
Een duivelse wereld is niet ondenkbaar. Hij kan bestaan. Het argument ‘een persoonlijke eerste oorzaak’ leent zich, naast het godsargument, ook om te bewijzen dat de duivel bestaat. De duivel als schepper van hemel en aarde. Ik ben benieuwd hoe de hemel van de duivel er dan uitziet. Docent filosofie Jan-Auke Riemersma gebruikt het godsargument van Emanuel Rutten om naar het Kwaad in de wereld te kijken.
‘1. niemand weet dat de ‘duivel’ niet bestaat
2. we kunnen alles weten
3. het is absoluut zeker dat de ‘duivel’ bestaat’
Een scheppend wezen kan volgens Riemersma nu eenmaal ook een duivelse wereld scheppen en het is mogelijk om de schepper van hemel en aarde de duivel te noemen. Duivel is volgens hem dan een ‘naam’ voor ‘schepper van hemel en aarde’, zoals ook ‘God’ een naam is voor ‘schepper van hemel en aarde’.
Jan-Auke Riemersma (foto: J-AR) gaat nog verder en stelt dat ‘God’ die duivelse wereld mogelijk maakt en komt dan tot de conclusie dat ‘God’ slecht is. Hij vindt dat natuurlijk een onwelkome boodschap voor een gelovige. ‘God’ noemt hij duivels en concludeert dat ‘God’ niet God is.
‘Het probleem is dat de definitie van God als ‘schepper van hemel en aarde’ niet uitsluit dat de schepper van hemel en aarde ‘de duivel’ is.’
Die duivelse wereld ziet er – vanzelfsprekend – niet prettig uit. Riemersma, alias De Lachende Theoloog beschrijft die wereld nogal plastisch.
‘Een wereld [is] waarin pasgeborenen onmiddellijk met kokende olie worden overgoten, terwijl hun gevoeligheid door een aanpassing zo fijn is dat de aanraking van één enkel stofje al zorgt voor ondraaglijke pijn, zodat hun lijden onbeschrijfelijk is, terwijl na het wegbranden van de huid en het langzame sterven niet de dood intreedt maar juist het leven zich hernieuwt en het lijden eeuwig wordt gerekt, dan is dát voldoende om te denken dat niet God maar de duivel de schepper is van hemel en aarde.’
Riemersma zegt goede redenen te hebben om eraan te twijfelen dat ‘de persoonlijke eerste oorzaak’ een algoede God is, gezien het feit dat deze ‘eerste oorzaak’ het bestaan van duivelse werelden mogelijk maakt. Hij schrijft het in een andere afleiding zo op, dat het argument geen betrekking heeft op de algoede, aanbiddenswaardige God waar wij van spreken als we het over God hebben.
En dan is daar natuurlijk ook Emanuel Rutten (foto: ER) zelf, de filosoof van het godsargument, die stelt dat zijn argument zich er niet voor leent te bewijzen dat de duivel bestaat.
‘Bewijzen doen we in de wiskunde en niet in de filosofie. Het gaat om een redelijk argument, niet om een sluitend bewijs. In de tweede plaats concludeert het argument alléén dat er een persoonlijke eerste oorzaak van de werkelijkheid bestaat. Mijn argument zegt verder helemaal niets over het karakter van deze persoonlijke eerste oorzaak. Je kunt dus niet stellen dat mijn argument impliceert dat de persoonlijke eerste oorzaak slecht is.’
Hiermee is niet gezegd dat het Kwaad niet bestaat. Rutten verwijst wat dit betreft naar de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga die enige tijd geleden heeft laten zien dat de beweringen ‘God is goed’ en ‘Er is kwaad in de wereld’ niet logisch met elkaar in tegenspraak zijn.
‘In het begin van de jaren zeventig richtte Plantinga zich op het probleem van het kwaad. In zijn boek: God, Freedom and Evil (1974) betoogt hij dat, als mensen in principe moreel vrij en verantwoordelijk zijn, dat dan het bestaan van een almachtige en volmaakt goede God logisch gezien niet strijdig is met het kwaad in de wereld. Het bestaan van God zou daarom niet onwaarschijnlijk zijn door het argument van het kwaad in de wereld.’ (foto & citaat: Wikipedia)
Zie: het artikel en de discussie Godsbewijs en Kwaad
Illustr: loesje.info

