Waar is Spinoza als je hem nodig hebt?

Spinoza toonde de mens niet als een hoger wezen dan de andere op aarde, zegt historicus Tineke Bennema. Zij schrijft in de Volkskrant dat het tijd wordt dat we andere mensen, dieren, planten en stenen beschouwen als een heilige eenheid. ‘De relatie van Nederlanders met de natuur is volkomen uit het lood, het is een hysterische verhouding van uitersten, van dominantie en angst, van vernietigen en herstellen, van uitbuiten en ophemelen.’

‘De opvatting die ik heb over God en de natuur wijkt sterk af van de late christenen.
Ik beschouw God namelijk als de in de dingen wonende oorzaak van alles,
niet als een oorzaak buiten de dingen.
Alles is volgens mij in God en beweegt zich in God.’

(Spinoza)

Bennema verwijst niet alleen naar de ‘uitzonderlijke en verguisde’ Spinoza, maar ook naar het confucianisme, taoïsme en de islam die de mens eveneens zagen als een wezen niet hoger dan de andere op aarde.

De mens heeft zijn functie, net als de andere. Sterker nog, hij werd pas gelukkig als hij zichzelf ziet als niets bijzonders en alles om zich heen heel schoon vindt: andere mensen, dieren, planten, stenen, planeten, en respecteert en beschouwt als een heilige eenheid. Waarin hij zijn plaats kent.’

Het zou helpen als die gedachte weer leidend wordt, stelt Bennema. In het, soms zelfs doorgeslagen, fundamentalistisch-atheïstische Nederland roept het meteen weerstand op om religieuze zienswijzen te herintroduceren.

Maar ook voor hen kan heiligheid in de vorm van respect voor de natuur een inzicht zijn.’

Het christendom en de westerse filosofen waren vooral gericht op de cognitieve vaardigheden van de mens (‘ik denk, dus ik ben’) en hadden weinig oog voor de plaats van de mens in de natuur.

Zonder water en lucht had Descartes niet lang kunnen denken/bestaan. Ze stelden dat de natuur er was voor de mens om van te profiteren en te domineren. Dat was Gods wens zelfs. Het jodendom en christendom plaatsen eerst God boven de natuur en daarna de mens erbuiten als plaatsvervangend heerser.’

Heel anders dan in andere religies en filosofieën, waarin de mens een nederig onderdeeltje is van de aarde, van de kosmos en daarmee een goddelijke eenheid vormt.

Maar so far voor de westerse vermeende almacht van de mens: hij heeft als heerser nu een vet probleem, omdat hij heeft gefaald de aarde eronder te houden, en de planeet zal de mens laten branden in de hel. Het zou de mens moeten doen twijfelen aan zijn heerschappij.’

Zonder een herziening van de Nederlandse houding ten opzichte van de natuur kan de technologie ons als deus ex machina ook niet redden, vindt de historicus.

Er is een totaal andere, fundamentele switch nodig, een niet-materiële kijk. Te beginnen met het verwerven van kennis over de natuur, hoe systematisch en mooi elk onderdeel in elkaar steekt en een rol vervult die een andere ondersteunt. Met nieuwsgierigheid, verwondering, een portie nederigheid.’

Zie: Opinie: Het wordt tijd dat we andere mensen, dieren, planten en stenen beschouwen als een heilige eenheid (de Volkskrant, Tineke Bennema, augustus 2022)

Beeld: academieopkreta.com
Tekening: mystiekeschool.nl

‘De mens is slechts een geëvolueerde aap’

De opvatting dat de mens centraal staat, blijkt diep geworteld in het christendom, stelt ‘Jonge Denker’ Liselot Fetter. Het werd een belangrijke basis van het westerse denken. Volgens de Bijbel heeft God eerst de mens en daarna alle andere dieren geschapen, waarbij de mens een superieur wezen is. Het is voor Fetter duidelijk dat we natuur nodig hebben, maar zij vraagt zich af wat de wenselijke verhouding is tussen mens en natuur. ‘De moderne mens is een wezen dat gedreven wordt door economisch gewin en materialisme’.

