Stoïcisme is geen school, maar levensleer voor iedereen

Stoïcisme is een filosofie, een levensleer die de nadruk legt op acceptatie, innerlijke rust en het beheersen van eigen gedachten en emoties. De Vrije Academie bracht de stoomcursus ‘Stoïcisme in 1 dag’. Filosoof en psycholoog Annette van der Elst presenteerde stoïcijns haar college. Niet in de zin van onverstoorbaar, maar vanuit haar innerlijke rust en kracht. Het college stoïcisme was behalve inspirerend inhoudelijk, vooral zinvol praktisch gericht.

‘Wijs ben ik niet, maar ik ben wel wijsgerig
(Philosophus – Thales van Milete, 6e eeuw v Chr)

Theorie en praktijk
Dacht ik zelf het stoïcisme te kennen, maar kwam er juist door de kracht van de vertelkunst van de docent achter nog meer te mogen oefenen in het omgaan met mijn eigen innerlijke rust, gedachten en emoties. Niet toevallig vind je in de hedendaagse psychotherapeutische stromingen het denken van de stoïcijnen. Zo hoorden we ook van filosoof Martha Nussbaum die onder meer werkt in de traditie van de psychoanalyse. En van filosoof Nancy Sherman, over ‘morele blessures en stoïcijnen’.

Filosofie
V
an sommige filosofen, zoals Plato, Aristoteles en Plotinus, zijn alle of vrijwel alle werken bewaard gebleven. Filosoferen was in Griekenland veelal een vrijetijdbesteding van vrije en welgestelde mannen die zich bezig hielden met vragen over de oorsprong van de dingen. Bij Plato mochten alleen vrouwen de lessen volgen als ze zich hulden in mannenkleren. De school van Epicurus stond wel open voor vrouwen.

Eigen leven, gedachten en emoties
Hoe ga jij om met verandering? Met onzekerheid, frustratie, tegenslag, ziekte en de dood? Hoe word je minder snel van je stuk gebracht? Waar vind je innerlijke rust? Vragen waar de (neo)stoïcijnen wel raad mee weten! Volgens het stoïcisme kun je je beter op eigen gedachten en emoties focussen. En níet op factoren waar je geen controle of invloed op kunt hebben.

(Vrije Academie)

Sofisten
E
en sofist is een leermeester in het denken en spreken. In de 5e eeuw v Chr stichten sofisten scholen voor jongeren om te oefenen in retorica en algemene wijsheid (sophia). Sofisten willen geen waarheden achterhalen, maar stellen vooral belangrijke vragen die te denken geven: of de dingen van nature zo zijn of dat mensen op grond van gewoonte of vanuit conventie de aard van de dingen vaststellen. Volgens de meeste sofisten berusten alle dingen op conventie en kan je ze wijzigen als de situatie erom vraagt.

Epictetus
E
r kan je van alles overkomen, maar het gaat om: wat doe je ermee? Laat je je ziel verstoren? Je ziel kan ‘oefenen’ in het omgaan met wat jou treft. Van Epictetus is er het: Zakboekje. Om open te slaan in situaties wanneer je iets overkomt. Bedoeld voor niet-filosofen om ze te gidsen naar wijsheid.

‘Wanneer je als een wijsgeer wilt leven, stel je er dan maar vast op in dat een heleboel mensen je zullen uitlachen en achter je rug gekke bekken zullen trekken’.
(Uit: Zakboekje – Epictetus)


(Geschreven door Arrien, een van de leerlingen van Epictetus uit de 1e eeuw n Chr)

‘In ons handelen moeten we ons uitsluitend richten op de dingen die binnen ons bereik liggen, dat wil zeggen: de dingen waarop wij invloed kunnen uitoefenen. Hiermee bedoelt hij [Epictetus] ons denken, redeneren, conclusies trekken en voelen.

