Reiken voorbij het zichtbare

Zelfhulp en zingeving beleven een opmerkelijke opmars. Dat hoeft niet per se zweverig te zijn. NRC zegt in de Special Zingeving van boeken die gaan over vragen rond zingeving: ‘Zin geven aan het bestaan is voor de mens zo natuurlijk als ademen’. Uitgekiend gepubliceerd rond Kerstmis, dan denken mensen, gelovig of niet, bij een goed glas wijn, meestal wat meer aan de zin van alles. Je kan zelfs van de Anonieme Alcoholisten iets leren als je je leven zin wil geven. Ook bespreekt de krant oorspronkelijke kritiek op eigentijdse zingeving. Over zingeving en neoliberalisme. Met vragen als ‘Is het liberalisme verworden tot een dogmatisch geloof?’

‘Hartstochtelijke pleidooi voor gezamenlijke zingeving’
(Karel Smouter over Life worth living)

‘De hele wereld op weg naar de koophemel’
In het artikel Filosoof John Gray draagt het liberalisme ten grave schrijft Menno Hurenkamp een recensie over De nieuwe Leviathans. Nieuwe visies na het liberalisme. Van de Britse filosoof John Gray. Hurenkamp omschrijft zijn boek als ‘een kritiek op het liberalisme als voortzetting van religie met andere middelen’.  

Nederland is een veelzeggend voorbeeld. We zien onszelf graag als een liberaal landje, denk aan ‘de koopman en de dominee’. Maar we hesen onlangs massaal volksvertegenwoordigers op het schild met een broertje dood aan gelijke rechten en tolerantie.
(Menno Hurenkamp)

Via vermeend universele principes als keuzevrijheid en marktwerking vermomde het moderne liberale denken zich als ‘christelijk monotheïsme’: de hele wereld op weg naar de koophemel, zo nodig met militaire invallen (denk aan Irak en Afghanistan).’
(Menno Hurenkamp)

‘De voortrazende burger’
NRC
geeft aandacht aan de nuttige rol van religie in een grotendeels seculiere maatschappij, de zoektocht naar zingeving als een individuele of juist een gezamenlijke onderneming en de rol van grote levensvragen in actuele romans en verhalen. Onder meer verwijst de krant naar socioloog Hartmut Rosa die stelt dat religie kan helpen bij ‘de voortrazende burger die in onze democratie steeds agressiever wordt’. Het gevolg van die almaar voortrazende houding is:

Dat de burger een agressieve basishouding tegenover de wereld heeft ontwikkeld. Elk jaar moeten mensen meer voor elkaar zien te krijgen. De gevolgen daarvan zie je terug op drie niveaus. We zijn agressief tegenover de natuur met onze industrieën en grondstoffen die we aan de aarde onttrekken. Maar we zijn ook agressief tegenover andere mensen.’
(Hartmut Rosa)

Sociale ruimtes
V
olgens Rosan Hollak hebben veel mensen inmiddels het geloof afgezworen. Zij vraagt aan socioloog Hartmut Rosa hoe we dan leren om naar elkaar te luisteren. Rosa antwoordt dat we om resonantie te bevorderen sociale ruimtes nodig hebben, en kijken hoe we op een andere manier met elkaar in gesprek kunnen gaan.


Erzählcafé, Tirol

In Duitsland [en Oostenrijk] bestaan Erzählcafés, plekken waar mensen elkaar hun verhaal vertellen en echt luisteren. En we zouden scholen tot sferen van resonantie kunnen maken. Want wat is eigenlijk het doel van onderwijs? In ieder geval niet het verwerven van vaardigheden die je kunt meten en vergelijken. Gaat het er niet om kinderen vooral te inspireren?’
(Hartmut Rosa)

‘Geloof het of niet – in de Nederlandse literatuur is méér tussen hemel en aarde’
(Thomas de Veen)

Geloof in metafysische zin
G
eloof het of niet, zegt Thomas de Veen in de special, maar het afgelopen jaar, in tijden van bloeiend rechts-populisme, van woekerende crypto currency en ook nog hemeltergend aardse en reële oorlogen, was dit een van de grote onderwerpen in de Nederlandse literatuur: geloof.