Descartes
F
etter schreef het essay Kom uit je bubbel in iFilosofie, het tijdschrift van de Internationale School voor Wijsbegeerte. Zij stelt dat de mens zichzelf centraal zet sinds Descartes’ Cogito ergo sum: mijn bewustzijn, het subject, staat tegenover al het andere, het object. Oftewel, ik sta als individu tegenover de rest van de wereld: een antropocentrische benadering, waarbij de natuur in dienst staat van de mens. De opvatting dat de mens centraal staat, blijkt dus ook diep geworteld in het christendom, dat een belangrijke basis is van het westerse denken.

De natuur staat volgens de Bijbel in dienst van de mens. Dankzij de evolutietheorie zijn we inmiddels tot het inzicht gekomen dat de mens slechts een geëvolueerde aap is. Bovendien bestond de aarde al miljoenen jaren voordat de mens zijn intrede deed. We zijn slechts een hoofdstuk in een dik boek. Toch maken we ons nog steeds schuldig aan het subject-objectdenken van Descartes, waarin de mens centraal staat.’

Een hoog ecologisch prijskaartje
D
e antropocentrische benadering is de oorzaak van ons huidige consumptiegedrag, zegt Fetter. De moderne mens is een wezen dat gedreven wordt door economisch gewin en materialisme. Bruno Latour noemt dit consumptiegedrag transactionalisme. Als voorbeeld neemt Fetter een shirtje van 5 euro, dat een koopje lijkt, maar waar  een hoog ecologisch prijskaartje aanhangt.

Wanneer je in rekening neemt dat voor de productie van één shirtje 2700 liter water is verbruikt, chemicaliën onnodig in het milieu zijn gedumpt en mensenrechten worden geschonden, zou je het shirtje dan nog steeds kopen?’


Liselot Fetter, een van de Jonge Denkers des Vaderlands 2020

Transactionalisme
Met je gezonde verstand kun je bedenken dat dit een slechte deal is, concludeert de Jonge Denker, en toch blijven we met z’n allen meer kleding kopen.

Op dit moment heeft transactionalisme ertoe geleid dat we in de grootste ecologische crisis ooit terecht zijn gekomen, die de mens met uitsterven bedreigt. De longen van de aarde staan in brand. Het zeeniveau stijgt. Koraalriffen gaan dood. Oogsten mislukken door toenemende droogte. Het aantal natuurrampen neemt toe. Kortom, de aarde is niet langer een stabiele woonplaats voor de mens.’

Ecocentrische benadering noodzakelijk
Fetter ziet in de toekomst door bewustwording wel een omslag plaatsvinden. Onze antropocentrische denkwijze moet omvergegooid worden. Een ecocentrische benadering is noodzakelijk: hierbij wordt ervan uitgegaan dat de natuur onafhankelijk van de mens bestaat en dus een intrinsieke waarde heeft. We zien onszelf niet als onderdeel van de natuur, aldus Fetter. Toch moeten we de aarde weer gaan zien als een systeem waar we als mensen deel van uitmaken. Als mensheid staan we voor een grote uitdaging, namelijk het behouden van de natuur, zodat de aarde voor volgende generaties nog bewoonbaar is.

‘Klimaatverandering kent geen grenzen. In de toekomst zal de klimaatcrisis in de geschiedenisboeken staan als de grootste crisis die de mensheid ooit gekend heeft, met dit moment als keerpunt. Er zal met afschuw worden gekeken naar ons niet handelen. Het versterkte broeikaseffect is al een decennium lang bekend. Toch staat het bestrijden van klimaatverandering nog steeds niet overal op de agenda.’