Onder de dingen die niet binnen ons bereik liggen, dat wil zeggen: de dingen waarop wij geen enkele invloed kunnen uitoefenen, verstaat hij alles wat ons van buitenaf bereikt, wat met het lichaam verbonden is, de bezittingen, de relaties die wij met elkaar onderhouden en alles wat ons overkomt.

Wanneer we de denkfout maken dat we op dit soort dingen invloed kunnen uitoefenen, dan moet ons leven onvermijdelijk volledig mislukken. Aan deze dingen kunnen we namelijk niets veranderen. Ze zijn zoals ze zijn, alleen ons denken erover kunnen we beheersen’.
(Uit: Zakboekje – Epictetus)

Marcus Aurelius (121 – 180)
D
e voormalige keizer van het Romeinse rijk, Marcus Aurelius, regeerde van 161 tot 180 en praktiseerde het sofisme dagelijks. Elkaar verdragen maakt volgens hem deel uit van rechtvaardigheid. Over hoe je te midden van een conflict je gemoedsrust moet vinden en kan behouden schreef Aurelius Te es Heauton (Grieks voor: de dingen voor mijzelf).

‘We kunnen altijd handelen want we hebben een absolute controle over onze representaties [onze gedachten en emoties]: hoe wij de dingen aan onszelf presenteren, onszelf voorstellen.’
(Marcus Aurelius)


Marcus Aurelius, ‘keizer van de rede’

Enkele tips van de vele uit de praktijk van het stoïcisme:
– Een dagboek geeft meer zelfcontrole. Marcus Aurelius noteerde ’s avonds zijn handelingen en onderzocht in hoeverre die overeenstemden met zijn opvattingen. Die vond hij soms geslaagd, soms niet, maar ook hij dacht: je kunt het altijd weer proberen. ‘We zijn allemaal uitgerust met logos, rede’, is een van zijn overtuigingen.

Leer goed met je tijd om te gaan: tijd te sparen zelfs. Volgens Seneca glipt de tijd zomaar weg. Als je vaker ‘Nee’ zegt, ga je zorgvuldig met je tijd om. Grenzen stellen naar anderen – en naar jezelf! – doe je vaak te laat. De sofisten leren ‘jezelf (je tijd) niet weg te geven’. (Time is on my side’ zongen The Rolling Stones in 1964. ‘Now you always say that you want to be free’. Wisten zij van stoïcisme?)

– ‘Aardig zijn tegen mensen die niet aardig zijn’ kan volgens het sofisme wonderlijk uitwerken. Het kan leiden tot veel goeds in je relaties. Het stopt vervreemding en mensen reageren vaak verrassend positief terug. Misschien vinden zij jou ook niet aardig en doorbreek je zo toch verstarde contacten. Door mens te zijn tussen de mensen maak je de wereld beter door anderen – en jezelf! – te helpen. (Aardig zijn is soms gemakzucht, je wilt conflict vermijden, durft geen ‘nee’ te zeggen. Let op je zelfrespect.)

Stoïcijnen gaan ervan uit dat het enige dat je werkelijk bezit, is: je innerlijk. Daarnaar kan je handelen door steeds in het ‘nu’ te zijn. Ook ‘heb’ je je lichaam niet. Als je mank bent, zeg je niet: ‘Ik ben mank.’ Je innerlijk zegt: ‘Mijn been is mank.’ Jij niet.

Woede staat geluk in de weg, zegt Aristoteles. Woede is menselijk, maar mag je nooit ‘loslaten’ op de ander. Woede is fout. Je voelt het wel, maar die emotie dien je te onderzoeken: je er niet door laten bevangen, maar de achtergrond ervan te onderzoeken. In die emotie zit altijd een opvatting die je hebt, een cognitief element: die kan, die moet je met ‘rede’ te lijf gaan. (‘Even rationeel zijn’ lukt natuurlijk niet om te kalmeren, maar iedere dag kan je er weer mee oefenen.) De andere kant van woede kan ook (sterke) betrokkenheid zijn, ook dat is je onderzoek waard.