En dan heb ik het niet over geloof in de literaire roman zelf (hem doodverklaren kan altijd nog), maar over geloven als onderwerp in romans. Geloof in de metafysische zin van het woord: de handeling die wil reiken voorbij het zichtbare en tastbare hier en nu. Het vast vertrouwen in en het voor waar houden van iets wat niet bewezen is of vastgesteld kan worden.’
(Thomas de Veen)


Boeken te over die gaan over zingeving

Natuur, vriendschap, activisme
R
ens Bod, hoogleraar Digital Humanities aan de Universiteit van Amsterdam, wil zingeving breder definiëren dan dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) doorgaans doet. CBS turft in zijn onderzoeken slechts vier zingevingsvormen: sociale relaties, persoonlijke ontwikkeling, religie of spiritualiteit en het ervaren van transcendentie (het overstijgen van jezelf). Bod onderscheidt wel 180 verschillende vormen van zingeving.

Het gaat hem daarbij om een waaier van praktijken, rituelen en idealen. Van ‘harmonie met de natuur’ tot ‘vriendschap’ en ‘activisme’. Beide boeken laten zien dat zingeving niet alleen iets is voor in de kerk of in de moskee, of voor de zelfhulphoek van de boekhandel. Het is zo gewoon als ademen of poepen; een menselijke activiteit met tal van evolutionaire voordelen bovendien. Het maakt je bijvoorbeeld aantrekkelijker. Bod verbaast zich er dan ook over dat een boek als het zijne, [Waarom ben ik hier?] – Een kleine wereldgeschiedenis van de zingeving, er nog niet was.’
(Karel Smouter)

Zelfhulp is nog geen zingeving
Maar pas op, zegt Karel Smouter, zelfhulp moet niet worden verward met zingeving, zo wordt in twee nieuwe boeken betoogd: Zingeving begint, kun je zeggen, waar het streven naar grip op grenzen stuit.

Een drietal Yale-theologen schreef samen Life Worth Living. Veelbezongen moderne idealen als autonomie, voorspoed, macht en roem zouden, met mate, best kunnen bijdragen aan een betekenisvol leven. Maar wie deze zaken als doelen op zich nastreeft, waarschuwt het drietal, krijgt slechts een goedkope imitatie voorgeschoteld van ‘wat er echt toe doet.’
(Karel Smouter)


Zingeving waar het streven naar grip op grenzen stuit

Gezamenlijke zingeving
ILife worth living gaan de Yale-theologen Miroslav Volf, Matthew Croasmun en Ryan McAnnaly-Linz een flinke stap verder dan Bod, vervolgt Smouter, in hun pogingen lezers dichter bij een antwoord op The Question te brengen, zoals ze het object van zingeving ietwat mysterieus omschrijven. 

Net als Bod zijn de drie denkers bepaald niet cultureel eenkennig in hun queeste en tappen ze uit ieder denkbaar levensbeschouwelijk vaatje, van Boeddha tot Confucius en Christus. Het belangrijkste verschil met de benadering van Bod is het hartstochtelijke pleidooi dat er in het boek besloten ligt voor gezamenlijke zingeving.’ 
(Karel Smouter)

Bronnen: SPECIAL ZINGEVING (NRC) – 21 december 2023
* Wat je van Anonieme Alcoholisten kunt leren als je je leven zin wilt geven
* Socioloog Hartmut Rosa: ‘De voortrazende burger wordt in onze democatie steeds agressiever. Religie kan helpen.’
* Geloof het of niet – in de Nederlandse literatuur is méér tussen hemel en aarde
* Welke rol speelt het geloof in de politiek? Is het neoliberalisme in de afgelopen jaren zelf tot een dogmatisch en onaantastbaar geloof geworden? En kan een religie eigenlijk wel zonder een hel?