Zie: De Jonge Denkers – iFilosofie 56, Kom uit je bubbel – ‘We zitten in een bubbel die ons beschermt tegen de onvoorspelbaarheid van de natuur. Dus: kom uit je bubbel!’ (Liselot Fetter, een van de zeven Jonge Denkers des Vaderlands 2020, Gymnasium Haganum, Den Haag)

Beeld: Lothar Dieterich (Pixabay)

Foto: Liselot Fetter (Gymnasium Haganum )

Pleidooi voor het opnieuw omhoog kijken

Filosoof Ignaas Devisch zegt dat we verleerd zijn omhoog te kijken. Zijn nieuwste boek Vuur kan je volgens hem lezen als een pleidooi om dat opnieuw te doen. ‘Niet om opnieuw de oude goden een plaats te geven, wel omwille van het besef dat de natuur niet ophoudt bij de grenzen van onze planeet. Ook daarbuiten valt iets te halen en die materie bepaalt ons bestaan. De vuurbol die boven ons hangt, is daarvan het voorbeeld bij uitstek. Alles wat leven is op deze planeet, hebben we aan dat vuur te danken.’ In Knack van 6 januari is een boeiend interview te vinden door Jeroen de Preter met professor Ignaas Devisch (Ethiek, Filosofie en Medische Filosofie) van de Universiteit Gent en de Arteveldehogeschool.

Ik denk dat we hier iets kunnen leren van de oude culturen. In hun mythes en verhalen spelen straffende goden een centrale rol. Wij hebben die goden doodverklaard. In plaats van de hoop op verlossing kwamen de verlichting en ons verlangen naar individuele vrijheid. Die demythologisering en onttovering waren uiteraard bijzonder waardevolle ontwikkelingen, maar daardoor zijn we wel uit het oog verloren dat er elementen zijn die ons overstijgen en waar we fundamenteel afhankelijk van zijn.’
(Knack)

De zon is volgens Devisch onze grootste voedingsbodem en de vraag van de filosoof is hoe we de zon weer een centrale plaats geven in ons denken. En ook waarom we er niet beter in geslaagd zijn om het overschot aan energie dat de zon elke dag afgeeft te gebruiken.

In oude tijden was vuur een bron van vrees en fascinatie. Er werden talloze mythen en verhalen verteld en geschreven waarin het vuur was toebedeeld aan God of de goden. Zo bleek vuur een krachtig instrument. Toen de moderne mens, geholpen door wetenschap en techniek, het vuur eenmaal had getemd, leken alle problemen verholpen: de controle over vuur en verbranding zorgde voor vrijheid en vooruitgang. Waar hadden we ons nog zorgen om te maken? Die achteloosheid krijgen we nu als een boemerang in ons gezicht terug: het massale gebruik van fossiele brandstoffen is ziekmakend voor mens én milieu.’
(Knack)

IVuur ontwikkelt Ignaas Devisch, geïnspireerd door denkers als Peter Sloterdijk en Bruno Latour, een nieuw idee over de plaats van vuur in onze wereld. Als we onze levensstandaard willen behouden, kunnen we niet zonder een nieuwe bron die onze vrijheid en welvaart in stand houdt zonder de wereld en onszelf te vernietigen. De grootste vuurbol uit ons sterrenstelsel – de zon – heeft dit potentieel.

Agni, de god van het vuur (bij de hindoes, pd) die zorgt voor licht, warmte en via het vuur in offerrituelen voor de verbinding tussen de mensen en de goden, wordt vereerd. Het vuur is immers het (enige) medium dat ons in staat stelt het leven op aarde te ontstijgen of boodschappen te sturen naar de goden. Daarom worden de doden gecremeerd: zodat Agni de lichaamsdelen kan vervoeren naar het hiernamaals om daar een nieuw lichaam te maken.’
(Uit: Vuur)

Kunnen we leren het heliocentrisme werkelijk te omarmen, is de vraag die Devisch stelt.

Onze beschaving is ondenkbaar zonder vuur. De technische beheersing ervan bracht ons welvaart, vooruitgang en vrijheid. Tegelijk stellen enkele eeuwen van onbezonnen verbranding ons vandaag voor een gigantisch probleem. Wat als de fossiele grondstoffen straks uitgeput zijn? Kunnen we onze welvaart en vrijheid bewaren zonder deze planeet te oververhitten?’
(Knack)

In zijn boek Vuur probeert Devisch aan te tonen dat we, sinds de Verlichting, veel te weinig oog hebben gehad voor de schaduwzijde van de technologische en wetenschappelijke vooruitgang.