Socrates: ‘Het enige dat je kan schaden, ben je zelf.’ Om over na te denken als je woedend bent, of jaloers, of een van de andere zeven ondeugden de vrije loop laat. Dan ben je niet vrij. Als je jaloezie met rede onderzoekt, kan je er bovendien ook achter komen dat je jezelf waardeloos vindt. Of je beseft ineens dat je lief meer van waarde voor je is dan je dacht. Volgens Aristoles maken de deugden die hij beschrijft meer kans op een gelukkiger leven voor jou en de gemeenschap waarin je leeft.

Epictetus: ‘Wees blij als je ‘narigheden’  tegenkomt: Dan kan je oefenen. Lukt het niet vandaag? Morgen weer een kans.’

Bronnen:
* Studiedag 20 juni 2025 door Annette van der Elst (over theorie en praktische toepassingen)
* Teksten uit de getoonde sheets tijdens het college.
* Informatie van de Vrije Academie: ‘Studiedag Stoïcisme: Van Aurelius tot Zeno

Beeld: Seneca (re): Maartje de Sonnaville (Filosofie Magazine)
Beeld Zakboekje: Mindsetters Beste boeken over stoïcisme van 2025. “Dit boek staat vol met wijze levenslessen van de Griekse stoic Epictetus, en is geschreven door zijn leerling. Het zakboekje geeft een prachtig beeld van het oude stoïcisme en brengt je terug in de tijd. Een must-read voor iedereen die geïnteresseerd is in deze filosofie.” (Jasper Voorn)
Beeld Marcus Aurelius: Hajo de Reiger (Filosofie Magazine)

‘Was er maar een Beatrice de Graaf in Den Haag’

UITGELICHT – Beatrice de Graaf vertelt in de Huizingalezing 2024 Wij zijn de tijden hoe geschiedenis in crisistijd wordt gebruikt om zin en betekenis aan de tijden te geven. Bijzonder is dat De Graaf kerkvader Augustinus erbij betrekt en de filosofen Plato en Aristoteles. Op de achtergrond klinken kardinale deugden mee: beheersing, rechtvaardigheid, wijsheid, moed. Plato noemt ook nog vroomheid, en Augustinus geloof, hoop en liefde. Historicus, cultuurfilosoof en antropoloog Johan Huizinga – die zelf tijden van bedreiging, verval en verlies doormaakte – laat zich via De Graaf niet onbetuigd.

‘Wij zijn de geschiedenis in het heden’
(Pieter Jan Hagens in Buitenhof)

In een bijzonder boeiend Buitenhof licht Beatrice de Graaf, hoogleraar internationale en politieke geschiedenis (Universiteit Utrecht), haar lezing met veel wijsheid toe. Dat leidt uiteindelijk tot de bewonderende en poëtische slotzin van interviewer Pieter Jan Hagens: ‘Wij zijn de geschiedenis in het heden.’

Onzekerheid en dreiging
I
n tijden van crisis en onzekerheid zijn hoopvolle verhalen nodig om grip te krijgen op de rauwe werkelijkheid. Zoals de titel boven dit blog aangeeft: een van de veelal positieve reacties op de social media, in dit geval een hoopvolle verzuchting onder de YouTube-editie van Buitenhof. De Huizinga-lezing handelt ‘over het omgaan met onzekerheid en dreiging en lessen uit de geschiedenis, en wat we kunnen leren van Johan Huizinga’.

Ideaal van vrede
D
e Graaf vertelt in Buitenhof dat er van Huizinga wordt gezegd dat hij een cultuurpessimist is. ‘Hij wordt vergeleken met Oswald Spengler, de Duitse filosoof die Der Untergang des Abendlandes schreef. En met politiek theoreticus Carl Schmitt (1888 – 1985) uit die tijd: conservatieve denkers die de ondergang profeteerden. Met hen wordt Huizinga op één hoop gegooid. Huizinga denkt echter precies anders en wijst in tijden van diepe duisternis juist op het ideaal van vrede.’