Beeld: Spirituele Transformatie Academie
Foto Erzählcafe, Tirol: Niet alleen in Duitsland te vinden, maar onder meer ook in Oostenrijk.(freiwillig-engagiert.at)
Foto Boeken over zingeving: poortnaargeluk.nl
update 18 02 2024 (datum digitale NRC-uitgave Special Zingeving)

Toch die blijvende zoektocht naar God

Oppergod Zeus krijgt zojuist de cijfers van statistiekenbureau CBS onder ogen. Ook zijn tempel Olympieion trekt minder gelovigen. Tegen Hera klaagt hij: ‘De zaak der goden staat er uiterst kritiek voor en het wordt op het scherp van de snede uitgevochten of wij in de toekomst nog eer behoren te ontvangen en de eregaven behouden die wij op aarde genieten, of dat wij volledig buiten spel behoren te staan, ja zelfs helemaal niet meer in het spel voorkomen.’

‘Toch lijkt het raadzaam zich in te voegen in een groter geheel, in een kerk,
wil men niet navelstarend door het leven gaan.’
(Daniël De Waele)

Daniël De Waele gaat (zonder mijn CBS-fantasie) ver terug in de (ideeën)geschiedenis en kijkt ook naar de toekomst in Godenschemering – De geschiedenis van ons geloof in God. In dit boek dat in februari 2023 uitkomt, bezint hij zich op ‘de spannende vraag hoe de gelovige tot God kan naderen, hoe hij de gans Andere kan ontmoeten’.

Godenschemering van Daniël De Waele is een theologische cultuurgeschiedenis die de evolutie van het geloof in God uitdiept in de loop der tijd. Israël ontdekte in een polytheïstische wereld de Ene God, die door de tijd heen steeds humaner werd en dichterbij kwam. Hoe is het geloof na die grote stap geëvolueerd? Hoe past het verdampen van het geloof, dat uiteindelijk eindigde in de dood van God, in deze evolutie? En welke rol heeft het bestormen van de godenbeelden gespeeld? De Waele ontwaart naast deze geloofsevolutie een andere geschiedenis: een blijvende zoektocht naar de ene God.’
(Kokboekencentrum)

Steeds minder Nederlanders rekenen zich tot een religie of levensbeschouwing blijkt uit cijfers van CBS. Ik zie dat sommige media hieruit de verkeerde conclusie trekken dat het percentage gelovigen in Nederland verder is gedaald. Wel zijn er gelovigen die het instituut kerk minder bezoeken. God is echter overal en de manier om Hem te ervaren is niet echt meer in de kerk. Die gebouwen verdwijnen dan ook in rap tempo, de gelovigen niet.

W
aarom zouden mensen plots, of langzaamaan, het geloof in de goden opgeven, vraagt De Waele zich desondanks af. Alsof ook hij het aantal gelovigen alleen maar afleest uit kerkbezoek. Hoe kan het, dat wat mensen eeuwen en eeuwenlang als vanzelfsprekend hebben aangenomen, dat uiteindelijk toch gaan betwijfelen, is desalniettemin zijn onderzoeksvraag. 

Volgens William James, Amerikaans filosoof en psycholoog, moet het ontstaan van geloof in goden altijd van psychologische aard zijn geweest. Mensen ervoeren dat de goden leiding gaven, dat zij beschermden tegen boze machten, dat zij voor vruchtbare akkers zorgden, dat zij, kortom, in het algemeen zeer nuttig waren. Als dat in later tijd veranderde, als de goden gebeden niet verhoorden of zij niet langer beantwoordden aan ondertussen gewijzigde menselijke verwachtingen, zeden of idealen, geraakten die goden in onbruik.’

De auteur zegt dat zijn boek over de belangrijke ontwikkelingen verhaalt die zich in het godsgeloof hebben voorgedaan op de lange weg doorheen de geschiedenis waarin de mens met zijn God wandelde.