Zijn wij, zoals we sinds Descartes geloven, heer en meester over de natuur? Ik denk het niet en we moeten beter leren samenwerken met de natuur. Ook op dat vlak denk ik dat we veel kunnen leren van de oude culturen. Uit oude mythes spreekt een veel groter bewustzijn van zowel de voordelen als de destructieve risico’s van het vuur. Ze kunnen het besef bijbrengen dat elke stap vooruit ook een keerzijde of een reactie met zich meebrengt, en ons op die manier helpen bij onze herpositionering ten opzichte van technologie en wetenschap.’
(Knack)

Bronnen:
* Vuur | Ignaas Devisch | De Bezige Bij | € 23,99 | E-book: € 11,99 | Verschijnt 14 januari 2021 | Devisch publiceerde onder meer Het empathisch teveel (2017 en Zijn er nog vragen (2020), een filosofieboek voor kinderen.

* ‘Wij zijn het verleerd om naar boven te kijken’ (Knack)

Foto: PD (Bornia 09 01 2021)

Non-dualisme, een weg van bevrijding

non.dualiteit2civismundi.nl

Bevrijding van de onvrede met het bestaan, met het huidige moment, met de huidige gedachte, zo zegt Philip Renard het in zijn boek Non-dualisme, de directe bevrijdingsweg. Wat non-dualisme precies betekent is niet direct helder te krijgen, al wordt het soms voorgesteld als antwoord op onze westerse, dualistische manier van denken. Dat zou volgens Renard aandacht verdienen omdat non-dualisme door zijn radicaliteit het enige is dat werkelijk de wortel blootlegt van alle verdeeldheid en strijd (dualisme), en omdat het ook de weg aangeeft om hieraan een einde te maken.


– Deel 1 –


Advaita Vedanta
R
enard ‘doorliep’ de weg van de Advaita Vedanta: een spirituele traditie afkomstig uit India, en maakt onderdeel uit van de Vedische traditie, gebaseerd op de Veda’s, de oudste geschriften van de wereld en de basis van de Indiase cultuur.

Een weg van bevrijding
S
piritueel leraar Alexander Zöllner stelt in zijn Handboek Non-duale coaching dat non-dualiteit geen object is en we er, alleen al om die reden, feitelijk niets over kunnen zeggen. Maar toch zijn diverse omschrijvingen te vinden van non-dualisme, waarvan ik er hier enkele geef:

Een van de klassieke Indiase wegen om verlichting te bereiken’; ‘advaita’; ‘de werkelijkheid die zich als tweevoudig aan ons schijnt voor te doen’; ‘verlichting’; ‘de ervaring dat er geen tegenstelling is tussen ik en niet-ik’; ‘de ervaring van eenheid’; ‘een weg van bevrijding’.’

Filosofie van India
H
et begrip non-dualisme kom je vooral tegen in de filosofie van India. Volgens een van de vele beschrijvingen van non-dualisme zou dit echter niet zozeer een filosofie zijn, maar een weg van bevrijding. Tegengesteld aan het dualisme. Een weg van bevrijding… dat klinkt beloftevol en hoopvol in onze wereld van conflicten, als mogelijk effect van dualistisch denken.

Descartes
B
ij dualisme komen we al gauw bij Descartes terecht. Deze 17e-eeuwse filosoof kwam al denkend tot de conclusie dat geest en lichaam twee aparte werelden waren, omdat hij alleen met zijn geest tot de conclusie kwam dat hij bestaat omdat hij denkt: Cogito ergo sum. Zo kwam hij tot denken (geestelijk) en uitgebreidheid (materieel, lichaam). Het dualistische van Descartes zit hem dus in zijn strikte tweedeling van het materiële en het geestelijke. Door hoogleraar boeddhistische filosofie aan de Vrije Universiteit André van der Braak wordt de tegenstelling tussen non-dualisme en dualisme een heet hangijzer in de filosofie genoemd. ‘Door Descartes was het dualisme eeuwenlang zeer succesvol. Maar het monisme is met een opmars bezig,’ zei hij destijds in het artikel Non-dualisme geeft denkruimte, in Trouw:

Non-dualisme levert veel ruimte op in je denken, meent Van der Braak. ‘Uitgaan van tegenstellingen zorgt voor een soort verkokerde manier van kijken. Als je die tegenstellingen los kunt laten, komt een groter gedeelte van de werkelijkheid bij je binnen. Want je sluit veel buiten door alles meteen in categorieën te willen indelen.’