Historicus, cultuurfilosoof en antropoloog Johan Huizinga (1872 – 1945)

‘Extreem nationalistische verdwazing’
H
agens verwijst naar een stelling van Huizinga dat we te veel het idee van crisis en geweld zijn gaan omarmen. ‘Een stelling die misschien ook in deze tijd past. Huizinga spreekt eveneens over extreem nationalistische verdwazing. Is dat wat we nu ook aan het doen zijn,’ vraagt hij aan De Graaf.

Paralellen in deze tijd
V
oor een deel zijn er volgens De Graaf zeker parallellen met deze tijd te zien. ‘Huizinga citeert dan Augustinus en zegt dat je naar de geschiedenis kunt kijken of naar politieke leiders en zien hoeveel effect ze hebben en of ze succesvol zijn. Eigenlijk moet je kijken naar hun grondhouding: wat voor deugden in de klassieke Aristoteliaanse zin zij eigenlijk verspreiden: dat is uiteindelijk het enige dat hoop op de toekomst geeft. Als dat goed zit, deugt het.’

De kardinale deugden van Aristoteles
‘W
ij denken dan, deugden? Moralistisch. Maar eigenlijk is dat meer dan 2000 jaar lang de manier om jonge mensen, politici, op te leiden. Niet alleen om heel slim te zijn maar ook om te leven vanuit deugden. Uit de definitie van Aristoteles volgt dan dat je genoeg slimheid hebt om te handelen volgens een hoger doel. Doelen nastreven die deugen. Kardinale deugden.’

Den Haag is de weg kwijt
H
agens reactie hierop is, als hij kijkt naar de huidige politiek: ‘Staatssecretarissen stappen op, vermeende racistische of polariserende uitspraken, kortetermijnsucces, electoraal succes, schreeuwen, schelden… Dat klinkt niet als de deugden van Aristoteles. We zijn de weg kwijt in Den Haag. En een belangrijk punt in uw lezing is dat een politicus of leider ook een perspectief moet bieden, zeggen wat je gaat doen.’

Puerilisme
‘H
uizinga zou over de huidige politiek gezegd hebben dat dat puerilisme is: kinderachtig gedrag,’ antwoordt De Graaf. ‘Als een beschaving niet meer aan die hoge regels voldoet, dan wordt het kinderachtig gedrag. Niet alleen in Den Haag zijn we de weg kwijt, in de hele samenleving, ook wereldwijd is dat zo, als je naar politieke leiders kijkt.’


‘Wij zijn de tijden. U bent de tijden’

Augustinus
‘M
ijn lezing heeft de titel: Wij zijn de tijden. Dat is een uitspraak van Augustinus, herhaald door Huizinga. In de tijd van Huizinga gaat de wereld ook ten onder, net als in de tijd van Augustinus als het Romeinse Rijk instort. Augustinus zegt dan tegen het woedende volk: “Scheldt niet op de keizer, scheldt niet op de tijden. Wij zijn de tijden. U bent de tijden. En wie bent u op dat moment in zo’n duistere tijd?” En dan komt hij dus met zijn deugden.’

Overtuiging leidt tot narigheid
H
agens brengt in dat Huizinga zegt dat het in de geschiedenis niet gaat om de feiten alleen, maar ook om de overtuiging. ‘En overtuiging leidt tot narigheid, zie Poetin.’ De Graaf stelt dat je overtuiging niet in moet zetten als een ‘grote morele knuppel’ waarmee je de ander op zijn hoofd slaat. ‘Je moet ook eerlijk zijn over je eigen tekort, laten zien waar je zelf fouten hebt gemaakt, waar je zelf te lang hebt gewacht om in actie te komen.’