Het zijn vaak ingrijpende zaken, soms zijn het dramatische omwentelingen, die zonder dat we het beseffen, ons denken en geloven (als dat er nog is) hebben vormgegeven.’

Ook over de teloorgang van het heiligdom verhaalt dit boek, van wat millennia lang de ontmoetingsplaats is geweest tussen hemel en aarde. De auteur onderzoekt eveneens welke gebeurtenissen in de geschiedenis van Israël aanleiding hebben gegeven zich te beperken tot aanbidding van Jahwe alleen, en hoe Israël op de gedachte gekomen is dat er welbeschouwd toch maar één God bestaat. Een ander hoofdstuk vertelt over geweld en doodslag die door God worden bevolen:

Het feit echter dat de gelovige dit als probleem ervaart is opmerkelijk; het houdt een expliciete kritiek in op de Schrift, die toch juist voor de gelovige gezaghebbend is.’

Alles wat ons overkomt, wordt ons uit de liefderijke hand van God geschonken: zegen en straf, leven en dood, zegt de auteur. Het alternatief is een volstrekte willekeur in de gebeurtenissen van deze wereld:

Maar dat dingen zomaar, willekeurig gebeuren, dat wat je overkomt geen enkele betekenis heeft, wie kan dat verdragen?’

Drie hoofdstukken gaan specifiek over transformaties in het geloof van christenen. Ook beschrijft de auteur de Drie-eenheidsleer:

Dat is tegenwoordig geen erg populair gespreksonderwerp, maar dat is ooit anders geweest. In de 3e en 4e eeuw stortte menigeen zich in vurige controverses over hoe God precies in elkaar zat.’


Daniël De Waele

Vervolgens gaat Godenschemering in op hoe zich met name in Europa een evolutie heeft voltrokken van geloof naar ongeloof; hoe de evolutietheorieën van de Grieken en die van Darwin eruit zagen; en als God er niet meer was, wat is dan de betekenis geweest van religie in al die eeuwen die voorbij zijn gegaan; over de onvrede met het verdwijnen van God en de hunkering naar het geestelijke, naar mystiek; over mystiek buiten de kerk; over ‘onze eigen tijden’ en de hedendaagse gelovige:

Kort samengevat komt het erop neer dat die zelf wel zal uitmaken wat hij gelooft en hoe hij gelooft. Toch lijkt het raadzaam zich in te voegen in een groter geheel, in een kerk, wil men niet navelstarend door het leven gaan.
Tenslotte bezinnen we ons over de spannende vraag hoe de gelovige tot God kan naderen, hoe hij de gans Andere kan ontmoeten. Terwijl de vorige hoofdstukken vooral beschrijvend en informatief zijn, geef ik in dit laatste hoofdstuk ook mijn eigen, persoonlijke visie weer. Als gelovige.’

Bron: Godenschemering – De geschiedenis van ons geloof in God (danieldewaele.com)

Godenschemering – De geschiedenis van ons geloof in God | Daniël De Waele | KokBoekencentrum | Verschijnt 9-2-2023 | 352 pagina’s | € 27,99 | E-book: € 14,99 | Dr. Daniël De Waele is leraar Protestantse Godsdienst en docent Nieuwe Testament aan het Hoger Instituut voor Protestantse Godsdienstwetenschappen (HIPGO) te Brussel. Daarnaast is hij lid van de Leerplancommissie voor Protestants Godsdienstonderwijs in Vlaanderen.

