zij zeggen dat God zonder oorsprong is. Begrijpen is onmogelijk, je kunt hooguit geloven dat het waar is. En zo komen we uit bij weer andere adagia van Anselmus die de auteur verder uitwerkt in het hoofdstuk Geloof dat begrip zoekt. Geloof ligt naast wetenschap, geloof in big bang naast God.

Uiteraard mag je ten eeuwigen dage naar bewijs en begrip blijven zoeken, maar je geraakt nooit verder dan het anselmiaanse fides quarens intellectum: geloof dat naar begrijpen zoekt.’ (…) Of credo ut intelligam: dat betekent dat men ‘gelooft opdat men tot begrip moge komen.’
(Chatelion Counet)

Het absurdum
Logica (en wiskunde) noemt de auteur het instrument waarmee we naar de werkelijkheid kijken. Volgens hem bezitten we niets dan logica en daarmee zien we het grootste deel van de werkelijkheid.

Wanneer de logica ons naar gebieden brengt waar we met ons verstand niet meer bij kunnen – ‘oneindigheid’ of ‘niets’, of dingen buiten ruimte en tijd, of nieuwe universa (achter of ín zwarte gaten), of in de tijd terugreizende antideeltjes – dan betreden we het terrein van het absurdum.’
(Chatelion Counet)

Wij zijn een zin- en betekenisgevend wezen
Voor de mens is het onmogelijk geen orde of patronen te zien. Onze geest, zegt Chatelion Counet, creëert overzichtelijkheid en werkelijkheid. Niet in de filosofisch-idealistische zin: er is daar iets, out there (but not the truth).

We creëren werkelijkheid in semiotische zin. Wij zijn een zin- en betekenisgevend wezen (homo semioticus). Achter onze betekenisgevende theorieën, beelden, voorstellingen, verschuilt zich iets wat we nooit zullen kennen (ignorabimus). Wij géven de werkelijkheid betekenis (religieus, wetenschappelijk). Het is een misverstand te denken dat de werkelijkheid betekenis bezit of hééft, en dat we die ontdekken. Zonder ons heeft niets betekenis – en omgekeerd: op zichzelf bestaat er geen betekenis.’
(Chatelion Counet)


Heino Falcke

Het ‘fotogenieke gat’
Het ‘fotogenieke gat’ van hoogleraar astrodeeltjesfysica en radioastronomie Heino Falcke: het bewijs van het bestaan van een zwart gat, geleverd in de vorm van een foto, vindt de auteur verbijsterend. Dit kan helemaal niet, want uit een zwart gat ontsnapt geen licht en kan niet gefotografeerd worden. ‘Zo’n vage afbeelding waarin men van alles kan zien’.

Het is een computercompilatie, die met behulp van kunstmatige intelligentie fotonen per golflengte, radiogolven en andere data analyseert en deze tot een ‘ingekleurde foto’ componeert. (…) Een serieuze bedenking bij de afbeelding is dat het licht dat men waarneemt niet de waarnemingshorizon van een zwart gat is (het gat zelf is sowieso onzichtbaar), maar ander omgevingslicht. Het licht en de radiogolven kunnen voor hetzelfde (dure) geld afkomstig zijn van andere sterren, objecten en nevels in het gefotografeerde gebied en zelfs van sterren achter dat gebied.’
(Chatelion Counet)

Geen bewijs voor de oerknal
Als laatste voorbeeld van het absurde universum van Chatelion Counet nog even over ontstaan en herkomst van de maan, waarover in de wetenschap volgens de auteur nog steeds geen algehele consensus bestaat.

Ontstaan en oorsprong van de rest van het heelal vormt evenwel geen probleem. De oerknal kan ook buiten de wetenschap op brede consensus rekenen. Hoe groot deze consensus ook is, bewijs voor de oerknal is er niet. Het is een geloof.’
(Chatelion Counet)

Bron:
Het absurde universum – Hoe de wetenschap stukloopt op de ongrijpbare werkelijkheid | Patrick Chatelion Counet | VBK Media | KokBoekencentrum | 352 pagina’s | € 27,99 | E-book € 14,99