Perspectief schetsen
Gaza en Israël bijvoorbeeld: perspectief schetsen is nodig voor de Palestijnen in Gaza maar ook voor Israël. Helaas ontstaan direct de kampen Palestijnen en de kampen Israël in de discussies. En beide kampen zitten knel,’ stelt De Graaf. Volgens Hagens is het allemaal nog groter. ‘Het “spel” van de internationale staten Saoedi-Arabië, Egypte, Iran, Verenigde Staten spelen allemaal een rol, èn Europa: Wij zijn ook betrokken. Waarom geen plan om als Europa ook in Syrië een nadrukkelijker rol te spelen? En dan dus niet de ander op zijn hoofd slaan met die deugden, want het is geen deugd als je vooral zelfzuchtig bezig bent.’

Perspectief vinden in sombere tijden
Op de vraag van Hagens waar je in sombere en moeilijke tijden perspectief kan vinden, antwoordt De Graaf dat je behalve in een God, ook op veel andere manieren kan geloven. Geloven in democratie is een manier: een speelveld dat ook iets transcendents heeft: het gaat niet alleen over het hier en nu maar het gaat ook om wat je aan je kinderen doorgeeft. Je kunt ook geloven in onderlinge solidariteit van groepen. Iets waar je eigenlijk in moet geloven, want je ziet zo vaak het tegendeel. Geloof is iets waar je dus niet altijd bewijs voor hebt, maar waar je toch aan vasthoudt ondanks tegenstrijdigheden.’

Amor Mundi
A
ndere bronnen van perspectief die in het interview naar voren komen zijn filosofie: stoïcisme. ‘En ook vriendschap geeft gevoel van solidariteit. Uiteindelijk moet alles wat je doet bijdragen aan de Amor Mundi: liefde voor de wereld, zie Hannah Arendt. Alles moet in een richting gaan die liefde voor de wereld is, inclusief je tekortkomingen en die van de ander. Een stukje vergeving naar jezelf, en kan je de ander vergeven. Kan je toestaan dat er fouten worden gemaakt en dan toch met elkaar doorgaan. Zonder genade en verlossing kom je er niet. Het gaat om doorgaan met elkaar.’


Samen met Plato’s leermeester Socrates zijn Plato (li) en Aristoteles (re)
de grondleggers van de westerse filosofische traditie

Talkshowtafels
A
an het eind van dit interview zegt Hagens dat het pleidooi voor de deugden hem heel prachtig en erg goed lijkt. De Graaf: ‘En begin bij jezelf, talkshowtafels… Als een politicus iets zegt, komt ie daar mee weg. En dat ligt aan de politicus èn de journalist. Samen dienen wij de res publica [het algemeen belang, PD] om in termen van Plato en Aristoteles te spreken: In hoeverre draagt wat jij nu zegt bij aan rechtvaardigheid, aan solidariteit. Niet alleen voor jezelf maar voor een grotere groep’.

Bron:
NPO1 Buitenhof 22 december: Wij zijn de tijden. Geschiedenis in crisistijd
– (N.B. Dit blog is een beperkte, geen volledige, transcriptie van de uitzending. Aan te raden is Buitenhof in zijn geheel te bekijken en te beluisteren. En zeker ook de Huizingalezing 2024 lezen die januari 2025 verschijnt.)

Foto Beatrice de Graaf:  Stadsgehoorzaal Leiden
Beeld Johan Huizinga (1872 – 1945): Universiteit Leiden
Beeld Plato en Aristoteles:
 Raffaello Sanzio (1483-1520) Scuola di Atene (detail 1), (1509-1510) Stanza della Segnatura (Vaticano) – onelittleangel.com

N.B. De Huizingalezing van 12 december 2024 is te bestellen bij de boekhandel en via, tot nog nu, één website en wordt verwacht rond 14 januari 2025.