Beeld: Het beeld van Zeus (5e eeuw v.Chr.) stelde de Griekse oppergod voor, tronend op de berg Olympus. Het beeld stond in de Dorische tempel van Olympia, waar de oorspronkelijke Olympische Spelen werden gehouden ter ere van deze god. (wereldwonderen.com)

Beeld Daniël De Waele: Berne Media

Het verlangen ons (niet) te bevrijden van religie

De Nederlandse worsteling met religie springt in het oog wanneer je grasduint in het recente nieuws, de opinies en de (journalistieke) duidingen van zaken die onze samen­leving bezighouden. ‘Paradoxaal genoeg blijkt juist de drang om ons te bevrijden van religie ons verlangen ernaar te bevestigen’. – Journalist en schrijver Jasper van den Bovenkamp en godsdienstfilosoof en theoloog Taede Smedes stellen bij Reporters Online dat we – anders dan statistici beweren en ondanks onszelf – hartstikke religieus zijn.

Dan moet je wel voorbij het clichédebat over God en zijn gevolg willen kijken, zeggen zij. De suggestie dat er in Nederland nauwelijks nog aan religie wordt gedaan – zoals het CBS stelt – heeft enige relativering nodig.

Menig godsdienstwetenschapper wees er al op dat dat te kort door de bocht is. Religie is niet identiek aan godsgeloof. Religiositeit speelt zich de laatste jaren steeds vaker in minder vaste vormen ook buiten de heilige gebouwen af.’

Kerkelijke hoogtijdagen worden ingeruild voor vieringen van ‘levensgebeurtenissen omdat we door het jaar heen tóch behoefte hebben aan betekenisvolle en gemeenschappelijk beleefde markeringsmomenten’. Theoloog Stefan Paas ziet nog meer ‘levensgebeurtenissen’ en twittert:

Er ontstaat langzaamaan een seculiere feestkalender, die te herkennen is aan telkens terugkerende discussies het jaar door: rondom vuurwerk, paaseieren, de uitgelekte miljoenennota en Zwarte Piet.’

In de huidige maatschappelijke discussies over genderongelijkheid, dierenrechten, racisme, klimaat en de macht van witte heteroseksuele cis-mannen onderscheiden degenen die daarin het hoogste woord voeren, zich nauwelijks van de godsdienstige fundamentalist in fanatisme en vasthoudendheid, eindeloos gedrein, bekeringsdrang en een totale ongevoeligheid voor nuance. Bekeringsijver en de neiging tot moraliseren liggen daarbij als een relict op onze postchristelijke schouders.

Van schuld – ‘dat oer-religieuze mechanisme waarmee mensen enigszins van hogerhand in bedwang werden gehouden’ – lijken we nog lang niet verlost, merkt Wilfred M. McClay ironisch op in het Amerikaanse academische tijdschrift The Hedge­hog Review.

Eens leefden we in de veronderstelling dat met Gods dood de schuldvraag automatisch zou verdwijnen en in principe zou alles dan zijn toegestaan. Maar het tegendeel is gebleken. McClay constateert dat we schuldiger zijn dan ooit tevoren. Vanwege onze ecologische voetafdruk, het slavernijverleden, discriminatie en genderongelijkheid, om maar iets te noemen.’

Het grote probleem, aldus Van den Bovenkamp en Smedes, is echter dat we met onze schuld nergens meer naartoe kunnen.

Kon God voorheen nog wel dienen als afvoerputje van onze morele tekortkomingen, nu we hem morsdood hebben verklaard, kijken we schuldig in de spiegel waarin we alleen onszelf zien staan. Die schuld kan verstikkend werken. Een passende formule voor vergeving, zoals de kerk die ooit bood, ontbreekt.’

En als we van die zonde verlost willen worden, zullen we dat zelf moeten doen. We zullen zelf ons paradijs moeten creëren, om het in de woorden van de Vlaamse psychiater Dirk De Wachter te zeggen. Zijn analyse in een notendop:

Ons leven op aarde is het paradijs. We moeten het hier leuk hebben, het leven is een feestje, een evenement, een festival, we moeten er alles uithalen. De Wachter ziet in zijn eigen praktijk steeds meer patiënten die daardoor depressieve klachten hebben ontwikkeld. We vinden er eigenlijk geen bal aan, aan ons zelfbedachte aardse paradijs. Om het een beetje vol te kunnen houden, gaan we massaal aan de antidepressiva.’