Gerelateerd:
* En God ontstak de Oerknal – Er was eens… in het TijdRuimteloze, God, die besloot samen met miljarden engelen de kosmos te scheppen. (2015)
* ‘God is veel groter dan je kunt denken’ – De foto van het zwarte gat voelde voor Falcke alsof hij keek naar ‘de poorten van de hel’, naar ‘het einde van ruimte en tijd’. (2021)
* De duizelingwekkende diepten in de kwantumfysica – ‘Het lijkt dat men bestanddelen heeft gevonden van wat men vroeger ‘geest’ noemde.’ (2022)

Noot van de redactie: Met dank aan KokBoekencentrum die GODENENMENSEN spontaan een recensie-exemplaar van Het absurde universum toestuurde. – Binnenkort verschijnt – na bovenstaande eerste indruk van dit essay – de recensie op RELIFILOSOFIE.
! UPDATE: Recensie van bovenstaand boek blijkt ondoenlijk, er staat zo veel informatie in, allemaal zeer de moeite waard, maar niet in een adequate recensie samen te vatten helaas. Tip: Lees zelf het boek: verrassend en boeiend op iedere pagina. (November 2025)

Beeld: Wereldschildpad Atuin de Grote (Hebban.nl)
Beeld Anselmus: Bibliotheek Brugge
Foto Patrick Chatelion Counet: De Brug Nijmegen 
Foto Heino Falcke: Bert Beelen (De Gelderlander)

De God Denkbaar Denkbaar Alles

Kan een allesomvattend, goddelijk perspectief op de werkelijkheid wel bestaan? Deeltjesfysicus Heinrich Päs vindt dat ‘waarschijnlijk onmogelijk, maar het is denkbaar. Dat iets niet mogelijk is voor ons, betekent niet dat het niet bestaat.’ – Willem Frederik Hermans zei in 1956 over zijn boek De God Denkbaar Denkbaar de God: ‘Het gaat over een God Denkbaar. Een god kan Denkbaar zijn… maar denkbaar, wat is niet allemaal denkbaar? Alles is denkbaar.’  In The One (2024) zegt Päs dat alles in het universum een ​​aspect is van één verenigd geheel. – Dat ‘alles één is’ geloofde Plato lang geleden al. 

‘Tweeduizend jaar geleden stelde Plato dat het universum één is. De kwantummechanica bewijst zijn gelijk’
(Heinrich Päs)

Dit idee, dat monisme wordt genoemd, heeft een rijke geschiedenis van drieduizend jaar: Plato geloofde dat ‘alles één is’, maar het monisme werd later door de middeleeuwse kerk als irrationeel verworpen en als ketterij onderdrukt. Niettemin bleef het monisme bestaan, wat een inspiratiebron was voor de verlichtingswetenschap en de romantische poëzie.’
(Uit: The One)

Heinrich Päs toont aan hoe het monisme – zo leert The One – de hedendaagse natuurkunde zou kunnen inspireren, hoe het de intellectuele stagnatie zou kunnen doorbreken die de vooruitgang in de moderne natuurkunde heeft verzand. En de wetenschap kan helpen de ‘grote theorie van alles‘ te verwezenlijken waar zij al tientallen jaren naar streeft.


‘Hoe een eeuwenoud idee de toekomst van de natuurkunde bepaalt’ Heinrich Päs

Heinrich Päs (1971) is hoogleraar theoretische natuurkunde aan de Technische Universiteit Dortmund en doet onderzoek naar neutrino’s en kosmologie. Eerder schreef hij het boek The Perfect Wave (2014) over de mysterieuze eigenschappen van neutrino’s.

Päs schreef het boek The One waarin hij stelt dat moderne ontwikkelingen in de natuurkunde erop wijzen dat het universum één geheel is, waarin alles met elkaar samenhangt – een idee dat aansluit bij eeuwenoude monistische filosofische theorieën zoals die van de Griekse filosoof Plato (ca. 427-347 v. Chr.).’
(Webredacteur Jonathan Janssen, Filosofie Magazine)

Janssen schrijft dat volgens Päs de ideeën van de moderne natuurkunde goed aansluiten bij verschillende monistische theorieën uit de geschiedenis van de filosofie. Een daarvan is de filosofie van Plato, die onze werkelijkheid beschrijft als een zwakke representatie van een perfecte en eeuwige ‘ideeënwereld’.