‘Datgene waarnaar ik verwijs wanneer ik ‘ik’ zeg’

‘Met het woord ‘ziel’ bedoel ik: datgene waarnaar ik verwijs wanneer ik ‘ik’ zeg.’ Promovenda Martine Oldhoff schrijft momenteel haar proefschrift over de ziel. Voor haar is het geen uitgemaakte zaak dat de mens louter lichaam is. Er zou geen ruimte meer zijn voor de ziel. Voor haar is de mens echter meer dan een fascinerende klomp cellen, zoals ‘de wetenschap’, waaronder de hersenwetenschappen, ons leren. ‘Dat is een filosofische stellingname, geen uitgemaakte zaak.’

Oldhoff schreef Kijk op de ziel, de uitgewerkte lezing die Oldhoff vorig jaar hield op de generale synode van de PKN. Voor Oldhoff is het woord ziel ‘een barst in een volledig gesloten wereldbeeld’.

De Ziel moet altijd op een kier
Zodat wanneer de Hemel zoekt
Hij niet te wachten hoeft
Of bang is dat hij stoort
(Emily Dickinson, in Kijk op de ziel)

Zieltjes winnen’ roept bij de meeste mensen geen goede associaties op, schrijft Oldhoff, want wie wil er nou een zieltje zijn?

Maar als het over de ziel gaat, lijken de zaken er anders voor te staan. Er zijn tegenwoordig meer mensen in Nederland die geloven in een leven na de dood dan mensen die in God geloven. Het geloof dat ‘ik’ op de een of andere wijze voortleef, is volop aanwezig.’
(Uit: Kijk op de ziel)

In haar proefschrift beschrijft Oldhoff Plato en Aristoteles kort als historische achtergrond. Duidelijk wordt dat haar visie verschilt van die van Plato. Bij de Bezieling vertelt ze hierover in een interview met Cees Veltman.

Door Plato en zijn verwerking in filosofische en theologische tradities is het woord ziel blijven leven. Ik zie de ziel echter als geschapen door God en niet als al bestaand voorafgaand aan ons leven, zoals Plato. We zijn als mens geschapen, onderscheiden van God.’

Oldhoff, promovenda aan de Protestantse Theologische Universiteit Amsterdam, zegt dat de ziel een mooie aanleiding kan zijn om het te hebben over wie en wat God is. Het woord God is immers voor heel veel mensen betekenisloos geworden.

Ik denk niet dat mensen in God gaan geloven als ze het woord ziel belangrijk vinden, maar het is een mooi aanknopingspunt om het over geloof en God te hebben. Als het gaat over wie de mens is aan de hand van het woord ziel, dan kom je misschien ook wel op interessante vragen: heb ik een goddelijke kern, ben ik geschapen, is er meer dan we kunnen zien en voelen?’

Kijk op de ziel | Martine Oldhoff | ISBN: 9789043534819 | 56 pp. | 16-06-2020 | € 6,99
‘De ziel duikt overal op. Van seizoenen lang Kijken in de ziel op televisie tot in het spirituele tijdschrift Happinez. Eeuwenlang was de ziel bekende taal in kerk en theologie. Tegenwoordig nemen veel gelovigen het woord minder makkelijk in de mond. In haar boek Kijk op de ziel zoekt Oldhoff naar de betekenis van de ziel in het christelijk geloof in onze context. Zo gaat ze onder andere in op de vraag wat er vanuit de Bijbel over de ziel te zeggen is. Het is een beknopt boek met theologische verdieping, een actualisering naar deze tijd en een aanzet tot het geloofsgesprek.’ (PThU)

Zie: Martine Oldhoff: “Het woord ziel is een barst in een volledig gesloten wereldbeeld” (de Bezieling)

Beeld: Beate Bachmann (Pixabay)

De kapitale vraag wat de ziel nu eigenlijk is

Aristoteles heeft de taal een symbool genoemd van dat wat er in de ziel gebeurt. Dit zegt wiskundige, classicus en filosoof Ben Schomakers in een artikel over zijn boek Aristoteles Over de ziel, op de site van Athenaeum Boekhandel. ‘Aristoteles’ De ziel is zonder enige twijfel een van de diepste, oorspronkelijkste en invloedrijkste teksten uit de geschiedenis van de filosofie.’