Het gevoel van schuld speelt een rol, namelijk de schuld jegens man, vrouw en gezin door het niet kunnen vinden van een balans tussen privé en werk. Met uiteindelijk vaak een burn-out tot gevolg. De oplossing zoeken we in consumeren. ‘Het is het gevoel van leegte dat ons doet consumeren.’ Maar uiteindelijk openbaart zich daarin juist des te schrijnender de leegte van ons bestaan.
Eveneens komt het verlangen naar het paradijs op aarde ook tot uiting in de extreme hang naar zuiverheid.

Ons voedsel moet vandaag vooral echt en puur zijn, vegetarisme wordt ingeruild voor het extremere veganisme, het handelen van bedrijven en over­heden moet transparant zijn en ons hele persoonlijke voorkomen liefst zo authentiek mogelijk.’

René ten Bos – destijds ‘Denker des Vaderlands’ – beschouwt in Trouw deze hang naar zuiverheid als een religieuze trek:

Natuurlijke zuiverheid is zo’n belangrijk gevoel geworden, het lijkt bijna een vervanging te zijn voor het geloof in God. Die vergoddelijking van de zuiverheid verklaart ook waarom de huidige discussie niet alleen speelt in religieuze, maar zeker ook in seculiere kringen: niet de wil van God is hier doorslaggevend, maar onze hang naar zuiverheid. Dat geeft weer aan dat de scheiding tussen een religieus en een atheïs­tisch wereldbeeld minder groot is dan we meestal veronderstellen.’

De religieuze ontwikkelingen die we tot dusver beschreven, zeggen Van den Bovenkamp en Smedes, hebben een hoog gehalte aan constructie: het is de mens die ze probeert te maken, te realiseren, precies om de controle en het overzicht te kunnen bewaren.

Maar aangezien menselijke constructen feilbaar zijn, stellen alle traditionele religies dan ook dat ze illusies zijn – en misschien staan die religies ons moderne mensen daarom ook zo tegen, omdat ze ons confronteren met ‘een waarheid’ die we liever niet onder ogen zien.’

Zie het uitgebreide artikel: We denken dat we steeds minder religieus zijn, maar – spoiler alert – dat is helemaal niet zo (Reporters Online, 2 december 2021) of via Blendle

Beeld: Daria Nepriakhina (Pixabay)

Onstuitbaar religieus zonder God?

vrijzinnigen.nl

Redt religie het inderdaad zonder kerk en God, zoals Jasper van den Bovenkamp en Taede A. Smedes stellen in We blijven onstuitbaar religieus, in Trouw van 6 juli 2019? Zonder kerk waarschijnlijk wel, maar zonder God? Zelfs als we ‘voorbij het clichédebat over God en zijn gevolg willen kijken,’ zal religie zonder God geen religie meer genoemd kunnen worden, maar eerder ongebreideld consumeren.

Ooit redeneerde Kuitert God helemaal weg, dat gebeurt nu opnieuw door journalist en voormalig hoofdredacteur van het christelijke opinieblad De Nieuwe Koers, Van den Bovenkamp, en theoloog en godsdienstfilosoof Smedes. Leegte is wat overblijft. En die moet opgevuld worden met eeuwig consumeren. Dat vult nooit.

De oplossing? Consumeren: ‘Het is het gevoel van leegte dat ons doet consumeren.’ Maar uiteindelijk openbaart zich daarin juist des te schrijnender de leegte van ons bestaan.’  (Van den Bovenkamp, Smedes)

Anton.Dingeman.Trouw1
A
ls religie niet meer ‘identiek wordt gesteld aan godsgeloof’, is het geen religie meer. Een ‘religieus aura’ toeschrijven aan het falen van een zwemmer is een schrijnend voorbeeld van het van god losgeraakt zijn, zoals het CBS-rapport aantoont. In zijn verbeelding sloot theoloog Harry Kuitert (1924 – 2017) zich voor God af. In de rede vond hij  Hem niet, dus gelooft hij niet in Hem. ‘God is niet van kennis, maar van verbeelding,’ vond Kuitert. ‘God is een gedachte van mensen. Geloven is alles behalve kennis.’