Plato schreef al dat wat wij waarnemen een projectie is van de fundamentele werkelijkheid. In zijn allegorie van de grot zitten er een aantal gevangenen in een grot, die de werkelijkheid buiten de grot niet kunnen zien maar enkel de schaduwen van objecten op de muur. Op dezelfde manier zijn onze dagelijkse ervaringen volgens Plato slechts een uitvloeisel van ons beperkte perspectief op de werkelijkheid.’
(Päs, Filosofie Magazine)


‘On demand’ quantumverstrengeling – TU Delft

Essayist Maarten van Buuren stelt zelfs dat God dankzij de quantummechanica terugkeert als alomvattende kiemkracht in de Natuur. Het idee dat alle natuurprocessen gehoorzamen aan de wet van afkoeling en verval moet volgens hem worden herzien. Over zijn boek Quantum, de oerknal en God dat in 2021 verscheen, interviewden Hans Rutten en Jacques Poot de auteur.

Er gaapt een kloof tussen onze waarneming en de dynamiek waar alles uit voortkomt. Over die grens en over de oorsprong van de dingen gaat het in Quantum, de oerknal en God.’
(Academie op Kreta)

‘Het mystieke is niet hoe de wereld is, maar dat zij is’
(W. F. Hermans, 1921-1995)

 
Willem Frederik Hermans met zijn poes Sebastiaan in 1955

Wim Davidse, auteur van het boek Er is meer in ons – leren van de mystici, vertelt in Ongrond over ‘een werkelijkheid die in wezen geestelijk van aard is’. Hij haalt een prachtig voorbeeld aan uit Helgoland van de natuurkundige Carlo Rovelli. Die beschrijft in het begin van zijn boek mooi hoe die duizelingwekkende diepten ontdekt worden in de kwantumfysica.

Davidse verwijst ook naar computerwetenschapper en filosoof Bernardo Kastrup die zegt dat fysische entiteiten geen zelfstandig bestaan hebben.

Het zijn verschijningsvormen of beelden van een diepere laag van de werkelijkheid, die in wezen geestelijk van aard is.
(Kastrup)

Een werkelijkheid die in wezen geestelijk van aard is…

Dat is nu net wat mysticus Erik van Ruysbeek (1915-2004) bedoelde toen hij schreef dat men in de fysica bestanddelen heeft gevonden van wat men vroeger ‘geest’ noemde.’
(Davidse)

Bronnen:
* ‘De kwantummechanica laat zien dat alles met elkaar verstrengeld is’
(Filosofie Magazine, 6 maart 2024)
* The One. How an ancient idea holds the future of physics| Heinrich Päs| Uitgever Icon Books | 15-02-2024 | Paperback | 368 pagina’s | € 18,95
* Quantum, de oerknal en God
(Lemniscaat, Maarten van Buuren)
* De duizelingwekkende diepten in de kwantumfysica (Goden En Mensen, 2022)

* Een ander verhaal dan hemel, hel en reïncarnatie (Goden en Mensen, 2021)
* De God Denkbaar Denkbaar de God (Willem Frederik Hermans, 1956)

Beeld: Cover van Quantum (detail), Manjit Kumar, Hoofduitgeverij Mondadori)
Beeld Heinrich Päs: Next Big Idea Club Magazine
Beeld Quantumverstrengeling:  Info via Kennislink
Foto Willem Frederik Hermans met zijn poes Sebastiaan in 1955 – Geportretteerd door Ed van der Elsken. Ed van der Elsken/Nederlands Fotomuseum

Spiritueel humanisme dat zich verweven weet met de planeet 

Totaalfilosoof William E. Connolly heeft een eigen metafysica en ethiek. Zijn werk wordt gevoed door een krachtig spiritueel engagement, waarmee hij bondgenootschappen probeert te stichten tussen mensen van goede wil, of ze nu religieus zijn of atheïst. Ze hoeven het niet eens te zijn op het gebied van de geloofsleer; belangrijker is dat ze gedreven worden door dezelfde, diepe gehechtheid aan het leven, nodig om een toekomst vol ‘tragische mogelijkheden’ een mensvriendelijk gezicht te helpen geven. 

Geloof in het leven rust in een diep gevoel van dankbaarheid voor het feit dat je er bent en bewust en creatief deel mag nemen aan het open wordingsproces van deze wereld.’
(Frits de Lange)

Connolly gelooft hartstochtelijk in de toekomst van het leven en is er eerlijk over: dat is een gelóóf. Hij vindt ervoor brede steun bij aanhangers van grote wereldgodsdiensten en inheemse culturen, bij humanisten en christenen. Geloof in het leven rust in een diep gevoel van dankbaarheid voor het feit dat je er bent en bewust en creatief deel mag nemen aan het open wordingsproces van deze wereld.’
(Frits de Lange)

Theoloog Frits de Lange is gelukkig met het feit dat Hans Alma en Caroline Suransky een bundel over de visionaire denker Connolly schreven, waarin vanuit verschillende vakgebieden de relevantie van zijn – nog steeds onvertaalde – oeuvre wordt getoond.