‘Aristoteles’ traktaat over De ziel, De anima, is een van de weinige werken waarvan niemand wil betwisten dat het met recht tot de selecte canon van klassieke werken behoort, die iedere filosoof tot zich nemen moet’
 Herverschijning boek De ziel bij de Historische Uitgeverij op 4 maart 2026

‘Aristoteles stelt er de vraag wat de ziel is en formuleert een antwoord dat ons nog steeds te denken geeft. Wat hij in dit werk over waarnemen, verbeelding en denken zegt heeft tot in onze tijd de filosofische discussie daarover bepaald.
Vernieuwde heruitgave van de onvolprezen teksteditie van dit meesterwerk, dat verplichte lectuur is voor filosofen, psychologen en ieder die nadenkt over de vraag wat een ziel is en wat een mens is – wie hij zelf is.’

(AB)

Ben Schomakers werd onlangs door Athenaeum gevraagd zijn vertaling van de eerste zin van Aristoteles’ Over de ziel toe te lichten. En dat doet hij uitgebreid. Boeiend vind ik vooral de effecten van vertalingen en de betekenis die in de loop der eeuwen aan de woorden van Aristoteles gegeven zijn. Het woord ‘hulè’ dat Aristoteles gebruikt – dat altijd voor ‘bebost gebied’ en vandaar ook voor ‘hout’ had gestaan – wordt opeens een aanduiding voor het abstracte begrip ‘materie’. Schomakers roept uit: ‘Begrijp dat maar eens, zoek het maar uit.’

AriDeZielSchaduw (2)

Er zijn ook brokken ontstaan door verkeerd geijkte vertalingen van het werk van Aristoteles’ De ziel, een van de belangrijkste boeken van de westerse filosofie, en een van de weerbarstigste, onder andere doordat Aristoteles hier nog meer dan elders voor zichzelf geschreven lijkt te hebben, in zinnen en passages die onaf zijn en in een taal die zoekt naar woorden voor dingen waarvoor niemand nog woorden gehad had (en waarvoor de juiste woorden nog steeds niet gevonden lijken te zijn).’
(BS)

Veel gedachten zijn er geweest over de ziel. Zo zou in de ogen van Aristoteles de ziel een secundair verschijnsel zijn geweest, zonder kern, zonder eigen bestaan, ondergeschikt en afgeleid van de materie. In zijn boek noemt Aristoteles de ziel ‘de eerste verwerkelijking van een natuurlijk, werktuiglijk lichaam’. Schomakers stelt dat Aristoteles het woord ‘psuchè’ gebruikt, dat wel als ‘ziel’ vertaald moet worden. In het ‘vertaalkundig hinkelparcours’ lijkt volgens hem de ziel als een ongewenst onkruid uit het steen van de materie te komen, een onkruid van een onbekende soort, dat door een stevige wind zomaar weggeblazen kan worden.

benschomakers

Ben Schomakers (foto: Klement) worstelt ook met het feit dat een hele eeuw opgevoed is met de gedachte dat de ziel een eerste actualiteit is – iets dat hij nooit heeft kunnen begrijpen. Hij lost het op door te stellen dat het meer te maken heeft met ‘in act zijn’ van de ziel. Dat wil (misschien) zeggen ‘werkelijk zijn’. Hij zegt ook dat, trouw aan het Grieks, de verhouding tussen de ziel en het natuurlijke lichaam waar ze bij hoort ten opzichte van gebruikelijke vertalingen, omdraait in een zin die de ziel niet tot dat bijverschijnsel maakt, maar tot de meesteres over het lichaam.