Zo noemde Sander van Walsum het gebeuren in de Volkskrant ‘een meerdaagse hoogmis gecelebreerd op oevers van de Friese wateren’. Een paar dagen later was Van der Weijden een ‘moderne Christus’ en ‘messias’ en bleek zijn tocht ‘een onmenselijke missie’, waarna het verslag als ‘de reconstructie van een welhaast bijbelse vertelling’ verder ging.’ (VdB, T.A.S.)

Anton.Dingeman.Trouw2

God een gedachte van mensen… Denken we nu dat God een zwemmer is? Kerkelijke hoogtijdagen commerciële ‘levensgebeurtenissen? Ons ‘leven op aarde een paradijs’? ‘Natuurlijke zuiverheid een vervanging voor het geloof in God’? Dat het opperwezen te vervangen is door techniek? Wat een verbeelding.

Voor al minder mensen is God iets of iemand waarmee ze rekening houden. Maar ook hier bedriegt de schijn. Want het opperwezen verschijnt vandaag vooral in de gedaante van de techniek, iets waar ook historicus Yuval Noah Harari in zijn bestseller ‘Homo Deus’ al op wijst. Harari meent dat algoritmen de basis vormen van een nieuwe religie.’ (VdB, T.A.S.)

Anton.Dingeman.Trouw3

Alle vormen van hedendaagse religio­siteit,’ schrijven de auteurs, ‘lijken vooral bedoeld om onze autonomie te redden, om de controle te behouden’. ‘Een waarheid die we liever niet onder ogen zien’, vervolgen de auteurs die confrontatie met religie. Zij citeren de Poolse filosoof Leszek Kołakowski die religie een manier noemde om te aanvaarden dat het leven een onvermijdelijke nederlaag is. Bieden die inzichten ruimte?

Of, zoals de Poolse filosoof Leszek Kołakowski het formuleerde: ‘Religie is een manier om te aanvaarden dat het leven een onvermijdelijke nederlaag is.’ Als de hedendaagse religiositeit dát inzicht ruimte biedt, zal zij het zonder kerk en God wel redden. Maar tot die tijd blijven we met z’n allen gewoon klassiek gelovig, hoe heftig we ook spartelen.’ (VdB, T.A.S.)

Anton.Dingeman.Trouw4

Bij alles wat de auteurs schrijven is God geheel verdwenen en toch vinden zij Nederland ‘hartstikke religieus’. Waar is God in dat hele verhaal?
Terug naar Kuitert. Hij zegt dat geloven ook is: ‘onder de indruk zijn van de verbeelding’. Kunnen we God daar dan toch niet meer vinden? Kan de Nederlander met behulp van zijn verbeelding niet eens proberen verder te denken dan wat hem is geleerd of waar hij van overtuigd is? Dan maakt hij kans om echt ‘hartstikke religieus’ te zijn.


‘Ik kan alleen woorden ontmoeten, u niet meer.
Maar hiermee houdt het groeten aan, zozeer,
dat ik wel moet geloven, dat gij luistert;
zoals ik omgekeerd uw stilte in mij hoor.’


Een gedicht van Kuiterts lievelingsdichter, Gerrit Achterberg. – Dat gaat verder dan denken: daar waar God te vinden is. In stilte. God die de rede ver te boven gaat, en zeker ook ver boven dat bizarre ‘onstuitbaar religieuze’ waar de Nederlander zich mee bezig schijnt te houden.

Bron: We blijven onstuitbaar religieus (Trouw, Letter en Geest, 6 juli 2019)

Beeld: vrijzinnigen.nl

Strip:

AntonDingemanAnton Dingeman, Trouw (8 juli 2019)