In een uitvoerige in- en uitleiding presenteren de redacteuren de kern van Connolly’s filosofie. Ze laten overtuigend zien hoe zijn spiritueel humanisme dat zich verweven weet met de planeet inspireert tot een verbindende politieke beweging.’
(Frits de Lange)

In dit boek onderzoeken de auteurs hoe mensen die verwevenheid creatief kunnen inzetten om te komen tot goed (samen)leven op planetair niveau.

Het moderne paradigma van de autonome mens die de wereld naar zijn hand kan zetten, maakt daarbij plaats voor een paradigma van partnerschap in de context van complexe ecosystemen. Hoe kunnen wij zinvol en rechtvaardig participeren in een dynamische wereld waarin grote verschuivingen plaatsvinden waarover de mens maar zeer ten dele controle heeft?’ 
(Uit: VERWEVENHEID, Essays over een verbindend humanisme)

Volgens De Lange komt Connolly tot een nieuwe kosmologie, waarvan de omtrekken er ongeveer zo uit zien: het universum kun je zien als een veelheid van krachtenvelden die zichzelf met verschillende snelheden organiseren.

Klimaatpatronen, warme golfstromen, de evolutie van soorten, tektonische aardplaten, tornado’s zijn zulke krachtenvelden. Maar ook het neoliberale kapitalisme is er een. Omdat ze elk hun eigen zelf-organiserend vermogen hebben en hun eigen tijdsschaal hanteren kunnen ze elkaar behoorlijk dwars zitten.
We merken het aan tsunami’s, bosbranden, aardbevingen en overstromingen: er bestaat geen centrale regie die zorgt dat krachtenvelden niet botsen. Asteroïden, gletsjers, rivieren, mensen en eendagsvliegjes: ze hebben elk hun eigen snelheid waarin ze hun weg zoeken, opgaan, blinken en verzinken.’
(Frits de Lange)

De vraag is hoe wij zinvol en rechtvaardig kunnen participeren in een dynamische wereld. Een wereld waarin grote verschuivingen plaatsvinden waarover de mens maar zeer ten dele controle heeft.

Verbindend humanisme gaat er van uit dat mensen hun kwaliteiten zinvol kunnen inbrengen wanneer zij hun superioriteitsaanspraken opgeven en ruimte maken voor de ander in diens unieke waarde (of het daarbij nu om een mens, dier, plant of ding gaat). Creativiteit en verbeelding spelen daarbij een centrale rol.’
(Uit: VERWEVENHEID, Essays over een verbindend humanisme)

Zie: William E. Connolly – politiek filosoof van het Antropoceen (Frits de Lange)

VERWEVENHEID, Essays over een verbindend humanisme | Hoogleraar geestelijke zorg en religieus-humanistische zingeving aan de Vrije Universiteit Amsterdam Hans Alma, en universitair hoofddocent en opleidingscoördinator van de Graduate School aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht Caroline Suransky.

Beeld: ecoone.org
Update 10 12 2024: Lay-out, links

Unieke toegang tot de geest van CG Jung

Onlangs verschenen The Black Books van psycholoog en psychiater Carl Gustav Jung. Een reeks notitieboekjes met zwarte kaften, waarin Jung van 1913 tot 1932 schreef, zijn het resultaat van een zelfexperiment dat hij z’n ‘confrontatie met het onbewuste’ noemde: een engagement met zijn fantasieën, die hij in kaart bracht. Jung betitelde ze als zijn ‘zwarte boeken’. Jung-expert Sonu Shamdasani spreekt over The Black Books op 30 mei tijdens een online symposium, georganiseerd door het Jungiaans Instituut, in samenwerking met de stuurgroep Jungiania, de C.G. Jung Vereniging Nederland – IVAP, en de Vrije Universiteit Amsterdam.