Een goed voorbeeld van zaken die we graag meteen categoriseren, zijn emoties. ‘Een gevoel is goed of fout, prettig of naar. Terwijl het kan helpen te denken: deze ervaring is noch goed noch slecht, maar gewoon een ervaring die ik meemaak. Met kunst is het net zo. Een schilderij op je in laten werken, zonder het meteen mooi of lelijk te noemen, levert een veel rijkere ervaring op.’

Religie
Is non-dualisme een oplossing voor de niet altijd zo positieve invloed van religie in de wereld, ook gezien de aversie vanuit de seculiere wereld richting religie, en de onderlinge strijd tussen religies zelf? Immers, non-dualisme is door zijn radicaliteit het enige dat werkelijk de wortel blootlegt van alle verdeeldheid en strijd (dualisme), en omdat het ook de weg aangeeft om hieraan een einde te maken.

Dualisme
V
olgens Van der Braak is dualisme de natuurlijke vijand van non-dualisme. Want daar geldt dat de werkelijkheid uit goede en kwade krachten bestaat – God en duivel bijvoorbeeld. Descartes maakte ook een fundamenteel onderscheid tussen het menselijk bewustzijn en de werkelijkheid. Dit gedachtegoed is in het Westen heel invloedrijk geweest. Het monisme zet hier eenheid tegenover: geest en lichaam zijn één.

Descartes en Spinoza
J
e zou hier, om het verschil te verduidelijken, Spinoza en Descartes tegenover elkaar kunnen zetten. Spinoza als monist en Descartes als dualist. Spinoza ging er vanuit dat niets zelfstandig kan bestaan: alles is van elkaar afhankelijk, alles is onderdeel van één groot proces (God of de Natuur.) Descartes onderscheidde lichaam en geest, maar dacht wel dat de verbinding ertussen geschiedde door de pijnappelklier: op die plek zouden denken en lichaam op elkaar inwerken. Hierbij speelde volgens hem God een rol. Voor Descartes bestond de mens uit twee substanties: lichaam en geest. Volgens Spinoza is er maar één substantie. God of de Natuur: voor hem is dat hetzelfde.

Dualisme hardnekkig
V
olgens filosoof Stine Jensen is Descartes dood, maar het dualisme hardnekkig. Mensen denken in tegenstellingen, en dat beïnvloedt sterk hoe wij onszelf zien en de samenleving inrichten. Zou non-dualisme – in onze tijd – als ‘weg van bevrijding’ – inderdaad een gewenst en effectief antwoord kunnen zijn op ons dualistisch denken dat de westerse mens beheerst? Die denkwijze lijkt immers steeds tot conflicten tussen mensen onderling en/of tussen groepen te leiden.

Deel 2: Non-dualisme, het ervaren van eenheid
Deel 3: Non-dualisme, de grondslag van alles
Deel 4: Non-dualisme als nieuwe wereldorde

Bronnen:
* Non-dualisme, Philip Renard, Felix Uitgeverij, 2005
* Handboek Non-duale coaching, Alexander Zöllner, uitgeverij Inzicht, Hillegom, 2017
* ‘Non-dualisme geeft denkruimte’ Trouw, Marije van Beek, 2012
* Weg met het dualisme van lichaam en geest, Stine Jensen, joop.bnnvara.nl
* Sanskrietteksten die de non-duale werkelijkheid van het individu en de wereld beschrijven. Ze vormen het laatste deel van de Veda’s (De heilige boeken van het hindoeïsme.)
* Non-dualiteit, Douwe Tiemersma, Advaita Centrum
* Non-dualistisch christendom, Charles Steur, uitgeverij Elikser

Beeld: civismundi.nl