Meer dan eens vergelijkt Aristoteles de verstrengeling van ziel en lichaam met die van de ambachtsman en zijn werktuig: de eerste bedenkt iets en wil iets, maar heeft een zaag nodig om het hout te snijden, een hamer om het ijzer te pletten, een tang om het ijzer in het vuur te houden. Uiteindelijk ontstaat er dan iets moois, dat structuur heeft omdat er een plan achter schuilgaat. Het lichaam heet ‘werktuiglijk’ ten opzichte van de ziel, omdat de ziel zich ervan bedient zodat ze dat wat ze met dat lichaam (eigenlijk met het geheel dat zij met het lichaam vormt) voorheeft, te realiseren. Of liever: te verwerkelijken.’
(BS)

aristoteles2

Schomakers vertelt dat, in vanuit Oxford de wereld ingeslingerde versies, de ‘ziel’ van Aristoteles (illustr: timerime.com) werd afgenomen door van ‘psuchè’ ‘mind’ te maken. De ‘ziel’ van Aristoteles werd daardoor erg ingeperkt. Tegenwoordig lijkt een ziel vaak een (quasi-)religieus verschijnsel (met ethische en eschatologische implicaties.) De ‘ziel’ van Aristoteles is kennelijk niet dezelfde is als de moderne ziel, voor zover er over een moderne ziel gesproken kan worden, of over de ziel van de oudheid.

‘Een ziel nu lijkt vaak een (quasi-)religieus verschijnsel (met ethische en eschatologische implicaties) of een mysterieus product van een niet-wetenschappelijke benadering van de werkelijkheid, terwijl de ziel in de vorige eeuw misschien vooral in verband gebracht werd met het gemoed, dat liefst ontvankelijk en verlangend moest zijn en waarop vooral dichters en andere romantici hun ogen op gevestigd hadden. Soms houden we van deze zielen, soms wijzen we ze als naïef af, niet zelden onder argwanend stemmende hoon. En soms zijn we preciezer en beseffen we dat deze specifieke zielen nog niet de ziel hoe dan ook zijn, een innerlijkheid die we ervaren en die ook invloed heeft op ons voelen, denken, handelen, leven. Maar dan nog durven we vaak te zeggen dat ze niet bestaat, de ziel.’
(BS)

Maar, zegt Schomakers, dit is niet allemaal de ziel van Aristoteles: in het Grieks is ‘psuchè’ dus op de allereerste plaats datgene waarvan de aanwezigheid een lichaam levend maakt.

‘Vandaar zweeft de ziel van Aristoteles, keurig in overeenstemming met het Griekse taalgebruik, ook in het ‘domein van de innerlijkheid’, die actief en passief is, vluchtend en verlangend, waarnemend en initiatief nemend, voelend en verward rakend, denkend en beslissend.’
(BS)

! Zie:  Herverschijning boek De ziel bij de Historische Uitgeverij op 4 maart 2026
‘Aristoteles’ traktaat over De ziel, is een van de weinige werken waarvan niemand wil betwisten dat het met recht tot de selecte canon van klassieke werken behoort, die iedere filosoof tot zich nemen moet. Dit traktaat gunt de lezer een blik op de op volle toeren werkende Aristoteles, die het schreef toen hij de ideeën die hij lang had voorbereid aan het oogsten was; elke zin opent een belangrijk nieuw perspectief, stelt een cruciale vraag of formuleert een kerngedachte. De ziel is een werk van groot historisch belang.

overdeziel

Ben Schomakers (1960) is opgeleid als wiskundige, classicus en filosoof en promoveerde op een proefschrift over Parmenides.
Hij vertaalt filosofische teksten uit de Griekse oudheid, zoals Pseudo-Dionysius’ Over mystieke theologie (1990, 2002), het gedicht van Parmenides (2003), Aristoteles’ Over poëzie (2000), diens Metafysica I-VI (2 dln., 2005) en ook zijn Problemen (2010).
Meest recent verschenen van hem De taal van de hemel. Over de engelen van Pseudo-Dionysius de Areopagiet (2012) en een vertaling van Sophocles’ Oedipus heerst (2013).

Update juni 2025 (Lay-out, links)