Het Rode Boek putte uit materiaal dat in The Black Books was opgenomen tot 1916, maar Jung bleef er decennia lang in schrijven. The Black Books werpen licht op de uitwerking van Jungs persoonlijke kosmologie en zijn pogingen om inzichten uit zijn zelfonderzoek naar zijn leven en relaties te belichamen. 
Prachtig gepresenteerd, met een onthullend essay van Sonu Shamdasani, en zowel vertaalde als facsimile-versies van elk notitieboekje, bieden deze onmiskenbaar heilige boeken (Times Literary Supplement) een uniek portaal naar Jungs geest en de oorsprong van de analytische psychologie.’
(VU)

The Black Books (‘Notebooks of Transformation’), tot nu toe het belangrijkste ongepubliceerde werk van Jung, worden gepresenteerd in een prachtige, zevendelige dooscollectie met een essay van Shamdasani ― verlicht door een selectie van Jungs levendige visuele werken ― en zowel vertaalde als facsimile-versies van elk notitieboekje, bieden The Black Books een uniek portaal naar Jungs geest en de oorsprong van analytische psychologie.

In 1913 startte C.G. Jung een uniek zelfexperiment dat hij zijn ‘confrontatie met het onbewuste’ noemde: een verbintenis met zijn fantasieën in een wakende staat, die hij in kaart bracht in een reeks notitieboekjes die The Black Books worden genoemd . Deze intieme geschriften werpen licht op de verdere uitwerking van Jungs persoonlijke kosmologie en zijn pogingen om inzichten uit zijn zelfonderzoek naar zijn leven en persoonlijke relaties te belichamen. The Red Book putte uit materiaal opgenomen van 1913 tot 1916, maar Jung bewaarde de notitieboekjes nog vele decennia actief.’
(The Black Books)

Professor Sonu Shamdasani houdt op 30 mei een korte inleiding tot de fascinerende Black Books van Jung, ter gelegenheid van de recente publicatie van de boeken. Deze ‘intieme persoonlijke aantekeningen van Jung geven een verbluffend inzicht in zijn psyche en ontwikkeling, en zijn veel te lang verborgen gebleven voor het publieke oog’.

Sonu Shamdasani (geboren in 1962) is een in Londen gevestigde auteur, redacteur en professor aan het University College London. Zijn geschriften richten zich op Carl Gustav Jung (1875-1961) en beslaan de geschiedenis van de psychiatrie en psychologie vanaf het midden van de negentiende eeuw tot de huidige tijd. Shamdasani redigeerde voor de eerste publicatie ook een ander belangrijk werk van Jung: The Red Book, dat is gebaseerd op The Black Books.’ 
(VU)

In Het Rode Boek van Jung dat in 2019 verscheen, schreef Shamdasani een uitgebreide en heldere inleiding. Jung wordt hierin beslissend genoemd in het ontstaan van de moderne psychologie, psychotherapie en psychiatrie en een groot aantal internationale beroepsuitoefenaren in de analytische psychologie werken onder zijn naam.

De jaren, waarin ik de innerlijke voorstellingen volgde,
vormen de belangrijkste tijd van mijn leven,
waarin zich alles, wat wezenlijk was, voordeed.
Toen begon het en de latere details zijn slechts
aanvullingen en verduidelijkingen.
Mijn volledige latere werkzaamheden bestonden uit het bezig zijn
om dát verder uit te werken, wat in die jaren uit het onbewuste
was losgebroken en mij bijna had overspoeld.
Het was de oerstof voor een levenswerk.’

(C.G. Jung, 1957, in: Het Rode Boek)

The Black Books | C.G. Jung, Sonu Shamdasani | Taal: Engels | Hardcover | Slipcased Edition | oktober 2020 | 1648 pagina’s | Uitgever W W Norton & Co | € 232,99 | Vertaling Martin Liebscher, John Peck

Voor aanmelding Symposium zie:
Jungiaans InstituutZondag 30 mei 11 – 13 uur online (€ 10,-)

YOUTUBE: The Black Books by C.G. Jung

Beeld: Tree of Life door CG Jung (uit: The art of C.G. Jung)
Update 11042024

Heelalwetenschap en godsgeloof

stervorming.allesoversterrenkunde.nl

Sinds ongeveer een eeuw weten wij dat de mens is gemaakt van sterrenstof: chemische basiselementen die ontstaan zijn door kernfusie in het binnenste van sterren die bij de explosie van de ster in het heelal verspreid worden en op hun beurt bouwstenen worden van nieuwe sterren en planeten en op onze planeet ook van leven en van de mens. – Zo begint de inleiding Sterrenstof tot nadenken in het afgelopen februari verschenen boek Uit sterrenstof gemaakt van emeritus hoogleraar Russisch Christendom Wil van den Bercken. ‘Het enige wat ik geprobeerd heb aan te tonen is dat het niet onredelijk is om een schepper aan te nemen als oorsprong van het heelal en de tijd’.

Kosmologisch bewustzijn
V
an den Bercken schrijft in Uit sterrenstof gemaakt over Kosmologisch bewustzijn. Hierin zegt hij aan te tonen hoe de existentiële doordenking van de astronomische gegevens van de moderne heelalkunde leidt tot een kosmologisch bewustzijn met een nieuwe evaluatie van de positie van mens en wereld vanuit kosmisch perspectief. Daarna laat hij zien dat dit onvermijdelijk – al is het vaak negatief – leidt tot de godsvraag, en illustreert dat met enkele moderne kosmologische studies.

Wetenschap is niet enkel verenigbaar met spiritualiteit, het is een diepe bron van spiritualiteit. Als wij onze plaats erkennen in de immensiteit van lichtjaren en in het verloop van de aeonen, als wij de complexiteit, schoonheid en subtiliteit van het leven beseffen, dan is dat zweverige gevoel, die gecombineerde ervaring van vervoering en nederigheid, beslist spiritueel.

Een religie, oud of nieuw, die de pracht van het universum benadrukt, zoals geopenbaard door de moderne wetenschap, zou een potentieel aan verering en ontzag kunnen opwekken die conventionele geloven nauwelijks kunnen oproepen.’
(Carl Sagan in: Uit sterrenstof gemaakt, in hoofdstuk Kosmologisch bewustzijn.)

Het god-thema in de kosmologie van Copernicus tot Newton
I
n Het god-thema in de kosmologie van Copernicus tot Newton onderzoekt hij het religieuze aspect in de werken van de pioniers van de kosmologie: Copernicus, Galilei, Kepler en Newton. Zij presenteerden hun baanbrekende wetenschappelijke ontdekkingen in de toen vanzelfsprekende context van een religieus wereldbeeld.

Secularisatie van de kosmologie
D
e auteur beschrijft in Secularisatie van de kosmologie hoe bij de kosmologen van de negentiende en twintigste eeuw de intrinsieke relatie met een religieuze wereldvisie verdwenen is, maar dat het god-thema op de achtergrond toch blijft voorkomen.

Kosmologische wetenschap en godsgeloof
I
n Kosmologische wetenschap en godsgeloof gaat hij concreet in op de vraag of heelalwetenschap en godsgeloof samen kunnen gaan. Hij beargumenteert dat dit mogelijk is zonder dat de twee zaken in elkaars vaarwater komen. Geloof en wetenschap zijn gescheiden maar zijn wereldbeschouwelijk niet incompatibel met elkaar. Ook enkele Nederlandse kosmologen komen aan het woord met een respectievelijk atheïstisch, gelovig en agnostisch standpunt.

Het enige wat ik geprobeerd heb aan te tonen is dat het niet onredelijk is om een schepper aan te nemen als oorsprong van het heelal en de tijd. Er zijn tal van kosmologen die de kosmologische ontdekkingen als bewijs voor atheïsme aanvoeren. Zij komen met een hypothetische verklaring voor het ontstaan van het heelal volgens welke er al iets was in de ‘tijdloze’ fase voor de oerknal, namelijk kwantumfluctuaties, waaruit op een gegeven moment de oerknal ontstond.

Maar dat is empirisch even onbewijsbaar als scheppingsgeloof. Bovendien blijft dan de vraag: wie heeft die kwantumgolfjes gemaakt. Het is merkwaardig dat men wel het eeuwige bestaan van een pre-kosmische kwantumwereld wil aanvaarden, maar een eeuwig bestaande schepper als onmogelijk afwijst, want dan vraagt men meteen, wie heeft de schepper geschapen?’
(Uit: Theoblogie – Wil van den Bercken in: Theologische notitie bij Uit sterrenstof gemaakt.)

Bronnen:

Uit sterrenstof gemaakt – Moderne kosmologie en het religieuze wereldbeeld | Wil van den Bercken | KokBoekencentrum Uitgevers | 4 februari 2020 | 134 blz.| € 16,99 | e-book € 8.99 | Wil van den Bercken (1946) was verbonden aan de universiteiten van Utrecht en Nijmegen. Naast boeken over Rusland publiceerde hij Geloven tegen beter weten in, dat de prijs ontving voor Beste Theologisch Boek van 2015.

Theoblogie: Theologische notitie bij Uit sterrenstof gemaakt

Beeld:
stervorming (allesoversterrenkunde.nl)

Onze eeuwige zoektocht naar betekenis

Totheteindedertijden

‘Al sinds de mens leerde overleven houdt hij zich bezig met vragen over oorsprong en betekenis. Vandaag de dag worstelen we met dezelfde vragen, maar onze kennis over het universum – van de kosmos tot de complexe structuur van het leven en het bewustzijn – heeft de afgelopen millennia een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt.’ In Tot het einde der tijden – De zoektocht naar de reden van ons bestaan in een nieuwe wereld neemt natuurkundige Brian Greene de lezer mee op de ultieme reis door het universum zonder zijn blik ook maar een moment af te wenden van de centrale vraag: Wat betekent het allemaal?

Hunkering naar betekenis
H
et boek van de theoretisch fysicus verschijnt in Nederlandse vertaling begin april 2020. ‘Wetenschappers kunnen nu met enige zekerheid voorspellingen doen over het einde der tijden. Maar wat heeft dit voor impact op onze hunkering naar betekenis?’

Met de natuurkunde als basis en de oerknal als beginpunt start Brian Greene een zoektocht naar antwoorden. Hoe ziet de nieuwsgierige, leergierige maar ook fragiele mens zijn rol wanneer hij zich bewust wordt van zijn individuele en collectieve eind? Greene neemt ons mee van het prille begin tot het onvermijdelijke einde van het universum en prikkelt de lezer om de reden van ons bestaan vanuit een nieuw perspectief te bekijken. Aan de hand van de geschiedenis van de kosmos geeft Greene ons een betere kijk op onze oorsprong, een beter beeld van waar we nu staan en een beter begrip van onze volgende bestemming.’ (Uitgeverij Spectrum)

‘Majesty of religion’
A
ls Greene een tijdmachine had, zou hij vooruit in de tijd gaan, zegt hij in The Guardian. Hij vertelt over het onderscheid tussen feit en mening; waarom hij vooruit zou reizen in plaats van terug; en de waarde van religie: in zijn boek heeft de fysicus het over de grootsheid van religie: ‘majesty of religion’.

Er is een neiging, zeker onder sommige wetenschappers die ik ken, om religie te beoordelen op basis van het feit of het ons feitelijke informatie geeft over een objectieve realiteit. Dat is niet de juiste maatstaf. Er zijn vele anderen die erkennen dat de waarde van religie wordt gevonden in het vermogen om een ​​gevoel van gemeenschap te bieden, om ons in staat te stellen ons leven in een grotere context te zien, om ons via ritueel te verbinden met onze voorouders, om angst in het gezicht te verlichten van sterfte, onder andere door sterk subjectieve voordelen. Als ik mezelf als mens wil begrijpen, en hoe ik in de lange keten van menselijke cultuur pas die duizenden jaren teruggaat, is religie een zeer waardevol onderdeel van dat verhaal.’ (Greene in The Guardian)

Kosmologisch verhaal
G
reene vindt het van grote waarde te begrijpen hoe we passen in het grootst mogelijke landschap, de langst mogelijke tijdlijn.

Zien hoe wij en onze soort passen tussen de oerknal en de dichtstbijzijnde wetenschap kan ons tot het einde der tijden brengen, is iets dat ons een diep verhelderende context geeft. Het stelt ons in staat om de menselijke zoektocht naar betekenis en doel in een ander licht te zien, en daarmee te erkennen dat er geen ultiem antwoord in de diepten van de ruimte zweeft in afwachting van ontdekking. In plaats daarvan bevrijdt de context van het kosmologische verhaal ons volledig om onze eigen, diepe subjectieve bestaansredenen grondig te ontwikkelen.’ (Greene in The Guardian)

Bronnen:
* Natuurkundige over de zin van het leven (Geloof & Wetenschap)
Physicist Brian Greene: ‘Factual information is not the right yardstick for religion’ (The Guardian)

Tot het einde der tijden – De zoektocht naar de reden van ons bestaan in een nieuwe wereld | Brian Greene | Paperback, 448 blz. | € 35,99 | Nederlands | Spectrum | ISBN: 9789000353316